Gelezen wordt een adres van K. Hopman, verzoekende om in erfpacht te mogen ont vangen een aan de gemeente toebehoorend stuk grond, ter grootte van 34 vierk. M., waarop door hem ter goeder trouw een boet is gebouwd. De goede trouw van den adressant in aanmerking nemende, stelt Voorz. voor, het gevraagde perceel tegen een recht van f 1 per jaar aan adressant in erfpacht af te staan. 't Wil den heer Plomp voorkomen dat deze zaak gemakkelijker is te regelen. Hopman is werkman in dienst der gemeente en woont in een huisje, aan de gemeente toe- behoorende. Wanneer B. en W. hem nu het huisje met den grond verhuren, erkennen dat hij op dien grond een loodsje gebouwd heeft en hem het reeht geven dat loodsje terug te nemen als zijn huur eindigt, zal dit minder administratieve moeielijkheden met zich brengen als het voorstel van B. en W. De Voorz. erkent dat deze re geling de voorkeur verdient, doch de heer Stammes zegt het bezwaar van het geven van den grond in erfpacht niet in te zien. Op voorstel des Voorzitters wordt beslo ten dat het Dag. Bestuur het voorstel van den heer Plomp zal overwegen en in de volgende vergadering een nieuw voorstel ter tafel zal brengen. Voorlezing geschiedt van het adres van G. Wester en anderen, ook reeds in de vorige vergadering gelezen, verzoekende beharding van een gedeelte van den Tol- kerdijk, ter lengte van pl. m. 50 M. De Voorzitter zegt dat de toestand niet precies is, als in het adres wordt aange geven, daar het gedeelte, door adressanten genoemd, bestraat is, doch juist het verdere deel niet. Nu was Voorz. door den heer Stammes meegedeeld dat het polderbestuur genegen was 30 A 40 M. te beharden, doch nader is hem gebleken dat de pol der het voornemen had, slechts één schuit puin aan te voeren, waarmede niet meer dan 10 A 11 M. kunnen worden behard. Twee schuiten, zegt de heer Stammes. Voorts is Voorzitter medegedeeld, dat het Kerkbestuur in deze niet bereid is iets te doen. Waar nu de polder slechts 10 M. wil beharden, en het Kerkbestuur niets wil doen, daar meent Voorz. niet te mogen adviseeren de overige 40 M. voor rekening der gemeente te neme\ zulks te minder daar Polder en Kerk, meer dan de gemeente, de belanghebbenden bij de be harding zijn. De kosten zullen ongeveer f 1.50 per M. bedrage* en dan blijven er nog altijd pl. m. 1150 M. over, die onbe- hard zijn. De heer Govers wijst op de noodzakelijkheid om in den toestand ver betering te brengen. De heer Plomp herinnert er aan dat er sprake van geweest is, dat de belanghebbenden in de kosten zouden bijdragen en vraagt ot daarvan nog iets gekomen is. De Voorzitter zegt daarvan verder niets te hebben vernomen. De heer Govers is van oordeel dat dit niet kan worden gevorderd. Die belang hebbenden betalen al genoeg aan den polder. De Voorzitter wijst er op dat de uitwonende eigenaren juist door den polder, maar niet door de gemeente kunnen worden getroffen. Naar aanleiding van hetgeen daaromtrent door den Voorzitter is meege deeld, zegt de heer Asjes dat het Kerkbe stuur niet zoo beslist alle medewerking heeft geweigerd, maar een afwachtende houding wenschte aan te nemen. Hij gelooft dat, als gemeente en polder het "hunne doen, de kerk ook wel zou willen mede werken. Spr. heeft er zich van over tuigd dat verbetering in den bestaanden toestand dringend noodzakelijk is. De Voorz. stelt voor om, wanneer de andere besturen ieder der kosten voor hunne rekening nemen, ook vanwege de gemeente voor in de kosten van onderhoud bij te dragen. De heer Govers betoogt nogmaals de noodzakelijkheid der beharding en merkt daarbij op dat de bewoners van den Tol- kerdijk veel worden verongelijkt bij de ingezetenen die in de kom der gemeente wonen. Zij betalen dezelfde belasting en zijn niettemin van verlichting en andere gerieflijkheden verstoken. De heer Plomp stelt nu voor aan B. en W. op te dragen een raming van kosten te maken en aan Polder- en Kerkbesturen te vragen of deze bereid zijn elk voor een-derde in de kosten van beharding en onderhoud bij te dragen en de verdere behandeling der zaak dan in de volgende vergadering ter hand te nemen, welk voorstel met een parige stemmen wordt aangenomen. Door den Voorz. wordt herinnerd aan het in de vorige vergadering ingekomen adres van de afd. Schagen der H. M. v. L., verzoekende om in het vervolg bij de oproeping van sollicitanten voor de betrek king van onderwijzer aan de openbare lagere school, te vermelden dat het bezit der akte van bevoegdheid tot het geven van landbouw-onderwijs tot aanbeveling zal strekken. Dit adres is om advies gesteld in handen van het hoofd der school, den heer Kloeke, en van de plaatselijke School commissie, wier advies thans wordt medege deeld. Het hoofdder School kan zich er mee vereenigendat bedoelde akte ter aanbe veling zal strekken, doch ontraadt ten zeerste hiervan bij de oproeping melding te maken, daar dit onderwijzers, niet in het bezit eener landbouw-akte, doch overigens uitstekend voor hun taakberekend, zou weer te houden solliciteeren. De Shoolcommissie zegt, het gevoelen van den heer Kloeke tedee- 'en- De behoefte aan een landbouw-on- derwijzer is bovendien in deze gemeente nog weinig gebleken. Mocht echter even tueel een der sollicitanten in het bezit der akte zijn, dan zal de Commissie deze gaarne als aanbeveling doen strekken. Naar aanleiding dezer adviezen stelt de l Voorz. voor, op het adres der afd. Scha gen afwijzend te beschikken, onder mede- deeling van de belofte der Schoolcommis sie, welk voorstel wordt aangenomen. Zonder discussie wordt besloten dat de kermis dit jaar van Zondag 18 tot Zondag 25 Juni zal plaats hebben, en tot het doen van verschillende af- en overschrijvingen en betalingen uit den post voor onvoor ziene uitgaven, dienst 1892, terwijl eene suppl. begrooting voor hetzelfde dienstjaar wordt vastgesteld tot een bedrag van f 189.36!. Op voorstel des Voorzitters wordt beslo ten eenige personen, die in het afgeloopen jaar van instellingen van weldadigheid onderstand hebben genoten, van de'kie zerslijsten af te voeren. Eene langdurige, doch uit den aard der zaak vrij onbelangrijke discussie wordt hierna gevoerd over een voorstel van B. en W., om over te gaan tot herstel van de kap der on derwijzerswoning. De heer Hopman, die daarvoor een plan en kostenraming maakte, deelde een en ander over het uit te voeren werk mede, daarbij opmerkende dat zijn plan niet met dat van den gemeente-opzichter conform is en er nu reeds vier plannenzijn. De heer Roggeveen vraagt of het noodig is dat nu reeds over deze zaak eene beslissing wordt genomen zoo neen dan zou het wenschelijk zijn dat de Raad zich eerst op de hoogte stelde. De Voorzitter zou gaarne eene be slissing zien genomen, daar de jaarlijksche aanbesteding spoedig plaats heeft. Na eenige discussie, waaruit blijkt dat het plan van den Gemeente-opzichter op f 163 en dat van den heer Hopman op f 230 wordt ge raamd, wordt door den Voorzitter voorge steld eene Commissie te benoemen, die de verschillende plannen zal onderzoeken en van hare bevinding zoo spoedig mogelijk rapport uit zal brengen. Aldus wordt besloten en bij de nu volgende stemming worden tot leden dier Commissie benoemd de heeren Roggeveen, Plomp en Asjes, respectievelijk met 8, 6 en 5 stemmen. Verder werden uitgebracht op de heeren Stammes 3, Govers en Buis 2 stemmen en Hopman 1 stem. De Voorzitter deelt hierna mede dat tot de werkzaamheden der „Werkverschaffing" in den afgeloopen winter ook behoorde het omkeeren der graszoden op de alg. begraaf plaats, waardoor het kerkhof flink is opge knapt. Deze maatregel heeft echter tenge volge gehad, dat de baten van het grasge was, die aan den opzichter der begraafplaats ten goede kwamen, verloren zijn gegaan en dat de werkzaamheden van dien opzichter, die den grond nu grasvrjj moet houden, daar entegen zijn vermeerderd. Ter vergoeding van een cn ander stelt Voorz. voor, de jaar wedde van den opzichter met f 30 te ver- hoogen. De heer Plomp zegt zich met dit voorstel niet te kunnen vereenigen. De jaarwedde is z. i. nu reeds hoog genoeg, de gemeente heeft voor den man een woning en een schuurtje doen bouwen en hij is er tegen, hem nu nog ver hooging van tractement toe te kennen. De Vooizitter herinnert er aan, dat 's mans inkomsten zijn verminderd door het gemis der hooiopbrengst, terwijl hij meerdere werkzaam heden moet verrichten, waarvoor hij zegt niet te zijn aangenomen. Welnu, meent de heer Plomp, als hij zóó krenterig wordt, dan moe ten we maar een anderen doodgraver benoe men. De Voorzitter stemt toe, dat's mans houding ook bij het Dag. Bestuur een ietwat kregelig gevoel heeft opgewekt, doch wijst er op dat zijne werkzaamheden wel zijn ver meerderd. De heer Roggeveen vindt dat zijne jaarwedde ook voor die werkzaamheden hoog genoeg is, doch de heer Hopman is daaren tegen van oordeel, dat de gemeente niet het recht heeft te zeggen „je moet er dat nu maar bij doen." De heer Plomp wijst er op, dat de vraag anders moet worden gesteld en luiden* moetstaan zijne werkzaamheden in verhouding tot de belooning die hij daar voor geniet? De Voorzitter stelt nu voor den opzichter voor dit jaar eene gratificatie van f 30 toe te kennen, doch zijne jaarwedde niet te verhoosen. De heer Plomp is er tegen en stelt op zijne beurt voor, te besluiten dat hij verplicht is de meerdere werkzaamheden uit te voeren en bij onwil een ander in zijne plaats te benoemen. Het voorstel des Voor zitters, hierna in stemming gebracht, wordt met 5 tegen 4 stemmen verworpen. Vóór het voorstel stemden de heeren Stammes, Govers, Hazen en Hopman. Het voorstel-Plomp wordt, eveneens met 5 tegen 4 stemmen, aangenomen. Tegen stemden de bovengenoemde beeren. Op voorstel van den Voorz. wordt besloten om, wanneer de heer J. Bleek, klerk ter Sec retarie en benoemd tot ambtenaar ter Secre tarie te Ouder-Amstel, eerstdaags vertrekt en in diens vacature moet worden voorzien, de jaarwedden der klerken zoodanig te regelen, dat de 1ste klerk f 250 en de 2de klerk f 75 's jaars geniet, waardoor f 100 per jaar zal worden bespaard. Aan de klerken ter Secretarie wordt, mede op voorstel dos Voorzitters, eene gratificatie van f 15 toegekend, voor het in orde maken der registers van den Burgerlijken Stand. Besloten wordt dat het gemeente-verslag over 1892, namens B. en W. door den Voorz. ter tafel gebracht, ter Secretarie voor de leden ter visie zal worden gelegd. Bij de gewone rondvraag geeft de heer Plomp, herinnerende aan de aan B. en W. ter dezer zake verstrekte opdracht, in over weging in de volgende vergadering te be sluiten, om voor 1894 aan den eisch van het Polderbestuur (f100 meer te betalen voor medegebruik van het Raadhuis) te voldoen Verder niemand het woord verlangende, wordt de openbare vergadering gesloten en gaat de Raad over in comité. Kolhorn. In deze gemeente werden jaren aaneen asch, vuilnis enz. voor par ticuliere rekening opgehaaldditmaal werd zulks van overheidswege aanbesteed. Ver wondering wekt het, dat daardoor in de wijze van ophalen niets ten goede veran derd is; nog steeds ligt een geheel open vaartuig dan voor de eene dan voor de andere woning, heel of ten deele met mest gevuld. Van de erfjes wordt het vuil in eene eveneens open kruiwagen afgehaald en in het vaartuig gestort. Een en ander geschiedt op klaarlichten dag en is in 't kort walgelijk te noemen. Het vormt eene sterke tegenstelling met den reinigingsdienst te Winkel, waarvan de tonnewagens door ons dorp rijden, zonder eenige onreinheid te doen zien, zelfs zonder de minste reuk te verspreiden. Marine en Leger. Jl. Vrijdagmorgen werd het bevel over Hr. Ms. logement- en instructieschip voor torpe- disten „Vulkaan" door den luit. ter zee 1ste kl. B. J. G. Volck, die Zaterdag op non activiteit werd gesteld en bestemd is om geplaatst te worden als 1ste officier aan boord van Hr. Ms. schroefstoomschip 1ste kl. „Tromp", overgegeven aan den luit. ter zee lste kl. A. L. van der Moolen, welke laatst- gen. oll'. met dien datum tevens belast werd J met de leiding der werkzaamheden op de i inschietplaats voor visch-torpedos aan Zijka- naai F van het Noordzeekanaal. I De afgetreden commandant nam iu een hartelijke en vaderlandslievende toespraak afscheid van zijn manschappen. Door den luit. ter zee lste kl. B. J. G. Volck werd tijdens zijn commandement over Hr. Ms. „Vulkaan" aan de onderofficieren en korporaals-torpedomaker en -torpedist ge durende twee jaren des winters onderwijs gegeven in meetkunde, algebra, natuurkunde, enz., welk onderwijs bij velen goede vruchten heeft afgeworpen. (Telegr.) De marinier 3de kl. G. is door den krijgs raad aan boord van Hr. Ms. wachtschip te Hellevoetsluis schuldig verklaard aan diefstal en veroordeeld tot 5 maanden gevangenis straf, met ontzegging van het recht om bij de gewapende macht te dienen. De mach. lste kl. v. c. J. J. Hessels wordt 2 Mei a. s. geplaatst bij de conser vatie op 's Rijkswerf te Hellevoetsluis. De mach. lste kl. D. J. Verschoor, die nende bij de conservatie op 's Rijkswerf te Hellevoetsluis, wordt 2 Mei a. s. geplaatst als chef van het machinekamer-personeel aan boord van Hr. Ms. stoomkanonneerboot „Havik", die aldaar in dienst wordt gesteld. De reparatiën aan machines en stoom ketels aan boord van Hr. Ms. stoomschip „De Ruyter" zullen onder eigen beheer op '3 Rijkswerf alhier geschieden. Men seint uit New-York aan het „Vad.", dat Hr. Ms. stoomschip „Van Speyk" te Fort Monroe is aangekomen. De mach. lste kl. v. k. S. Bakker, die nende bij de conservatie op 's Rijks werf te Hellevoetsluis, wordt geplaatst aan boord van Hr. Ms. ramschip „Guinea", als chef van het machinekamerpersoneel. Aan het „Vad." wordt medegedeeld, dat de off.-mach. lste kl. J. Buijs binnen eenigen tijd geplaatst wordt bij 's Rijks werf te Hel levoetsluis. Naar men verneemt, zal de lste luit.-kwar- tierm. bij het 5de bataljon lste reg. inf. J. M. Van Baak, alhier, in gelijken rang overge plaatst worden naar de Cadettenschool te Alkmaar. Den laten Mei zal de 2de compagnie van het 4de reg. vest.-art. alhier, onder bevel van den kapt. J. J. A. F. Kannemans, naar 's Gravenhage worden overgeplaatst. De 2de luits. J. D. Bels en N. N. H. Doppler, in garnizoen alhier, zullen wet 1 Mei worden overgeplaatst naar Muiden, bij de aldaar op te richten pantserfort-comp. De adelborsten lste kl. W. P. de Eerens, F. J. van der Esch, A. van der Sluis, C. van der Burg, W. A. van Aken en H. van Schre ven zijn van non-act. geplaats aan boord vau Hr. Ms. „Prins van Oranje". De heer G. de Vries, leeraar aan de Kon. Mil. Academie te Breda, wordt den lste Sept. a. 9. geplaatst als leeraar aan de Cadetten» school te Alkmaar. Benoemingen, enz. De heer P. Groen, vice-consul van Rusland alhier, is door den Czaar van Rusland be noemd tot ridder 3de kl. der orde van St. Anna. Onderwijs en examens. Benoemd tot onderwijzeres te Andijk, mej T. Tinholt, van Wolvegatot onderwijzer aan de bijz. Doopsgez. school te Haarlem, de heer C. H. B. Tollenaar, te Castrikum. De heer E. W. Melchior, geb. te Koedijk, is bevorderd tot dokter in de geneeskunde, met proefschrift getiteld Verslag der verlos kundige kliniek en polikliniek van het Aca demisch Ziekenhuis te Leiden, gedurende den cursus 1890—1891. Landbouw en Veeteelt. Eene boerenwoning met 7.70.20 hectaren weiland te Barsingerhorn heeft opgebracht f 12,513; een stuk weiland, groot 1.82.30 heet., f 2904. Te Broek op Langedijk gelden de beste uien tegenwoordig weer f 6.50mindere soorten worden voor f 4 a f 5 van de hand gedaan. Jl. Zaterdag werd een wagen roode kool, wegende 1000 Kg., verkocht voor f700. Niet voor alle kool kan men dien hoogen prijs bedingen. De hoedanigheid vermindert dan ook sterk. Zoogenaamde bieten zijn geheel uitverkocht, terwijl voor rapen zoo goed als niets besteed wordt. Kerknieuws. PREDIKBEURTEN. Ned. Herv. kerk te Texel. Zondag 23 April, Burg, voorm. 10 uur, ds. van Schaick. Waal, voorm. 10 uur, ds. de Mazure. Den Hoorn, voorm. 9.30, ds. Leftef. Oudeschild, nam. 2 u., ds. LefFef. Oosterend, nam. 2 uur, ds. de Mazure. De Cocksdorp, voorm. 9.30, de heer Bareuds. Doopsgez. kerk te Texel. Zondag 23 April, Oosterend, voorm. 10 u. en Burg, '9 av. 9 u., ds. Kuperus. Ned. Herv. kerk te Noord-Zijpe. Zondag 23 April, voorm. 9.30, Oudesluis, ds. van Deursen. Ned. Herv. kerk te Zuid-Zijpe. Zondag 23 April, voorm. 9.30, St. Maar tensbrug, ds. Koch. Doopsgez. kerk te Zuid-Zijpe. Zondag 23 April, geen dienst. Ned. Herv. kerk te CallaDtsoog. Zondag 33 April, geen dienst. Ned. Herv. kerk te St. Maarten. Zondag 23 April, geen dienst. Ned. Herv. kerk te Eenigenburg. Zondag 23 April, nam. 1.30, ds. Mühring, van St. Maarten. Ned. Herv. kerk te Petten. Zondag 23 April, voorm. 9.30, ds. Mühring. Ned. Herv. kerk te Kolhorn. Zondag 23 April, voorm. 9.30, ds. Bron, van Helder. Beroepen bij de Herv. gem. te Oosterend op Texel, ds. C. Plaatsman, pred. te Wate ringen. Bedankt voor het beroep naar de Herv. gem. te Schermerhorn, door den heer H. D. Hellema, cand. te Leiden. Buitenland. De ongeregeldheden in België. In het Centre is, gelijk reeds geseind is, het eerste slachtoffer gevallen, en wel te Jolimont, waar de toestand een oogenblik zeer ernstig was. De luitenant der gendarmes Charlotte, die met een detachement gendarmes i»it Luxemburg was gekomen, bevond zich met acht gendarmes in de nabijheid van het gebouw der coöperatieve vereer.iging 100 De mulattin vertrok de lippen tot een onmerkbaar lachje. „Uw man zal u die grillen wel afleeren. Gij zult met sombere gedachten de zijne worden, maar met vroolijke gedachten in zijne armen snellen. Want graaf de Ploërné is een schoon man. Hij ziet er koel en teruggetrokken uit, maar men moet den schijn niet vertrouwen. Deze soort menschen gelijken dikwijls op tijgers. Als ge eenmaal zijne nagels zult gevoeld hebben, zult ge opeens veranderen." „Mijn nagels zal hij voelen en wel midden in zijn hart." „Ga toch slapen, mijne gebiedster en wind u niet zoo op. Ik wil u nog toe lekken Zoo; en nu goeden nacht De mulattin hield zich nog een poosje bezig in de kamer, bij het bed harer meesteres, die bleek maar met fonkelende oogen daar lag en ging toen in de naaste kamer. Lydia sliep dan ook weldra in, terwijl droombeelden hare fantasie te hulp kwamen. Zij bevond zich te Parijs als gevierde schoonheid, in die wereld, waarin zij tot nog toe slechts een blik had geworpen. Zij zag de stad slechts als in een nevel, die hier en daar door een glinsterend lichtschijnsel werd verbroken. Muziek ruischte rondom haar en dat alles gold haarde sere nade en de illuminatie. En zij lachte en liet zich bewon deren. Zij was eene vorstin en een ieder boog voor haar. Zij heerschte onbepaald en steeg immer hooger en immer eenzamer bleef zij staan op het voetstuk van haar wereldach koninkrijk, vervreemd van alles wat hare ijdelheid niet streelde. Plotseling vielen hare oogen op een verlaten hoek der wereld, waarin zij hare triumf vierde en daar zag zij een paar, dat zich van de anderen had afgezonderd. Zij her kende Raimond en Therese. Met eene gebiedende hand beweging wenkte zij hen beiden tot zich, maar zij wendden zich van haar af en weigerden de gevorderde hulde te bewijzen. Toornig herhaalde zij haar bevel en andermaal werd het niet opgevolgd. Therese bad met gevouwen handen. Nu werd Lydia door toomelooze woede aange grepen, zij stortte zich op beiden en wilde hen straffen, hen onderwerpen, hen dwingen. Maar zij verdwenen als scha duwen en werden als door eene bovenaardsche macht aan hare oogen onttrokken. Steeds bleven zij vereend, hij lijdend, 101 zij biddend, en niets vermocht hen te scheiden, nóch Lydia's listen, nóch hare woede. Te vergeefach vervolgde zij henzij kon hen niet inhalen. Zij vergat de massa en hare aanbidders en verheugde zich niet meer in haar triumf. Zij had nog slechts één wensch de beide rebellen aan hare voeten te zien. Maar hoe meer zij hen vervolgde, hoe verder zij zich verwijderden, steeds vereend, in den blauwen aether des hemels. En het scheen Lydia toe, als lachten zij haar uit en als verheugden zij zich van haar verlost te zijn. Toen riep zij woedend uit: „Al mijne triumfen wil ik missen, als die beiden slechts niet vereenigd worden, als zij slechts niet gelukkig zijn!" Plotseling gevoelde zij hoe het gebouw harer kun stig opgetrokken heerlijkheid met haar ineenstortte en onder het duivelachtig hoongelach der daareven nog jubelende menigte zonk zij in de duisternis terug. De muziek stierf weg, de lichten doofden uit en een versch opgeworpen graf werd zichtbaar en op den steen, die het dekte, las zij haar naam: „Lydia". Vol angst deinsde zij terug en toen zij de oogen opsloeg, zag zij Raimond en Therese aan den verren horizont zweven. Zij wilde een kreet uiten, maar de stem begaf haar en het was haar alsof het bloed in hare aderen stolde. Badend in het zweet ontwaakte zij. Het was nog nacht. Zij durfde uit vrees, dien verschrikkelijken droom weder te droomen, niet meer gaan slapen en verzonk in diep .nadenken. Zij vroeg zich af, of zij dien droom niet als eene ernstige waarschuwing moest beschouwen en niet verder zou gaan met hare heillooze plannen. Het jonge meisje, dat volstrekt niet vroom was, dat niet eens bad, geloofde echter aan een soort Goddelijke openbaring, die haar ten deel was gevallen en gedurende verscheidene uren verkeerde zij in eene buitengewoon zenuwachtige opwinding. Zij had geen wil, geen energie meer en was bereid zich door iedereen te laten leiden. Ware Therese in dit oogenblik tot haar gekomen, dan zou zij alles bereikt hebben wat zij wilde. Maar Therese kwam niet en toen de duisternis week en het licht van den dag doorbrak, week ook Lydia's vrees. Zij schaamde zich over hare zwakheid en maakte zich

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2