NIEUWEDIEPER COURANT. HELDERSCHE- M. 85. Woensdag 19 Juli 1893. Jaargang 51 Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. NEDERLAND. Het Va.lerlaadt yhetroawo BIgf iok tot in den doot. WHMmmliti. EN ,Eo drtctpercert nimmer 1" Jan Pialtrt. Coe». VersolUJut iedoreti Ooud.erd.aa? eu Zaterdag. Abo nttprij» p Voor de courant biunen de geraeeente 4 naar de overige plantten ttt t alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oott-Indië en Amerika). ttr t Znid-Afrika f 0.70. met Jong Holland 1.20 Nederland 0.90, 1-40 1.75, 2.50, Prü dar Adrartentia J. H. VAN BALEN. Mol en plein.Helder. Van 15 regel» 50 cent», alke regel meer 10 cent. I hoeveelheid regel», aanmerkelijk lag»r. Advertentièn voor liefdadige doeleinden Dienataanbiedingen voor den werkenden «tand abonnement, naar gelang van da De Advertentièn kunnen overal worden rjeplaatst tnsschen den tek.it. Kies-comité's en Candidaten voor den Raad. De heer F. H. DE GOEIJ, alhier, lieeft in de plaatselijke bladen onlangs zijne meening ten beste gegeven over de (zijns inziens) beste wijze van can- didaatstelling, nl. door middel van een kies-comité, dat voor elke verkiezing wordt samengesteld en na afloop daar van weder uiteengaat. Genoemde heer heeft echter ook goedgevonden de kies verenigingen te beschuldigen van nogal veel kwaad, te veel om er het zwijgen toe te doen. De heer DE GOEIJ wijt het slechte gehalte, de weinige eensgezindheid, de weinige werkzaamheid van onze raads leden aan de kiesverenigingen, //die mccNtal voortkomen uit eluh*. die achter de couliwtien werken." Wij zouden haast zeggen dat de heer DE GOEIJ nimmer lid eener kiesver- eeniging is geweest en nimmer heeft ondervonden op welke wijze de candi daten gesteld worden. Als men echter weet dat elk lid eener kiesvereniging het recht heeft candidaten voor te stellen, die aan te bevelen en te ver dedigen, dan kan men dit toch stellig niet bestempelen met „werken achter de coulUwen". Is een candidaat door A voorgesteld, dan heeft B het recht zijne bezwaren daartegen in te brengen en zoo komen voor- en tegenstanders aan het woord, terwijl ten slotte het aantal stemmen de keus tepaalt. Is dit achter de coulissen werken Er is ons niet bekend of er misschien verenigingen zijn die vooral diegenen candidaat stellen, zooals de heer DE GOEIJ het uitdrukt, die het meent aangenaam en gewild zijn, zonder te vragen wat zulke pri'Moncn In het bclanff der gemeente kunnen prcstcereii/ maar wij geven de ver zekering, dat dit bij u Burgerplicht» en Vooruitgang" nimmer gedaan wordt. Misschien wil de heer DE GOEIJ ter voorkoming van misverstand wel eens vertellen waar zulks dan geschiedt. Dat men wil weten, zelfs bij candi- deering voor den gemeenteraad, welke beginselen de candidaat heeft, zal toch niemand afkeuren. En dat godsdienstige richting een hinderpaal kan zijn, moge voor «omm ige verenigingen gelden, voor allen zeker niet. Dat is juist dezer dagen bewezen door //Vooruit gang,* die liberalen en vrijzinnigen, katholieken en anti-revolutionairen candidaat gesteld heeft. Kan de heer DE GOEIJ soms denken dat een kat holiek en een anti-rev. in den geest van „Vooruitgang" zullen werkzaam zijn? Zeker zal dat zeldzaam het geval zijn, maar de vereniging deed dat omdat zij het beginsel voorstaat, ook de minderheden hunnen vertegen woordiger te gunnen In den Baad. Om al die ingebeelde kwalen, welke de kiesverenigingen aankleven, roept de heer DE GOEIJ uit„weg met de kiesverenigingen Hij wil daarvoor stellen een kies-comité. Laten we eens zien aan welke voorwaarden dat comité moet voldoen. 1. Moet het een groslijst van candi daten opmaken waarop (let wel op het fraaie van de zaak ook moeten voor komen de leden die aftreden en niet bedankt hebben.' Dus of zij inden Raad tehuis behooren of niet, of zij daar iets presteeren of nietWerkelijk, daarmede zouden we dan toch al zeer weinig ge baat zijn. 2. Geen andere candidaten worden gekozen dan die bereid zijn elkander bij gewichtige voorstellen te steunen. Maar als men nu die gewichtige voor stellen (misschien juist om hun gewicht) volgens plicht en overtuiging niet steunen kan, moet men dan toch maar „ja" zeggen, ter wille van de goede verstandhouding in den Raad Het voorstel is zoo kwaad niet, als men er dan maar op let menschen te kiezen, die allen precies hetzelfde willen. 3. Candidaten zooveel mogelijk uit de verschillende partijen kiezen. Dat wordt reeds gedaan. De verdere conditiën, waaraan het comité moet voldoen, kunnen buiten be schouwing blijven, daar zij niets anders bevatten dan wat sinds lang gedaan wordt. Wij wensehen nu de vraag te stellen: Wat zou zoo'n kies-comité anders zijn dan ëene kiesvereeniging in het groot, waar de hartstochten der menschen, ge paard aan de talrijkheid van de een of andere partij, den doorslag zouden geven. Want men kan er verzekerd van zijn, dat het op zoo'n vergadering, uit zoo vele heterogene bestanddeelen samen gesteld, vrij wat onstuimiger zou toe gaan dan in de vergaderingen der kies- vereenigingen en hoogst waarschijnlijk zou daar nog minder gelet worden op eene evenredige vertegenwoordiging, waardoor ook de minderheden vertegen woordigd worden. De heer DE GOEIJ zoekt de reden van het bedanken van aftredende raads leden in „liet weinig bcnijileiiN- waardigc van het baantje" in den laatsten tijd en hij wenscht sterk eene veranderde en verbeterde verhouding in den Raad. Wij beamen dit laatste van ganscher harte. Niemand zal meer dan wij ver langen naar eene hetere samenstelling. Vooral onafhankelijke, ontwikkelde menschen hebben wij noodig. De vraag is echter hoe die te krijgen? Het is een zonderling verschijnsel, dat ditmaal zoovelen voor de eer be dankt hebben. De beweging begon met een paar aftredende leden, de heeren i KLIK en HOOGENBOSCHtoen volgden een paar candidaten door I Burgerplicht» gesteld. Hetzelfde on dervond Vooruitgang'Van meer dan een dozijn is het bekend, dat zij wei gerden eene candidatuur aan te nemen. En wij weten, dat nu reed» leden, die nog zitting hebben, verzekeren, dat zij bij het afloopen van hun mandaat niet meer in aanmerking wensehen te komen. Als men nu in aanmerking neemt, dat elke kiesvereeniging in de eerste plaats personen kiest, die zooveel mo gelijk onafhankelijk en ontwikkeld zijn, die invloed bezitten bij hunne plaatsge- nooten, die geacht en gezien zijn, kort om, dat men de besten bet eerst aan zoekt, dan begrijpt men dat er eene gewichtige reden moet zijn voor dat algemeen weigeren, voor die werksta king van adspiranten voor den Raad. De reden, door den heer DE GOEIJ gedacht, de somtijds minder goede ver standhouding van de leden onderling, kan o. i. de oorzaak niet zijn. Geen raadslid die zijne roeping begrijpt zou zich daardoor laten weerhouden zijn plicht te doen. Neen, daar moet eene andere reden zijn. Welke? Van meer dan eene zijde is ons dezer dagen verzekerd, dat die reden moet III. Met de stiptheid van iemand, die zeer naar huis ver langt, keerde Gerard van zijn uitstapje naar Konings bergen terug. Reeds lang voor iemand iets van het kleine stationsgebouw had kunnen bemerken, stond hij voor het geopende coupéraampje ongeduldig in de verte te kijken. Maar zijn voorhoofd werd bewolkt, toen de trein eindelijk het station binnenreed en hij daar de ledige jachtwagen van Groenheide zag staan en op het perron niemand dan de oude bekende figuur van zijn bediende. Dit was de eerste scheiding geweest in hun huwelijk en tocli had Edith'3 hart haar niet er toe gedreven hem aan het station af te halen. Als een hevige lichamelijke smart doorsneed hem dit de borst, maar toch schudde hij die onaangename gewaarwording van zich en het klonk, ondanks dat, bezorgd, toen hij vroeg „Hoe gaat het op Groenheide, Johan Allen hoop ik gezond en wel »0m u te dienen, mijnheer. Ik heb er tenminste niets van gehoord, dat er iemand ziek geworden is." „Goed, zeg dan tegen Lindner, dat hij de bruinen zoo snel laat loopen, alsof hij zijn meesterstuk van rijkunst moest laten zien. Ik heb heel veel trek naar een flink ontbijt." De bediende mompelde iets, alsof de waarheid van dit laatste hem niet boven bedenking scheen, maar de bood schap aan den koetsier moest hij toch goed hebben over gebracht, want de flinke Trakkeners gaven weldra een prachtige proef van hunne snelheid. Binnen weinig meer 23 kennen te geven, mevrouw.' „Heht gij het recht mij daarvan een verwijt te maken, mijnheer Burghardt Is het mijn schuld, dat de herin neringen aan eenige schoone dagen, die ik zoo gaarne als een schat bewaard had, nu voor altijd door een donkere schaduw verduisterd zijn. Het staat u waarlijk niet mooi, mij iets te verwijten, want ge hebt mij in dit oogenblik een smart veroorzaakt, die ik erger vind, dan menig leed dat ik ondervonden heb." De strenge toon harer stem was langzamerhand geweken voor eene uitdrukking van oprechte smart en het was waarschijnlijk dit, wat den schilder weder met nieuwe hoop vervulde. „Als dat de waarheid is, mevrouw Edith," zeide hij, een deemoedigen toon aanslaande, „dan zult ge mijne- straf niet zwaarder maken dan de misdaad verdient. Neem de harde straf, die mij voor altijd uit uwe nabijheid verbant, terug en geef mij de gelegenheid u te bewijzen, dat niets op aarde mij zoo heilig is, als uw geluk en de vrede van uw hart." Maar Edith von Rinkow schudde met ernst vastbesloten het hoofd. „Het is te laatNa hetgeen hier tusschen ons is gesproken, zou elk uur langer verwijl op Groenheide een misdaad zijn jegens mijn man. En welke voorstelling gij u ook van mijn huwelijk moogt maken, mijnheer Burg- hardt, dat ik nimmer de plichten zal vergeten, welke het mij oplegt, dat is iets wat ik zeker een man van eer niet zal behoeven te verzekeren De schilder klemde de tanden op elkander en met eene ironisch hoffelijke beweging trad hij terzijde, zoodat de weg gezocht worden in de afkeurenswaar dige wijze waarop in het hier ter plaatse verschijnend blaadje „Extra Tijding' de leden van den Raad worden „afge maakt" en hunne handelingen in een bespottelijk daglicht gesteld. Het stuit, zoo beweerde men, een vaak eenvoudig maar eerlijk en braaf burger tegen de borst, op die wijze zijne handelingen niet aan gezonde, eerlijke critiek, maar aan een alles afbrekende satire te zien blootgesteld, aan een soort van ver dachtmaking, die ieder rechtschapen mensch hindert en hem ten slotte zoo ver brengt dat hij liever zijn zetel in ruimt dan langer aan die vervolging te zijn blootgesteld. Het is mogelijk, dat men gelijk heeft en dat ae reden bij sommigen hierin is gelegen, ofschoon wij geluk kig ook mannen kennen, met een ge noeg onafhankelijk karakter, met te weinig vrees voor dergelijke aanvallen, om te willen aannemen dat allen door dezelfde oorzaak bewogen zijn te be danken. Maar indien het waar is, is het dan niet ontzettend laf, om die reden te bedanken Is bet niet beneden alle waardigheid, om zich aan zulke aar tijgingen en verdachtmakingen, die men met een schouderophalen moest beantwoorden, te storen, waar het geldt het belang der gemeente? Getuigt het van karakter, om zijn plaats te ruimen of een aangeboden zetel niet aan te nemen, omdat men nu en dan met slijk wordt geworpen De eer en het vertrouwen, dat een zon groot aantal medeburgers in hen stellen die afge vaardigd worden, moet een voldoenden prikkel zijn om, inet terzijdestelling van alle overwegingen, flink en manne lijk op zijn post pal te staan. Het is geen verdienste, pal te staan in tijden van vrede en rustige rust, maar wel in tijden van beroering en strijd. Laat smaad en laster gerust hare giftige pijlen op u afschieten, een man die zijn plicht doet volgens eer en geweten deert dat niet Laten wij hopen dat wij den wan kelmoedigen, den bevreesden een hart onder den riem hebben gestoken, opdat niet te eeniger tijd het oogenblik aan- breke, waarop er vacaturen in onzen Raad komen, die te vergeefsch op ver vulling wachten. Maar laten wij hier de verzekering geven dat wij vooralsnog een te goeden dunk hebben van de mannen, die in onze gemeente in aanmerking kunnen komen voor het lidmaatschap van den Raad, dan dat wij zouden gelooven, dat zij om een zoo bespottelijke reilen zouden weigeren eene candidatuur te aanvaarden Dat onze verwachtingen niet be schaamd mogen worden HELDER, 18 Juli. OfBciëele berichten uit de „Staat eoouraut'. De „St.-Ct." bevat de gewijzigde statuten der Vereeniging „De Streek", tot afzet van vroege aardappelen en andere land- en tuinbouwproducten, te Bovenkarspel. Blijkens bij het Dep. van Marine ont vangen bericht, is Hr. Ms. fregat „Tromp", onder bevel van den kapt. ter zee H. G. Hildebrandt, 16 dezer te Bahia (Brazilië) aangekomen. Aan boord van dien bodem was alles wel.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1