NIEUWEDIEPER COURANT.
HELDERSCHE-
M. 66.
Zondag 4 Juni 1893.
Jaargang 51
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
Premiën.
EN
J. H. VAN BALEN.
De Veefokker.
Het uitroomen der Melk,
De Referendaris.
T a m i a n g.
NEDERLAND.
Het Vaderlanilt ghetroawo
Blijf iok tot in den doot.
Wilhclmtulied.
■En detttpertert nimmer I"
Jan Pitten. Co en.
VersotHJnt lederen Olnsdas, Donderdag; ea Zaterdag;.
Abo
a n d e
t binnen de gemeeente0.70, met Jong Holland1.20
naar dc overige plaatsen van Nederland 0.90, w b t 1-40
alle landen, die in het postverdrag
zijn opgenomen (inbegrepen
Oost-Indiö en Amerika). 1.75, 2.60
Zuid-Afrika2.50, 4.—
Molenplein.Helder.
Prjj» der A d r t e n 11 i
Van 15 regels 50 cent», elke regel meer 10 cent. Bg abonnement,
hoeveelheid regelt, aanmerkelijk lager.
Advertentiën voor liefdadige doeleinden
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand
naar gelang van de
De Advertentiën kunnen overal worden geplaatst tnssclien den tekst.
Voor de abonnés van ons blacl zijn,
tegen veel verminderde prijzen, ver
krijgbaar de volgende werken
Aantcekeningcn van den fokker
omtrent zijn melkvee,
door
H. B. Hylkema
Directeur der Leeuwarder Melkinrichting.
Prijs 40 cent, franco 50 cent.
door
H. BHylkema,
Directeur der Leeuwarder Melkinrichting.
Prijs 20 cent, franco 25 cent.
Het Geheim
van den Toovenaar,
door
André Laurie.
Prijs 50 cent, franco 60 cent.
Oirspronielijte (Haaesahe) Roman,
door
J. STORM.
Prijs 50 cent, franco 60 cent.
Het bedrag kan per postwissel worden
overgemaakt. Bestellingen, die niet
vergezeld gaan van het bedrag, worden
niet uitgevoerd.
Een brief van een officier, die aan de
Tamiang-expeditie deelnam, vinden wij in
de „Arnh. Ct." opgenomen. Wij ontleenen
daaraan het volgende omtrent het gevecht
op 2 April
Dit is een dag geweest, zoo bloedig als
er na i876 maar één voorbeeld is geweest,
waarbij aan onzen kant zooveel dooden en
gewonden zijn gevallen. Dat voorbeeld is
geweest Kotta Toeangkoe in 1889. En
geen enkel voorbeeld, waarbij de vij
and zooveel verliezen leed.
Ik kan u dat alles niet vertellen en wil
alleen maar schrijven, wat ik daar heb
moeten doen.
Er lagen volgens spionnenberichten vier
zware bentings, door pl. m. 300 Atjehers
verdedigd. Ik was in het begin geheel
achteraan, maar langzamerhand kwam ik
meer voorwaarts, doordat er meer troepen
in de voorste linie kwamen. Voor de
bentings was een groot alang-alang-veld.
Die alang-alang groeide op een veld, waar
van de boomen gekapt waren, zoodat het
vol kuilen was en het marcheeren moeilijk
ging. Toen de voorste linie ongeveer 300
1 M. van de voorste bentings af was, werd
j ik ook met de sectie gecommandeerd daar
heen te gaan. Ik kwam er ook, vuurde
druk met de sectie, maar werd ook druk
beschoten. Nu was eene compagnie aange
wezen om de benting van den linkerkant
aan te vallen. Dit deed zij dan ook en
toen zij al aan het stormen was en op het
punt stond de linker benting te nemen,
j zag de kolonel, dat er van dien kant nog
op ons, die vóór de benting stonden, ge
vuurd werd. Hij begreep er niets van en
dacht, dat het eene gewone heg was, waar
achter een stuk of zes Atjehers op ons
vuurden. Toen kreeg ik den last om met
één groep (n man) die menschen daar te
verjagen. Ik naderde met die groep zoo
vlug mogelijk en zag, t'.en ik op ongeveer
25 a 30 M. er van af was, dat ik eene
volmaakte benting tegenover mij had,
waarin naar schatting een 40 a 60-tal At
jehers met hunne leelijke, van wraakzucht
gloeiende oogen, mij aankeken en allen
een scherp vuur afgaven. Een verschrikkelijk
oogenblik voor een commandant. Terug
gaan mocht ik niet, dat zou paniek geven
onder de geheele linie, want de raatrozen,
die een 150 M. meer rechts van mij ston
den en de rechter benting aanvielen, wan
kelden reeds, omdat hun commandant en
velen var. hen reeds verwond waren. Hulp
kon ik niet meer krijger., want er was
nog maar één groep tot dekking van den
kolonel. Ik besloot dus te blijven en een
scherp vuur af te geven, totdat de andere
troepen klaar waren en mij konden helpen.
Ik bleef er vuren, maar had de grootste
moeite om de menschen geknield te hou
den. Elk oogenblik gingen zij liggen om
zich te dekken voor het hevige vuur.
Maar het was ook vreeselijk voor die
arme inlandersdrie van hen werden ge-
wond en bleven daar tusschen hen in j
liggen kreunen. Daar op eens schrikte ik
op, bij het hooren dat er een geen patronen
meer had. De rest volgde spoedig in dat
geroep. Nu hadden zij nog twee pakjes in
de achtertasch. Ik gaf ze beurtelings die
pakjes en juist toer. ik dit gedaan had,
kwam de troep tot dekking van den ma
joor mij ter hulp. Deze was zoo opoffe
rend om het gevaar, dat zijn persoon liep, i
te stellen beneden het succes van de over
winning. Toen deze groep links van mij
was, maakte ik er gebruik van om te
stormen. Ik sprong de bamboedoerie-ver-
sperring in en was al dicht bij den wal,
toen ik merkte dat niemand mij volgde.
Op de vraag waarom zij niet volgden, was
het antwoord „Wij hebben geen patronen j
meerOf ik ze bad en smeekte en er
hen attent op maakte dat zij vlak bij den j
wal veiliger waren, zij bleven en vuurden
hun laatste patronen af op de koppen, die
boven den wal uitstaken. Gedurende dit
gesprek had ik de zes schoten van mijn
revolver afgevuurd op de menschen die op
mij schoten. Net bij het laatste schot dat
ik deed, zag ik iemand van de andere
groep, die van den linkerkant de benting
in wilde komen, op den wal. De Atjehers
vluchtten en mijne 7 soldaten volgden nu
ook. Zij hadden aan den rechterkant den
uitgang, maar die leelijke kerels vuurden
voordat zij de deur uitgingen, nog allen
hunne geweren in de gauwigheid op mij
af, daar ik het dichtst bij de deur stond.
In 2 passen was ik over den wal en daar
vonden wij nog twee gewonden die afge
maakt werden. Vier dooden, twee kanon
nen en 6 a 8 geweren met vele klewangs
vonden wij daarin.
Ik heb er van bewaard een donderbus
van den priester, die, toen ik op twee
meter van den wal stond, nog 4 a 5 scho
ten op mij gelost heeft. Hij viel door de
revolver, want hij had zich ten doode ge
wijd en vluchtte niet, hoewel hij gewond
was. Verder heb ik een klewang, die zij
mij in hun vlucht nog toegegooid hadden.
Ondertusschen hadden ze ook de benting
genomen die vlak achter de mijne was.
Daarin waren 27 doode Atjehers. In de
rechter benting waren er 31Uit de andere
zijn ze gevlucht. De overwinning kostte
ons 37 gewonden, waaronder een officier,
en zes dooden, waaronder een officier.
Dien nacht bleven wij in de bentings en
den volgenden dag werden zij geslecht.
Het was voor mij erg hard, niet het
eerst in de benting te zijn maar alleen,
zonder een schot op mijn revolver, was
gekkenwerk. Dezen keer is dus de Militaire
Willemsorde mij ontloopen. Ik was, toen
ik eenmaal in de benting was, zoo ver
baasd, niet geraakt te zijn, dat ik mijn
broek, jas en hoed nog nagezien heb of
daardoor misschien een schot was gegaan,
maar niet één.
174
vuur, waar hij dan, als ware zij eene koningin, vóórhaar
op zijne knieën viel. Deze kracht, gepaard met zooveel
deemoed, beviel Lv:lia en zij gevoelde zich volkomen be
vredigd, als zij zag, hoe zij dezen schoonen man zoo geheel
beheerschte en elke wenk van haar ingewilligd zag
zij gevoelde dat zij hem kon laten doen wat zij slechts
wi 1de en dat vervulde haar met vreugde.
Heden gevoelde Roquióre een weinig zorghet was de
eerste maal dat de jonge vrouw hem zoo onverwacht en
laat ontbood en in deze plotselinge oproeping zag hij ge
vaar. Den vorigen avond had hij in de opera geen gelegen
heid gevonden haar te spreken. Hij had echter wel opge
merkt, welke zonderlinge blikken zij op hem wierp. Bern-
heimers houding verontrustte hem ookde anders zoo
vriendelijke bankier begroette hem koel. Uit al deze kleine
voorvallen vormde Maurice een groot geheel en dacht
dat hij door het een of andere toeval gevaar liep.
Hij ging dus al vroeg naar de Rue Liibeck en trad omzich
tig het huis binnen, zonder te bemerken dat twee oogen
door een reet in een deur hem nauwkeurig gadesloegen.
Hij trad binnen en stak de gereed gelegde blokken hout
op den haard in brand; vervolgens zag hij bet vertrek eens
rond. Alles was in de beste orde. Frissche bloemen
prijkten in vazen op de tafel, waar ook bet theeservies
klaar gezet was. Radeloos en ongeduldig liep hij in de
stille kamer heen en weer en keek elke vijf minuten op
zijn horloge en was dan nog zeer verbaasd dat er niet meer
tijd verloopen was. Het werd drie uur en niemand ver
scheen eene naamlooze angst maakte zich van hem meester,
want Lvdia was steeds goed op tijd gekomen. Daar zij
nog maar altijd wegbleef, kon haar wel iets overkomen
zijn. Hij bleef te vergeefs luisteren, terwijl hij zich door
de stilte in huis beklemd gevoelde. Om half vier wierp
hij zich moede en vertwijfeld in een stoel en vroeg zich
vol vrees af, welke ernstige reden der jonge vrouw wel
hebben kon, om hare belofte niet 11a te komen. Had hij
vermoed, wat kort te voren nauwelijks vier schreden van
hem verwijderd gebeurd was, terwijl hij zijn kamer op en
neer liep, hij zou nog meer buiten zichzelven zijn geraakt.
Stipt vijf minuten voor drieën was de schoone gravin
171
/rik geloof dat ge daar goed aan doet."
Lvdia stiet haar echtgenoot met deze woorden tot op
den rand van den afgrond. Dat was de eerste overwinning
van hare zijde en haar plan wilde zij nu met razende
snelheid volbrengen. Ploerné zou door het verlies van zijn
vermogen moreel vernietigd en hij zou volkomen aan hare
genade overgeleverd zijn. Zij had verbintenissen aangegaan,
die hare belangen geheel van die van haar man scheidden
en Samuel zou met het geld van zijne aangebedene wel
zoo woekeren, dat zij binnenkort een kapitaal in handen
zou krijgen. En afgezien hiervan was Raimond toch niet
reeds haar slaaf met hart en ziel en zou hij haar niet op
hare wenken gehoorzamen Zijne ruïne kon dus voor
haar geen kwade gevolgen hebben, behalve dat hij door
vertwijfeling een einde aan zijn leven kon maken. Hem
eindelijk in haar macht te hebben, hem aan bare voeten
te zien, hem, die de oorzaak was van hare eerste smart
kreten, hem, die haar de eerste tranen had doen storten
Het oogenblik der zoete wraak naderde en met vreugde
kon zij verklaren, hare netten goed gespannen te hebben.
Zij stond op om heen te gaan, kuste baar moeder en
ging naar Raimond, om aan de ontbijttafel stil tegenover
hem te zitten, alsof er niets ter wereld tusschen hen beiden
bestond.
Toch had zij reeds in de vroegte Roquière in de rue
Liibeck besteld, maar hoe had Raimond achter het heldere
blanke voorhoofd zijner vrouw zooveel schandelijke plannen
kunnen vermoeden, hij, die stil zijn gang ging en evenzeer
aan de eerlijkheid van anderen, als aan die van zichzelf
geloofde? De schoone Creoolsche, die hem lachend aan
staarde, dacht bij zichzelve «Daar zit hij nu zonder vrees
en laat maar niet zich doen, wat mer, wil. Wat is hij
toch belachelijk. Ja, belachelijk ben je, mijn vriend, met
je eeuwigdurende kalmte. O, wat is hij toch belachelijk,
hoe belachelijk
Zij herhaalde dat woord telkens weer, alsof zij zichzelve
wijs wilde maken, dat hij zoo belachelijk was, maar het
gelukte haar niet.
Zij mocht hem beschouwen zooals zij wilde, maar geen
enkele keer verscheen hij haar in een belachelijk licht en
HELDER, 3 Juni.
Ofüciëele berichten
uit de «Staatscourant*.
De luit. ter zee 2de kl. L. Hamming
wordt met 10 dezer geplaatst aan boord
van Hr. Ms. stoomschip „De Ruyter."
Jl. Donderdagmorgen liep de eerste expres-
trein Hoek var, HollandDen Haag
Berlijn, in aansluiting met de Harwich-
stoomvaartlijn van Londen naar Nederland.
De trein werd geleid door de directie
der Holl. IJz. Spoorweg-Maatschappij en
eenige ingenieurs.
Door den nieuwen stoombootdienstis ook
voor de meeste Hollandsche steden een
aanmerkelijk versnelde verbinding met En
geland verkregen. Dit valt onmiddellijk
j in het oog bij het raadplegen der dienst
regeling. Ongetwijfeld zal het Engelsche
zoowel als het Noord-Duitsche en ook ons
I publiek van de nieuwe lijn een druk ge-
bruik maken.
i X. schrijft in het „Leidsch Dbl."
Promoveerde er verleden jaar een Chinees
aan een onzer academies, nu lees ik in de
couranten, dat weer twee Chineezen hier
komen studeeren.
Ik rrees, dat dit meer algemeen zal wor
den en dat er voortaan gedurig Chineezen
voor studie naar Holland zullen komen.
Als de Chineezen, zooals blijkbaar het
geval wordt, beginnen te begrijpen, dat het
in hun belang is om onder hun volk ook
de Europeesche wetenschap te doen beoe
fenen, dan belet niets hun, zooveel jonge
lingen op te leiden als ze maar willen.
Het ontbreekt hun daartoe noch aan
geld, noch aan verstand. Doet zich op
Java nu reeds het geval voor, dat massa's
van particuliere landen en de meeste suiker
fabrieken in Chineesche handen zijn, over
eenige jaren zal men het dan bijwonen,
I dat men overal in Indie Chineesche advo
caten, dokters en ingenieurs vindt, die
hunne Hollandsche confraters, die tegen
hen niet kunnen concurreeren, verdrijven.
Nu lijkt het mij hoogst onrechtvaardig
tegenover de Hollandsche jongelui, en
hoogst onstaatkundig tevens, om alle be
roepen, die door Hollanders op Java be
kleed kunnen worden, in handen 7an
Chineezen te brengen. Waar men in lan
den als de Vereenigde Staten van Noord-
Amerika en Australië allerlei wetten tegen
de Chineezen maakt, laten de Hollanders
hen in alles vrij, zoowel tot nadeel van
den inlander als van den Europeaan.
Naar mijn inzien moet de Regeering
niet toelaten, dat Chineezen hier studeeren,
en hun het bezoeken van gymnasium en
hoogere burgerschool in Indie verbieden.
Dc Voorzitter der Tweede Kamer
heeft medegedeeld, dat het eindverslag
over de kieswet-ontwerpen gereed is.
Later zal een voorstel worden gedaan om
de behandeling aan de orde te stellen. Als
zijn aanvankelijk voornemen gaf de heer
Gleichman te kennen, te zullen voorstellen,
het aan de orde te stellen na afloop van
de behandeling der bedrijlsbelastingen van
eenige kleine wetten en r.adat enkele dagen
rust zijn gehouden. Als datum noemde hij
Woensdag 12 Juli.
Dezer dagen bracht een gedeelte der
Zuiderzee-commissie een bezoek aan het
eiland Urk en vertoefde er eenige uren,
ten einde te onderzoeken, welken invloed
de droogmaking der Zuiderzee op de wel
vaart van Urk zal uitoefenen.
De Engelsch-Nederlandsche commissie
tot regeling van de grens op Nieuw-Guinea,
is met haren arbeid gereed gekomen. De
Fly-rivier zal nog bij het Engelsche gebied
behooren.
1