NIEUWEDIEPER COURANT. HELDERSCHE- M. 60. Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. Premiën. ttet uitroomen der Melk, Zondig 21 Mei 1893. EN Jaargang 51. J. H. VAN BALEN. De Veefokker. De kerkschildering Het Vaderlandt ghetrouwe Blijf iok tot in den doot. Wilhelmuslied. „En desesperceri Dimmer I" Jan Pieterz. Coen. Versoüljnt lederen Dinsdag, Donderdag en Zatordna. Abonncraentaprija per 3 maanden: Voor de conrant binnen de gemeeentef 0.70, met Jong Holland/ 1.20 j naar de overige plaatsen van Nederland 0.90, 1.40 sbb alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Ooit-Indië en Amerika). 1.75, 2.60 i B Znid-Afrika2.50, 4.— Molenplein.Helder. Prqa der AdvertentiëB: Van 15 regela 50 cents, elke regel mear 10 cent. Bij abonnement, naar gelang van de hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Advertentiën voor liefdadige doeleindenper regel 5 Ct, Dienstaanbiedingen voor den werkenden standi De Advertentiën kunnen overal worden geplaatst tusschen den tekst. Voor de abonnés van ons blad zijn, tegen veel verminderde prijzen, ver krijgbaar de volgende werken Aanteekeningen van den fokker omtrent zijn melkvee, door H. B. Hylkema Directeur der Leeuwarder Melkinrichting. Prijs 40 cent, franco 50 cent. door 77. B. Hylkema Directeur der Leeuwarder Melkinrichting. Prijs 20 cent, franco 25 cent. Het Geheim van den Toovenaar, door André Laurie. Prijs 50 cent, franco 60 cent. Het bedrag kan per postwissel worden overgemaakt. Bestellingen, die niet vergezeld gaan van het bedrag, worden niet uitgevoerd. NOGMAALS de „VAN SPEYK". Men weet, dat een der Amerikaansche bladen onlangs zeer uit de hoogte en minachtend over de „Van Speyk" sprak. Het doet ons daarom goed te kunnen vermelden, hoe kranig ons //verouderd type" en onze officieren en matrozen, waaraan, volgens dat blad, ook al //niets bijzonders" was, zich bij de revue ge houden hebben. Beter dan de moderne vaartuigen. De „Zw. Ct.* ontving nl. van haar correspondent een Amerikaansch blad, waaruit zij het volgende overnam: Niet alle vaartuigen konden in de voorgeschreven rij hun plaats behouden. De Brazilianen zakten af. En de admiraal Gherardie, die aan boord van het vlaggcschip de „Phila- delphia" de revue kommandeerde, zond bericht aan den kommandant van de Duitsche //Keizerin Augusta", die op het onze volgde, dat hij met zijne drie schepen de //Van Speyk" mocht pas- seeren, als deze niet in staat was in de rij te blijven. //Maar hetgeen volgde bewees, dat de Hollander best in staat was voor zichzelf te zorgen. Met zijn vaartuig van hout en ijzer en verouderde con structie wist de kommandant Arriëns steeds op één lijn met de //Keizerin Augusta" te blijven, terwijl hij den voorgeschreven afstand van de „Con- cordia", die zich vdér hem bevond, bleef onderhouden. Geen enkele maal behoefden de Dnitschers, die zich achter hem bevonden, hunnen tocht te ver tragen. Toen de dag ten einde spoedde en de wind naar het zuiden omsloeg, heesch de kommandant het zeil en met behulp van stoom en zeil gelukte het hem, toen bij het invallen van de duis ternis de volgorde niet langer behoefde gehandhaafd te worden, om naast de schepen, die de leiding hadden, te komen. En zoodra het begon te sche meren, bleek het dat de Hollander al de anderen had achtergelaten. Van de brug der //Philadelphia" kon hij worden waargenomen, met zijn rood-wit-blauwe Nederlandsche kleuren de schepen in de achterhoede zijn groet toewapperende. 't Was kranig van den Hollander, die allen den loef afstak en te wiens eer het eerste schot van Fort Monroe, het punt van aankomst, werd gelost. Hij had getoond dat hij best voor zichzelf kon zorgen." De correspondent voegt aan zijn schrijven het volgende toe „All right als oud-gast van de Koninklijke Nederlandsche marine deed het mij zoo innig veel pleizier, in een Amerikaansch blad te lezen, dat onze i flinke kommandant Arriëns een pluim krijgt van de pedante Yankees, die al tijd met een soort minachting spreken over „the Dutchmen." Zooals u ziet, ze moesten hier toch bekennen, dat z/he know how to take care of himself." Bravo! voor onze marine. „Ik heb het navolgende boevenstuk uitgehaald „Ofschoon ik het artikel zeer wel begreep en vertalen kon, ben ik met heel onnoozel gezicht bij verscheiden Amerikanen, die ik hier ken, gegaan en heb hen verzocht mij dat stukje eens te willen uitleggen, omdat ik het niet goed begreep. Nadat ze 't me zooge naamd hadden „explained," boorde ik meestal „Your navy is all right!" Ik behoef u niet te zeggen, dat ik iederen keer tintelde van inwendig pleizier. Ik hoop niet dat ge mij om dit schelmstuk minder zult achtenmen hoort zijn natie zoo graag prijzen, vooral als men in den vreemde is." Bedrijfsbelasting. Op de Bedrijfsbelasting zijn door de rapporteurs der Tweede Kamer ver schillende amendementen voorgesteld: 1. om door toevoeging in art. 3 van eenige woorden te doen uitkomen, dat het bedrag van de winst of belooning, in art. 3 bedoeld, reeds het resultaat is van eene berekening, en om te voor komen, dat dezelfde uitgaven en kosten twee malen in mindering van de winst worden gebracht; 2. om toe te laten vermindering der winst of belooningen met premiën voor levensverzekeringen, voor pensioen of voor lijfrenten tot hoogstens 5 pet. der belastbare inkomsten en tot een maxi mum van f100 3. op art. 5, om eene andere formu leering vast te stellen voor den aftrek van de uitdeelingen van naaml. ven nootschappen en andere vereenigingen terzake van het bezit van aandeelen op naam in andere zoodanige vennoot schappen 4. om in artt. 5 en 6 geen aftrek toe te staan voor rente van in het be drijf aangewend eigen kapitaal, door stichtingen en in het buitenland ge- vestigden 150 //Anders nietsGe hebt goed praten //Ja, goed pratenIk zou gaarne mijn halve vermogen weggeven voor de zekerheid, dat mijne verdenking onge grond is." „De helft van uw vermogen? Heb ik daar iets mee te maken vroeg Lydia lachend, niettegenstaande zij niet op haar gemak was. „Ben ik misschien eenigszir.s in staat, dien twijfel te helpen opheffen „Niet eenigszins, maar ge kunt het geheel en al doen „Dat is ten minste duidelijk. Wat is er aan de hand?" „Wat er aan de hand is? Wat had gij ongeveer een uur geleden in de Rue Lubeck te zoeken Bernheimer had zeer zacht en met een duister gelaat gesprokenLydia zag hem echter met een helderen, on- schuldigen blik in de oogen, zonder de minste ontroering of schrik te laten blijken en zeide„Rue Lubeck Hoe komt ge zoo op de Rue Lubeck „Durft ge dan beweren, nooit daar geweest te zijn vroeg de bankier verward. „Nooit, mijn waarde," antwoordde zij kalm. Hij beschouwde haar oplettend. Als geboren Parijze- naar verstond hij zich zeer goed op het liegen, dat hij in alle gedaanten had leeren kennen en was daardoor niet ge makkelijk te misleiden. „Of ik heb mij vergist, bf zij bezit eene sluwheid, die ik nooit in haar vermoed heb," dacht hij en luid voegde hij er bij „Zijt ge van daag bij het invallen der duisternis niet uit een hoekhuis van de Rue Lubeck gekomen //Neen, beste Sam. Wat zou ik daar hebben moeten doen „Aalmoezen geven," zeide hij kort en ruw. „Ik heb wel iets dergelijks gedaan," antwoordde zij, zonder zich van haar stuk te laten brengen „ik heb na melijk den geheelen namiddag doorgebracht in een ver gadering der „Verccniging voor arme moeders." „Zoo zeide de bankier op gerekten toon. En plotseling schoot het hem door het hoofd, dat hij dë presidente dier vereeniging, vorstin Stollberg; zeer goed kende. Hij wist, dat hij deze voorname dame 147 wachten. Hij kon zich dan overtuigen of zij werkelijk uit was en of haar toilet beantwoordde aan dat van de dame in de Rue Lubeck. Hij beval den koetsier dus naar de Rue Rembrendt te rijden. Het huurrijtuig kon hij nog altijd voor zich zien, gaande in de richting van de Champs- Elyseés en eerst bij den Arc-de-Triumphe verloor hij het uit het oog. Terwijl hij in een hoek van het rijtuig gedoken zat, dacht hij na. Er was geen twijfel mogelijk dat die dame Lydia was en zij was daar bij haar minnaar, dat stond bij hem vast. Wat hem zoo zeker deed zijn van zijn zaak, daarop zou hij geen antwoord hebben kunnen geven, maar hij was desniettemin overtuigd dat zij het was. Bij deze gedachte schoof hij rusteloos heen en weer. En hij was nogal zoo gerust geweestWelk een sluw ding was zij toch om hem, den scherpzinnigen bewonderaar, zoo te hebben kunnen blinddoeken En de gedachte van de bedrogen minnaar te zijn bracht hem zoo in woede, dat hij zich luide bedreigingen en scheldwoorden liet ont vallen. Het rijtuig hield stil voor de deur der villa, Bernhei mer sprong vlug op het trottoir en trad binnen. In de vestibule ontmoette hij een bediende. „Is mevrouw de gravin tehuis?" vroeg de bankier. Hij kreeg ten antwoord, dat mevrouw de gravin uitge gaan was, doch tegen vijf uur terug verwacht werd. Of mijnheer soms wilde wachten? Samuel zou gaarne ge vraagd hebben, hoe laat Lydia het huis verlaten had, of zij per rijtuig gegaan wa3 en welk toilet zij aan had. Hij durfde er echter den bediende niet naar vragen was het maar een der kamermeisjes geweest! Vrouwen zijn door gaans mededeelzamer dan mannen. Zoo moest de bankier zich dus tevreden stellen met de mededeeling, dat Lydia uit was. Hij trad den salon binnen. Hier, in dit elegant vertrek, waar hij gewoon was haar te zien, waar alles van haar sprak, kon hij zich niet langer bedwingen en hij leed ondragelijke smart bij de gedachte, dat zij een ander toe behoorde. Rusteloos liep hij het vertrek op en neer en vloekte over de slechtheid der wereld en in het bijzonder over dien domkop van een echtgenoot, die zijne vrouw kalm in 5. om in art. 6 door duidelijker re dactie beter uit te drukken, dat de spoorwegondernemingen belastingplich tig zijn naar de helft der jaarlijksche bruto ontvangst per kilometer; 6. op art. 8, om van belasting vrij te stellen stichtingen, die slechts inwo- ning geven aan minvermogenden; 7. tot verhooging in art. 9 van het belastingbedrag, door buitenlandsche handelsreizigers verschuldigd, van f 12 tot f15 8. tot verduidelijking van art. 12 1 No. IV j 9. om in art. 21 2 de twee laatste zinsneden te doen vervallen 10. in art. 47 geen straf te bedreigen tegen de nietbeantwoording of niet duidelijke beantwoording der vragen, door de administratie te stellen ter be oordeeling van den aard en den omvang der bedrijven en beroepen; 11. in art. 54 het heffen van opcenten op de Bedrijfsbelasting te doen ver vallen, en 12. om bij den aanslag van het be lastingjaar 18941895 buiten aanmer king tc doen blijven de inkomsten wegens tijdelijke werkzaamheden. De heer Vrolik werkte niet mede tot de amendementen sub 1 en sub 112 en de heeren van Velzen en van Dedem niet tot het amendement sub 4. Daarentegen heeft de heer Vrolik op verschillende artikelen afzonderlijke amendementen voorgesteld, terwijl ein delijk de heer Levy als slotbepaling heeft voorgesteld: de vrijheid om, waar de belanghebbende het verkiezen mocht handel, beroep, nering of bedrijf uit te oefenen, wordt binnen de grenzen, door de wet gesteld, gewaarborgd. I te Warmenhuizen. Naar aanleiding van de oneenigheid welke sinds eenigen tijd is ontstaan over het restauveeren der kerkschilderingen te Warmenhuizen, schrijft S. G. F. in „de Telegraaf" een artikel, waaraan wij het volgende ontleenen: Voor een dorp, dat in 1514 slechts 244 huizen telde, is de kerk vrij groot en is dit naar evenredigheid der Prote stanten, die er reeds in 1575 een ge meente vormden, nog, al is er een deel van weggebroken, en een ander niet voor hun eeredienst in gebruik. Zij was oudtijds aan St. Ursula toegewijd en werd vermoedelijk gebouwd in de eeuw die aan de groote veranderingen in het kerkelijke voorafging. Eerst in j 1667 kregen de Roomschen hun bede- huis, dat in onzen tijd eene geheele vernieuwing ondergaan heeft. In haar vroeger tijdperk moet de destijds eenige kerk der parochie met ongewone gunsten van aanzienlijken bedeeld zijn geweest. Ongelijk aan die van andere dorpen, was zij voorzien van een gewelfd hinnendak, uit planken gevormd en aldus beschoten door een kostbaar timmerwerk daarvan, zoo het inderdaad geheel de kerk bedekte, is het gedeelte boven het koor nog in den toestand, dien de alles vernielende tijd en de woestheid van Geus en Span jaard hebben overgelaten en in stand gehouden. Dit plankwerk was beschil- derd door de kunstvaardige hand van I een der beroemdste zonen dier landstreek. Maar niemand uit het meer ontwikkelde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1