STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Zitting van Woensdag 2 Augustus.
Kieswet-ontwerp.
De heer Vermeulen wil weinig zeggen
over de quaestie der kieswet-uitbreiding in
het algemeen. Naarmate het zedelijk en
maatschappelijk peil der bevolking stijgt,
kan het kiesrecht geleidelijk worden uit
gebreid. Maar eene uitbreiding als de
Reg. thans eensklaps wil, enkele jaren na
dat het kiezerskorps is versterkt, daar
toe kon spr. zijn stem niet leenen.
Daarom moet het kiesrecht uitgebreid,
doch niet zoover als de Reg. thans wil.
Wat nu het ontwerp aangaat, spr. heeft
ernstig bezwaar tegen de hier gekozen
kenmerken, die niet gelijktijdige regeling
van het gemeentelijk kiesstelsel en de
„macht van het getal", dat hierbij wordt
gehuldigd. In elk geval had men waar
borgen tegen mogelijke uitspattingen moe
ten nemen. In België o. a. zijn maatrege
len tegen het absenteïsme genomen.
Natuurlijker en voorzichtiger ware het
zeker geweest, het meervoudig kiesrecht
aan zekere categorieën van kiezers te geven.
Daarom kan spr. met dit ontwerp, tenzij
belangrijk gewijzigd, niet meegaan. Hij
zal met eenige zijner politieke vrienden
amendementen voorstellen, vooral ten aan
zien van kiesplicht en meervoudig kies
recht.
De heer Ruys van Beerenbroek meende,
dat men zich met trapsgewijze uitbreiding
zou tevreden stellendit ontwerp reikt
echter zelfs over het algem. kiesrecht heen.
De Reg. kon weten, dat de meerderheid
dit ontwerp niet zou steunen, want het
beginsel der volkssouvereiniteit loopt er
als een roode draad doorheen. Het ont
werp is in strijd met de Grondwet; de
ontwikkeling van het volk is niet groot
genoeg; het volk moet godsdienstig zijn.
Hij acht het verder onaannemelijk, maar
is tot overleg bereid.
De heer Farncombe Sanders wil ter zijde
laten alles wat later bij de amendementen
ter sprake zou kunnen komen. Dit ontwerp
is het gewichtigste dat wij sinds de Grond
wetsherziening hebben gehad, wellicht
zelfs gewichtiger dan dit, wijl het eigenlijk
de Grondwetsherziening voltooit. De ge-
heele Regcering is ten deze solidair, en
wordt dit ontwerp verworpen, dan zal zij
er mee vallen.
Wat de grondwettige bezwaren betreft
dat het ontwerp onaannemelijk zou zijn
omdat de Grondwet algemeen kiesrecht
zou verbieden zegt spr.. dat art. 10
omtrent de kenmerken van geschiktheid
en welstand feitelijk niets bepaalds bevat.
En daarom zit er ook geen „geest" in,
waarover zoo druk is gesproken. Het
artikel is werkelijk voor allerlei uitlegging
vatbaar.
Hier openbaart zich weer de geest onzer
natie om „groot te zijn in het kleine".
Laten wij ons toch bij deze gewichtige
zaak wil spr. met prof. Buijs zeggen
niet in nesterijen verliezen
Men heeft gezegd, dat het algemeen
kiesrecht het gezag aan de onkundigen zal
brengen, het gezag ondermijnen, e. t. q.
Wel, dit alles is reeds in 1845 door den
heer Menso o. a. verkondigd, dezelfde
argumenten toepassende op de z. i. onza
lige gevolgen, van de rechtstreeksche ver
kiezingen te wachten. Daaromal derge
lijke argumenten maken bitter weinig in
druk op spr.
Eén gevaar is er: de onthouding van
die standen, welke thans het kiesrecht
hebben. Maar hier wordt voor de pu
blieke zaak (in tegenstelling van Engeland)
nog veel te veel het verschil in stand in
praktijk gebracht. Door weigering van
kiesrecht zal men de beweging niet kun
nen onderdrukken.
Behoudens eenige verbeteringen, ver
klaart hij met het ontwerp der Regeering
te willen meegaan.
De heer Van der Kaay verklaart zich
bereid om de Regeering, nu zij komt met
een voorstel om aan art. 80 der GroLdwet
uitvoering te geven, haar daarin te steunen.
Art. 80 geeft eene belofte, en het is goede
slaatsmanswijsheid die belofte niet ten halve
te vervullen. Geleidelijke uitbreiding ware
verkieslijker geweest, doch deze vraag mag
thans niet allereerst worden overwogen.
Bij het uitgebreid kiesrecht houde men
steeds in het oog, dat het aantal kiezers
in verhouding blijft tot de intellectueele
ontwikkeling des volks. Het stembiljet
moet alleen in handen komen van maat
schappelijk onalhankelijken.
Spr. verklaart, dat z. i. het kenteeken
van welstand hoegenaamd niets beteekent. 1
Ook de bepalingen omtrent het bevol- j
kingsregister zijn zonder eenige waarde.
Ten slotte zegt spr. te hopen op den
zin tot medewerking bij de Regeering.
Het aangekondigde amendement zal i
verschillende eischen van welstand aan-
geven en daarbij het aangeslagen zijn en
betalen in de eene of andere directe be-
lasting. Dit is een kenmerk van welstand.
Ook wil men in het kiesrecht begrijpen
hen, die de bevoegdheid hebben het een j
of ander beroep uit te oefenen en die een
eigen woning bewonen, waarbij als type
kon gelden een behoorlijke arbeiders
woning. Eindelijk zal gefiischt kunnen
worden het bezit van een spaarbankboekje
voor hen, die geen der andere bezitten. i
Zitting van Donderdag 3 Augustus.
De heer Beelaerts van Blokland wil
slechts eenige aanvullende opmerkingen j
maken, als 25ste spreker in het debat geen
„fuU-speech" houden.
Wat de grondwettelijke bezwaren aan-
gaat, spr. deelt volkomen de meening, dat
het negatieve der kenteekenen van wel
stand in het ontwerp niet is overeen te
brengenmet den eisch der Grondwet.
Bepaalde men, dat ieder kiezer zou zijn,
die 5 cents ter spaarbank had, zou dit
een positief kenteeken zijn. Maar niet hier.
Gevaren, zegt spr., duchten wij niet van
onze zijde, maar wel van den kant der
scharen, die zich tegen de maatschappij
richten. Herziening van het kiesrecht is
door deze Reg. genoemd „eene noodzake
lijke voorwaarde van blijvende verbetering".
Gaarne zou spr. eenige opheldering ont
vangen, in welk opzicht het algemeen
kiesrecht aan die toezegging beantwoord.
Gaarne zou spr. datantwoord zakelijk
hebben, d. w. z. dat de Min. de hervor
mingen aanwijze, die niet met deze en
wel met de nieuwe Staten-Generaal zijn
tot stand te brengen.
(Wordt vervolgd.)
8innenlandsch nieuws.
Herstemmingen voor den
Gemeenteraad.
Graft. Gekozen de heer J. Rol.
Winkel. Gekozen de heer H. W.
Melchior.
Spanbroek. Gekozen de heer C. Igesz.
Helder. Het programma van liet
dertiende zomer-concert, op morden (Zondag),
des namiddags ten 2i 11., door liet Staf
muziekkorps der K.. N. Marine in liet „Park
Tivoli" alhier te geven, luidt als volgt
1. Festlicher Eitmig der Giiste auf der
Wartburg, aus der OperTauilhiLuser, Ri-
chard Wagner. 2. Ouverture zu Raeine's
„Athalia", P. Mendelssolin Bartlioldy. 3. St.
Agnes' Eve, Arthur Sullivan. 4. Introduc-
tion, Variations and Finale on the Air
«The last Rose of Summer", A. Kappey.
5. OuvertureLe songe d'uuc nuit d'c'.é,
Ambroise Th mas. 6. Grande fantaisie de
1'opéraRomeo et Juliette, Ch. Gounod.
7. Blumen-Walzer aus der Ballet: Melusiue,
Franz Doppler. Nos. 3 en 4 eerste uit
voering.
Helder. De heer B. F. Verfaille, Lan-
gestraat alhier, door bebouwing van een
strook grond, grenzende aan zijn bakkerij,
deze aanzienlijk vergroot.
Hierin heeft hij doen plaatsen een dub
bele heete luchtoven, welke gebouwd is
volgens een geheel nieuw systeem, door
den C. A. Bombach Cs., ingenieur-architect
te Amsterdam: de verdiensten dezer ovens
werden dan ook erkend op de Internatio
nale bakkerij-tentoonstelling, teGent in April
jl. gehouden.
Mochten op vorige tentoonstellingen den
ovenbouwmeesters van andere landen de
hoogste prijzen worden toebedeeld, te Gent
heeft bovengenoemde ingenieur met zijn
ovensysteem de eerepalm behaald, en is be
kroond geworden met drie hoogste onder
scheidingen, nl. gouden medaille, eereprijs
en eerediploma.
Deze ovens geven niet alleen een bespa
ring van brandstoffen van 40 pCt., voordec-
len die ook het publiek ten goede kunnen
komen, doch door de geheele samenstelling
en het aanwenden van stoom in den oven,
zijn deze ovens mede geschikt tot het bakken
van pain de luxe en Weenerbrood en geeft aan
dit brood de natuurlijke kleur zonder be
smering, zooals dit gebruikelijk is met eeu
surrogaat. Nog andere voordeelen biedt het
gebruik dezer ovens, welke, ofschoon niet
nieuw, toch vermelding verdienendoor
I liet stoken met steenkolen onder den oven,
vervalt het uitdwijlen der bakvloer geheel.
Het brood, in «leze ovens gebakken, is
dus altijd zuiver, daar brandstoffen in den
oven op de bakvloeron niet aanwezig zijn
en dus kan ook niet houtskool enz. met
het brood of gebak ia aanraking komen.
Texel. Sedert vele maanden is ge
bleken, dat in den rijksdijk vóór Oude-
schild het duikersluisje onklaar is. Dwars
door den dijk is eene holte of opening
ontstaan, die bij hooge vloeden eene door-
j braak kan veroorzaken. De bewoners van
Oudeschild zien met zorg de komst van
den herfst tegemoet.
Zijpe. In de op 1 dezer gehouden
vergadering van den gemeenteraad, werden
na voorlezing en goedkeuring der notulen,
aangeboden de rekeningen van gemeente,
algemeen armbestuur en weeshuis over
1892. Voor het onderzoek dier rekeningen
werd eene commissie benoemd, bestaande
uit de heeren K. Francis, J. van Beusekom
en J. Zeeman, om in eene volgende ver
gadering verslag te doen.
Ook werd een commissie benoemd, be-
1 staande uit de heeren Francis, Kruijer en
Waiboer, voor het onderzoek der inge
komen geloofsbrieven van de herbenoemde
raadsleden, de heeren J. van Beusekom
en S. de Wit en de nieuw benoemde raads-
leden, de heeren G. Nieuwland en J. F.
Morra. Na afloop van dit onderzoek werd,
I op haar voorstel, bij monde van den heer
J K. Francis, tot toelating besloten.
Naar aanleiding van een adres van den
heer J. W. Huisenboom, onderwijzer aan
't Zand, houdende verzoek om te willen
terugkomen op het in de vorige vergade
ring genomen besluit, omtrent het aanstel
len van een plaatsvervanger ten zijnen
koste gedurende den tijd dat hij aan mili
taire herhalings-oefeningen moet deelnemen,
deelt de voorzitter mede, dat de heer
Huisenboom op herhaald verzoek heeft ge
antwoord, het dag. bestuur te willen
machtigen, ten zijne koste een plaatsver
vanger aan testellen. B. en W. hebben geen
reden, om voor te stellen het in de vorige
vergadering genomen besluit te wijzigen
en zij wenschen dit dus gehandhaafd te
zien. Nadat de heer Nobel nog als zijn
gevoelen had te kennen gegeven, dat het
slechts de bedoeling was, eenige tegemoet
koming voor den plaatsvervanger te ver
krijgen, werd met 8 tegen 2 stemmen op
het verzoek afwijzend beschikt.
Het verzoek van de afd. Zijpe der Holl.
Maatschappij van Landbouw, om eene
bijdrage van f 10 voor de pogingen, die
door deafdeeling zullen worden aangewend,
om de jaarlij ksche paardenmarkt door het
uitloven van prijzen te bevorderen, werd
met algemeene stemmen ingewilligd. Op
voorstel van den voorzitter, werd vervol
gens besloten, een waterfilter aan te koopen
voor de school aan 't Zand.
De heer Biersteker zeide, dat de brand
spuit te Burgerbrug in langen tijd niet
gebruikt is, en hij het daarom wenschelijk
achtte, haar eens te beproeven. De voor
zitter en de heer Kruijer verklaarden, dat
I het plan daartoe reeds was opgevat.
I Op voorstel van den voorzitter werd nu
I nog besloten, om twee om bericht en raad van
I Ged. Staten ontvangen adressen van de
heeren van Calcar en S. Groot, houdende
I bezwaar tegen hunnen aanslag in den hoof-
delijken omslag in geheime zitting te be
handelen.
De vergadering werd daarna gesloten.
(Alkm. Ct.)
Wieringerwaard. In de jl. Dinsdag
gehouden vergadering van den gemeente
raad deelde na opening der vergadering,
lezing en goedkeuring der notulen, de
voorzitter mede, dat gedeputeerde staten
hebben goedgekeurd, dat voorloopig de
betrekkingen van ontvanger en secretaris
worden bekleed door den heer W. Teengs,
totdat in de bestaande vacature van ge
meente-ontvanger zal zijn voorzien.
Worden aangeboden de gemeente-reke
ning, zoomede de rekening van het bur
gerlijk armbestuur, beide over 1892. De
gemeente-rekening bedraagt in ontvangst
f 12156.S3I, in uitgaaf f 10946.04, batig
saldo f 1210.79^; die van het armbestuur
in ontvangst f 2548.81, in uitgaat f 2387.60,
nadeelig saldo f 13S.79. De heeren R. 1).
Kaan en J. D. Schenk worden benoemd
tot leden der commissie van onderzoek.
Wegens de afwezigheid van den heer
Groneman werd, op voorstel van den voor
zitter, besloten het rapport omtrent een ge
houden onderzoek naar de invoering van
het tonnenstelsel in eene volgende vergade
ring uit te brengen. De heer Zijp, het
rapport niet willende vooruitloopen, achtte
de kosten nochtans van dien aard, dat de zaak
deze gemeente vrij zeker te kostbaar zal voor
worden. Het plan van een of meer norton-
putten in de kom der gemeente wordt door
burg. en weth. in overweging genomen.
De Voorz. deelde hierna een en ander
mede omtrent de inrichting der brandweer
in sommige naburige gemeenten. Het
oprichten van een vast brandweerkorps
achten B. en W., met het oog op de
kosten, niet in het belang der gemeente,
zoodat besloten werd, de inrichting van
het brandwezen te laten zoo zij is.
De heer Kaan geeft burg. en weth. echter
in overweging, in de kom der gemeente
een persoon aan te wijzen, die bij voor
komende gelegenheden onmiddellijk met
de spuit naar de plaats des onheils gaat.
Besloten werd voor het opmaken der
tienjarige tafels op de registers van den
burgerlijken stand f 30 beschikbaar te
stellen.
De vergadering werd hierna gesloten.
(Alkm. Ct.)
Barsingerhorn. Jl. Dinsdag ver
gaderde de Raad onzer gemeente.
Na lezing en goedkeuring der notulen
werd mededeeling gedaan van de volgende
ingekomen stukken
a. een missive van Gedep. Staten, ge
leidende het goedgekeurde raadsbesluit vau
24 Juni jl., tot het onderhandsch verhuren
van gemeentegrond;
b. eene missive van hetzelfde college,
houdende goedkeuring van een in de vo
rige vergadering genomen besluit tot het
doen van betalingen uit den post van on
voorziene uitgaven der begrooting, dienst
1S92.
Voor kennisgeving aangenomen.
Daarna kwam in behandeling, het in
de vorige vergadering reeds voorgelezene
adres van den heer Beeker, om te worden
belast met de armenpractijk in de wijken
E, F en G (Kolhorn en Waardpolder).
De Voorzitter deelt mede, dat van het
Armbestuur een brief is ingekomen, inhou
dende, dat dit bestuur zich kan vereenigen
met het voorstel om Dr. Beeker bij wijze
van proef, met de geneeskundige behan
deling der armen in de geheele gemeente
te belasten.
Dr. Beeker wordt belast met de armen
praktijk in bovengenoemde wijken, oo de
zelfde jaarwedde als de heer Quadekker
genoot, echter onder voorwaarde, dat wan
neer het de Raad mocht blijken dat te
Kolhorn werkelijk behoefte bestaat aan
een geneeskundige te dier plaatse of zelfs
wanneer zich een geneeskundige aldaar
vrijwillig mocht vestigen, op dit besluit
terug gekomen kan worden.
Voorgelezen wordt een schrijven van
den heer J. Breebaart, waarbij hij zijn ont
slag neemt als lid van het Armbestuur.
Door het Armbestuur is eene voordracht
ingezonden, welke bestaat uit de heeren
J. L. Wissekerke en T. Koomcn Az.
Van B. en W. was een zelfde voordracht
ingekomen.
Na de stemming blijkt, dat de heer
Wissekerke benoemd is.
Voorgelezen wordt een adres van Mej.
Z. de Vries, onderwijzeres aan O. L. School
alhier, om verhooging van jaarwedde.
Op advies van het Dag. Bestuur wordt
met algemeene stemmen besloten aan dit
verzoek niet te voldoen.
Op een adres van het Bestuur der
Gymnastiek-vereeniging „de Westfries",
om eenige verbeteringen te willen aan
brengen aan de door de leden dezer vei-
eeniging gebruikte en aan de gemeente
toebehoorende turnwerktuigen, wordt af
wijzend beschikt. Verder wordt nog
bepaald dat de vereeniging de turn
werktuigen wel mag gebruiken, doch alleen
op voorwaarde, dat al het onderhoud voor
hare rekening komt.
De voorzitter deelt mede, dat de Gemeen
te-rekening over 1893 bij den Raad is inge
komen.
Bij de algemeene rondvraag wordt gewe
zen op den toestand van de sloot, loopende
achter de huizen van de Nieuwe Streek te
Kolhorn en op den slechten staat van de
Keete-brug.
Voorzitter zegt, hiermede reeds bekend
te zijn en dat aan een en ander de noodige
aandacht zal worden geschonken.
Hiermede wordt de openbare vergadering
gesloten.
Marine en Leger.
Naar het „libld." verneemt, zal Hr. Ms.
stoomschip „Borneo", bestemd voor de Ind.
milit. Marine, den 21 dezer, onder bevel van
den luit. ter zee 1ste kl. II. Veldliuyzen,
naar Oost-Indië vertrekken.
Hr. Ms. „Aruba" zal van hier naar Am
sterdam vertrekken, om op 's Rijkswerf aldaar
in conservatie te worden opgenomen.
De mach. 1ste kl. v. C. J. J. Knotter
is geplaatst bij de conservatie op 's Rijkswerf
te Hellevoetsluis.
Het eereteeken voor belangrijke krijgsver
richtingen, met den gesp 18731890, is te
Amsterdam uitgereikt aan de luits. ter zee 2de
kl. A. A. Visscher en J. C. Stam, gedetacheerd
aan boord van Hr. Ms. wachtschip en aan
den luit. ter zee 2de kl. L. H. G. ICrol, ge
detacheerd aan boord van Hr. Ms. „Udur".
Te Hellevoetsluis is genoemd eereteeken
uitgereikt aan den kwartierm. W. C. A.
Wolter, den matroos 2de kl. G. J. Schuppers,
den vuurstoker 2de kl. A. van Hattem en
den marinier 1ste kl. C. van der Nat.
Op 's Rijkswerf te Amsterdam is, wegens
36jarigen eerlijken en trouwen dienst, de
gouden medaille, met daaraan verbonden gra-
56
knaap en ik heb niemand gehad, die mij iets geleerd heeft."
i/Zijt ge niet altijd hier in Sakran geweest?"
wNeen, ik was zestien jaar, toen bij een storm onze boot
in de branding omsloeg. Mijn vader en zijn broeder ver
dronken. Een golf wierp mij tegen de gekantelde boot
aan, dat mijn borst kraakte en ingedrukt werd. E11 van
dien tijd heb ik gehoest en ben ik zwak geworden. Toen
kon ik hier niet blijven, want op zee kon men mij niet
meer gebruiken."
<,En hoe ging het u toen verder? Doe mij het ge
noegen mij een eindje te vergezellen en mij wat meer van
uwe levensgeschiedenis te vertellen. Gij kunt gerust
gelooven, dat het geen ijdele nieuwsgierigheid is, die mij
drijft."
Wilhelm Abrikat zeide niets en toen zij op den terugweg
waren, vervolgde hij
,Ik weet eigenlijk niet, wat ik u zal vertellen, mevrouw
Von Rinkow. Eerst was ik een poosje in Königsberg,
waar ik het schrijnwerkersvak hoopte te leeren. Maar het
was mij onmogelijk het staan aan de draaibank uit te houden
en toen ik weer begon te hoesten en bloedspuwingen kreeg,
zond de meester mij weg. Ik moest naar Berlijn gaan,
zeide hij, want daar kon men van allerlei dingen bij de
hand nemen. Hij gaf mij zelfs reisgeld, maar toen ik te
Berlijn aankwam, had ik geen cent meer. De menschen,
tot wie ik mij wendde, verstonden mij niet eens. Het ging
mij in die dagen slecht, mevrouw Von Rinkow en het
is eigenlijk later niet veel beter geworden. Maar toch heb
ik zeven jaar in Berlijn doorgebracht en ik verloor den
moed niet in al dien tijd, zelfs niet als ik dagen lang
honger leed, want er waren er altijd nog genoeg om mij
heen, die het erger hadden dan ik. Aan den oprechten
wil oui te werken, heeft het mij nooit gefaald, maar het
ging altijd op dezelfde wijze nauwelijks had ik werk
gevonden, of men ontsloeg mij weer, omdat het mij aan
kracht ontbrak. Dan schoot er voor mij niets anders over,
dan de geringste herbergen of het asyl voor dakloozen en
als de nood op het ergst was, dan sleepte ik mij met
inspanning mijner laatste krachten voort naar het zieken
huis, dat zij de Charité noemen. En het zou daar uitstekend
zijn geweest, indien men maar niet zooveel ellende zag in
de groote zalen, waar de bedden in lange rijen langs de
wanden staan en waar men des nachts geen oog kan dicht
doen van het steunen en rochelen en het ijlen der zieken.
Maar als er dan weer goede dagen aanbraken, dat ik weder
wat verdienen kon, dan huurde ik weder eene slaapstede,
zooals zij het daar noemen, want verder reikten mijne mid
delen natuurlijk niet. En in die slaapsteden zag ik dikwijls
nog grooter ellende, dan in het ziekenhuis. Ik kan u
daarvan niets vertellen, want er waren dir.gen onder, die
ik niet vertellen kan en het allerminst aan eene vrouw.
En als ik dacht, dat ik nu kennis had gemaakt met de
grootste ellende, die God over zijne arme menschenkinderen
kan brengen, dan zag ik op een anderen dag weer iets, dat
mij nog verschrikkelijker, nog gruwelijker was. Het was
mij dikwijls te moede als vroeger, toen ik als negenjarige
knaap in een moeras geraakt was en ondanks al mijn
schreien en al mijne moeite er hoe langer hoe dieper
jn zonk, tot ik ten laatste meende te stikken. Zulk een
angst, dat ik zou stikken, gevoelde ik ook telkens te Ber
lijn en als dat over mij kwam, dan durfde ik niet naar
mijne slaapstede terug te gaan, maar liep den halven nacht