COURANT.
NIEUWEDIEPERI
HELDERSCHE-
M. 38.
Woensdag 29 Maart
Jaargang 51.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
NEDERLAND.
GRillD CAFE CENTRAL,
Kanaalweg 84, Helder.
Restaurant op allo uren van den dag.
5 BILLARDS,
VERGADERZALEN, etc., etc.
JOÏIG
HOLLAHD,
Geïllustreerd Weekblad
VOOB
JONGELUI.
fl.25 per kwartaal.
Bij alle
boekhandelaren
verkrijgbaar.
EN
Het boeiendste en goed
koopste jongensboek Is
HET GEHEIM VAN
DENTOOVENAAR.
Slocht* f 1.00 lukearlgen i
prachtband.
De
VISSCHERIJ,
VUohtM
1.26 per knartaai.
BIJ alle
boekhandelaren
verkrijgbaar.
KONINGSTRAAT JM.
BONNE CH AD S SO RE
A. Adriaans».
Vorsobljat lederen Oliisdnx, Donderdag en Zaterdag.
Het Vaderlandt ghetmnwe
Blij iele tot in den doot.
Wüktlmtulitd.
„F.n deieapereert nimmer l*
Jmn Pit ter*. Cotn.
Abonnementsprijs per 3
Voor de courant binnen de gemeeente
j naar de overige plaatsen vuu Nederland
allo landen, die in bet postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indiê en Amerika).
Znid-Afrika
maanden:
f 0.70, met Joug Holland f 1.20
0.90, 1.40
1.75, 2.60
2.50, 4.—
REDACT EUR-TJITGEV ER
J. H. VAN BALEN.
Moleuplein.Helder.
Pr jj dar Ad va r t e n 11n i
Van 1—5 regel. 50 cent», elke regel meer 10 eent. Bij abonnement, naar gelang vnn de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Advertentién voor liefdadige doeleindenre»™ -
Dienataanbiedingen voor den werkenden atand
De Advertentiën Ie
unnen overal ivorden geplaatst
tussehen den tekst.
Bevroren Schelvisch.
Onze lezers zullen zich zeker nog
wel herinneren, dat ongeveer een jaar i
geleden uit Noorwegen bevroren schel- I
visch hier te lande werd aangevoerd,
die zeer goedkoop aan de markt werd
gebracht, maar, ondanks den geringen
prijs en ondanks de goede hoedanigheid,
geen koopers kon vinden.
In Duitschland ging het aanvankelijk
ook zoo, maar daar velen in de bevroren
schelvisch een even goed als goedkoop
voedingsmiddel zagen,heeft men ertal rijke
proeven mede genomen, die allen schit
terende uitkomsten opleverden. In een
Duitsch blad vonden wij een uitgebreid
artikel, waaraan toegevoegd zijn tal van
getuigschriften van directeuren van
weeshuizen, ziekenhuizen en andere
gestichten, allen de bevroren schelvisch
als uitstekend volksvoeds?l roemende.
Wij ontleenen daaraan het volgende:
De ontzaglijke hoeveelheid stoomvis-
schersvaartuigen in de Noordzee heeft
fabelachtige verwoestingen onder de
jonge visschen aangericht, waardoor de
winsten op zulk een beangstigende wijze
zijn gedaald, dat men zich ernstig
bezighoudt om raad te schaffen en
internationale wetten daarvoor in het
leven te roepen, waarbij men natuurlijk
op groote bezwaren stuit. Onze visch-
stoomers mogen de beide laatste maanden
al een buitengewoon goede vangst
hebben gedaan, dit is alleen toe te
schrijven aan de omstandigheid, dat zij
het afgevischte gebied hebben verlaten
en zich meer noordelijk hebben
begeven, naar plaatsen, welke nog weinig
door vischstoomers bevaren en daarom
nog rijk aan visch zijn. Een feit is
het echter, dat onze eigen visscherij niet
in de behoefte kan voorzien en dat de
aanvoeren uit het buitenland haar moeten
steunen. Onder deze omstandigheden
kan men de zoogenaamde nationale
tegenstand der Bremerhaven-G«este-
miinder firma's slechts beschouwen als
eigenbelang, daar zij bang zijn voor
buitenlandsche concurrentie tegen hun
kostbare visschersvloot. Bij eene recht
matige beoordeeling moet men zich toch
de vraag voorleggen Wat is nationaler
De arbeidende klasse gedurende den
katholieken vastentijd goede en goed-
koope visch te leveren, of door den
ontoereikenden voorraad van onze eigen
visscherij de prijzen zoo hoog op te
jagen, dat de schelvisch ophoudt een
volksvoedingsmiddel te wezen en alleen
door de meer gegoede klasse gekocht
kan worden.
Ook de oppositie kan zeker niet
nationaal genoemd worden, want dat
in de grootste kringen de meeste sym*
pathie wordt gevoeld voor de Nordcap-
onderneming, bewijst de algemeene
goedkeuring van onze eerste autoriteiten,
die zich verheugd en dankbaar toonen,
dat het volk in de bevroren Noor-
weegsche visch zulk een goed en goed
koop voedingsmiddel heeft gevonden.
De verkoop van de uit circa 150.000
Kg. bestaande lading ging verrassend
snel in zijn werk, hetwelk wel voor de
goede hoedanigheid der visch getuigt.
Het stoomschip kwam den 26 Nov.
van verleden jaar binnen en verkocht
gedurende de eerste week 85.000 Kg.,
terwijl de overige hoeveelheid den 10
Dec. van de hand gezet was. Op de
kwaliteit was niets af te dingen en de
visch zag er niet, zooals men meende,
donker uit, maar vertoonde een heldere
kleur, zooals ze op onze markt gewenscht
wordt. Door de zorgvuldige verpakking
in het koele ruim ziet de visch er zoo
zuiver en verlokkelijk uit, dat ze op
het eerste gezicht reeds de goedkeuring
wegdraagt. De visch heeft hare goede
hoedanigheid vóór alles te danken aan
de omstandigheid, dat zij dadelijk na
de vangst schoongemaakt wordt en bij
40 gr. R. in bevroren toestand wordt j
gebracht, waarna zij op eene koele plaats j
van dezelfde temperatuur wordt opgesla
gen. Voor een geschikte prijs wordt
de schelvisch het binnenland ingezonden,
zoodat deze onderneming van het begin
af op een goeden voet is ingericht.
De beste getuigschriften stonden al 1
zeer spoedig deze goede en goedkoope
visch ten dienstede proefzendingen
aan Instituten, professoren en andere
hooggeplaatste personen werden met
den besten uitslag bekroond.
In alle kringen zijn proeven genomen
en door het levendig belang, dat de
Keizer in Noorwegen stelt, gelukte het
ook een proefexemplaar op de Keizer
lijke tafel te brengen. De grootste
lof werd de Nordcap-schelvisch" toege
zwaaid en het pleit voor de wonderbare
duurzaamheid van de visch, welke hierin
alle andere overtreft, dat zij in bare
eenvoudige strooverpakking tot op den
laatsten verkoopdag in den besten toe
stand blijft. Als proef had men de
schelvisch namelijk in stroo verpakten
toen men ze op den 20 Februari, dus
70 dagen na de inscheping, loste, bleek,
dat de visch zich nog steeds in den
zelfden bevroren toestand bevond en
ook in kwaliteit niet was verminderd.
Hiervan kreeg de Koninklijke Maat
schappij van Weldadigheid te Berlijn
groote hoeveelheden (van 400500
pond) op den 27 December, 12 en 24
Januari en 7 Februari; de laatste be
stelling van nog 400 pond kon niet
worden uitgevoerd, daar de voorraad
uitverkocht was. In Beieren, waar dit
artikel zeer gunstig opgenomen werd,
zijn onderhandelingen met de Regeering
aangeknoopt, tot geregelde levering aan
Rijks-instituten, hetgeen door de invloed
rijkste geleerden ondersteund werd
men mag daarom een gunstigen uitslag
te geraoet zien. Ook te Weenen is de
visch in voortreffelijken toestand aan-
gekom'en en volgens bericht van den
Consul-generaal Asche, te Genua, heeft
zij ook die stad goed bereikt.
Een nieuw artikel heeft in den beginne
natuurlijk vooroordeelen te overwinnen.
Wanneer dus de afzet niettegenstaande
dit toch vlug in zijn werk gaat, is dit
wel een bewijs, dat men in het bin
nenland de voortreffelijkheid van het
werk erkend heeft. Het is ook tamelijk
hetzelfde, of men de visch voor de
toebereiding ververscht of laat ont
dooien beide geschiedt op dezelfde
wijze en neemt bijna evenveel tijd in
beslag. De hoofdzaak is, dat de visch
in frisschen toestand bevroren moet
worden en hiervoor stelt de Nordcap-
Maatschappij zich borg.
Eene nieuwe lading schelvisch er.
kabeljauw wordt met de „Nordcap"
ongeveer half Maart verwacht; de
schelvischvangst is in Januari en
Februari minder overvloedig geweest,
zoodat men slechts 1500 a 2000 cente
naars schelvisch is kunnen meester
worden. Het overige van de lading
bestaat uit prachtige Noordsche kabel
jauw, welke eveneens genoeg vraag zal
vinden. Zeer zeker zal deze nieuwe
aanvoer den geheelen Duitschen visch-
handel welkom zijn.
Sinds de eerste reis in Januari 1892
heeft de maatschappij zich het meest
hem meer opmerkzaamheid. Zijn knap voorkomen en vroo-
lijk lachen vielen haar ophij was een der knapste man
nen die zij ooit gezien had en hij deed haar denken aan
de typen van haar vaderland. Hij bezat diezelfde bleeke
gelaatskleur met die warme tint en hetzelfde zwarte, lok
kige haar en de koolzwarte oogen. Zijn voorkomen was
elegant en aristocratisch.
Zoo begon zij aan hem te denken en haar hart, dat
slechts op een vonk wachtte, werd door den Italiaan als
het ware opeens in vlam gezet. Lydia gevoelde eene ge
waarwording, die zij niet gedacht had dat in haar te vin
den was. De zachte, bedaarde Raimond had haar niet
kunnen doen ontvlammen, maar dat bleeke, knappe gelaat
doemde voortaan steeds weder in hare droomen op.
Den volgenden dag bleef zij tehuis, maar van het ach
ter groen verborgen terras zag zij haren vereerder, die om
de villa sloop. Het bewustzijn, dat hij zich met haar
bezighield, zooals zij met hem, vervulde haar geheele wezen
met groote vreugde en niet in staat haar geheim voor zich
te houden, deelde zij het aan de Mulattin mede.
„Zeg, Leïla, de knappe vreemdeling, die wij gisteren
op den weg van Saint-Hospice ontmoetten, is vandaag
weer hier geweest."
De Mulattin sloeg hare donkere oogen op en vroeg
//Hoe weet ge dat
„Ik heb hem vanaf het kleine terras gezien. Hij heeft
een poosje op en neer geloopen, waarschijnlijk in de hoop
mij te zien te krijgen. Toen heeft hij zich op een steen
gezet en heeft lang gewacht. Om zes uur scheen hij te
begrijpen dat ik niet meer uit zou gaan en heeft zich toen
verwijderd."
«-Gij moet niet aan hem denken, gebiedster," zeide
Leïla.
„O, ik vind het zoo aardig hem gade te slaan. Daar
is geen gevaar aan verbonden. Ik weet niet eens wie
hij is."
„Als het u genoegen kan doen, zal ik er achter zien
te komen."
„Ja, ziet dat ge er achter komt. Hij moet in Monte
Carlo wonen."
59
toekomst van te voren had voorspeld, zou zij er niet met
meer zekerheid van overtuigd zijn geweest.
Hare moeder, die in een hoek geleund naar de muziek
luisterde, bespeurde niets van alles wat Lvdia in zoo hooge
mate bewoog en had er geen vermoeden van dat het
jonge meisje, dat daar straks als een onschuldige engel de
opéra had betreden, als eene berekenende duivelin naar
huis terugkeerde.
Nog dienzelfden avond moest de verbaasde Bernheimer
in de joodsche club allerlei vragen van zijne nieuwsgierige
vrienden beantwoorden.
„Vraag mij of mijn paard bij de aanstaande wedrennen
den eersten prijs zal winnen," zeide de bankier lachend,
„en ik zal je antwoordenals hij de beste longen en de
beste beenen heeft van allen zal hij den prijs winnen,
maar vraag mij niet naar dames die mijne oogen niet
hebben gezien."
„Maar je moet ze kennen, want zij zaten in de loge
van jonkvrouw de Letourneur. Span je hersens een beetje
in, dan zal je spoedig ontdekken wie het zijn. Willen wij
ze beschrijven De eene dame is oud, de andere jong. De
oude is verschrompeld, klein en grijs. De jonge is eenvou
dig prachtig te noemen. Het is eene brunette en oogen
heeft zeoogen, zeg ik je en een teintIk heb nog
nooit zooiets gezien. Als je nu na deze beschrijving nog niet
weet wie het zijn, dan is je oude speurhondenneus tot
niets meer te gebruiken."
„Op mijn neus behoef ik het niet te laten aankomen.
Na uwe beschrijving kan ik je wel zeggen wie het zijn, nl.
familieleden van de Letourneurs, mevrouw de Saint-Mau-
rice met hare dochter, eene Creoolsche, die tot eene oude
goede familie behoort, maar geen fortuin heeft."
„Des te beter," zeide de Roguière, een zeer knappe
jonge man van omstreeks vijf-en-twintig jaren, die in zeer
korten tijd een aanzienlijk kapitaal had weten zoek te
maken, „dan heeft zij nog een reden te meer om op ver
keerde wegen te geraken."
„Hoop daar maar niet op, beste vriend," zeide Samuel
Bernheimer. „Zij wordt voorloopig door hare familie wel
beschermd en wat de toekomst aangaat.... zij is de ver-
toegelegd op verbeteringen van het
materieel en de uitslag van de tweede
reis heeft bewezen, dat men met het
meeste beleid is te werk gegaan. Er
zullen geen kosten gespaard worden om
iedere nieuwe uitvinding van eenige
waarde in te voeren. Dat de maatschappij
groote offers heeft gebracht om deze
goede zaak zoo op te voeren, zal alge
meen erkend worden; moge daarom
onze steeds in bloei toenemende Duitsche
vischhandel haar nog meer succès aan
brengen.
RUD. KANSON.
Hamburg, 27 Februari 1898.
HELDER, a8 Maart.
Ofilciëelo berichten
uit de „Staatscourant'*.
Bij Kon. besluit is: 1 aan jhr. mr. J. F.
Alewijn, op zijn verzoek, op dc meest eer
volle wijze ontslag verleend als directeur van
het Kabinet der Koningin, met dankbetuiging
voor de langdurige, zeer getrouwe en hoogst
gewichtige diensten, door hem in die be
trekking aan de Kroon en aan den lande
bewezen 2. het beheer van het Kabinet der
Koningin tijdelijk opgedragen aan jhr. mr.
P. H. Gevers Deynoot, referendaris bjj dat
Kabinet.
Bij Kon. besluit is jhr. mr. J. F. Alewijn,
directeur van liet Kabinet der Koningin, be
noemd tot grootofficier in de orde van Oranje-
Nassau.
Bij Kon. besluit is benoemd t'it ridder der
orde van den Nederlandschen Leeuw, de heer
J. It. A. Kuytcnbrouwer, gewezen kapitein
der infanterie, wonende te Zeist.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat de by art.
31 van het regl. van bet Kon. Instituut voor
de Marine alhier bedoelde commissie voor het
eindexamen van de adelborsten 2de kl. in dit
jaar zal bestaan uit: den gep. vice-adm.-tit.
W. L. A. Gericke, voorz. der comm. tot het
examen van zeeofF. en adelb., als voorz.de
kapts. ter zee P. C. Pal)9t en H. G. Hilde-
brandt, deu kapt.-luit. ter zee W. J. Derx
en den gep. kapt.-luit. ter zee-titulair J.
J. Kraakman, als leden, en dat als plaatsver
vangende leden worden aangewezen de kapt.-
luit. ter zee A. F. J. Frackers en J. Van
Scheers.
Be luit. ter zee 2de kl. J. A. Van Zadel-
hoff, uit Oost-Indië in Nederland teruggekeerd,
is op nou-act. gesteld.
De luits. ter zee 2de kl. C. A. Dominions
en A. J. M. A. ridder Van der Does de Bije,
/benevens de otf. van gez. 2de kl. bij de zee-
rmacht W. Schilperoort, worden heden geplaatst
•in de rol van Hr. Ms. wachtschip te Am-
ster dam.
Landverhuizing naar Canada.
Den lsten April e. k. zal een aantal land
verhuizers, daartoe door het voor eenigen
tijd opgerichte „Comité voor Emigratie» in
staat gesteld, naar Canada vertrekken.
Dit is de eerste kolonie, die vanwege dit
comité wordt uitgezonden.
Het doel dat het Eraigratiecomité beoogt,
is uitsluitend philantropisch. De toestanden
in Friesland gaven vooral aanleiding tot op-
richting van dit comité en het heeft voor
namelijk ten doel de werkloosheid onder de
^arbeidende klassen te doen verminderen.
Jn Canada wacht den Hollandschen emi-
i graaien misschien geen rijkdom, doch althans
I geeu armoede en bovendien het vooruitzicht
I vooruit te kunnen komen want met vlijt en
zuinigheid kan elke arbeider daar een boer
orden. Het gewone loon der arbeiders bij
Canadaschen boer is met overvloedige
- drie maaltijden daags, waarvan een
7 *cb gedurende acht maanden een
TV. T dit loon is in den oogsttijd
dollar ilaa, jn vjer wjntermaanden
nog hooger,
"u?1"/8]' Caoada waar de emigranten
Het deel .en N w Te8rrit0r,,
beeet"euitgeetreku f*8»
den
kost