dan niet eene herziening der Grondwet voor
bereid
In dit geval zou men althans, o. a. door
andere inrichting der Eerste Kamer, waarbor
gen tegen misbruiken kunnen stellen.
Men het volk is gelukkig door algemeen
kiesrecht. Welnu, geeft het dan, maar niet
een, wat er op gelijkt en dat het toch niet is
Daarom hebben hij en eenige zijner staat
kundige vrienden een amendement ontworpen,
om het ontwerp zoo mogelijk voor hen
aannemelijk te maken. Dit amendement (spr.
legt er allen nadruk op) zal in de meest vriend
schappelijke gevoelens jegens de Regeering
worden ingediend.
De heer Van der Berch (moeielijk verstaan
baar) bestrijdt ook de strekking van het ont
werp, als inderdaad leidende tot algemeen
kiesrecht, waarvan men elders de treurige ge
volgen heeft gezien. Ook bestrijd hij de door
de Reg. voorgestelde kenteekenen.
De heer De Beaufort (Wijk-bij-Duurstedc)
bad overwegeude bezwaren tegen het ontwerp,
en deelde volkomen de bezwaren van grond-
wettigen aard, er tegen ingebracht. Het ken
merk van welstand achtte hij totaal onmogelijk.
Verder dan tot ,;den gezeten werkman" wilde
hij op dit oogenblik liet kiesrecht niet zien
uitgestrekt. Een groot bezwaar voor hem was,
dat, ook bij aanneming van deze ontwerpen,
de strijd aangaande de grondwettigheid zal
blijven bestaan. Hij achtte ze daarom onaan
nemelijk en hoopte toenadering van de zijde
der Regeering.
Zitting van Vrijdag 28 Juli.
Verveningen.
Aan de orde is het wetsontwerp, houdende
bepalingen omtrent overtreding van art. 1 van
het Kon. besluit van 17 Februari 1S19 (St.-
bl. no. 6). Het ontwerp wordt aangenomen
met 59 tegen 3 stemmen.
Aan de orde is daarna het ontwerp tot ver-
hoogiug van hoofdstuk V der Staatsbegrooting
voor 1892.
Na toelichting door den Min. van Binnenl.
Zaken wordt het wetsontwerp z. h. s. aange
nomen.
Kieswet-ontwerp.
De heer Kerdijk legt er den nadruk op, dat. hij
vooral hierom zeer uitgebreid kiesrechtwil,omdat
de nooden, belangen en behoeften van alle
kringen der maatschappij in de Vertegenwoor
diging moeten worden gekend. En dat is niet
anders dan door een kiesrecht, dat zoovele»
mogelijk omvat, te bereiken.
Niet weg te redeneeren is het feit, dat de
natie hare Vertegenwoordiging onvoldoende
vertrouwt.
Dat de Regeering den stroom der democra
tie, die naar ons land is gekomen, in goede
bedding wil leiden, verheugde spr. Daarom
kon hij haar in deze van gansoher harte steunen.
Men heeft gesproken van omkoop en en
knoeierij. Maar de vraag is nog niet uitgemaakt,
wie de meest schuldigen zijn de orakoopers
of de omgekochten. En waaraan ontleent men
het recht om het Nederlandsche volk dermate
te belcedigeo, zijne zedelijkheid eu goede trouw
aldus te wantrouwen
De heer de Beaufort verweet der Reg. incon
sequentie. Zij had algemeen kiesrecht moeten
geven.
Jawel, maar zulks een maatregel, met Grond
wetsherziening incluis, kost tijd, en alleen zij,
die geen bezwhar hebben om deze hervormin
gen nog geruimen tijd uit te stellen, kunnen
met zulk een gang van zaken vrede hebben.
En nu de grondwettige bezwaren. Was er
werkelijk strijd met de Grondwet, spr. zou
deze ontwerpen niet hebben gesteund. Maar
hij kan het in geen enkel opzicht toegeven.
Spr. is voorts van mcening, dat het aantal
bevoegden voor tal van jaren veel minder zal
blijken dan de Reg. meent. Doch ook al schatte
zij juist, dan zal slechts 74 a 80 pet. van
de mannelijke bevolking onder het kiesrecht
vallen.
Men mnke zich niet de illusie, dat als de
zaak mislukt, dit buiten de Kamer aan Grond-
wetsbezwarenzal worden toegeschreven? Neen,
men zal zeggen Men wenscht de zaak zelve
niet
De bezwaren van den lieer Rocil waren
vooral gericht tegen dcnlwelstands-eisc'i. Hoe
spr. echter de kenmerken van het regeerings- 1
ont werp met art. 80 vergelijkt, tot eenige. strij
digheid kan hij niet concludeercn. Niet slechts
hel kenmerk van niet bedeeld zijn wordt hier
gecischt voor den persoon, maar ook voor
diens vrouw en kinderen. Bovendien wordt
gevorderd inschrijving op het bevolkingsregis
ter.
Is spr. nu volkomen tevreden met dit ont
werp Neen, niet alle bepalingen van dit ont
werp bevredigen hem.
Zoo niet de uitsluiting der militairen beneden
den rnng van officier, de uren van opening
der stembus, enz. Voorts betreurde hij de uit
sluiting van de vrouw van het kiesrecht, en j
de algemeene uitsluiting van allen, die onder- j
stand genieten.
Mocht de voordracht te veel worden besnoeid,
dan zoudt het voor spr. de vraag zijn of hij er bij
de eindstemming wel zijn stem aan zal kunnen
geven.
Moclit de Regeering de nederlaag lijden
welnu, boven het Parlement staat de natie, j
Dc heer Mees sluit zich aan bij hetgeen
door den heer Roel 1 is gezegd. Het komt hem
voor, dat niet steeds in het oog wordt ge-
houden, dat er bezwaren zijn, die waarlijk
niet licht mogen worden geteld.
Wat het ontwerp aangaat, ook spr. had
gaarne gewenscht of een voor de Tweede Ka
mer alleen, óf een voor de Prov. Staten en
de Gemeenteraad samen.
Wanneer het ontwerp onveranderd blijft, dan
moet spr. verklaren, dat het voor hem onaan
nemelijk is. Eene oplossing is uoodig en wen-
schelijk. Wellicht zal men die kunnen vinden
in de richting, door den heer ltocll aangege
ven. Daarom zou men als categorieën van
kiezers kunnen nemen
1. hen, die eene zekere som in de eene of
andere belasting betalen
2. zij, die als gezinshoofd eene woning of
afzonderlijk gedeelte daarvan gedurende een
zekercu tijd hebben biwoond.
Daarbij moet de bepaling komen, dat waar
aanslag is, ook belasting zal moeten betaald
worden. Hij wilde den Min. vragen, het oor
niet te sluiten voor opbouwende critiek en
van de geheele Reg. om bij de oppositie tegen
het ont werp te overwegen of deze de kern van
het voorstel dan wel den vorm er van raakt.
De heer JE. Maekay, erkennende dat uit
breiding van het kiesrecht noodig is, verklaarde
dit ontwerp niet aannemelijk. De kenteekenen
van welstand, zoowel als van geschiktheid,
daarin opgenomen, missen z. i. eiken waarborg.
De Armenwet zal de rol gaan vervullen, tot
dusver door de belastingwet vervuld.
Spr. bepleitte het stelsel der „householders",
der geziushoofden en eischte ook bij eene zoo
danige uitbreiding, koogeren leeftijd dan het
ontwerp aangeeft. En waarborgen tegen mis
bruiken van velerlei aard moeten bij uitbrei
ding worden geschapen.
Spr. wilde met de Reg. meewerken, doch
wachtte dan ook van haar medewerking,
waar zij de groote verantwoordelijkheid
der indiening van dit ontwerp op zich
heeft geladeD.
De heer Salomon, gep. officier en oud
commandant van de Kruisberg (gevangenis
I voor jeugdige mannelijke veroordeelden)
i zendt ons eene brochure, getiteld „Het
Leger des Heils en de Gevangenis,"
waarin hij de aandacht vestigt op de
I wenschelijkheid om het Leger des Heils,
j dat reeds zooveel menschen, die vroeger
i een losbandig leven hebben geleid, tot
nuttige leden van de maatschappij heeft
bekeerd, toegang te verleenen tot onze
gevangenissen, om aldaar het reddingswerk
voort te zetten. De schrijver acht het zeker,
dat als dit werd toegestaan, de jaarlijksche
statistiek van het gevangeniswezen spoedig
op een veel geringer aantal recidivisten
zal hebben te wijzen.
Het komt ons voor, dat het denkbeeld
ernstige overweging verdient, maar de vraag
kwam bij ons opBestaat er in ons land
niet reeds eene vereeniging tot zedelijke
verbetering van gevangenen Wij meenen
van ja en daarom zou liet aanbeveling
verdienen, dat die vereeniging eens de
resultaten van hare pogingen bekend maak
te; dan bezat men een basis om naar te
oordeelen, tenzij men, zooals de schijver
schijnt te doen, van de meening uitgaat,
dat alleen het Leger des Heils dergelijke
menschen weet te redden.
Door de „Vrije Vrouwen vereeniging"
te Amsterdam is aan de Tweede Kamer
een adres verzonden, waarin zij aandringt
j op toekenning van het kiesrecht aan de
I vrouw. De onderteekenaressen, het bestuur
der Vereeniging vormende, eindigen haar
I adres aldus
I Zij richten dit verzoek tot u met volle
I kennis van artt. 8o, 126 en 143 der Ned.
Grondwet; doch het daarin voorkomend
„mannelijke" in dien zin opvattende, dat
daarmede wordt aangeduid een andere,
veel gebruikte uitdrukking voor ons „kloek"
en dal dus hier niet is bedoeld alleen
„mannen" het kiesrecht te geven, maar
allen „kloeken" ingezetenen, waaronder
voorzeker ook de door ons voorgestelde
vrouwen gerekend kunnen worden.
Zij worden in deze opvatting gesteund
door de uitlegging, steeds gegeven aan
artikelen zooals art. 885 B. W.
Als onwaardig om erfgenaam te zijn,
wordan beschouwd en als zoodanig van de
erfenis uitgesloten
1. Hij, die veroordeeld is, ter zake, dat
hij den overledene heeft omgebracht of
getracht heeft om te brengen, enz.
Of art. 599
Hij, die veroordeeld is, omdat hij den
erflater heelt omgebracht, enz., waarin het
„hij" steeds is uitgelegd in dien zin, dat
daarmede ook bedoeld werd\,zij", die, enz.
Naar het „Vad." verneemt, zal de
nieuwe Gouverneur-Generaal jhr. Van der
Wijck den 21 Sept. a. s. te Genua aan
boord van de „Prins Hendrik" gaan, om
daarmede de reis naar Batavia te doen.
Sinneniandsch nieuws
Helder. Het voorloopig Bestuur
der Floralia-Vereeniging alhier stelt zich
voor, in het begin van September in het
lokaal Tivoli eene bloemen-tentoonstelling
te houden en daaraan volksteesten te ver
binden. Deze laatste zullen bestaan in ma-
tinées, een concert en vuurwerk. Demede-
deeling hiervan moge velen ter aansporing
zijn, om zich alsnog als lid aan te melden,
waartoe de gelegenheid tot het einde dezer
maand (Augustus) openstaat. De ledenlijst
zal daarna worden gesloten, zoodat zij, die
de bloemententoonstelling en de daaraan
verbonden feestelijkheden wenschen bii te
wonen en verzuimd hebben zich als leden
aan te melden, niet kunnen profiteeren van
de voordeelen, die aan leden worden toe
gekend. De inteekenlijst circuleert en
ligt verder in 't lokaal „Tivoli" ter inzage.
Helder. De Timmerlieden-vereeniging
„Door eendracht welvaart" alhier, hield
jl. Zaterdagavond eene niet drukbezochte
openbare vergadering in het Casino-gebouw
van den heer M. P. Polak.
Nadat de vergadering met een woord
van welkom door den heer L. Roggeveen
was geopend, werd het woord gevoerd door
den timmermansgezel Verdorst, van Am
sterdam, die optrad met het onderwerp
„Werkeloosheid" of beter gezegd, zooals
de spreker zich nader verklaarde, „Maxi
mum arbeidstijd en minimum loon."
Spreker deelde mede dat deze vergade
ring was belegd geworden naar aanleiding
van het besluit der te Arnhem gehouden
algemeene vergadering van den Nederl.
Timmerliedenbond, om alom in den lande
maatregelen te nemen om de gevreesde
werkeloosheid in den aanstaanden winter
zooveel mogelijk te voorkomen en op 1
Augustus adressen te verzenden naar de
besturen van stad en land, met het verzoek
om daartoe zooveel mogelijk te willen
medewerken.
De spreker betreurde het, dat zoo wei
nigen ter vergadering waren opgekomen,
daar het, nu de handenarbeid gaandeweg
meer en meer wordt verdrongen door den
machinalen arbeid, noodzakelijk is dat de
betrokkenen de hoofden bij elkaar steken,
om te trachten verbetering in dien toestand
te brengen. Door verschillende woordvoer
ders der bourgeoisie worden wel middelen
aan de hand gedaan om werk te verschaffen,
maar deze middelen worden, als niet af
doende, niet door den werkman gewenscht
de kapitalisten en de werklieden staan in
deze inet hunne ideeCn tegenover elkaar.
De kapitalisten willen met hand en tand
het lijntje vasthouden, meer zoekendenaar
een middel tot kapitaalbelegging dan naar
vermindering der werkeloosheid. De werk
man verwacht alleen verbetering door ver
korting van den arbeidstijd, want wanneer
men, in weerwil van de vermeerderde pro
ductie door de machinerién, de duur van
den arbeidsdag Diet verandert, moet de
werkeloosheid steeds grooter afmetingen
aannemen. Reeds nu zijn die afmetingen
niet te peilen, omdat men de bakens niet
heeft verplaatst toen het getij verliep, en
daarom zijn nu reeds paardenmiddelen
noodig om verandering ten goede in den
toestand te brengen.
De middelen, die den laatsten tijd worden
aangewend, bepalen zich hoofdzakelijk tot
het richten van adressen aan patroons en
aan de besturen van stad en land, met het
verzoek een verkorten arbeidsdag in 't leven
te roepen. Ook de Mei-beweging, eenige
jaren geleden op touw gezet, werd door den
spreker een gelukkig denkbeeld genoemd.
Hij voor zich wenscht echter niet juist een
8-urigen arbeidsdag, waarvoor algemeen
propaganda wordt gemaakt, want 't kan
noodig blijken dat de duur van den arbeid
nog korten moet zijn om alle werklieden
aan werk te helpen. Wanneer er bij een
S-urigen werkdag nog arbeiders werkloos
zijn, dan moet de arbeid nog korter, 7, 6
uur of minder, duren.
De internationale beweging is goed geor
ganiseerd, maar wat doen wij in ons klein
landje? vroeg spr. Zeer weinig, althans te
weinig, want ofschoon de plaatselijke agita
tie, die men moest zoeken te bevorderen,
zeer nuttig is, zijn er nog te velen die het
laat-maar-waaien-systeem volgen. Nu een
paar jaar geleden werd in den Gemeenteraad
van Amsterdam door een paar leden het
voorstel gedaan tot opname van minimum
loon en maximum arbeidstijd in de bestek
ken der gemeentewerken, welk voorstel werd
ondersteund door 30 vakvereenigingen, die
zich daartoe met een adres tot den Raad
wendden. Het resultaat was dat eene Com-'
missie werd belast met het indienen van
ter zake dienende voorstellen en die Commis
sie, nu reeds zoolang aan den arbeid,
heeft nog niets van zich laten hooren. Naar
aanleiding hiervan betoogde spr. de nood
zakelijkheid van aan te wenden middelen
om te trachten meer invloed te krijgen in
de plaatselijke besturen. Spr. spoorde aan
om de thans aan de orde zijnde kieswet-
ontwcrp-Tak zooveel mogelijk te steunen
en daarvoor te agiteeren, want zoolang de
werklieden geen recht hebben om hun ver
tegenwoordigers te kiezen, zullen zij opge
scheept blijven met afgevaardigden, die
hunne belangen niet behartigen.
Na eene korte pauze trad de spreker in
vergelijkingen omtrent de arbeidstoestan
den in het buitenland en bij ons te lande
en toonde hij aan dat die in het buiten
land zooveel beter zijn als bij ons, hetwelk
hij daaraan toeschreef, dat de arbeiders in
Nederland niet voldoende georganiseerd
zijn.
Waarom vereenigt men zich ook hier
niet? vroeg spr. Alleenstaand kunnen wij
niets, maar vereenigd kunnen wij alles doen,
en nóch patroon nóch staatsregeering zal
dan in staat zijn onze macht tc fnuiken.
Er .op wijzende dat, bij de behandeling
der kieswet-ontwerpen in de Tweede Kamer,
enkele leden verklaarden het volk nog
niet rijp genoeg te achten om te kunnen
meekiczen, spoorde spr. aan het bolwerk
der onwetendheid in arbeiderskringen te
verbreken.
Met eene opwekking om, trots alle tegen
werking, voort te gaan op den ingeslagen
weg, die ten slotte tot de overwinning zal
voeren, om te blijven hameren op hetzelfde
aambeeld en moedig te blijven strijden
tegen de bestaande misstanden, besloot de
spreker zijne redevoering, die met applaus
werd begroet.
Nadat de spr. nog een paar vragen,
door aanwezigen gedaan, had beantwoord,
werd de vergadering met een woord van
dank aan den spreker en de opgekomen
belangstellenden door den heer Roggeveen
gesloten.
Helder. Statistiek der geboorten en
der sterfte naar den leeftijd en de oorzaken
van den dood over April 1893
Aantal inw. op 1 Jan.23709. Levend
geb. 61 levenl. aaug. 1 overl. (met inbe
grip der levenl. anng.) 35 aantal op 1000
inw. per jaar 17.96. Overl. op den leeftijd
van: minder dan 1 j. 13, 1 5 j. 2, 2050
j. 6, 5065 j. 5, 6580 j. 5, boven 80 j.
2. Overl. tengevolge van tering 7, absces 1,
kanker 2, huidziekte 1, stuipen 3, apoplexia
2, longtering 1, croup 1, kinkhoest 2, acute
ziekte der ademhalingswerktuigen 4, idem der
spijsverteringswerktuigen 3, ziekte der organa
urogenitalia 2, zelfmoord 4, onbekende oor
zaak 1.
Texel. De herstemming voor nog twee
leden voor den gemeenteraad is hier niet van
belang ontbloot. De heer Coninck Westenberg,
1ste wetli., verkreeg 80 en de heer P. Boon 69
van de 280 uitgebrachte stemmen. Jlir. Strick
van Linschoten verkreeg 127 stemmen en de
heer W. Brans volgde, wat 't steuimcncijfer
betreft, op jlir. Strick van Linschoten. Blijk
baar willen de kiezers, althans de meerderheid
hunner, den heer Westenberg niet herkiezen
een notaris, zegt men, moet geen raadslid
wezen den heer Boon wil men niet, omdat
hij tegen alles stemt, wat geld kost. En nu
komt de heer W. Brans per advertentie ver
tellen dat hij bij de herstemming niet in
aanmerking wil komen, hetgeen voor de
kiezers eene ware teleurstelling is. Vele kiezers
zullen nu toch op den heer Brans stemmen,
om hem de meerderheid te bezorgen, ten
einde daarna eene vrije stemming te ver
krijgen
Winkel. Dijkgraaf en heemraden van
den polder Waard eu Groet hebben, op het
verzoek vau liet bestuur der Vereeniging
//Schuttevaer", om uitdieping der haven vau
Kolhorn, geantwoord, dat nog dit voorjaar
f 900 aan de havenverdieping verwerkt is en
het polderbestuur zal blijven trachten verbe
tering in den toestand te brengen.
Marine ei Leger.
Gisteren arriveerde alhier eene compagnie
vesting-art. uit '3 Hage, onder bevel van den
kapt. W. J. G. Van de Veur, en de luits.
Sijtholf en Schuurman.
De mach. 3de kl. A. Risseeuw is geplaatst
alhier en bij den torpedodienst te Hellevoet-
sluis vervangen door den mach. 3de kl. G. A.
Gall.
Aan den bootsman J. H. Bush, den matroos
G. M. Van ltooijen en den vuurstoker 2de
kl C. Van Leijden, dienende in de directie
Hellevoetsluis, is het eereteeken voor belang
rijke krijgsbedrijven met de gesp «Atjeh 1873
1890" uitgereikt.
De herstelling der averij, veroorzaakt bij
de beproeving van het geschut aan boord
van Hr. Ms. stoomschip /,Borr.eo", 7ul den
12 dezer moeten afgeloopen zijn. Alsdan
vertrekt deze bodem, onder bevel van den
luit. ter zee 1ste kl. H. Veldhuijzen, zoo
spoedig mogelijk naar Oost-Indië.
48
En plotseling sprong nu het meisje op om zich met
eene onstuimige beweging aan zijn borst te werpen en
beide armen om zijn bals te slaan. Deze uiting van eene
bijna wilde teederbeid verschilde zoo van de houding,
welke zij eerst hadden aangenomen, dat Edith er van
schrikte, dat zij tegen baar wil getuige er van was en zij
was op bet punt op te staan en been te gaan, toen zij op
nieuw verrast werd,, op eene wijze welke tegelijk eene
verklaring scheen voor de wilde uitbarsting van het
meisje.
Twee andere personen daagden opeens voor Edith's
blikken op, twee breedgeschouderde, groote mannen, welke
zij op den eersten blik als de gunstelingen van haar
man, Jankowski met zijn zoon, herkende. Zij moesten
bun weg hebben genomen door bet bosch op de duinen
en het was duidelijk, dat ook de gelieven hunne nadering
eerst op het laatste oogenblik bemerkt hadden. Dat liet
voor de gelieven iets meer beduidde dan alleen hunne
samenkomst te storen, dat begreep Edith terstond. Zonder
van de plaats te gaan, hadden beiden zich met het gelaat
naar de naderenden gewend en de jonge man had zijn
rechterarm opgeheven, als wilde hij het meisje, dat zich
aan zijn borst had geworpen, beschermen.
Uit vrees, dat hier iets verschrikkelijks zou gebeuren,
was Edith opgesprongen en in hetzelfde oogenblik dat zij
den ouden visscher zijn met een knuppel gewapenden
vuist zag opheffen als om den jongen man een slag toe te
brengen, riep zij, zoo luid als zij kon, hun een „halttoe.
Haar kreet werd gehoord. De oude Jankowski liet niet
alleen het wapen zakken, maar nam met eene snelheid,
die in de gegeven omstandigheden inderdaad belachelijk
49
was, zijn muts af. Hij riep iets wat Edith niet kon ver
staan, daar de wind het geluid niet tot haar overbracht
eu hij kwam haar beleefd tegemoet, toen de jonge vrouw,
spoedig besloten, op de groep toeliep.
„Het doet mij leed, dat de genadige mevrouw zulke
dingen moet zien," zeide hij zeer onderworpen, „maar gij
zult een eerlijk man de schande niet laten misgelden, die
eene ongehoorzame dochter over hem brengt."
In weerwil van zijne groote onderworpenheid, die hem
zoo zeer van zijne makkers onderscheidde, gevoelde Edith
nu nog meer afkeer van den man dan vroeger, daar zij
thans eerst persoonlijk met hem bekend werd. Er was iet s
sterk eigenzinnigs in zijne kleine grauwe oogen te zien en
de beleefde grijns, die aanhoudend op zijne lippen zweefde,
was toch niet in staat om de harde trekken om zijn mond
te verbergen.
„Gij zijt een onafhankelijk man en mijne goede of
slechte meening omtrent u zal 11 weinig kunnen schelen.
Maar naar het mij toescheen, waart gij op het punt een
daad van geweld te begaan en het wapen, dat gij daartoe
wildet gebruiken, had u licht tot een moordenaar kunnen
maken."
Zij stiet met den voet den knuppel op zijde, dien Jan
kowski op den grond had geworpen. Verlegen wreef de
visscher zich de bruine handen.
„Vergeef mij, genadige vrouw, maar het was niet zoo
erg gemeend, als het wel scheen. Eene bedreiging, niets
als eene bedreiging. En de genadige vrouw heeft het zelf
kunnen zien, hoe die eervergeten deern handelt en zich
tegen ons verklaart, nadat zij zich van dien daar het hoofd
op hol heeft laten brengen.