nogal wordt uitgemeten, acht spr. zóó uiterst gering, dat daarop het verleeuen der vergun ning niet behoeft af te stuiten. In tegenstel ling met den Yoorzitter, ziet spr. in den aanleg veel nut en acht hij deze van alge meen belang. De Voorzitter ontkent dit er. ziet er niets in als eene persoonlijke op vatting. Een tram, die slechts een deel van het jaar en alleen naar het Badhuis loopt, is niet ten algemeenen nutte. Met de paarden tram, waarvoor aan den heer Bakker con cessie werd verleend, was het anders deze liep ook door een groot deel der gemeente. De heer Van Neck is van oordeel, dat de Raad alleen heeft uit te maken of er termen bestaan de gevraagde vergunning te weigeren op grond van het gevaar, dat de tram zou kunnen opleveren. Hij gelooft dat de voerlieden, die toch ook bestonden vóór het Badhuis er was, weinig nadeel van de tram zullen ondervinden. De heer Oudenhoven vindt geen enkel bezwaar, op grond waarvan de gevraagde toestem ming zou kunnen worden geweigerd. De gemeente behoeft ook geen voogd te spelen over de lui, die zich aan eventueele gevaren, aan een tochtje met de tram bij stormweer verbonden, willen wagen, evenmin als zij dat doet over hen, die b.v. bij ruw weer met een vlet in zee gaan. Spr. is van oordeel, dat de koetsiers van de tram van den heer Bakker meer concurrentie zouden hebben te duchten dan van deze. De heer Korver vindt het vreemd, dat B. en W. geen prae- advies geven. Hebben zij niet overwogen of de trambaan gevaar kan opleveren en waarom achten zij den aanleg Diet in het algemeen belang vraagt spreker. Dit zou toch moeten zijn gemeld. De Voorzitter betoogt hierop dat de tram op den dijk zoowel voor wan delaars als voor rijtuigen gevaar zal opleveren. B. en W. hebben de lijn niet te scherp willen trekken en zich daarom van prae- advies onthouden, Ten slotte zegt de heer Over de Linden, den heer Pot in overweging te willen geven om zijn tarief voor het ver voer van passagiers zoodanig te splitsen, dat dit zal zijn op het traject WierhoofdLange- straat 10 cent en LangestraatBadpaviljoen ook 10 cent. Men zal dan, onderweg in- of uitstappende, niet het voile tarief behoeven te betalenterwijl de heer Korver bij het verleenen der concessie wil bedingen dat dienstregeling en tarief aan de goedkeuring van den Raad zullen moeten worden onder worpen. De Voorzitter deelt mede dat de Rand hiertoe het recht niet heeft. Hierna in stemming gebracht, wordt op het adres van den heer Pot met 14 tegen 2 stemmen gunstig beschikt. De heer Van Twisk en de Voorzitter stemden tegen. Aan de orde is nu het rapport der daar toe benoemde Raadscommissie op het voor stel van den heer Korver over .wijziging van de schoolgeldheffing. In het rapport, dat bij monde van den heer Zurmuhlen wordt uitgebracht, wordt medegedeeld dat de vergadering der Com missie, die den 9 Maart jl. werd gehouden, niet door het lid den heer Korver werd bijgewoond. De heeren Franken, Oortgijsen, Verfaille en Zurmuhlen waren tegenwoordig. Het voorstel van den heer Korver strekt tot wijziging der heffing in dezer voege, dat verschuldigd zal zijn op de gemeentescholen 1 tot en met 7a voor 1 leerling 50 cent, j voor een tweede leerling uit hetzelfde gezin 40 cent en voor drie en meer uit één gezin 80 cent per leerling minvermogenden betalen de helft, onvermogenden genieten het onder wijs kosteloos, en op de school 7b, voor de dagschool voor óén leerling f 2, voor een tweede nit hetzelfde gezin f 1.75 en voor drie en meer leerlingen uit één gezin f 1.50, alles per maand. Voor het hijwonen van dag- en avondschool beiden wordt het schoolgeld met een-vierde verhoogdvoor het volgen van de avondlessen alléén betaalt ieder leerling 30 cent per maand. Volgens de thans bestaande Verordening is de heffing geregeld als volgtVoor de scho len 17a per leerling en per kwartaal f 1, voor twee leerlingen uit een gezin 75 cent en voor drie 50 cent per kwartaal. Bedeelden en onvermogenden kosteloos. En voor de school 7b voor één leerling f 5, voor een tweede uit hetzelfde gezin f 4 en voor een derde f 3 per kwartaal voor de dagschool. Voor bijwoning van dag- en avondsohool wordt het schoolgeld met een-vierde verhoogd, terwijl voor de avondschool alléén 1 2.50per i kwartaal voor iederen leerling is verschul- digd. De leden der Commissie bleken ernstige bezwaren te hebben tegen de invoering eener schoolgeldheffing naar de grondslagen van den hoofdei ijken omslag, zooals de heer Korver I die beoogt en algemeen bestond het gevoelen, I dat het wenschelijk is de bestaande Verorde- ning te bestendigen, daar de toestand der gemeente-financiën wijziging iu de heffing niet noodzakelijk maken. Wel werd voorge steld het schoolgeld op de school No. 7b met f I per kwartaal te verhoogen, doch een der leden maakte de opmerking, dat een aantal ouders dan waarschijnlijk genoodzaakt zouden zijn, met het oog op de financicele bezwaren, hunne kinderen van de school te nemen en het aantal leerlingen daardoor zoodanig zou verminderen dat men genoodzaakt zou worden op het besluit terug te komen, wat niet wenschelijk kon worden geacht. Het voorstel van den heer Korver, om de inning per maand in plaats van per kwartaal te doen geschieden, werd wel gunstig besproken, doch men stuitte af op de hieraan verbonden be- z waren. Ofschoon dit minder tot hare speciale be moeiingen behoort, vestigt de Commissie ten slotte in het rapport de aandacht van B. en W. op de gemeenteschool No. 1 te Koegras en wijst er op, dat die school ook door j kinderen uit Callantsoog wordt bezocht. In j 't geheel gaan er 80 kinderen ter school, j waarvan niet minder dan 15 van Callantsoog. Met het oog daarop zou de Commissie liet billijk achten, ook de gemeente Zijpe in de kosten van het onderwijs aan die school te doen bijdragen, te meer wanneer daar ook landbouw-onderwijs zal worden gegeven. In antwoord op laatstgenoemde opmerking deelt de Voo zitter mede. dat door alle leer lingen uit Callantsoog het volle schoolgeld wordt betaald, zoodat er geen rede is de gemeente Zijpe in de kosten te doen bij dragen. De heer Korver bekomt hierna het woord om zijn voorstel uitvoerig te verdedigen, 't Rapport heeft op hem den indruk gemaakt dat de Commissie zijne bedoeling niet heeft gevat en bij hare vergelijkende berekeningen is afgegaan op een Raadsbesluit van 1891, dat nimmer is uitgevoerd. Zijne bedoeling met het voorstel is geweest, de gemeentekas te versterken en de onderwijzers beter te kunnen salarieeren. Spr. is gaarne bereid zijn voorstel tot proportioneele schoolgeldhef fing terug te nemen, op grond dat Gedep. Staten hieraan vroeger hunne goedkeuring hebben onthouden. Had spr. dit laatste eerder geweten, dan zou het voorstel nimmer door hem zijn gedaan. Om nan te toonen dat de betaling van schoolgeld in maande- lijksche termijnen minder moeielijk is als de Commissie meent, beroept spr. zich op Am sterdam, waar ook zoodanige regeling bestaat en de hoofden der scholen met de inning zijn belast. Z. i. zou dat ook hier kunnen geschieden. Wat de voorgestelde verhooging der schoolgelden voor school No. 7b betreft, spr. acht deze niet zóó bezwarend dat de ouders daarom hunne kinderen van de school zouden nemen. In den loop van zijn betoog kwam spr. terug op de intertijd plaats gehad hebbende benoeming van een onderwijzer aan school No. 7b boven de formatie, waar over zich tusschen de heeren Vos en Korver eene vrij langdurige discussie ontspon, die, naar de heer Oudenhoven opmerkte, buiten de orde was. Op den heer Van Ncck heeft het een vreemden indrukt gemaakt, uit het rapport te vernemen dat de heer Korver als voorsteller en tevens als lid der Commis sie, de Commissie-vergadering niet heeft bijge woond. De heer Korver zegt dat hij hiertoe alleen 's avonds gelegenheid heeft, en daar be doelde vergadering 's middags plaats had, kon hij deze niet bijwonen. De heer Zurmuhlen, die zich met het bijeenroepen der verga dering belastte, zegt bij ondervinding te weten dat avondvergaderingen bijna altijd slecht bezocht worden, daarom heeft hij de vergadering 's middags belegd. Als de heer Korver veel belang stelt in de zaak, dan zou het hem z. i. niet moeielijk zijn gevallen een paar uur voor de vergadering beschikbaar te hebben. Spr. vindt het jammer dat de heer Korver zich niet met de bijeenroeping der vergadering heeft belast, dan had hij deze kunnen uitschrijven op een uur, waarop hij gelegenheid had. De heer Oudenhoven zegt het met den heer Van Neck eens te zijn. Nu de heer Korver de vergadering niet bijwoonde is de zaak niet duidelijk ge noeg, waarom hij voorstelt de verdere behan deling tot de volgende vergadering te ver dagen. De Commissie kan dan in overleg met B. en W. eene conclusie nemen en die aan de goedkeuring van den Raad onderwer pen. Dit voorstel wordt na eenige ducussie in stemming gebracht en met 10 tegen 5 stemmen aangenomen. De heeren Franken, Van Neck, Oortgijsen, Spruit en Zurmuhlen, die voor onmiddellijke afdoening waren, stemden tegen, terwijl de heer Korver zich van stemming onthield. Namens B. en W. wordt nu door den Voorzitter voorgesteld om aan de ambtenaren ter Secretarie eene gratificatie toe te kennen, met het oog op door hen verrichte meerdere werkzaamheden tengevolge van het vertrek van den heer J. E. de Jongh en het. bedrag dezer gratificatie gelijk te ste.llen aan dat van het tractement, dat anders aan den heer de Jongh zou zijn uitbetaald. De heer Zur muhlen herinnert aan het verwerpen van een indertijd ingediend voorstel om aan politie agenten eene gratificatie te verleenen wegens eene besparing op de salarissen der Rijks veldwachters. Hij wil consequent blijven en daarom ook in dit geval de gratificatie niet toestaan. In stemmins gebracht, wordt het voorstel van B. en W. met 9 tegen 6 stemmen verworpen. Vóór het voorstel 9temdcn de heeren Bakker, Oudenhoven en de leden van het Dagel. Bestuur. De heer Van Neck hield zich buiten stemming. Vervolgens worden voor kennisgeving aan genomen 1. De mededeeling van den heer Commis saris der Koningin in deze provincie, dat de Rijks-bydrage in de kosten van het lager onderwijs in deze gemeente voor 1893 be draagt f 14,500. 2. Proces-verbaal van kas-verificatie ten kantore des gemeente-ontvangers, op 29 Maart jl., op welken datum zich in kas bevond de som van f 11,449.01. 3. Missive van Z. Exc. den Minister van Binnenl. Zaken, houdende mededeeling, dat het leerplan voor den cursus 189394 aan deZeevaartschool alhier,bij hein geeue bedenking heeft ontmoet. 4. Bericht van Gedep. Stateu, dat artikel 69a der Alg. Politie-verordening, in de Raads zitting van 2 Dec. 11. vastgesteld (betreffende de toekenning nan de gemeente van het uit sluitend recht tot het doen afslaan van visch), als nog bestaande moet worden beschouwd, doch, nu de voorgestelde wijziging in de strafbepaling in de zitting van 7 Maart 11. niet is goedgekeurd, aan H. M. de Koningin ter vernietiging zal worden voorgedragen. 5. Een schrijven van den heer H. D. van Berk, meldende dat hij bereid is zijne benoe- ming tot Commissaris van het Zieken huis en de Gemeente-apotheek te aanvaarden. 6. Brieven van de Kerkbesturen der Israë- j lietische en Doopsgezinde gemeenteu en van het Burgerlijk Armbestuur, berichtende dat j op de kiezerslijsten geene namen voorkomen van door hen bedeeld wordende personen, en 7. De mededeeling des Voorzitters, dat de j verslagen over den toestand van het Middelb. onderwijs, het Ziekenhuis en de Apotheek, bij I de leden ter kennisname zullen circuleeren. Voorlezing geschied van een ingekomen I schrijven van den heer W. V. Bruinvis al hier, waarin deze de waterverversching in het Held. kanaal ter sprake brengt en, onder opmerking dat de plannen daartoe tot heden weinig uitwerkten, een middel aan de hand doet om de onaangename gassen verspreidende stoffen uit het kanaal te verwijderen en ver wijderd te houden. Adressant meent dit te kunnen bereiken, door die onreine stoffen bij de riolen op te vangen in zinkputten en het kannal uit te baggeren. Om die putten te ledigen en naar de belt te brengen, zou noo- dig zijn een eigen schuit met stoomvermogen, als bij het Liernurstelsel in gebruik, welk vaartuig gelijktijdig als drijvende brandspuit zou kunuen dienen. Wil men bovendien strooming in het water brengen, dan zou dit met weinig kosten door middel van een he velbuis aan 't einde van het kanaal zijn te bereiken. De Voorzitter stelt voor, dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen, waartegen de heer Zurmuhlen zich echter ver zet. 't Is niet de eerste maal, zegt spr., dat iemand, wiens vak het nu juist niet is, het rechte middel ter oplossing vindt. Hij wil het plan gesteld zien in handen der Commis sie, belast met het onderzoek naar het plan- Klik. Na eenige discussie en nadat de heer Over de Linden in overweging heeft gegeven den heer Bruinvis dank te zeggen voor de gegeven wenken, wordt overeenkom stig het voorstel van den heer Zurmuhlen besloten. Mededeeling geschiedt van een adres van den heer J. D. de Graaf, alhier, eigenaar van perceelen aan de Gravenstraat, verzoe kende het onbestraat gedeelte in die straat, ter grootte van 120 vierk. M., voor rekening der gemeente van plaveisel te voorzien, onder bedreiging, dat hij, wordt aan dit verzoek geen gevolg gegeven, zich zal wenden tot de Prov. Staten. De Voorzitter merkt op, dat reeds vroeger is besloten 't in het adres bedoelde gedeelte te bestraten, wat zal ge schieden gelijk met het nog onbestraat ge deelte der Schagenstraat. Op een adres van den heer P. Steeman en andere bewoners der Koningstraat, houdende verzoek om over te gaan tot demping der vuile sloot achter hunne woningen, begrenst door het plantsoen, wordt geene beschikking genomen, nadat door den Voorzitter is medegedeeld, dat het aan den onwil van een der betrokken huiseigenaren is te wijten, dat de sloot niet reeds gedempt is. De Voorzitter deelt mede dat is ingekomen een adres van den heer A. Metzelaar, alhier, waarin deze den Raad verzoekt hem vergun ning te willen verleenen tot het verkavelen en voor bouwterrein verknopen van een aan hem behoorend stuk weiland aan den Pol derweg, volgens bij het adres overgelegde schetsteekening. Dit verzoek is reeds vroeger door den heer Metzelaar tot B. en W. gericht, doch deze hebben hunne toestem ming geweigerd, op grond dat de ontworpen straten niet op de bestaande zullen aansluiten. Na kennisname van de overgelegde teeke- ning, wordt besloten de behandeling van hee adres tot de volgende vergadering uit te stellen. Onder herinnering aan hetgeen daaromtrent in de vorige vergadering is besproken, stelt de Voorzitter voor, om aan de weduwe van den overleden viscbnfslager C. de Boer Sr. eene gratificatie ad. f 100 toe te kennen. De heer Zurmuhlen zegt dat de informatiën, die hij omtrent de weduwe de Boer heeft be komen, van dien aard zijn, dat hij gelooft dat het verleenen eener gratificatie niet nood zakelijk is, waarop de heer Oortgijsen mee deelt. dat z ij n e informatiën daar lijnrecht teaenover staan. Naar aanleiding van de opmerking des heeren Korver, dat de Boer z. i. geen gemeente-ambtenaar was, deelt de Voorzitter mede dat hij door de gemeente nis vischafslager wa3 aangesteld. Met alge- gemeene stemmen op 1 11a (die van den heer Zurmuhlen) wordt hierop tot het verleenen der voorgestelde gratificatie besloten. De heer Oudenhoven heeft inmiddels de verga- dering verlaten. Door den Voorzitter wordt medegedeeld, lat de lessen aan de Zeevaartschool den 10 lezer zijn aangevangen met 4 leerlingen voor de stuurmansklasse en 6 voor den vasten tursus. Bij het toelatings-examen behoefde ilechts één adspirant te worden afgewezen. Bij de gewone rondvraag geeft de heer Oortgijsen in overweging aan het kohier van den hoofdelijken omslag meerdere bekendheid te geven dan tot nu toe het geval was. Hij stelt voor de gelegenheid te openen om het in 't vervolg in druk te doen verschijnen. Spr. zegt te weten dat een uitgever er de proef mee zou willen nemen, als hij slechts kosteloos in het bezit werd gesteld van een afschrift van het kohier. De Voorz. zegt bereid te zijn tot het in druk verschijnen mede te werken, door belangstellende uitge vers in de gelegenheid te stellen om, mits buiten bezwaar der gemeentekas, een afschrift van het kohier te bekomen. De heer Oort gijsen kan zich hiermede aanvankelijk niet vereenigen. Hij wil het afschrift kosteloos ver strekken. Nadat de Voorz. echter heeft betoogd dat het bezwaarlijk gaat aan één uitgever een afschrift te geven, terwijl er meerdere uitgevers in deze gemeente bestaan, die daarop evenzeer recht zouden hebben, wordt met eenparige stemmen besloten dat de uitgever, die, voor eigen rekening en ri sico, het kohier in druk wenscht uit te geven, voor zijne rekening een afschrift ter Secreta rie kan bekomen. Op eene desbetreffende vraag van den heer Bakker, werd door den Voorz. toegezegd dat de boorden vau het kanaal tusschen de Gas fabriek en de Botbrug zullen worden schoon gemaakt. Ten slotte vestigde de heer Van Twisk, naar aanleiding van de onlangs gepleegde diefstallen op de Algemeene begraafplaats, de aandacht op de wenschelijkheid om voor den doodgraver aan den ingang van het kerkhof eene woning te doen bouwen, waardoor deze in staat zal zijn beter toezicht uit te oefenen. In antwoord hierop deelde de Voorzitter mede, dat eerlang tot uitbreiding van de begraaf plaats moet worden overgegaan en dan tevens een doodgraverswoning aan den ingang zal worden gebouwd. Verder niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter hierop de vergadering. Helder. Door de Directie der Marine alhier werd gisteren openbaar aanbesteed de levering van onderstaande benoodigdheden. Laagste inschrijvers waren, voorperc. 1, verfwaren, Oldeboom Lely, te Amsterdam, ad f 5177.15 perc. 2, 6000 H.L. gascoces, P. Schagen, alhier, ad f 0.37J- per H.L. perc. 3, 1000 H.L. houtskolen, de firma Leijtsman, te Haarlem, ad f 0.74f per H.L. perc. 4, 2500 H.L. smeekolen, v. Tenen en Cleve, te Amsterdam, ad f Q.b2T\ per H.L. perc. 5, 1000 K.G. geteerd dubbel- of huid papier, J. D11 ij vetter, alhier, ad f 0.21$ per K.G.perc. 6, mos en vilt, W". Hoven Zn., te 's Hage, ad f 825 perc. 7, 6000 K.G. mosc. pek, J. Duijvetter, ad. f 6.48 per 100 K.G.perc. 8, 50000 stuks gewone turf, G. M. Smits, alhier, ad f199.50\perc. 9,10000 K.G. gezifte menie, P. Schoen Zn., Zaan dam, ad f 1498 perc. 10, Lijnolie, Vliegent- hart Co., Dordrecht, ad f 4804.50 perc. 11, 15000 K.G. patentolie, J. Duijvetter, ad f 4335 perc. 12, 15000 K.G. patentolie, J. Duijvetter, ad. f 4335 perc. 13, 1000 K.G. speruiacetie-olie, Fol Jr. en Co., te Overschie, ad f 587.50 perc. 14, minerale olie, B. H. Schelling, Rotterdnm, ad f 1536 perc. 15, 1500 K.G. reuzel, J. B. Klaushuis, Amster dam, ad f 65 per 100 K.G.perc. 16, 1500 K.G. roet o( talk, J. Duijvetter, ad f 552 perc. 17, 15000 K.G. loodwit, Gebrs. Abra hams, te 's Hage, ad f 2269.50 perc. 18, zinkverf, Surie, te Amsterdam, ad f 1704.50 perc. 19, 7000 K.G. groene zeep, J. Dnij- vetter, ad f 14.59 per 100 K.G. perc. 20, anrde, cement, kalk en zand, P. Spruit, al hier, ad. f 620.10 ;perc. 21, vuurvaste steenen en tegels, W. F. Stoel, Alkmaar, ad f 237.40 perc. 22, kantoor-, schrijf- en teekenbehoeften, J. J. Gcerling, Amsterdam, ad f 637.42 en perc. 23, papier, enz., C. L. C. Voskuijl, Amsterdam, ad. f 1308.06. 88 /Maar ik kan toch de schuld niet dragen van iets, wat ik niet gedaan heb /Wil ik het Raimond dan maar vertellen vroeg Lydia met ijzige kalmte. ,/Ja, dat dient ge wel te doen, maar zonder u aan te klagen, zonder uzelf te vernietigen. Tusschen zwijgen, waardoor de schuld op mij blijft rusten, en alles te be kennen, is nog een middenweg. Maar ik wil mij tevreden stellen, voorloopig de schuldige te schijnen, mits gij van uwe zijde langzaam en ongemerkt den band losmaakt tusschen u en hem. Dan kan men hem later bekennen, wat er is voorgevallen, opdat hij eindelijk'tot de wetenschap kome van mijne onschuld. Ziet ge, dat wil ik doen, al is het ook hard, dat die verschrikkelijke verdenking zoolang op mij moet blijven rusten. Maar het is de eenige weg. Ge moet over een poosje formeel met hem breken en voor hem verdwijnen." Om Lydia's lippen zweefde een lachje. /Zoo, verlangt ge dit?" /Ja, wilt ge het dan zelf ook niet? Ge houdt het toch zeker niet voor mogelijk, dat de band tusschen u blijft bestaan Gevoelt ge dan niet, dat een ontzettende kloof u voortaan scheidt?" De Creoolsche wierp een doorborenden blik opTherese, als wilde zij in de meest verborgen schuilhoeken van haar hart lezen, maar zij gaf geen antwoord en glimlachte steeds voor zich heen. Op haar gelaat was geen ^poor van ontroering te ontdekken. //Staat tusschen u en hem de doode niet?" begon Therese opnieuw. „Gij hebt mij kunnen wijsmaken wat gij wildet, toen ik u met dien ongelukkige verrastegij hebt u verdedigd door te zeggen, dat ge hem niet kendet en dat hij u tegen uw wil gevolgd was. Maar thans ben ik overtuigd, dat dat niet de eerste samenkomst met hem is geweest. Uwe tranen en uwe smart bij het bericht van zijn dood bewijzen, dat ge mij voorgelogen hebt Gij kunt dus nimmer Raimonds vrouw worden, dat moest ge inzien en daarom verlang ik als loon voor mijn offer, dat ge uw engagement verbreekt, natuurlijk met de grootste omzichtigheid en verachooning, opdat hij er niet te zeer 89 onder zal lijden. En om die reden, opdat ge hem zijne vrijheid zult teruggeven, wat u niet zwaar zal vallen, daar ge hem niet bemint, wil ik uwe schuld zoolang op mij nemen." Lydia haalde diep adem en zeide langzaam, op ieder woord drukkend /Ik begrijp uwe zwaartillendheid niet. Tusschen dien ongelukkige, die zijne indringerigheid zoo duur heeft moeten betalen, en mij is niets voorgevallen, dat ik u niet verteld heb. Ik begrijp nog niet goed wat de gronden zijn, dat ge zoo beslist aandringt op een breuk tusschen mij en Raimond. Er is niets gebeurd wat dat zou rechtvaardigen. Mijn bruidegom heeft gevochten met een man, in wien hij een onbeschaamde vermoedde. Hij is wat voorbarig geweest en is daarbij ongelukkig ge weest hij heeft hem gedooddat is toch nog beter dan dat hij een ongeluk had gekregenWaarin bestaat dus de noodzakelijkheid van eene scheiding tusschen ons In Therese's oogen was duidelijk verbazing en schrik te lezen. Zij begreep Lydia niet, maar zij verstond duidelijk, dat zij weigerde te doen, wat zij als prijs voor hare opoffering verlangde. Zij liet een onderdrukten kreet van schrik hooren bij dit ontzettende cynisme. ,/Wij komen niet tot overeenstemming," zeide Lydia, worndat wij van een verschillend standpunt uitgaan. Gij houdt mij voor schuldig, terwijl ik onschuldig ben. Weet ge wat ik zal doen Luisterik zal Raimond onder vier oogen alles vertellen, wat door mijne onbezonnenheid is gebeurd, juist zooals ik het u heb verteld. Dan weet hij, dat gij onschuldig zijt en zal erkennen, dat gij het offer der omstandigheden zijt geweest. Zoo verkrijgt ge de rechtvaardiging, waarop gij aanspraak hebt en ik zal dan van Raimond de straf ontvangen, die ik verdien." /Maar Raimond zal u niet gelooven!" riep Therese uit, terwijl zij in vertwijfeling de handen wrong. „Hij heeft mij lief," zeide Lydia zelfbewust. „Bouw daar niet te zeer opals ge hem gisteren had gezienHij scheen tot elke verdenking, tot elke daad bereid." /Zijn wantrouwen is nu reeds bedaard en wat de rest betreft, kunt ge het gerust aan mij overlaten."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2