Het werkliedencongres te Gent.
Gent, 2 April. Met het oog op mo
gelijke ongeregeldheden, zijn buitengewone
politiemaatregelen genomen; de agenten
rijn met revolvers gewapend, en de bur
gemeester heeft verordend, dat de stoet
der socialisten uit Borbaix, alleen begeleid
«ag zijn door de muziek van „Vooruit".
Alle leden van „Vooruit" hebben zich toen
bij het muziekkorps laten inschrijven, waar
op de burgemeester zijne verordening in
trok.
De socialisten uit Roubaix, waarvan er
«en duizendtal zijn overgekomen, onder
leiding van burger Carette, burgemeester
▼an Roubaix, en verscheidene zijner ad
juncten, worden met geestdrift ontvangen.
Uit de menigte aan het station gaat de
kreet op„leve de revolutie 1" Er hebben
echter geen ongeregeldheden plaats.
De Fransche socialisten trekken daarop
naar het lokaal „Vooruit". De leiders ne
men plaats op de tribune, waarboven het
opschrift„Soyez les bienvenus, frères de
France Vire 1'intemationale I"
Auseele, de bekende socialist uit Gent,
heet allen welkom. Door een koor van
meisjes wordt op de tribune een socialistisch
lied gezongen. Namens een aantal jonge
lieden uit Roubaix wordt den Gentsche
socialisten een prachtig rood vaandel aan
geboden.
Het congres wordt te half drie geopend
in de zaal „Concordia", onder voorzitter
schap van Bertrand. Vertegenwoordigd zijn
s6i vereenigingen door 315 afgevaardigden.
Bijna alle bekende leiders houden achter
eenvolgens redevoeringen.
Met bijna eenparige stemmen wordt de
door den algeraeenen raad gestelde motie
aangenomen, waarbij het congres de vroe
ger genomen besluiten betreffende algemeen
stemrecht handhaaft, maar afziet van een
algeraeene werkstaking, ingeval de beper
kingen, welke in het algemeen stemrecht
gebracht zullen worden, alleen den leeftijd
of het uitbrengen van meer dan één stem
door huisvaders betreffen. Indien aan
grondeigenaars of aan gediplomeerden het
recht werd gegeven meer dan één stem
uit te brengen, zou de algemeene raad in
opdracht krijgen, eene algeraeene werksta
king uit te schrijven.
3 April.
Bij de heropening wordt aan
burger Carette, den burgemeester van Rou
baix, en aan de socialistische raadsleden
eene ovatie gebracht.
Aan de orde is de beraadslaging over
het congers te Zurich. Door Volders wordt
de volgende motie voorgesteldHet con
gres betuigt zijne instemming met het con
gres te Zurich en besluit zich daarop te
doen vertegenwoordigen. Deze motie wordt
aangenomen en Volders tot afgevaardigde
benoemd.
Volders zegt, dat het congres te Gent
niets met het anarchisme te maken heeft.
Vervolgens komt de propaganda tegen
de „bloedwet" ter sprake. Volders stelt
voor, die propaganda voortaan te doen
plaats hebben onder leiding van den alge-
meenen raad der bondsdistricten, daar het
karakter der betoogingen tegen den mili
tairen dienst aan belangrijkheid heeft ver
loren, sinds de betoogingen uitgingen van
de jonge garde onder de socialisten, met
name te Brussel.
Het congres besluit tot vaststelling van
een adres van instemming met de soldaten
te Doornik, die de socialistische beginselen
zoo warm verdedigden. Voorts besluit het
congres zich tot den afgevaardigde Janson
te wenden met het verzoek, de regeering
te interpelleeren over den ongelukkigen
toestand der soldaten te Turnhout.
Burgeres Claeys verdedigt de emancipatie
der vrouw.
Het congres besluit, dat de werklieden
partij met alle middelen zal streven naar
het alschaffen der wettelijke bepalingen,
waarbij de minderheid der vrouw wordt
uitgesproken, en zal trachten aan de vrouw
de uitoefening te verzekeren van alle be
roepen, voorts het stemrecht en de verkies
baarheid.
Burger Sas stelt voor dat het congres den
algemeenen raad opdrage, op groote schaal
propaganda te maken voor het beroeps-
•yndicaat van mannen en vrouwen.
Het congres spreekt de wenschelijkheid
uit, om in alle coöperatieve vereenigingen,
uitgaande van de werkliedenpartij, een
arbeidsduur van 8 uur in te voeren.
Na verkiezing van den algemeenen raad
wordt het congres gesloten.
Het volgendecongres wordt te Bergen
gehouden. (Hbld.)
De ministerieele crisis in Frankrijk.
Parijs, 3 April. Poincaré heeft ge
weigerd de portefeuille van financien te
aanvaarden.
Naar aanleiding daarvan begaf Méline
zich naar president Camot en deelde hem
mede, dat hij afzag van de opdracht tot
het samenstellen van een kabinet.
Carnot heeft een onderhoud gehad met
Casimir-Périer, den voorzitter der Kamer.
Dupuy, minister van onderwijs in het
laatste kabinet, heeft de opdracht tot het I
samenstellen van een nieuw ministerie aan-
vaard.
Hij zal trachten een kabinet te vormen
uit de elementen, welke Méline reeds had
bijeengebracht.
De Parijsche tentoonstelling van 1900
zal een reusachtigen omvang erlangen, als
het plan wordt aangenomen, dat de archi
tecten Falconnet en Dalbin aan den minister
van Koophandel hebben aangeboden. Vol
gens dat plan zullen niet alleen het Champ
de Mars en het Trocadero worden gebruikt,
maar zal het terrein zich uitstrekken tot
het deel van den tuin der Tuilerien, dat
tusschen de Place de la Concorde en de
Solferino-brug ligt. Tusschen die brug en
den Pont des Invalides zal de Seine dan
worden overdekt en zoodoende zullen de
strooken aan beide oevers, omvattende het
Industrie-paleis in de Champs Elysées en de
Esplanade des Invalides, tot het tentoon
stellingsterrein behooren. Dit komt zoo
doende dichter bij het midden der stad
dan vroeger, en de hoofdingang verrijst
dan op de Place de la Concorde.
Samenzwering in .Costa-Rica.
New-York, 3 April. De „N.-Y.
Herald" verneemt uit Panama, dat een
samenzwering ontdekt is tegen Rodriguez,
den dictator van Costa-Rica. De samen
zweerders zijn politieke ballingen, die am
nestie hadden gekregen en teruggekomen
waren; hun plan was, zich meester te
maken van de kazernes en de wapenen.
Allen zijn gevangengenomen en tot den
kogel veroordeeld.
Gemengd nieuws.
Het lijk van den zeilmaker J. B., die
sedert het begin van de vorige maand
werd vermist, is jl. Zaterdag uit het Noord-
hollandsch kanaal nabij de Kooi opge
haald. Het werd hier nog denzelfden dag
ter aarde besteld.
Een nabij Oosterend op Texel alleen
wonende zeventigjarige man, Pieter Nan-
nings genaamd, werd sedert een paar dagen
door de buren gemist. Toen menjl. Zater
dag, na eerst den gemeenteveldwachter van
een en ander kennis te hebben gegeven,
een onderzoek instelde en de woning van
den oude binnendrong, vond men hem
levenloos in zijne bedstedehij had zich
opgehangen.
De redenen, die tot deze daad aanlei
ding hebben gegeven, zijn onbekend.
Op het strand onder Bergen is door
Egmonders het lijk gevonden van een
manspersoon, dat later is gebleken een inge
zetene van Bergen te zijn.
Een werkman der gemeente-reiniging
te Nijmegen, vader van zeven kinderen, is
in een beerput gevallen en levenloos opge
haald.
Aan boord van het Engelsche stoom
schip „Elbruz" teVlissingen is jl. Zaterdag
middag een stoker door een matroos met
een mes doodgestoken.
Omtrent het ongeluk, den heer Fran-
gois te Dordrecht overkomen, meldt het
„Dordr. Nbl."
Boven in den watertoren bevindt zich een
ijzeren reservoir, dat steeds gevuld is. In
het midden van den vergaarbak staat een
ijzeren standpijp, terwijl een ijzeren trapje
naar den rand van het bekken voert. In
het water drijven steeds twee flotteurs, die
door middel van een koord met de machine
kamer in verband staan. Nu is het bijna
onmogelijk, dat iemand, die in het reser
voir valt, daarin verdrinkt, tenzij hij door
een duizeling is aangegrepen. De drenke
ling behoeft zijn armen slechts uit te slaan
om een reddingsmiddel te grijpen. Het is
dus zoo goed als zeker, dat den heer Fran-
Cois een ongeluk is overkomen en hij, in
het reservoir gevallen, niet bij machte was
zich te redden.
Het vergaan van een Fransch oor
logsschip. De ramp van „La Bourdon-
nais," een avisojacht der Fransche marine,
heeft rouw gebracht in vele Fransche ge
zinnen.
Drie-en-twintig man, bij wie twee offi
cieren, vonden in de golven den dood.
Over het verongelukken van dit vaartuig
zijn thans nadere berichten ontvangen. Op
den avond van de ramp lag het schip bij
prachtig weder op ongeveer 1000 M. afstand
van het eiland Madame, middelpunt der
administratie van Sainta-Marie (West-Indie),
voor anker. Omstreeks 9 uur werd de
lucht bedekt, een tweede anker werd uit
geworpen. Een uur later stak een hevige
storm op, de barometer daalde 3 m.M., de
wind draaide naar het W.N.W. Het schip
werkte vreeselijk, het was in een cycloon
geraakt. Op het dek kon men zich niet
staande houden, de bevelen werden niet
meer verstaan, ieder wachtte een ramp.
Te 4 u. 40 braken de kettingen en niet
tegenstaande de bemanning bovenmen-
schelijke pogingen aanwendde om het schip
in zee te brengen, werd het op de kust
geworpen, de stuurboordzijde geheel uit
elkaar geslagen, in den achtersteven een
groot gat, waardoor het water binnen
stroomde.
Een gedeelte der bemanning poogde in
een boot het wrak te verlaten, zij werd
verbrijzeld en de opvarenden verdronken,
evenals zij, die zich in zee wierpen. De
overgeblevenen verzamelden zich op het
voorschip en werden den volgenden morgen
gered en na hen de instrumenten en de
provisie, die behouden gebleven waren.
Op het land moest men de ramp gade
slaan, zonder hulp te kunnen bieden.
Zelfmoord. Jl. Zaterdag voor een
week is in het Ned. Hervormde Weeshuis
te 's Gravenhage door een 2ojarig jongeling
zelfmoord gepleegd. De bedoelde jongeling
was een teringlijder, die de laatste twee,
drie jaren voor een goed deel op de zie
kenzaal heeft doorgebracht. In den laatsten
tijd was zijn toestand in zoo verre verbe
terd, dat hij een paar weken geleden, bij
gunstig weder, was uitgegaan, en op MaanJ
dag 20 Maart met de andere jongelieden
van zijn leeftijd, door den predikant van
het Weeshuis was aangenomen en zelfs,
met goedvinden van een geneesheer, met
een rijruig naar de kerk was gegaan om
bevestigd te worden. Vrijdagsavonds had
hij weder bloed opgegeven, hetgeen zich
den volgenden morgen in hevige mate
herhaalde. Even daarna verzochi hij een
zijner kameraden, op de ziekenzaal aan
wezig, uit zijn kastje beneden in de ge-
zelchapszaal een gesloten kistje te ha
len, een verzoek, reeds meermalen ge
daan en ingewilligd. Het kistje werd hem
ter hand gesteld en eenïge oogenbliklen daar
na knalde een schot. De toegeschoten jon
gens zagen hem, met een kleine revolver
ir. de hand, achterover vallenhij had
zich voor het hoofd geschoten.
Wat den ongelukkige tot deze daad be
wogen heeft, kan niemand met zekerheid
zeggenhet vermoeden ligt echter voor
de hand, dat hij haar in een oogenblik
van vertwijfeling heeft gepleegd. Vrees
voor zijne naaste toekomst kan de drijf
veer niet geweest zijn, want hoewel hij
volgens zijn leeftijd, met Mei aanstaande
had moeten ontslagen worden, was hem,
reeds eenige weken geleden, op zijn ver
zoek aanstonds vergund in het Huis te
blijven. Dit is zeker, dat er hoegenaamd
niets met hem was voorgevallen, en dat
hij zich, voor zoover bekend, nooit op
eene wijze had uitgelaten, die aanleiding
kon geven tot het vermoeden dat hij met
de gedachte omging, een einde aan zijn
leven te maken, terwijl uit een nauwgezet
onderzoek is gebleken, dat geen zijner
vrienden of kameraden in het Weeshuis,
ook zijn broeder niet, wist dat hij in het
bezit was van een verboden wapen.
In het Grunewald, nabij Berlijn, moet
een pistolen-duel tusschen twee dames heb
ben plaats gehadook de getuigen behoor
den tot 't zwakke geslacht. Daar de strij
dende partijen ongeoefend waren, liep het
duel gelukkig zonder wonden af. Er
was natuurlijk een liefdes-roman in het
spel.
Nabij de Hollandsche grens, in België,
heeft een duel plaats gehad tusschen een
Fransch en een Duitsch zeeofficier, de hee-
ren Servan en Cletsch, die elkander ge-
ruimen tijd geleden, in eene Amerikaansche
haven, hadden uitgedaagd, omdat de laatste,
bij een manoeuvre van het schip des eersten,
waardoor hij in zijn bewegingen werd ge
hinderd, dezen had toegeroepenFransch
zwijn."
Na een ontmoeting te HAvre, waren de
duellanten met hun getuigen en een genees
heer naar Verviers gekomen en daar was
de plaats voor het tweegevecht bepaald.
Er werden zes kogels gewisseld; geen
daarvan trof en ongedeerd en verzoend
keerden de heeren naar hun vaderland
terug, welks eer zij nu meenden te hebben
opgehouden door hun vertooning.
Baron Albert Rothschild heeft op
den sterfdag zijner echtgenoote een half
raillioen gulden bestemd voor de oprichting
van een ziekenhuis voor kankerlijders te
Weenen.
Het „Journal des Dèbats" meldt, dat
in Tripoli (Afrika) de pest is uitgebroken,
tengevolge van een grooten hongersnood,
die door langdurige droogte veroorzaakt is.
Baron Godfrey von Meyern Hohen-
berg, een Oostenrijksch zeeofficier, is te
Codogne bij Milaan dood in een spoorweg-
rijtuig gevonden. Men gelooft dat hij ver
moord is. Te Weenen vernam men zijn
dood eerst uit de dagbladen; noch bij de
politie, noch bij het departement van oorlog
was de tijding bekend.
Een man zonder memorie. Te
Melbourne heeft zich een vreemd geval
voorgedaan. Den 9den Febr. meldde zich
een 3ojarig man bij de politie aan, met
de vraag hem te zeggen.... wie hij was.
Men dacht met een krankzinnige te doen
te hebben, maar weldra bleek, dat de
man zijn herinneringsvermogen letterlijk
had verloren de geneesheeren schrijven
dit aan bedekte epüepsy toe. Tot hiertoe
heeft niemand den man nog herkend. Hij
is nu in bewaring genomen en heeft in de
gevangenis bij de godsdienstoefeningen
eenig blijk gegeven van terugkeer van zijn
herinneringsvermogen. Hij had naar de
orgelmuziek geluisterd en vroeg wat dat
was. Muziek zei men hem. Kan ik dat
meer hebben gehoord? Ja. Toen nam de
dominé hem mee naar 't orgel en legde
't hem uit. Hij zette zich neer en speelde
zelf eenige psalmen en gezangen, waarna hij
bleek het instrument volkomen meester te
zijn. In andere opzichten echter blijft zijn
memorie hem nog in den steek laten.
Heeft men den laatsten tijd de steeds
stijgende prijsnoteering der koffie
bestudeerd, dan zal onwillekeurig de ge
dachte opgekomen zijn: waar moet het met
deze prijzen heenWat zullen wij nog
eens voor één pond koffie moeten beste
den.
En toch is deze vraag zeer gerechtvaar
digd. Betaalde men nog Augustus 11. 34
cent moest men later 44I a 45 cent be
steden, men moet tegenwoordig 49$ k 50
betalen. De oogstberichten, zoowel voor
Java als voor Brazilië, blijven voor 189394
zeer ongunstig luiden, zoodat men eerder
hoogere, dan lagere prijzen kan verwachten.
Er schiet dan in veel gevallen niets
anders over dan óf zich met mindere kwa
liteiten tevreden te stellen, óf troost te
zoeken bij hulpmiddelen. In den regel wordt
als surrogaat te baat genomen de z. g.
koffiestroop en chichorei. Ter vervanging
van dit alles beveelt Past. Kneipp het ge
bruik van Kathreiner's Kneipp Malzkoffie
aan.
Een weldaad, ja een ware zegen mag
de uitvinding van Past. Kneipp genoemd
worden. Had men kortelings nog de last
deze Malzkoffie afzonderlijk te koken, door
toepassing van nieuwe uitvindingen is zulks
voortaan overbodig. Proefde men voorheen
nog eenigszins de onaangename moutsmaak,
ook deze is bij het nieuwe produkt, dat
na de laatste uitvindingen gefabriceerd is,
geheel verdwenen.
Neemt men nu nog in aanmerking, dat
deze nuttige drank geen calëine bevat,
welke zoo groote nadeelige gevolgen voor
de gezondheid heeft en dat hij 65 pCt.
voedingswaarde bevat, terwijl de Java-koffie
verslappend werkt, dan zal men inzien,
dat deze nuttige drank, waarvan de prijzen
zijn 2ji en 15 cent (aan geen marktwaarde
onderhevig), ruimschoots te verkiezen is
boven koffie met allerlei bijmengselen.
Jl. Maandag kreeg een arbeider te
Langenboom (gem. Escharen) bij zijn thuis
komst van zijn vrouw een bord soep. De
smaak er van deed hem denken aan luci
ferskoppen, doch hij at de soepdaarop
werd hij onwel, hij begon te braken en
Vrijdag is hij overleden.
De vrouw is als verdacht van hem te
hebben vergiftigd, gearresteerd. De justitie
stelt een onderzoek in. Men zegt, dat de
echtelieden reeds lang in onmin met el
kander leefden, zoodat heftige tooneelen
vaak voorkwamen.
In Beieren is alweer een vierdubbele
moord gepleegd. Maandagnacht werdinge^
broken in de onderwijzerswoning te Die-
kirchende vrouw des huizes, twee kinde
ren en een dienstmeid werden vermoord.
De onderwijzer en zijn zoon, die boven
sliepen, hoorden niets.
„Komplement aan den muziekmeester en
of mijnheer de parapluie en het karpet
mocht hebben, want mijnheer wenschte de
rekening nog eens over te maken." Verba
zing van mevrouw A.Verbazing van haar
dochtersNiemand begreep iets van die
boodschap. De vrouwelijke Mercurius werd
teruggezonden met verzoek om schriftelijk
antwoord.
Hierop volgde de boodschap geschreven
„Gaarne wenschte ik de partituur nog
72
dan ik zelf. Wij wandelden samen en ontmoetten op den
terugweg dien vreemdeling. Ditmaal groette hij ons. Ik
vond daarin niets bizonders en beantwoorde zijn groet. Hij
zag ons in huis gaan en kwam daardoor te weten waar
wij woonden. Na dien tijd draaide hij steeds om het huis
heen en ik kon mij niet houden alsof ik het niet merkte.
Hij loerde op mij en deed alle moeite om mij te spreken.
Ik leefde voortdurend in angst dat zijne indringeenheid
ook anderen zou opvallen, maar ik ontweek hem steeds.
Want mij ligt evenveel aan de eer van uw huis als u,
ofschoon ge mij zoo onrechtvaardig beschuldigd hebt. Maar
mijne terughouding maakte hem nog brutaler en hij had
waarlijk den moed in den tuin te komen. Wat moest ik
doen? Men kon ons van uit de ramen der villa zien en
toch wilde ik met dien man spreken om eindelijk van hem
bevrijd te worden. Ik stond hem toe mij in het paviljoen
te volgen. Daarmede heb ik een groote fout begaan, dat
weet ik en wat gij mij tegenwerpt heb ik verdiend. Ik
had het hoofd geheel verloren. Hij is slechts enkele mi
nuten gebleven en Leïla bevond zich in de nabijheid. Zij
is zeker voor u weggeloopen. Vergeef mij, Therese, en
zeg mij dat ge mij niet zoo hard wilt beoordeelen. Ik
was zoo angstig en ben dat nog!"
Therese had Lydia laten uitpraten, zonder haar een
enkele maal in de reden te vallen. Zij had zich moeite
gegeven uit de manier, waarop Lydia een en ander ver
telde, de daadzaken vast te stellen. Maar Lydia's ver
klaring voldeed haar niet; zij had nog veel meer het gevoel
dat zij schuldig was dan daarstraks en het smartte haar
diep haar te moeten verdenken, haar aanklaagater te moeten
worden en haar te verachten. De overtuiging, dat Lydia
haar de waarheid verzweeg, stond bij haar vast. Wat gaf
het, de schande van het ongelukkige meisje nog meer aan
het licht te brengen? Misschien was zij meer onvoor
zichtig dan slecht, maar dat nam niet weg, dat het schan
delijk was, zich met zulke dingen in te laten, terwijl haar
verloofde ver weg was, te midden van gevaren.
„Hebt ge dien man gehoor geschonken, zonder aan
Raimond te denken vroeg zij.
„Ik bid u, kwel mij toch niet erger. Ik heb in het geheel
73
niet nagedacht bij deze geheele geschiedenis."
Lydia verborg haar gelaat in de handen, waarmede zij
zich de moeite kon besparen een paar tranen te voorschijn
te roepen.
Eindelijk zeide Therese tot zichzelf: „Ten slotte ben
ik nog onrechtvaardig jegens haar, om te denken dat zij
liegt. De dingen kunnen zich misschien, ondanks het on-
begrijpelijke van de zaak, wel anders hebben toegedragen.
Als ik minder van Raimond hield zou ik niet zoo voor
ingenomen tegen haar zijn."
„Hoe hebt ge het aangevangen, om ontslagen te worden
van dat mensch?" vroeg zij.
„Ik heb hem gezegd, dat hij mij compromitteerde als hij
nog een minuut langer bleef. Daarop beloofde hij mij
onmiddellijk te zullen vertrekken, maar op voorwaarde
dat ik hem toestond terug te komen Zoo won .ik tijd
om mijne maatregelen te nemen."
„Ja, maar wat hebt ge hem daarop geantwoord?'*
„Gij begrijpt, dat het er mij op 't oogenblik alleen om
te doen was hem zoo spoedig mogelijk te verwijderen. Ik
beloofde hem daarom, wat hij vroeg, nl. overmorgen terug
te komen, onder voorwaarde echter, dat hij terstond weer
heen ging. Ik dacht aan niets anders dan hoe ik hem
weer uit huis zou krijgen dat heb ik bereikten
het gevaar is voorbij. Nu gij met de zaak ingewijd zijt,
ben ik gerust."
„Zij spreekt alweder onwaarheid," dacht Therese. „Zij
heeft een tweede samenkomst met hem afgesproken en
zoekt mij nu zand in de oogen te strooien. We zullen
zien of haar dit gelukt."
„Die man schijnt erg indringend te zijn en tot eene
dwaasheid in staat," zeide zij. „Wij moeten overmorgen
alles gesloten houden. En als uwe moeder te bed is
gegaan, zullen wij samen in mijne kamer blijven."
„Zeker," antwoordde Lydia, terwijl zij nauw merkbaar
de wenkbrauwen fronste, „ik ben gaarne bereid alles te
doen, wat gij van mij verlangt."
Maar in stilte dacht zij: „Overmorgen stuur ik Leïla
naar de plaats van samenkomst. Dan komt hij in het
geheel niet en alle gevaar is voorbij." En op hetzelfde