NIEU WEDIEPER= COURANT.
HELDERSCHE-
M. 51.
Vrijdag 28 April 1893.
Jaargang 51.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
GRUIDClFECEirtiL.
Kanaalweg 84, Helder.
Restaurant op alle uren van deu dag.
5 BILLARDS,
VERGADERZALEN, etc., etc.
JOSS
HOLLAHD,
Geïllustreerd Weekblad
VOOR
JONGELUI.
fl.26 |ier kwartaal.
Bij alle
chandelaren
verkrijgbaar.
EN
Het boeiendste en goed-
koopste jongensboek is
De
VISSCHERU,
Zoclwatervl»»cherlJ.
VUchteeH, Vltchbersl-
dlng en Vlsclihamiel
(1.25 per knartaai.
B« alle
boalrhandelnran
verkrijgbaar.
KONING8THAAT 21.
BOMNE CHAPSSDRE
P EOIAAL ASBIS VOOB
■C 110 RN EN N AAK MAAT.
A. Adriaanse.
Het Vnderlamlt ghetronwe
Blij ick tot in den doot.
WilhelMutlied.
Donderdag ea izatordag;.
VorsoUljat leaaren Olaadag,
Abonnementsprijs per S
Prfja der Advertentiën:
Voor de conrant binnen de gemeeente
f 0.70. met Jong Holland 1.20
REDACTEUR-UITGEVER
p naar de overige plaatsen van Nederland
p s p alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indië en Amerika).
p p p p Zuid-Afrika
0.90,
1.40
J. H. VAN BALEN.
\ran 15 reitels 50 cents, elke regel meer 10 cent. - Bij abonnement, naar gelang ven de
hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager.
Advertentiën voor liefdadige doeleindenP" re^®1
Dienstaanbiedingen voor den werkenden etend
1.75,
2-50,
2.60
4.—
Molenplein.Helder.
De Advertentiën kunnen overal worden geplaatst tusschen den tekst.
De Atjeh-blokkade.
II.
Wij hebben in ons vorig nummer eenige
bladen afgedrukt uit de brochure„De
Atjeh-Blokkade mislukt", van den heer E.
Kempe, gewezen commandant van een der
schepen* bij de Atjeh-blokkade, eene bro-
chure, die wij iedereen ter lezing aanbe-
velen, en waarin de schrijver de totale
mislukking dier blokkade aantoont, tenge-
volge van gemis aan beleid.
Het is treurig, zooiets te moeten vermei- I
den, te treuriger, daar in de geschiedenis
van den Atjeh-oorlog dit niet het eenige
treurige leit is van slecht beleid en het te
vreezen is dat het helaas ook niet het
laatste zal zijn.
Het doel met de blokkade beoogd is
het toonen onzer macht als meesteresse ter
zee en de onderwerping der Kerna!a-partij,
anders gezegddie van geheel Atjeh,
door het dom ontstaan van gebrekook in
de binnenlanden.
De schrijver constateert nu, dat in elk
geval liet doel na mevr dan drie jaren van
verbazende inspanningen nog daargelaten
de kosten, in geenen deele is bereikt ja,
volgens den Minister zei ven, is voorbijge
streefd, doordat de blokkade verbittering
opwekte in plaats van onderwerping, en
zij de sultanspartij versterkte.
Dat de blokkade is geweesteen schijn
en ondeugdelijke blokkade eensdeels door
dien de Oostkust niet was gesloten en er
invoer op groolen schaal voor den vijand plaats
had, ook van wapenen en oorlogstuig, anders-
deels doordat de in- en uitvoer te Edi
niet behoorlijk werden gecontroleerdwelke
beide zaken noodig en mogelijk waren
geweest, en hetgeen door de regeering met
geen enkel deugdelijk argument kon worden
bestreden.
Dat het gewichtige Telok Semawé, ter
elfder ure helaasdoor ons is verlaten,
terwijl het nu blijkt dat het onmisbaar is voor
de Atjeh-politiek, waarom het dan ook
weder bezet is geworden en datdegeheele
blokkade eigenlijk van het begin af ver
keerd is geweest, want dat reeds de beslis
sing van den Gouverneur-Generaal van
Rees die blokkade verstond tegenover
den drang naar en gedeeltelijk ook uit
voering van een toenmalige scheepvaartre
geling blijkens de ervaring al verkeerd
heeft gewerkt.
En alzoo, zegt de schr., is het zonne
klaar, dat het mislukken der blokkade niet
aan eenig fatum moet worden toegeschreven
gelijk de Oud-Commandant der Zee
macht in Ned. Indië Ten Bosch in zijn
„Sluiting der Atjehsche kust" verkondigt
maar dat er gemis aan Beleid heeft voor
gezeten, van welk laatste wij dien Oud-
Commandant der Zeemacht geen grief
willen maken, wanneer het te eeniger tijd
blijken mocht, dat zijn voorstellen reeds
schipbreuk leden op net vaste, doch door
de ervaring bewezen weinig goede inzicht
in deze, van den Gouverneur-Generaal van
Nederlandsch-Indie.
Na jaren en jaren tobbens, na al de
moeite, kosten, inspanning en ervaring van
16 jaren, na al die vruchteloos ten toon
gespreide kennis en dat beleid van op
volgende Ministers van Koloniën, Gouver
neurs-Generaal en van het Binnenlandsch
Bestuur van Ned. Indië, van Commandanten
van Land- en Zeemacht, Gouverneurs en
Militaire Commandanten van Atjeh en
onderhoorigheden bracht Nederland,
superieur in kennis, beschaving en oorlogs
toerusting boven den woesten, verraderlij
ken, barbaarschen, onbeschaafder. Atjeher,
de Atjeh-verwikkelingen meer achteruit dan
vooruit, omdat men een maatregel, waar
van alles verwacht werd, tegen den vijand
organiseerde, en handhaafde gedurende drie
jaar, op zulke wijze, dat er van getuigd
moet worden door een oud Comm. der
Zeemachtdat hij gewerkt heeft als
de bewaking van een huis aan de voordeur,
terwijl de achterdeur wordt opengelaten, (bro
chure Ten Bosch bl. 39).
Na de geheele geschiedenis van de
rampzalige blokkade te hebben medege
deeld, na de schetsen uit het leven op de
blokkade-schepen, voor een klein deel in
ons vorig nummer medegedeeld, diezoo'n
duidelijk beeld geven van de moreele
uitwerking van die blokkade op de be
manning en na te hebben aangegeven hoe
naar schrijvers meening de blokkade had
dienen te geschieden, besluit de heer Kempe
met het verslag van een denkbeeldige
kamerzitting, waarin door zeker lid de
Atjeh-blokkade wordt behandeld op vol
strekt niet malsche wijze. Wij ontleenen
daaraan nog het volgende
„Er is op een onverantwoordelijke wijze
met het prestige en de oorlogsmiddelen van
Nederland gespeeld (De Voorzitter neemt den
hamer ter hand). Want er is een blokkade
georganiseerd en drie jaar volgehouden, op j
zoo'n krummelige en weinig beleidvolle manier, 1
dat het naar niets leeken daardoor is j
dus het beoogde doel, hoe of daarmede ook
door de betrokken Ministers gegoocheld
mag worden (De Voorzitter klopt met den
hamer in de hand), volstrekt niet bereikt,
ja, onze onmacht is getoond, om zulk een
maatregel tot een goed einde te brengen.
Natuurlijk, want groote resultaten worden
niet door kleine of halve middelen verkre
gen dat is nu eenmaal niet anders
„Ook aan de Atjehers is die onmacht
getoond, want welk een indruk moeten
deze gekregen hebben, van eene meesteresse
ter zee, die in drie jaren niet bij machte
was om den invoer van groote hoeveel
heden contrabande (ook kruit en oorlogs
tuig) te beletter.
„Een maatregel is onder den tegenwoor-
digen Gouverneur-Generaal begonnen en
geëindigd, die aan iedereen en aan iedere
Mogendheid, die zich de moeite geeft op
or.s Land te letten, den indruk moet geven,
dat we eigenlijk stumperds zijn in het
oorlogvoeren. De wijze waarop dat nu ge
durende 3 jaar gedaan is, wordt dan ook
door den adviseur van hem, die Gouver
neur-Generaal was, toen de blokkade werd
georganiseerd, vergeleken bij de bewaking
van een huis alleen aan den voorkant, bij een
Kamperstreek dus! Wat een verschil bij
de heldendaden van een Koen of den tocht
van De Ruyter naar Chattam
(De Voorzitter klopt met den hamer).
„Ik roep den spreker tot de orde."
„En nochtans is dat alles niemands
schuld De Oud-Commandant der zeemacht
zegt het. Van den tegenwoordigen Minister
en zijn voorgangers niet, van den Gouver
neur-Generaal en zijn adviseur niet, van
geenerlei Autoriteiten dus, van niemand!"
„Wij zouden de mislukking van de
Atjeh-blokkade maar beschouwen als een
zaak die van zelve spreekt, als een gevolg
van het fatum
„Neen, dat gaat niet aan. Ik zie wel
een fatum, maar dat is het goedkeuren van
een 'staatsbeleid, dat ons naar den afgrond
zal voeren, wanneer daar niet bij tijds voor
gewaakt wordt. Afgekeurd moeten hande
lingen worden, tan toien ookdie afkeuring
verdienen Betreuren, dat eenig beleid niet
goed is geweest, klagen over een fatum,
geschokt zijn in het vertrouwen, enz.
zijn altemaal veel te zwakke uitdrukkingen.
En ik vind hier wel degelijk een schuldige,
of liever 6én, die ter verantwoording dien
geroepen te worden.
„De Generaal Van der Heijden, die
schitterend succes had, zat bijna op den
bank der beschuldigden, en het beleid yan
dezen Gouverneur-Generaal, onder wiens
bestuur de blokkade mislukte, zou onaange
tast blijven
„Na deze toelichting behoef ik zeker niet
meer te zeggen wien ik bedoelVan
den tegenwoordigen Gouverneur-Generaal
ging de partieele blokkade uit in 88-89,
van hem de differente uitbreidingen, van
hem het niet tevens sluiten of ten minste
uitstekende contróle doen uitoefenen op
den in- en uitvoer ter Oostkust. Welnu,
ook aan hem de verantwoording tegenover
hef Nederlandsche volk der halfbakken'k
wil zeggen halve maatregelen, waardoor
114
quière//Gij komt niet onder hare gunstelingen, mijn
waarde.... Ik ook niet.... dat speelt alleen die geldzak
daar klaar Wilt ge een goeden raad van mij aannemen
Houdt u dan aan den echtgenoot."
Op dit oogenblik vroeg Lyclia achter haar waaier aan
den bankier„Zijt gij dus vandaag tevreden met de
beurs
A/Ja, en ik geloof dat gij het ook zult zijn, als ik u
zeg, dat gij vandaag tweemaal honderdduizend francs hebt
verdiend."
,/In zoo korten tijd
„Ja, in denzelfden tijd, die anderen noodig hebben ge
had om evenveel te verliezen.... maar uw man wint nog
meer dan gij."
Een lichte rimpel werd op Lydia's blank voorhoofd
zichtbaar en in hare oogen flikkerde het boosaardig, toen
zij zeidepik breng hem altijd op de hoogte van de
wenken, die gij mij geeft. Het is goed voor hem, dat gij
ons met uwen raad bijstaatals gij u echter toevallig
eens vergist...."
pik zal mij niet vergissen. Bedenk toch, dat het u
betreft, uwe weelde, uw wel, uw geluk.... en dat alles
gaat mij nu aan het hart.... Als ge wist...."
Hij werd zeer rood en braent de laatste woorden nog
slechts stamelend uit. Zij echter viel hem droog in de
rede
pPraat toch geen onzin, Bernheimer.'
En zij keek hem half sarcastisch, half verachtelijk in
het gezicht en stond toen op. Terwijl zij hem voorbijging
en hij haar in gedrukte stemming volgde, zeide zij tot de
Raquière //Nu is het uw beurt, markies ik wil dansen."
En toen de Raquière haar stralend van geluk den arm
bood, voegde zij met een lachje aan Bernheimer toepik
laat u aan mijn man over hoort elkander maar."
De bankier vertrok zijn gelaat tot een grimas, maar de
jonge vrouw trad reeds over den drmepel der groote zaal.
Ploërné had zich instinctmatig ter zijde geplaatst en keek,
tegen de deurpost geleund, de draaiende paren na. De
bankier nam den droomer met eene minachtende blik op
en volgde de gravin. Raimond scheen zeer opmerkzaam
111
onder opnam.
„Dat vrees ik ook, markies," antwoordde de journalist
met een nauw merkbaar lachje. ,/Maar wanneer gij hadt
moeten uitstaan, wat ik achter den rug heb, dan zoudt
gij het leven minder gemoedelijk opnemen en minder ver
stomd zijn over mijne beschouwingen daarover. Gij spreekt
van het standpunt van een geldaristokraat, die slechts denkt
aan de middelen, waarop hij zijn geld het best kan uit
geven. Ik echter spreek als een soldaat uit het leger
der ontevredenen, die eindelijk het uur der overwinning
en de verdeeling van den buit ziet aanbreken."
„En gij gelooft, dat die geschiedenis met het pComptoir
Fran9ais" succès zal hebben?"
pJa, een onmisbaar succès. In ieder geval blijft het
zoolang bestaan, dat zij, die er de oprichters van zijn,
hunne schaapjes op het droge hebben en zich met geluk
uit de zaak kunnen terugtrekken, waarna de domkoppen
omhangen worden met de waardeloos geworden actiën."
pEn wie zijn die domkoppen?"
pDe leden der maatschappij."
pZoo, dus mijne bloedverwanten, vrienden en kennissen
pNu, nu, schreeuw om Godswil maar niet. Ter hulp,
zij verworgen mijne broeders viel Bricolier hein lachend
in de rede. pNeem liever mijn raad aan en.... Maar het
is toch dom van mij, om u tot zwijgen te raden, want
wanneer gij, wat ik gezegd heb, in de wereld gingt rond
bazuinen, zou men u toch niet geloovenmen zou niet
eens naar u luisteren. De actiën zijn heden tot honderd
francs gestegenmorgen zal het evenzoo zijn en de vol
gende dagen ook, zoolang tot de heele geschiedenis uit
is Wanneer gij de aandeelhouders aanraadde hunne aan-
deelen te verkoopen, zouden zij slechts van u denken,
dat gij hun een verrpogen misguntDe geldwoede is
die lieden nu eenmaal in het hoofd geslagen.'
pNu, ten 'slotte komt alles nog goed terecht," meende
Raquière."
pHet toeval is soms zoo vreemd 1" merkte de journalist
ironisch aan.
Maar de markies hoorde hem niet meer. Zijne blikken
hingen als geketend aan de deur.
de blokkade geen effect sorteerde, ja, haar
doel voorbij streefde, en verbittering in het
leven riep, terwijl er op onderwerping ge
rekend werd.
„Heeft men bijv. uit vrees om de han
delaren van de Straits tegen zich te krijgen,
de Oostkust niet kunnen blokkeeren en te
Edi maar Gods water over Gods akker
moeten laten loopen waarom, ik herhaal
het, de blokkade dan begonnenen met
haar de verschrikkingen het beletten van
allen strandhandel en de vischvangst, waar
door de Atjeher geplaagd, maar niet onder
worpen werd.
„Ik kom nu aan het einde. Het is reeds
voor jaren gezegd Nederland wordt min
der geregeerd dan geadministreerd. En de
regeering Wel, ze wordt gecritiseerd, maar
zoo parlementair en zoo fatsoenlijk, dat
wanneer ik nu bijv. zeg, dal het een
schande voor Nederland is, dat er door een
Oud-Commandant der Zeemacht moet
worden getuigd, dat schuldelooze en be
kwame Autoriteiten een blokkade hebben
georganiseerd en gehandhaafd, die 3 jaar
lang werkte als de bewaking van een huis
aan de voordeur, tericjt mm de achterdeur
openlaat,11 en waardoor dus de uitkomst is
geworden Nu neen, nóg ^minder
Negatief heeft gewerkt, (l)e Voorzitter
klopt met den hamer) „dan ben ik
zeker tot de orde geroepen te worden.
(Gebrom.)
1 „Wij hebben allen gehoord van het
1 Panama-schandaal (rumoer eenige leden
staan op).
„Laten wij billijk wezen, en, de handen
in eigen boezem stekende, spreken van
een Atieh-schandual als die driejarige vruch-
telooze, ja, onschadelijke blokkade.
„De Oud-Commandant der Zeemacht
Ten Bosch heeft in zijn brochure gezegd,
dat hem geen klachten van de Marine
bij de blokkade ter oore waren ge
komen. Maar dan ;s hij minder
goed op de hoogteEn ik heb gehoord,
dat men op 's Lands Vloot meer
sympathie kreeg voor den zich kranig ver-
dedigenden Atjeher (die evenzoo doet als
i wij dat deden in den Sojarigen krijg tegen
Spanje, nl. volhouden ter verkrijging der
der vrijheid) dan Yoor de halve maatrege-
l len van Autoriteiten, die er geen schuld
aan hebben (Heftig rumoer
De Voorzitter: „Ik ontneem den afge-
vaardigde het woord."
,,I)e Historie zal ons richten Met
deze woorden verlaat de spreker de zaai.
j Wij schreven, aldus eindigt de heer
K. zijne brochure, deze bladen om een
poging te doen, opmerkzaam te maken op
het gevaar, dat Nederland loopt naar onze
overtuiging. Wij schreven in het belang der
groote zaak, die ieder Nederlander moet
voorstaan
Nederlands onafhankelijkheid
Want die achten wij door het weinige
beleid, dat in den treurigen Atjeh-oorlog voor
zat, indirect ten ernstigste bedreigd.
Europa ziet, dat wij na jaren en jaren
tobbens niet bij machte zijn, iets verder te
komen in den krijg tegen den Inlander;
wij, die meer dan twee eeuwen in Insulinde
heerschten wij, de tweede koloniale
mogendheid der wereld
Welken indruk moet dit geven Hoe
moet ons prestige niet gedaald zijn wan
neer daarbij vergeleken wordt het prachtig
succes van een Generaal Dodds in het
verschroeide en woeste Dahomey Welk
een glorie voor een Natie, waarop wij, als
brave Nederlanders, nu wel niet met ver
achting neerzien, maar waaraan dan toch
met een Heere, ik dank U, dat ik niet
ben gelijk deze" gedacht wordt.
Wal zou Nederland wel zeggen, wanneer
een andere Koloniale Mogendheid zulk
een lijdensgeschiedenis had aan te wijzen,
als wij met Atjeh „Dat de stakkert
maar liever thuis moest blijven, niet waar
Dat de stumpert wel wilde, maarniet
kon
Zal de scheepvaartregeling dien indruk
kunnen wegnemen Zal Nederland met