bij faillissement, terug te komen. De lieer Over de Linden is bet niet met den beer Van Neck eens en meent dat de afschrijving der belasting van gefailleerden juist is. De Voorzitter vraagtop welken grond zou men iemand moeten aanslaan, die pas na zijn faillissement weer zaken begint Op grond van den uiterlijken staat, meent de heer Van Ncck. De Voorzitter verklaart zich bereid deze opmerking bij de begrooting nader te overwegen. De heer Hordijk vraagt of het Gemeentebestuur zich in een faillissement wel eens aan den curator als preferent schuldeischer voor de belasting heeft opgegeven. De Voorzitter zegt dat niet te wetendat is de zaak van den gemeente-ontvanger, die voor de incasseering der gelden moet zorgen. De heer Hordijk beveelt aan, hetgeen door hem is opgemerkt, in 't vervolg in toepassing te brengen. De staat van oninbare posten wordt hierop met algemeene stemmen tot het. voorgestelde bedrag vastgesteld. Bij de behandeling der rekening van het Burgerlijk Armbestuur deelt de heer Korver mede dat bij het afdeelingsonderzoek in zijne sectie de opmerking is gemaakt dat ten on rechte door het Armbestuur onderstand is verleend aan (/Liefdadigheid naar Vermogen" voor hare bedeelden. De onderstand behoort aan die personen te worden uitgereikt en niet aan de instelling /Liefdadigheid naar Vermogen" als zoodanig. De Voorzitter verzekert 't hiermee eens te zijn en er in 't vervolg op te zullen letten. De rekening wordt hierna met eenparige stemmen goed gekeurd. De rekening van het Algemeen Weeshuis geeft den heer Korver aanleiding op te mer ken dat, wanneer de gemeente eene subsidie geeft, ook aan het bedrag dier subsidie moet worden vastgehouden en dat het noodzakelijk is om, mochten de uitgaven de ontvang sten eventueel overschrijden, dit bij sup- pletoire begrooting te regelen, ter bevorde ring eener richtige administratie. De Voorz zegt toe, dat voortaan in dien geest zal wor den gehandeld. De rek. wordt goedgekeurd. Ten opzichte der rekening van de Schut terij werd in eene der afdeelingen opgemerkt dat de post voor Bureaukosten wederom niet is gespecificeerd. De Voorzitter zegt, deze opmerking te zullen brengen onder de aan dacht van den Commandant der Schutterij. De heer Korver heeft weinig hoop dat dit iets zal baten. De wen9ch om dien post gespecificeerd te ontvangen, is reeds tot de «vrome wenschen'' gaan behooren. De rekening wordt met 17 steramen tegen l goedgekeurd. De heer Korver stemde tegen, terwijl de heer Riesselmann zich van stem ming onthield, aangezien hij niet aan het afdeclings-onderzoek heeft deelgenomen. Voor kennisgeving worden aangenomen 1. Brief van Gedep. Staten, houdende goedkeuring van het Raadsbesluit tot regeling der tractementen van onderwijzers 2. Idem, mededeelende, dat het aandeel der gemeente in de kwade posten van grond en personeele belasting over 1891-92 bedraagt de som van f 2104.77|. Gelezen wordt eene missive van Gedep. Staten, waarin bemerking wordt gemaakt op eenige onduidelijke bepalingen in de door den Raad vastgestelde Verordening op de betaling en invordering van schoolgelden op de Zeevaartschool. Gedep. Staten geven in overweging, deze bepalingen alsnog zooveel noodig te wijzigen, alvorens de Verordening j II. M. de Koningin-Regentes ter goedkeuring I wordt aangeboden. Zonder discussie wordt op voorstel des Voorzitters met eenparige stemmen besloten de noodige veranderingen I meest redactie-wijzigingen in de Ver ordening aan te brengen en deze daarna aan Gedep. Staten op te zenden. Mededeeliug geschiedt van een schrijven van den Ontvanger der registratie en do meinen alhier, berichtende dat de Staat bereid is het door de gemeente aangevraagde terrein tol uitbreiding der Alg. begraafplaats at te staan voor de som van f 200. De Voorzitter stelt voor, B. en W. tot den aan koop te machtigen. Wel vindt hij de ge vraagde som ongeveer 100 pCt. te hoog, doch loven en bieden gaat toch ook niet, zoo de heer Over de Linden opmerkt. De gevraagde machtiging wordt met algemeene stemmen verleend. Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming van onderwijzend personeel aan de openbare lagere scholen in deze gemeente, liet resul- tnnt van verschillende stemmingen is, dat benoemd worden tot onderwijzer aan school No. 3 IJ. de Wendt, te Holwerd, met 17 en P. Tuijn, te Haarlem, met 14 stemmen aan school No. 4G. Schouten, te Apel doorn, met 16 stemmen tot onderwijzeres aan school No. 5 mej. S. C. G. Schadee, alhier, met 14 stemmen aan school No .6 mej. C. H. Lavell, te Arnhem, met 18 stem men aan school No. 7amej. M. E. A. P. Raebel, te de Valk (Geld.), met 14 stemmen; tot onderwijzer aan school 7a H. Snel, te de Valk (Geld.), met 14 steramen aan id. J. Jansen, te Haarlem, met 17 stemmen aan school No. 7b (jaarwedde f 990)A. Boer, te Middelstum, met 18 en (jaarwedde f 550) H. de Liefde, alhier, met 17 stemmen, j Op hun daartoe gedaan verzoek wordt met eenparige 9temmen eervol ontslag verleend j 1. aan mej. N. P. Sevenhuijsen, als onder- wijzeres aan 9chool No. 7a en aan de Herha- lingsschool, wegens gezondheidsredenen 2. aan mej. L. S. C. Kijlstra, als onder wijzeres aan school No. 7a, wegens vertrek, met S Oct. n. s 3. aan den heer O. C. Boelens, onderwijzer i aan school No. 3, wegens vertrek, met 16 Oct. a. s. Bij de ontslag-aanvrage van mej. Seven huijsen in overgelegd eene verklaring van Gedep. Staten dezer provincie en vat) den Districts-schoolopziener te Haarlem, waaruit j blijkt dat zij wegens lichaamsgebreken voor de verdere waarneming harer betrekking ongeschikt is. De heer Oudenhoven stelt voor het gevraagde ontslag aan mej. Seven huijsen te verleenen, onder betuiging van het. leedwezen der vergadering, dat hare eeschoktc gezondheidstoestand daartoe aanleiding moest i geven, waaraan de Voorzitter toezegt te zullen voldoen. De ontslag-aanvrage van inej. Kijlstra geeft den heer Korver aanleiding tot de vraag, of vroegtijdig genoeg in de vacature, door haar vertrek ontstaande, kan worden voorzien, waarop de Voorzitter antwoordt dat hare plaatsvervangster zooeven reeds is benoemd. De heer Korver acht dit minder behoor lijk, daar het ontslag z. i. moest zijn verleend, voordat tot die benoeming werd overgegaan. Volgens den Voorzitter zou dat slechts een kwestie van vorm zijn, unar toch in de zelfde zitting het ontslag is verleend en de benoeming heeft plaats gehad. Het suppletoir kohier van den Hoofdei ij ken omslag voor den dienst van 1893, wordt hierna op voorstel van B. en W. vastgesteld tot een bedrag van f 2235.06. Voorlezing geschiedt nu van het adres van onderwijzers en onderwijzeressen in deze gemeente (opgenomen in ons nummer van 27 Aug. jl.), verzoekende om verbetering hunner vooruitzichten. De Voorzitter geeft in overweging, dat adres met de begrooting voor 1894 te behandelen. De heer Zur- muhlen stelt daarentegen voor, het te stellen in handen eener te benoemen Com missie en deze te belasten met het uitbren gen van rapport vóór het opmaken der be grooting, Volgens den heer Van Neck zou het benoemen eener Commissie nutteloos werk zijn, danr er toch geen geld disponibel i9. En we moeten niet vergeten,, zegt de heer Van Neck, dat de jaarwedden pas met f 50 zijn verhoogd. Zijn deze nu nog te laag, dan moeten de onderwijzers eene plaatsing zien te hekomen in gemeenten waar ze meer geveD. Het verkeerde, zegt spr., is, dat we hier steeds begonnen zijn de positie der onderwijzers te verbeteren van onder af, terwijl bet beter zou zijn ge weest de vooruitzichten beter te maken door het salaris van plaatsvervangende hoofden te verhoogen. Spr. is er tegen om het adres in behandeling te nemen. De heer Korver wenscht het adres ora advies te stellen in handen van B. en W. De heer Zurmuhlcn dringt op het benoemen eener Commissie aan. Worden de vooruitzichten der onderwijzers niet verbeterd, dan gaan de goeden weg en er kan geen behoorlijk onderwijs worden ge geven, doch nog afgezien daarvan acht spr. verhooging der jaarwedden dringend noodza kelijk, omdat de onderwijzers die getrouwd zijn en een gezin moeten onderhouden, er tegenwoordig onmogelijk van kunnen bestaan. Waar het geld dan vandaan komt, daar komc het vandaan, maar verhoogd moet er z. i. worden. Zijn voorstel op verzoek van ver schillende leden nader formuleerende, geeft de heer Zurmuhlen in overweging eene Com missie te benoomen var. 5 leden, die zal hebben te onderzoeken langs welken weg de positie der onderwijzers zal kunnen wor den verbeterd. Dit voorstel wordt nu in stemming gebracht en met 12 tegen 7 stemmen aangenomen. Tegen stem den de heeren Groen, Hoogenbosch, Maal- steed, Van Neck, Riesselmann, Spruit en Verfaille. Alsnu wordt tot benoeming dezer Commissie overgegaan op voorstel des Voorzitters wordt besloten de benoeming bij gewone meerderheid van stemmen te doen geschieden. Er worden uitgebracht op de heeren Van Neck 11, Bakker 10, Franken 9, Zurmuhlen en Hoogenbosch ieder 7, Kor ver 6, Verfaille 5, Over dn Linden en IK. dijk ieder 4, Vos en Spruit ieder 3, Oort- gijsen, Van Twisk, Oudenhoven en Hiessel- mann ieder 2, Groen en Govers ieder 1 stem, zoodat de Commissie is samengesteld uit dc heeren Van Neck, Bakker, Franken, Zurmuhlen en Hoogenbosch. die zich deze benoeming laten welgevallen. De heer Van Neck geeft B. en W. in overweging, de begrooting voor 1894 zoodanig samen te stellen, dat er gelegenheid blijft om voortaan bij het ontstaan eener vacature bij liet onder wijzend personeel een eersten onderwijzer te benoemen op eene jaarwedde van f 1000. De lieer Over de Linden merkt op, dat deze raadgeving thans tot de bevoegdheid der benoemde Commissie behoort. Wordt gelezen een adres van mej. de wed. P. JonkerKindt, alhier, te kennen gevende dat haar in 1888 voor den tijd van 5 jnren eene janrlijksche gratificatie uit de gemeente kas werd toegekend, ten bedrage van f 300 en dat genoemde termijn binnenkort eindigt, waarom zij verzoekt de jaarl. toelage, lot heden door haar genoten, te mogen blijven behouden, aangezien zij door haren sigaren- handel niet voldoende in haar onderhoud kan voorzien. Namens B. en W. wordt door den Voorzitter voorgesteld, met ingnng van 1 Oct. a. s. opnieuw voor den tijd van 5 jn ren eene toelage van f 300 's jaars te ver leenen. De heer Zurmuhlen vraagt of door het Dag. Bestuur reeds eeu onderzoek naar den financieelen toestand der weduwe is in gesteld, terwijl de lieer Franken vraagt ofB. en W. soms hebben onderzocht op welk pensioen adressante recht zou hebben wanneer haar echtgenoot onder de tegenwoordige pen sioen-verordening was overleden. Op f350 's jaars, zegt de Voorz. De heer Over de Linden stelt na eenige discussie voor, adressante voor 5 jaar eene toelage te ver kenen van f 200 's jaars. De lieer Kor ver vraagt of 't geen overweging zou ver- dieuen haar voor dc volgende 5 jaren, bij wijze van overgang, f 150 's jaars toe te staan, wat door den heer Vos wordt bestre den, danr de weduwe het, ook met het oog op de opvoeding van haar zoon, zeer noodig heeft. Dan zijn er wel die 't noodiger hebben I meent de heer Korver. De heer Verfaille geeft nog in overweging eene voort durende toelage ad f 150 's jaars te verlee nen, waarop echter niet wordt ingegaan. Het voorstel van den heer Over de Linden, tot het verleenen eener toelage van f 200 's jaars, gedurende 5 jaren, wordt in stem ming gebracht en met 12 tegen 7 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Go- vers, Hordijk, Korver, Maalstced, Spruit, Vos en Zurmuhlen. Voorlezing geschiedt van een adres vau bestuurderen van //Floralia", verzoekende om, ten behoeve der op 9 en 10 September a. s. te houden bloemententoonstelling, even als vroeger eene subsidie uit de gemeentekas te mogen ontvangen. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, op dit adres afwij zend te beschikken. De heer Hordijk wijst er op dat vroeger steeds eene subsidie werd toegestaan en vraagt welke reden er voor is, deze nu te weigeren. Omdat het geld nuttiger kan worden besteed, zegt de Voor zitter. Nadat ook door den heer Ouden hoven voor inwilliging van het verzoek is gepleit, stelt de heer Hordijk voor eene sub sidie ad. f 50 te verleenen. Het voorstel vau B. en W., om het verzoek van de hand te wijzen, wordt echter met 13 tegen 6 stem men aangenomen. Tegen dit voorstel stem den de heeren Hordijk, Oudenhoven, Oort- gijzen.Over deLinden, VanTwisk en Zurmuhlen. \l ielezen wordt een adres van het der Timmerlieden-Vercenigiiig «Door een dracht welvaart" alhier, houdende, onder overlegging harer rekening en verantwoording over 1892, het verzoek om, ten behoeve van haren Teekencimus, ook dit jaar uit de ge meentekas eene subsidie van f 100 te mogen ontvangen. Namens het Dagel. Bestuur wordt door den Voorzitter tot inwilliging van het verzoek geadviseerd. De heer Oudenhoven vraagt of het ook bekend is wie de onderwijzers zijn, wat de Voorzitter zegt niet te weten. De heer Zurmuhlen stelt de vraag, of deze dezelfde Vereeniging is, die wel eens sprekers laat komen. De heer Korver doet het voorstel om, naar aan leiding van de gestelde vragen, een onderzoek in te stellen en de behandeling van liet adres daarom tot de volgende vergadering aan te houden. De heer Franken acht dit over bodig. Ook aan de Schilders-verceniging wordt subsidie verleend en men kan ze dus niet aan deze Vereeniging onthouden. Dc Ver eeniging heeft erkende statuten en zoolang danr niet instaat wat aanstoot kan geven, kan de subsidie gerust toestaan. Er zit wel zoo'n beetje socialisten vrees achter, wat spr. wel wat dwaas vindt. l)e lieer Zurmuhlen zegt te hebben vernomen dat die Vereeniging wel eens socialistische sprekers liet komen en daarvoor wil hij geen subsibic geven. Ilij hoopt dat die geruchten onwaar zijn, doch beveelt een onderzoek aan. De heer Van Ncck wenscht dat door B. en VV. of de Commissie van toezicht op het M. O. coutróle op het door de Vereeniging gegeven teeken- onderwijs zal worden gehouden. Ten slotte wordt door den Voorzitter een onder zoek in de aangegeven richting toegezegd en voorgesteld B. en W. te machtigen de sub sidie al of niet uit te keeren, naar gelang het onderz.oek uitvalt. Dit voorstel wordt met algemeene steramen op 1 na aangenomen. De heer Hordijk stemde tegen. De Voorzitter stelt namens B. en W. voor, ora aan drie ambtenaren ter Secretarie (de heeren Uurbanu9, Schraa en VYijker) f75 uil te keeren, als kosten van het opmaken der tienjarige tafels van den Burgerlijken stand. De heer Zurmuhlen wijst er op dat bij het voorstel in de vorige vergadering liet eene gratificatie werd genoemd en nu heet het „kosten" dat verschil is nogal grootDe heer Maalstecd steunt het voorstel tot uitkeering der f 75. De ambte naren hebben het wel verdiend, want zij hebben 2J maand aan (le tafels gewerkt. De heer Oudenhoven dringt er, evenals in dc vorige vergadering, nogmaals op aan dat ook de overige ambtenaren ter Secretarie in de gelegenheid zullen worden gesteld eene grati ficatie te bekomen en verzoekt van het door hem gesprokene aanteekening in de notulen. Het voorstel van B. en W., tot het toe staan der f 75, wordt hierop met 16 tegen 2 stemmen aangenomen. De heeren Ouden hoven en Zurmuhlen stemden tegen, terwijl de heer Van Ncck zich vau stemming ont hield. Bij de nu volgende rondvraag geeft de heer Hordijk in overweging, ieder der Wethouders een bepaalden werkkring aan te wijzen en den heer Maalsteed te belasten met openbare werken, den heer Groen met finan ciën en den heer Vos met onderwijs, en zulks om le voorkomen dat, bij eventueele kwesties, de een zich achter den ander verschuilt. De Voorzitter is het daarmede volkomen eens en zegt zoodanige regeling toe. De heer Van Twisk zegt vernomen te hebben dat de gratificatiën wegens verleende bijzondere diensten gedurende de jongste kermis aan de politie-agenten zijn uitbetaald, m;1i niet aan den Inspecteur van politie. Hij vraagt wat hiervan de oorzaak is. De opmerking in de sectie-vergadering omtrent die gratificatie, zegt de Voorzitter. De heeren Zurmuhlen, Oudenhoven en Franken dringen op uitbetaling der gratificatie aan de opmerking in de sectie-vergadering had betrekking op de gratificatie van 1892, niet op deze. De Voorzitter verzekert dat de uitkeering nu natuurlijk zal volgen. Verder niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering hierop gesloten en gaat de Raad over in comité, ter behandeling van bezwaarschriften tegen aanslagen in den Hoofdelijken omslag. Texel. Bij de jl. Dinsdag gehouden herstemming voor nog een lid van den Raad is gekozen jhr. J. C. W. Strick van Lin- schoten. Volgens de „Tex. Ct". heeft de heer S. v. L. zijne benoeming niet aangenomen. Wieringerwaard. Jl. Zondag werd alhier eene harddraverij gehouden door paarden, toebehoorende aan inwoners der gemeente. Van de vijftien deelnemers werd de prijs gewonnen door „Marie", eigenaar en be rijder C. Waiboer Az., de eerste premie door „Emma", eigenaar en berijder A. Sleutel Dz., de tweede premie door „Jantje K eigenaar R. D. Kaan, berijder Jb. Zijp Hz., de derde premie door „Model", eigenaar P. D. Schenk, berijder J. Jimmink. Prijs en premiën bestonden in contanten. Wieringen. Alhier is opgericht eene kiesvereeniging tot bevordering der vrijzin nige beginselen, ook bij verkiezingen van leden derTweede Kamer en der Prov. Staten. Terschelling. Bij de laatste peiling op de „Lutine" werd van 20 tot 30 voet diepte gevonden, zoodat de verdieping sterk toeneemt. Kolhorn. De heer H. J. ter Hall Jr., die in den winter 189192 in een aantal Noordh. gemeenten optrad en op alle plaatsen met zijne voordrachten groot succes had, ook vooral alhier op 24 Maart 1892, zal den 11 dezer in de kolfbaan var. den heer Kist optreden. Wegens voortdurende uitbreiding van het telegraphisch verkeer, is, met ingang van 6 dezer, opde kantoren Winkel, Noord- scharwoude en Broek op Langedijk de volle dagdienst ingevoerddie kantoren zullen dan geopend zijn op werkdagen van 7! voorm. tot 81/ nam.; op Zon- en feestdagen Van 7^ tot 8^ voorm. van 12^ tot 1^ en van 6£ tot 7^ nam. Marine en Leger. Hr. Ms. stoomschip „Argus" en (le opium jager „Cycloop" zijn jl. Dinsdag te Colombo aangekomen. Aan boord was alles wel. In den ouderdom van 67 jaren is te 's Gravenhage overleden de heer F. J. C. Broers, oud-majoor der artillerie. De luit. ter zee 1ste kl. H. P. Netscher en de off.-mach. 2de kl. N. II. Klaassen worden naar Berlijn gecommitteerd, tot het keuren van torpedo-materieel, bestemd voor liet te Amsterdam in aanbouw zijnde pant- serdektorenschip „Koningin Wilhelmina der Nederlanden", en zulks ter vervanging van den luit. ter zee 1ste kl. G. F. Gobius, die morgen naar Fiume vertrekt. De zuider-brigade van het Oostenrijksche leger, bestaande uit infanterie, jagers te paard 112 „Wat? Gij wilt liem uit vrijen wil alles openbaren En dan, Edith en dan „Wat gaat het u aan wat er dan gebeuren zal Gij hebt met mij niets meer te maken." „Dus wilt gij mij werkelijk alle hoop ontnemen Wilt ge mij niet eens toestaan u bij te staan op het oogenblik dat ge iemands hulp zoozeer noodig zult hebben Edith mat hem met hare blikken en keerde hem toen den rug toe, om naar Gerards legerstede te gaan. „Gij zult op die vraag geen antwoord krijgen," zeide zij op eene zoo geringschattenden toon, dat hij alle hoop op het welslagen van verdere pogingen verloor, „en gij zult zeker wel zoo goed willen zijn mij, na deze verklaring, te bevrijden van een gezelschap, dat mij weerhoudt mijne plichten tegenover den zieke waar te nemen. Burghardt weifelde nog eenige secondentoen greep hij met eene heftige beweging naar zijn hoed, welks zacht vilt hij tusschen de handen verfrommelde van woede. „Ik ga, mevrouw von Rinkow maar ik neem de zekerheid met mij, dat niet ik het ben, die dit oogenblik later bitter zal berouwen Edith gaf geen antwoord en wendde ook niet eenmaal meer het hoofd om toen hij de kamer verliet. Eerst eenige minuten later schelde zij en zeide tot het binnen tredende dienstmeisje: „Houdt mij een beetje gezelschap, Martha het kon ge beuren dat ik uwe hulp noodig had." In werkelijkheid was het slechts hare vrees om alleen te blijven, welke haar daartoe dreef, de vrees alleen te zijn met hare gedachten. En om die te ontgaan, richtte zij haastig en fluisterend allerlei vragen tot het meisje, 113 waarvan de antwoorden haar niets konden schelen. Slechts eens luisterde zij toen het meisje zeide „Toen de dokter daar straks weg wilde rijden, kwam er een man van Sakran en verzocht hem ever naar Wilhelm Abrikat te willen zien, die op sterven schijnt te liggen. Hij moet zich bij den tocht met de reddingboot te zeer ingespannen te hebben en heeft eene bloedspuwing gekregen. De visschers schijnen zeer veel van hem te houden, want die welke den dokter kwam halen liepen voortdurend de tranen over de wangen.' De gedachte aan het treurig lot van den apostel van Sakran scheen opeens bij Edith alle vrees om alleen te blijven te hebben verbannen, want zij droeg het meisje op terstond naar het dorp te gaan om te vragen hoe het met Wilhelm was en zich te overtuigen op welke wijze er voor eenige verlichting van zijn smart gezorgd werd. Na verloop van een half uur keerde het meisje terug met de treurige tijding, dat de dokter den toestand van Wilhelm als hopeloos had verklaard en hij nog slechts eenige uren, misschien dagen, kon leven. Tot hulp of verlich ting van zijn toestand viel niets te doen. De visschers zelf hadden reeds alles gedaan wat gedaan kon worden en zij wezen bovendien de hulp van de dame uit het slot ruw af. Intusschen was het avond geworden en Edith zond het meisje, dat zeer moede was, naar bed, ofschoon zij zich aanbood met haar te blijven waken. Het was een lange, zware nacht die de verwende vrouw te doorwaken had. In weerwil van de hoopvolle verzekering van den dokter scheen het meer en meer of deze bezwijming allengs over zou gaan in den eeuwigen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2