bij de bouwvakken, als verzekering van werklieden tegen geldelijke gevolgen van ongelukken enz., waarbij de opinies ver deeld bleken, werd besloten, aan het hoofd- bestuur op te dragen, een commissie van I onderzoek te benoemen. Men herinnert zich waarschijnlijk de zaak van den gewezen O.-I. militair Bos- sart, aan wien, tem gevolge eener adminis tratieve vergissing, pensioen werd onthouden en voor wien de Tweede Kamer, toen hij zich tot haar wendde, krachtig redenen van billijkheid pleitte, maar die juist overleden was, toen zijn recht werd erkend en het onrecht hersteld. Naar wij met groot genoegen vernemen heeft het departement van Koloniën het ge beurde nu schitterend goedgemaakt. Aan de weduwe B. is nl., op haar verzoek om een gratificatie, toegekend de som van f1925, d. 1. het volle bedrag van het pen sioen, dat haar man heeft moeten missen. Aan den minister van Dedum onze hulde voor deze royale erkenning van de onjuist heid zijner aanvankelijke opvatting. (H. Ct.) Blnnenlandsch nieuws. Helder. In de Marine machinisten Club werd Zaterdagavond jl. door den heer J. van Berk, Marine-apotheker 2 de kl. eene voordracht gehouden over verschil lende onderwerpen van belang voor het stoomwezen. Het eerst werden ingeleid. Caoutchouc en guttapercha. Door een uitstapje in de botanie toonde spreker, oorsprong en verschillen van beiden aan. De caoutchouc, het eerst in Zuid- Amerika bekend geworden, werd in hare geschiedenis gevolgd tot in het jaar 1832, toen Ltlderdorp de merkwaardige verhou ding tot zwavel daarvan opmerkten, en werd de naam India-Rubber verklaard waaronder caoutchouc in 1770, op aan raden van Priestly in den handel kwam tot hel uitvegen van potloodstrepen. Daarna aantoonende op welke wijzen en uit welke landen de enorme productie van den tegenwoordigen tijd wordt verkregen, werden de eigenschappen bij verschillende temperatuuren aangetoond, en de merk- waardigen verhouding tot zwavel, dienst baar gemaakt tot vulcaniseeren, behandeld. Dit laatste in de geheele fabricatie uit voerig volgende n.1.. van het in den handel bekende gevulcaniseerde caoutchouc, ging spreker over tot vergelijking daarvan met guttapercha welke bij distillatie dezelfde producten gevende, aan het gebruik geheel andere eischen stelt, als zijnde caoutchouc meer elastisch en guttapercha beter tot vormen en kneden geschikt. Om zich door een eenvoudige proef van de deugdelijkheid dezer artikelen te kunnen overtuigen, scheen volgens den spreker nog niet bereikbaar, en zijn practische ervaring, en de naam van den fabrikant hierin tot heden de beste gidsen. Na de pauze kwamen aan de orde Loodwit en Menie. Na behandeling van verschillende eigen schappen dezer verfstoffen, werden op een voudige- en aan boord uitvoerbare wijze eenige der in den handel, meest voorko mende vervalschingen chemisch ontleed, waaronder behooren loodwit met krijt, en menie met gemalen steen vermengd. Ook het verschil in oplossing van ca outchouc, al- of niet gevulcaniseerd, in Benzin, werd aanschouwelijk voorgesteld. Tot laat in den avond door een talrijk gehoor van officieren en machinisten van stoomvaartdienst met aandacht gevolgd, mocht spreker alle waardeering ver nemen door een flink applaus, en voegde de President aan zijne dankbetuiging den wensch toe, dat de heer van Berk lust moge gevoelen voor den vervolge meer zulke leerrijke onderwerpen in de Club te behandelingen. Helder. De vroeger aangekondigde voordrachten van de heer G. Dahne over- licht en electrisciteit, die overal elders den meesten bijval hebben weggedragen, zullen alhier gehouden worden den 26 en 27 April a. s. De gelegenheid tot inteekenen (voor beide avonden f 2) bestaat nog. Helder. Iedereen hier ter plaatseen meer bepaaldelijk ieder zeeofficier, zal zeker met belangstelling vernemen dat het H. M. behaagd heeft met ingang van 1 April a. s. de officier van administratie iste klasse, P. F. van Wage, boven de for matie tc benoemen tot Inspecteur bij dien tak van dienst, buiten bezwaar van den lande. Deze officier, die gedurende ruim 12 jaren aan boord van het wachtschip alhier de functiën vervuld heeft van Fiscaal bij den Zeekrijgsraad en Instructeur bij de opleiding van adsprirant-administrateurs, heeft zich in al dien tijd, zoowel in als 1 buiten zijne betrekking, bij ieder, die met hem in aanraking kwam, gefierd en be mind weten te maken, en het is daarom, dat deze bijzondere onderscheiding voor voor zoover wij welen, tot nu toe eenig bij het korps officieren van Administratie zeker algemeen met ingenomenheid zal begroet worden. Schagen. Jl. Donderdag werden 5 J aandeelen in de West-Friesche bank (Tim- j merman, Koelman Co.) te Schagen, in het lokaal van den heer Blauw, in het open- j baar, met inbegrip der onkosten, voor het enorme bedrag van 254 en een tiende pet. verkocht. Op elk aandeel, groot f 1000, 1 is f 100 gestort. Bovenkarspel. Aan den heer K. Kooiman alhier, is diploma A verstrekt, voor stenografie, systeen Stolze-Wery. Andijk. Alhier is de vorige week de 7de algemeene vergadering gehouden var. de Vereeniging ter bestrijding van 't school verzuim. Van de 133 leden waren er slechts 17 tegenwoordig. De aftredende vice-presi- dent, de heer R. Kool, werd als zoodanig herkozen. Andijk. In het laatst des vorigen jaars besloot het alhier gevestigde de partement der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, om hun die zich daartoe aanmeldden de gelegenheid te geven het mandenmaken te leeren. Het depar tement stelde eene flinke som beschikbaar, eene commissie van uitvoering werd be noemd, en, in de laatste dagen van het jaar, werd een aanvang gemaakt met het onderwijs. Zes weken duurde de curcus, die door 35 42 leerlingen werd gevolgd. De meesten van hen die de lessen volgden, zijn in staat eene mand te maken, de anderen zullen het bij eenige oefening ge makkelijk zoover kunnen brengen. Alkmaar. Te Oudorp, nabij deze gemeente, overleed gisteren de heer Willem Bos, gedurende 33 jaar Burgemeester dier gemeente en van af 1871 lid der Staten van Noordholland. Zijn humaan karakten, zijn helder hoofd en uitgebreide kennis van polder- en gemeentezaken, maakten hem tot raadsman en vraagbaak van velen. Zijne ingezetenen verliezen in hem een Burgemeester die steeds hunne belangen en die den gemeente met den meesten ijver voorstond. Marine en Leger. Ingevolge machtiging van H. M. de Koningin-Weduwe, Regentes, is aan de pantserschepen, waarvan de bouw is opge dragen aan de Kon. Maatsch. „de Schelde te Vlissingen, de Ned. Stoombootmaatsch te Rotterdam, en aan 's Rijks werf te Am sterdam, respect, de naam gegeven van „Evertsen", „Piet Hein" en „Kortenaer", en is de naam van het tegenwoordige fregat „Evertsen" veranderd in „Neptunis". Aan boord van Hr. Ms. „Admiraal van Wassenaer" zijn jl. Zaterdag r49 jongens tot lichtmatroos bevorderd. Twintig hunner worden opgenomen in het vaste corps Den 1 April a. s. wordt een gedeelte der jongens van Hr. Ms. opleidingsschip „Admiraal var Wassenaer", te Amsterdam, geplaatst bij de opleiding van bootsmans leerlingen aan boord van Hr. Ms. instruc tie-korvet „Nautilus", te Hellevoetsluis Zaterdag werden zij aangewezen. Met het lanceeren van vischtorpedo's met keisteenbuskruit worden op 's Rijkswerf te Amsterdam aan boord van Hr. Ms. „Empong" proeven genomen. Naar de „H. Gt". verneemt, is bij Kon. besluit bepaald, dat de borduursels van de overjassen der officieren moeten verdwijnen en de glimmende knoopen worden vervan gen door 0vertrokkene, terwijl op de kraag sterren zullen worden geborduurd, overeen komende met die op de kraag van de uniformjas. De laatste jaren konden er bij de oplei ding van machinist-leerlingen te Hellevoet- sluis telkens 20 jongelui geplaatst worden; ditmaal maar 15. Het eeretecken voor belangrijke krijgsver richtingen met de gesp Atjeh 18731890 is te Amsterdam uitgereikt aan den kapt.- luit. ter zee C. Hoffmau, de luits. ter zee 2de kl. F. C. Sckaalj e en H. H. Del Court van Krimpen, dienende aan boord van Hr. Ms. monitor „Tijger", idem G. A. Rietberg, C. M. van Reijn en M. J. Reijnvaan, aan boord van Hr. Ms. wachtschip, idem A. Pie ren, E. Maas, C. Hooft Graafland en den off. van gez. dr. B. Snellen, aan boord van Ilr. Ms. opleidingsschip „Admiraal van Was senaer" en idem H. C. A. Schliitcr, gedeta cheerd op 's Rijkswerf. Departement van Marine in Oost-Indië. Vergund om Daar Nederland terug te keeren, aan den luit. ter zee 1ste kl. L. E. van Diggelen, van Hr. Ms. ramtorenschip „Prins Hendrik der Nederlanden". Overgeplaatst: van „Gedeii" naar „Batavia", de off. van adm. 2de kl. W. F. van Gras- stekvan „Batavia" naar „Kon. der Ned.", de adj.-adm. P. Gaade; van „Atjeh" naar „Prins Hendrik der Ned.", de luit. ter zee lste kl. L. E. van Diggelen van „Prins Hendrik der Ned." naar „Aijeh", op folio van luit. ter zee lste kl., de luit. ter zee 2de kl. F. Bauduin. Ingetrokken De detacheering bij het ma- rine-etabl. te Soerabaja van den luit. ter zee lste kl. jhr. J. F. Coertzen de Koék, en eerv. onth. van de verv. der betr. van equipagem. bij gen. etabl. Tijdelijk gedetacheerdTen einde aldaar de betr. te vervullen van equigage-meester, de luit. ter zee l3te kl. H. G. J. Wolterbeek. Benoemd Tot magazijnm. bij het marine- etnbl. te Soerabaja B. F. Meijboom, thans met de waarn. dier betr. belast. OvergeplaatstLuit. ter zee 2de kl. E. W. Pfeiffer, van „Van Gaien" op „Gedeh" id. L. J. Ginjoolen, van id. op id.id. J. Des Amorie v. d. Hoeven, van „Sambas" op „Ko ning der Nederl." lste luit. der mariniers G. K. baron van Asbeck, van „Gcdeh" op „Pzins Hendrik der Nederl." Off. van adm. 2de kl. J. Lombaard, van „Van Galen" op „Oenarang" id. C. P. Soutendam, van „Oena- rang" op „Brorao" Off. van gez. lste kl. J. R. Berghuis, van „Gedeh" op id.id. J. J. Sterk, van id. op „Sambas" id. O. Engel ken, van id. op „Batavia" id. dr. C. Alers, van „Bromo" op „Gedeh" id. A. W. Pulle, van „Van Galen" op „Makasser" id. dr. C. F. Humme, van „Makasser" op „Merapi" id. dr. A. W. M. van Deventer, van „Merapi" op „Koning der Nederl id. W. Meijboom, van „Koning der Nederlanden" op „Gedeh"; id. J, D. Kaijser van „Samhae" op „Prins Hendrik d. Nederl." off. v. gez. 2de kl. II. J. Groot, van „Batavia" op „Gedeh" kapt. luit. ter zee H. van den Pauvert, van „Prins Hendrik der Nederl." op „Merapi"luit. ter zee lste kl. W. A. Cambier, van „Gedeh" op „Prins Hendrik d. Nederl."; id. O. H. Kuijck, van „Gedeh" op „Cerberus" id. A. Seret, vsn „Cerberus" op „Flores" id. J. Wentholt, van „Flores" op „Gedeh" id. D. A. Mensert, van „Gedeh" op „Madura"id. P. S. R. Wolterbeek, van „Madura" op „Me rapi" id. E. T. Bik, van „Merapi" op „Java"; id. 2de kl. C. H. van Asperen, van „Java" op „Prins Hendrik d. Ned." id. G. K. Su- ric, van id. op „Bromo" adelborst lste kl. L. J. C. L. de Vriese, van „Koningin Emma der Ned." op „Java" luit. ter zee 2de kl. C. W. Broens, van „Gedeh" op „Sambas" id. J. A. van der Star, van id. op „Benkoe- len"; J. R. van Osselen, van „Benkoelen" op „Gedeh"; offic.-mach. 2de kl. L. W. Wek- kesser, van „Koningin Emma der Nederl." op „Bromo" off. van gez. lste kl. P. L. v. 1 d. Harst, van „Van Galen" op „Sumatra" I offic. van adm. 2de kl. W. F. van Graastek, van „Gedeh" op „Batavia" adj.-admin. P. Gaade, van „Batavia" op „Koning d. Ned."; j luit. ter zee lste kl. L. E. van Diggelen van „Atjeh" op „Prins Hendrik d. Nederl." id. 2de kl. F. Bauduin van „Prins Hendrik der Nederl." op „Atjeh" id. lste kl. H. G. J Wolterbeek, van „Gedeh" op "Bromo-" Vergunning verleend om te repatriëeren wegens langdurig verblijfOff. van adm. 2de kl. C. P. Soutendam off. van gez. lste kl. W. Scboondermarkid. W. Meijboom id. 2de kl. H, J. Grootidem W. H. C. G. Keijzerluit. ter zee lste kl. J. Wentholt id. 2de kl. H, G. Surieid. M. Schoo id. J. R. van Osselen. Op verzoek en op eigen kosten luit. ter zee lste kl. L. E. van Dig gelen. Benoemingen, enz. Tot provinciaal opzichter over de duinen in Noordholland, stnndplaats Wijk aan Zee, is benoemd de heer J. van der Mije Pzn. Onderwijs en examens. De heer W. Stroo, onderwijzer aan de school met den Bijbel alhier, is benoemd tot onderwijzer te Wijk bij Duurstede. Benoemd tot onderwijzer te Alkmaar, de heer A. Plaat, te Zuidscharwoude. Landbouw en Veeteolt. Vanwege de Staatscommissie voor de han delspolitiek is het volgend schrijven gezonden aan de landbouw-maatschappijen hier te lande „De aandacht van de commissie voor de handelspolitiek is gevestigd op het feit, dat jaarlijks in Spanje niet onbelangrijke hoeveel heden natuurboter worden ingevoerd, zonder dat Nederland daarin eenig aandeel van be- teekenis heeft. „Volgens de Spaansche statistiek werden in het jaar 1891 in Spanje ingevoerd uit Duitschland 94,482 Kgr. boter, uit België 1283 Kgr., uit Denemarken 69.497 Kgr., uit Frankrijk 45.544 Kgr., uit Engeland 4918 Kgr., terwijl als afkomstig uit Nederland slechts 401 Kgr., uit Italië 210 Kgr., en uit Noor wegen 283 Kgr. vermeld zijn. Dat de uitvoer van boter van hier naar Spanje gering is, wordt door andere, aan de commissie ver schafte mededeclingen bevestigd. De uitvoer uit Denemarken, die grooter is dan de boven vermelde cijfers aangeven, omdat een deel van de uit Duitschland aangevoerde boter van Deenschen oorsprong is, heeft te meer be- teekenis, omdat tot voor korten tijd (10 Dec. 1892) Denemarken in Spanje geen aanspraak had op toepassing der laagste rechten. Ter wijl vóór 1 Febr. 1892 bij invoer van boter in Spanje uit de meeste Europeesche lan den, waaronder Nederland 52,50 paset as per 100 Kgr. invoerrecht betaald moest wor den, was de Deenschc boter onderworpen aan een reoht van 56 pesetas per 100 Kgr. Nog ongunstiger werd de verhouding voor Deensche boter na 1 Februari 1892, toen, volgens het Dieuwe Spaansche tarief, boter, aangevoerd uit landen, welke aanspraak hadden op be taling der rechten volgens het laagste tarief waaronder Nederland met 60 pesetas per 100 Kgr. belast werd, terwijl de Deensche boter 72 pesetas per 100 Kgr. te betalen had. Deze ongunstige behandeling duurde tot 10 December jl., toen tengevolge eener tusschen Denemarken en Spanje getroffen schikking aan de dilferentieele behandeling van het Deensche product een einde kwam. De boter uit Denemarken betaalt thans hetzelfde recht als die uit Nederland, namelijk 60 pesetas 1 per 100 Kgr. Het is echter een opmerkelijk feit, dat, niettegenstaande de ongunstige be- handeling, waaraan het Deensche product langen tijd in Spanje heeft blootgestaan, dit zich op de Spaansche markt heeft weten te handhaven, en dat men zich ook in 1892 j in Spanje allerwegen Deensche boter in blikken verschaffen kon. Hieruit zou mogen J worden afgeleid, dat aan de Deensche boter, hetzij wegens qualiteit, wijze van bereiding of I verpakking, in niet geringe mate boven andere soorten de voorkeur wordt gegeven. „De commissie heeft gemeend uw aandacht op het bovenstaande te mogen vestigen, om dat daarvan wellicht in het belang van den afzet van Nederlandsche boter gebruik zou kunnen worden gemaakt." In de Streek en te Andijk zijn de ver bouwers thans druk bezig met het uitzaaien van de bekende Andijker en Streeker aard appelen, benevens de overbekende Meirapen De jonge bloemkoolplantjes vertoonen zich in de broeikassen reeds boven den grond. In Hollands Noorderkwartier staan de weilanden zóó gunstig, als misschien om dezen lijd des jaars in geen 25 jaar is gebeurd. Te Bovenkarspel zijn de eerste aardappelen reeds gepoot. Kerknieuw 8. Echt v r ij zinnig! Door predi kanten en den kerkeraad der Ned. Herv. gem. te Naarden i3 gunstig beschikt op een ver- 1 zoekschrift van een veertigtal ingezetenen, I om een twaalftal predikbeurten per jaar te laten vervullen door predikanten van niet- moderne richting. De eerste predikbeurt is nu vervuld door dr. W. J. Gezelschap, van Am sterdam Rechtszaken. Kantongerecht te Helder. Uitspraken van 8 Maart 1893. W. K., te Helder, op den openbaren weg een wapen bij zich hebben, f 0.50 boete of 1 dag hecht. J. W., te Helder, zonder schriftelijk ver gunning van den bevelvoerenden officier een mariniers-tuniek verkoopen, f 3 boete of 3 dagen hecht. I K. L., te Texel, straatschenderij, f 0.50 I boete of 1 dag hecht. S. K. en J. B., beiden te Helder, straat- 1 schenderij, ieder f 0.50 boete of 1 dag hecht. H. W., G. B. en A. van S. allen te Hel der, K. P., te Texel, D., te Anna Pau- lowna en S. B. te Groningen, dronkenschap, ieder f 1 boete of 2 dagen hecht. H. R. en J. W., te Helder, dronkenschap, bij eerste herhaling, ieder f 3 boete of 3 dagen hecht. In eeue vroeger vermelde zaak, betref fende een vonnis van den kantonrechter al hier, heeft de Hooge Raad, zich eveneens met de uitspraak van dien kantonrechter vereenigende, beslist, dat de overtreding van I eene bepaling, volgens welke houders van honden moeten toezien dat die dieren zich niet op den openbaren weg bevinden zonder I voorzien te zijn vud een belastingpenning, is te beschouwen ais eene overtreding ter zake 1 van de belasting, zoodat de kantonrechter zich terecht onbevoegd heeft verklaard, om van eene vervolging wegens de hierbedoelde overtreding kennis te nemen. 36 verhief, vervolgens vernam ik door de plotseling ingevallen stilte een koor van hemelsche stemmen, die een liefelijk gezang zongen, dat op mij betrekking had „Slechts aan de voeten des Heeren zult gij rust en vrede vinden, ver van de stormen en ongerechtigheden der wereld. Daar wachten u verademing en rust voor uwe gefolterde ziel en het leed dat men u aandeed, zal daar geheel vergeten worden." Het jonge meisje keek ernstig naar Raimond op, en zei „Geloof mij, beste vriend, ik heb mij veel" moeite ge geven deze droomen te vergeten en mij aan dien invloed te onttrekken, maar eiken nacht kwamen zij weer terug. Steeds met hetzelfde akelige begin, en het vredige einde. Zoo kwam het dus, dat mijne gedachten die richting aannamen en dat ik vrede en geluk niet meer op aarde verwacht. „Waar komt toch uwe vooringenomenheid tegen die vr ouwen vandaan vroeg Raimond, „gij kent haar niet eens, en het kan zeer goed zijn dat zij alles voor u willen doen, om u uw leed te doen vergeten." „Ik weet het niet, het is zoo, en ik kan dat verschijnsel niet verklaren." „Geeft bijgeval de toon der brieven uwer tante u reden om zoo over haar te denken? Of heeft men misschien iets ten nadeele van haar verteld? Want het is niets meer dan verbeelding, mijn kind, anders niets." „Dat kan wel zijn, maar er is niets, dat tot grond voor mijne verdenkingen dienen kan. Mijne tante heeft mij slechts één maal geschreven, en toen was haar brief vol goedheid en vriendelijkheid jegens mij. Nooit heb ik iets over hare dochter gehoord en toch heb ik angst voor haar. Ik herhaal het u, die waarschuwing komt van boven „Kind, later kunt ge doen wat ge wilt, maar op het oogenblik staat ge onder mijne hoede. Uwe moeder heeft u aan mij toevertrouwd en ik wil niet, dat er iets ver andert vóór uwe tante hier gekomen is. Gij kunt uw woord goed houden, wilt ge mij dus beloven voor dien tijd niets te zullen doen?" „Ik beloof het u „Dat is goed; laten wij nu echter gaan eten, men heeft 37 ons zooeven geroepen!" Zij keerden tezamen naar huis terug en over dit onder werp werd niet meer gesproken. Reeds de volgende week kwam mevrouw de Saint-Maurice met haar dochter en de Mulattin te Parijs aan. Geen enkel ongelukkig voorteeken ging hare aankomst voorafde landauer, waarin zij kwamen, was niet zwart en de paarden hadden niets geheimzinnigs over zich. Lydia omarmde hare nicht met de grootste hartelijkheid en de gravin sloot de jonge wees weenend in hare armen. Leïla, met haar bronskleurig gelaat, toonde hare witte, scherpe tanden, maar haar lach was zoo goedig, dat men zich daarover onmogelijk angstig kon maken. Van het eerste oogenblik af, gevoelde Therese dat zij hare bloedverwanten beminnen zou en hare droomen kwamen haar nu dwaas en overspannen voor. Dit laatste vertelde zij nog dienzelfden avond aan Raimond, toen deze mevrouw de Saint-Maurice zijne opwachting maakte. De beide jonge meisjes zaten tezamen in den salon, terwijl mevrouw de Saint-Maurice achteloos in een leunstoel lag. Geen oogenblik was er sinds de afreis voorbijgegaan, waarop de gravin zich niet over het een of ander had te bekla gen. Zij ontving den luitenant met eene vertrouwelijkheid, alsof zij hem haar geheele leven lang gekend had. „Weest welkom, lieve neef. Neem mij niet kwalijk, dat ik blijf zitten, maar ik ben sedert eenige weken ge durig uit mijn evenwicht geweest. Uwe ontzettende schepen hebben mij zoo door elkaar geschud, dat ik nog niet op adem gekomen ben en alles als het ware rond mij heen- draait Ik zie uw vader nog, toen hij zoo groot was als gij Mag ik u mijne dochter, uwe nicht Lydia, voor stellen Raimond wendde zich om naar de kant, waar juffrouw de Saint-Maurice zat en staarde het jonge meisje bijna onafgebroken aan, zoo getroffen als hij was door hare schoonheid. Alles vergat hij om zich keen en staarde haar met verterende blikken aan. Zij was groot met hare gazellenachtige slankheid en breed geschouderd en goed ontwikkeld; eene vrucht, door de tropische zon vroeg tot rijpheid gebracht. In haar blank gdlaat, dat aan eene camelia deed denken, fonkelden een paar gitzwarte oogen,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2