bij faillissement, terug te komen. De lieer
Over de Linden is bet niet met den beer
Van Neck eens en meent dat de afschrijving
der belasting van gefailleerden juist is. De
Voorzitter vraagtop welken grond zou men
iemand moeten aanslaan, die pas na zijn
faillissement weer zaken begint Op grond
van den uiterlijken staat, meent de heer Van
Ncck. De Voorzitter verklaart zich bereid
deze opmerking bij de begrooting nader te
overwegen. De heer Hordijk vraagt of het
Gemeentebestuur zich in een faillissement wel
eens aan den curator als preferent schuldeischer
voor de belasting heeft opgegeven. De
Voorzitter zegt dat niet te wetendat is de
zaak van den gemeente-ontvanger, die voor de
incasseering der gelden moet zorgen. De
heer Hordijk beveelt aan, hetgeen door hem
is opgemerkt, in 't vervolg in toepassing te
brengen. De staat van oninbare posten
wordt hierop met algemeene stemmen tot
het. voorgestelde bedrag vastgesteld.
Bij de behandeling der rekening van het
Burgerlijk Armbestuur deelt de heer Korver
mede dat bij het afdeelingsonderzoek in zijne
sectie de opmerking is gemaakt dat ten on
rechte door het Armbestuur onderstand is
verleend aan (/Liefdadigheid naar Vermogen"
voor hare bedeelden. De onderstand behoort
aan die personen te worden uitgereikt en
niet aan de instelling /Liefdadigheid naar
Vermogen" als zoodanig. De Voorzitter
verzekert 't hiermee eens te zijn en er in 't
vervolg op te zullen letten. De rekening
wordt hierna met eenparige stemmen goed
gekeurd.
De rekening van het Algemeen Weeshuis
geeft den heer Korver aanleiding op te mer
ken dat, wanneer de gemeente eene subsidie
geeft, ook aan het bedrag dier subsidie moet
worden vastgehouden en dat het noodzakelijk
is om, mochten de uitgaven de ontvang
sten eventueel overschrijden, dit bij sup-
pletoire begrooting te regelen, ter bevorde
ring eener richtige administratie. De Voorz
zegt toe, dat voortaan in dien geest zal wor
den gehandeld. De rek. wordt goedgekeurd.
Ten opzichte der rekening van de Schut
terij werd in eene der afdeelingen opgemerkt
dat de post voor Bureaukosten wederom niet
is gespecificeerd. De Voorzitter zegt, deze
opmerking te zullen brengen onder de aan
dacht van den Commandant der Schutterij.
De heer Korver heeft weinig hoop dat
dit iets zal baten. De wen9ch om dien post
gespecificeerd te ontvangen, is reeds tot de
«vrome wenschen'' gaan behooren. De
rekening wordt met 17 steramen tegen l
goedgekeurd. De heer Korver stemde tegen,
terwijl de heer Riesselmann zich van stem
ming onthield, aangezien hij niet aan het
afdeclings-onderzoek heeft deelgenomen.
Voor kennisgeving worden aangenomen
1. Brief van Gedep. Staten, houdende
goedkeuring van het Raadsbesluit tot regeling
der tractementen van onderwijzers
2. Idem, mededeelende, dat het aandeel
der gemeente in de kwade posten van grond
en personeele belasting over 1891-92 bedraagt
de som van f 2104.77|.
Gelezen wordt eene missive van Gedep.
Staten, waarin bemerking wordt gemaakt op
eenige onduidelijke bepalingen in de door
den Raad vastgestelde Verordening op de
betaling en invordering van schoolgelden op
de Zeevaartschool. Gedep. Staten geven in
overweging, deze bepalingen alsnog zooveel
noodig te wijzigen, alvorens de Verordening j
II. M. de Koningin-Regentes ter goedkeuring I
wordt aangeboden. Zonder discussie wordt
op voorstel des Voorzitters met eenparige
stemmen besloten de noodige veranderingen I
meest redactie-wijzigingen in de Ver
ordening aan te brengen en deze daarna aan
Gedep. Staten op te zenden.
Mededeeliug geschiedt van een schrijven
van den Ontvanger der registratie en do
meinen alhier, berichtende dat de Staat
bereid is het door de gemeente aangevraagde
terrein tol uitbreiding der Alg. begraafplaats
at te staan voor de som van f 200. De
Voorzitter stelt voor, B. en W. tot den aan
koop te machtigen. Wel vindt hij de ge
vraagde som ongeveer 100 pCt. te hoog,
doch loven en bieden gaat toch ook niet,
zoo de heer Over de Linden opmerkt. De
gevraagde machtiging wordt met algemeene
stemmen verleend.
Alsnu wordt overgegaan tot de benoeming
van onderwijzend personeel aan de openbare
lagere scholen in deze gemeente, liet resul-
tnnt van verschillende stemmingen is, dat
benoemd worden tot onderwijzer aan school
No. 3 IJ. de Wendt, te Holwerd, met 17
en P. Tuijn, te Haarlem, met 14 stemmen
aan school No. 4G. Schouten, te Apel
doorn, met 16 stemmen tot onderwijzeres
aan school No. 5 mej. S. C. G. Schadee,
alhier, met 14 stemmen aan school No .6
mej. C. H. Lavell, te Arnhem, met 18 stem
men aan school No. 7amej. M. E. A. P.
Raebel, te de Valk (Geld.), met 14 stemmen;
tot onderwijzer aan school 7a H. Snel, te
de Valk (Geld.), met 14 steramen aan id.
J. Jansen, te Haarlem, met 17 stemmen
aan school No. 7b (jaarwedde f 990)A.
Boer, te Middelstum, met 18 en (jaarwedde
f 550) H. de Liefde, alhier, met 17 stemmen, j
Op hun daartoe gedaan verzoek wordt met
eenparige 9temmen eervol ontslag verleend j
1. aan mej. N. P. Sevenhuijsen, als onder-
wijzeres aan 9chool No. 7a en aan de Herha-
lingsschool, wegens gezondheidsredenen
2. aan mej. L. S. C. Kijlstra, als onder
wijzeres aan school No. 7a, wegens vertrek,
met S Oct. n. s
3. aan den heer O. C. Boelens, onderwijzer i
aan school No. 3, wegens vertrek, met 16
Oct. a. s.
Bij de ontslag-aanvrage van mej. Seven
huijsen in overgelegd eene verklaring van
Gedep. Staten dezer provincie en vat) den
Districts-schoolopziener te Haarlem, waaruit j
blijkt dat zij wegens lichaamsgebreken voor
de verdere waarneming harer betrekking
ongeschikt is. De heer Oudenhoven stelt
voor het gevraagde ontslag aan mej. Seven
huijsen te verleenen, onder betuiging van het.
leedwezen der vergadering, dat hare eeschoktc
gezondheidstoestand daartoe aanleiding moest i
geven, waaraan de Voorzitter toezegt te
zullen voldoen.
De ontslag-aanvrage van inej. Kijlstra geeft
den heer Korver aanleiding tot de vraag, of
vroegtijdig genoeg in de vacature, door haar
vertrek ontstaande, kan worden voorzien,
waarop de Voorzitter antwoordt dat hare
plaatsvervangster zooeven reeds is benoemd.
De heer Korver acht dit minder behoor
lijk, daar het ontslag z. i. moest zijn verleend,
voordat tot die benoeming werd overgegaan.
Volgens den Voorzitter zou dat slechts
een kwestie van vorm zijn, unar toch in de
zelfde zitting het ontslag is verleend en de
benoeming heeft plaats gehad.
Het suppletoir kohier van den Hoofdei ij
ken omslag voor den dienst van 1893, wordt
hierna op voorstel van B. en W. vastgesteld
tot een bedrag van f 2235.06.
Voorlezing geschiedt nu van het adres van
onderwijzers en onderwijzeressen in deze
gemeente (opgenomen in ons nummer van
27 Aug. jl.), verzoekende om verbetering
hunner vooruitzichten. De Voorzitter geeft
in overweging, dat adres met de begrooting
voor 1894 te behandelen. De heer Zur-
muhlen stelt daarentegen voor, het te
stellen in handen eener te benoemen Com
missie en deze te belasten met het uitbren
gen van rapport vóór het opmaken der be
grooting, Volgens den heer Van Neck
zou het benoemen eener Commissie nutteloos
werk zijn, danr er toch geen geld disponibel
i9. En we moeten niet vergeten,, zegt de
heer Van Neck, dat de jaarwedden pas met
f 50 zijn verhoogd. Zijn deze nu nog
te laag, dan moeten de onderwijzers eene
plaatsing zien te hekomen in gemeenten
waar ze meer geveD. Het verkeerde,
zegt spr., is, dat we hier steeds begonnen
zijn de positie der onderwijzers te verbeteren
van onder af, terwijl bet beter zou zijn ge
weest de vooruitzichten beter te maken door
het salaris van plaatsvervangende hoofden te
verhoogen. Spr. is er tegen om het adres in
behandeling te nemen. De heer Korver
wenscht het adres ora advies te stellen in
handen van B. en W. De heer Zurmuhlcn
dringt op het benoemen eener Commissie aan.
Worden de vooruitzichten der onderwijzers
niet verbeterd, dan gaan de goeden weg en
er kan geen behoorlijk onderwijs worden ge
geven, doch nog afgezien daarvan acht spr.
verhooging der jaarwedden dringend noodza
kelijk, omdat de onderwijzers die getrouwd
zijn en een gezin moeten onderhouden, er
tegenwoordig onmogelijk van kunnen bestaan.
Waar het geld dan vandaan komt, daar komc
het vandaan, maar verhoogd moet er z. i.
worden. Zijn voorstel op verzoek van ver
schillende leden nader formuleerende, geeft
de heer Zurmuhlen in overweging eene Com
missie te benoomen var. 5 leden, die zal
hebben te onderzoeken langs welken weg
de positie der onderwijzers zal kunnen wor
den verbeterd. Dit voorstel wordt
nu in stemming gebracht en met 12
tegen 7 stemmen aangenomen. Tegen stem
den de heeren Groen, Hoogenbosch, Maal-
steed, Van Neck, Riesselmann, Spruit en
Verfaille. Alsnu wordt tot benoeming
dezer Commissie overgegaan op voorstel des
Voorzitters wordt besloten de benoeming bij
gewone meerderheid van stemmen te doen
geschieden. Er worden uitgebracht op de
heeren Van Neck 11, Bakker 10, Franken
9, Zurmuhlen en Hoogenbosch ieder 7, Kor
ver 6, Verfaille 5, Over dn Linden en IK.
dijk ieder 4, Vos en Spruit ieder 3, Oort-
gijsen, Van Twisk, Oudenhoven en Hiessel-
mann ieder 2, Groen en Govers ieder 1
stem, zoodat de Commissie is samengesteld
uit dc heeren Van Neck, Bakker, Franken,
Zurmuhlen en Hoogenbosch. die zich deze
benoeming laten welgevallen. De heer
Van Neck geeft B. en W. in overweging,
de begrooting voor 1894 zoodanig samen te
stellen, dat er gelegenheid blijft om voortaan
bij het ontstaan eener vacature bij liet onder
wijzend personeel een eersten onderwijzer te
benoemen op eene jaarwedde van f 1000.
De lieer Over de Linden merkt op, dat deze
raadgeving thans tot de bevoegdheid der
benoemde Commissie behoort.
Wordt gelezen een adres van mej. de wed.
P. JonkerKindt, alhier, te kennen gevende
dat haar in 1888 voor den tijd van 5 jnren
eene janrlijksche gratificatie uit de gemeente
kas werd toegekend, ten bedrage van f 300
en dat genoemde termijn binnenkort eindigt,
waarom zij verzoekt de jaarl. toelage, lot
heden door haar genoten, te mogen blijven
behouden, aangezien zij door haren sigaren-
handel niet voldoende in haar onderhoud kan
voorzien. Namens B. en W. wordt door den
Voorzitter voorgesteld, met ingnng van 1
Oct. a. s. opnieuw voor den tijd van 5 jn
ren eene toelage van f 300 's jaars te ver
leenen. De heer Zurmuhlen vraagt of door
het Dag. Bestuur reeds eeu onderzoek naar
den financieelen toestand der weduwe is in
gesteld, terwijl de lieer Franken vraagt ofB.
en W. soms hebben onderzocht op welk
pensioen adressante recht zou hebben wanneer
haar echtgenoot onder de tegenwoordige pen
sioen-verordening was overleden. Op f350
's jaars, zegt de Voorz. De heer Over
de Linden stelt na eenige discussie voor,
adressante voor 5 jaar eene toelage te ver
kenen van f 200 's jaars. De lieer Kor
ver vraagt of 't geen overweging zou ver-
dieuen haar voor dc volgende 5 jaren, bij
wijze van overgang, f 150 's jaars toe te
staan, wat door den heer Vos wordt bestre
den, danr de weduwe het, ook met het oog
op de opvoeding van haar zoon, zeer noodig
heeft. Dan zijn er wel die 't noodiger
hebben I meent de heer Korver. De heer
Verfaille geeft nog in overweging eene voort
durende toelage ad f 150 's jaars te verlee
nen, waarop echter niet wordt ingegaan.
Het voorstel van den heer Over de Linden,
tot het verleenen eener toelage van f 200
's jaars, gedurende 5 jaren, wordt in stem
ming gebracht en met 12 tegen 7 stemmen
aangenomen. Tegen stemden de heeren Go-
vers, Hordijk, Korver, Maalstced, Spruit, Vos
en Zurmuhlen.
Voorlezing geschiedt van een adres vau
bestuurderen van //Floralia", verzoekende
om, ten behoeve der op 9 en 10 September
a. s. te houden bloemententoonstelling, even
als vroeger eene subsidie uit de gemeentekas
te mogen ontvangen. De Voorzitter stelt
namens B. en W. voor, op dit adres afwij
zend te beschikken. De heer Hordijk wijst
er op dat vroeger steeds eene subsidie werd
toegestaan en vraagt welke reden er voor is,
deze nu te weigeren. Omdat het geld
nuttiger kan worden besteed, zegt de Voor
zitter. Nadat ook door den heer Ouden
hoven voor inwilliging van het verzoek is
gepleit, stelt de heer Hordijk voor eene sub
sidie ad. f 50 te verleenen. Het voorstel
vau B. en W., om het verzoek van de hand
te wijzen, wordt echter met 13 tegen 6 stem
men aangenomen. Tegen dit voorstel stem
den de heeren Hordijk, Oudenhoven, Oort-
gijzen.Over deLinden, VanTwisk en Zurmuhlen.
\l
ielezen wordt een adres van het
der Timmerlieden-Vercenigiiig «Door een
dracht welvaart" alhier, houdende, onder
overlegging harer rekening en verantwoording
over 1892, het verzoek om, ten behoeve van
haren Teekencimus, ook dit jaar uit de ge
meentekas eene subsidie van f 100 te mogen
ontvangen. Namens het Dagel. Bestuur
wordt door den Voorzitter tot inwilliging
van het verzoek geadviseerd. De heer
Oudenhoven vraagt of het ook bekend is
wie de onderwijzers zijn, wat de Voorzitter
zegt niet te weten. De heer Zurmuhlen
stelt de vraag, of deze dezelfde Vereeniging
is, die wel eens sprekers laat komen. De
heer Korver doet het voorstel om, naar aan
leiding van de gestelde vragen, een onderzoek
in te stellen en de behandeling van liet adres
daarom tot de volgende vergadering aan te
houden. De heer Franken acht dit over
bodig. Ook aan de Schilders-verceniging wordt
subsidie verleend en men kan ze dus niet
aan deze Vereeniging onthouden. Dc Ver
eeniging heeft erkende statuten en zoolang
danr niet instaat wat aanstoot kan geven, kan
de subsidie gerust toestaan. Er zit wel zoo'n
beetje socialisten vrees achter, wat spr. wel
wat dwaas vindt. l)e lieer Zurmuhlen zegt
te hebben vernomen dat die Vereeniging wel
eens socialistische sprekers liet komen en
daarvoor wil hij geen subsibic geven. Ilij
hoopt dat die geruchten onwaar zijn, doch
beveelt een onderzoek aan. De heer Van
Ncck wenscht dat door B. en VV. of de
Commissie van toezicht op het M. O. coutróle
op het door de Vereeniging gegeven teeken-
onderwijs zal worden gehouden. Ten
slotte wordt door den Voorzitter een onder
zoek in de aangegeven richting toegezegd en
voorgesteld B. en W. te machtigen de sub
sidie al of niet uit te keeren, naar gelang
het onderz.oek uitvalt. Dit voorstel wordt met
algemeene steramen op 1 na aangenomen. De
heer Hordijk stemde tegen.
De Voorzitter stelt namens B. en W. voor,
ora aan drie ambtenaren ter Secretarie
(de heeren Uurbanu9, Schraa en VYijker) f75
uil te keeren, als kosten van het opmaken
der tienjarige tafels van den Burgerlijken
stand. De heer Zurmuhlen wijst er op
dat bij het voorstel in de vorige vergadering
liet eene gratificatie werd genoemd en nu
heet het „kosten" dat verschil is nogal
grootDe heer Maalstecd steunt het
voorstel tot uitkeering der f 75. De ambte
naren hebben het wel verdiend, want zij
hebben 2J maand aan (le tafels gewerkt. De
heer Oudenhoven dringt er, evenals in dc
vorige vergadering, nogmaals op aan dat ook
de overige ambtenaren ter Secretarie in de
gelegenheid zullen worden gesteld eene grati
ficatie te bekomen en verzoekt van het door
hem gesprokene aanteekening in de notulen.
Het voorstel van B. en W., tot het toe
staan der f 75, wordt hierop met 16 tegen
2 stemmen aangenomen. De heeren Ouden
hoven en Zurmuhlen stemden tegen, terwijl
de heer Van Ncck zich vau stemming ont
hield. Bij de nu volgende rondvraag geeft
de heer Hordijk in overweging, ieder der
Wethouders een bepaalden werkkring aan te
wijzen en den heer Maalsteed te belasten met
openbare werken, den heer Groen met finan
ciën en den heer Vos met onderwijs, en zulks
om le voorkomen dat, bij eventueele kwesties,
de een zich achter den ander verschuilt.
De Voorzitter is het daarmede volkomen eens
en zegt zoodanige regeling toe.
De heer Van Twisk zegt vernomen te
hebben dat de gratificatiën wegens verleende
bijzondere diensten gedurende de jongste
kermis aan de politie-agenten zijn uitbetaald,
m;1i niet aan den Inspecteur van politie.
Hij vraagt wat hiervan de oorzaak is. De
opmerking in de sectie-vergadering omtrent
die gratificatie, zegt de Voorzitter. De
heeren Zurmuhlen, Oudenhoven en Franken
dringen op uitbetaling der gratificatie aan
de opmerking in de sectie-vergadering had
betrekking op de gratificatie van 1892, niet
op deze. De Voorzitter verzekert dat de
uitkeering nu natuurlijk zal volgen.
Verder niets meer te behandelen zijnde,
wordt de vergadering hierop gesloten en gaat
de Raad over in comité, ter behandeling van
bezwaarschriften tegen aanslagen in den
Hoofdelijken omslag.
Texel. Bij de jl. Dinsdag gehouden
herstemming voor nog een lid van den Raad
is gekozen jhr. J. C. W. Strick van Lin-
schoten.
Volgens de „Tex. Ct". heeft de heer
S. v. L. zijne benoeming niet aangenomen.
Wieringerwaard. Jl. Zondag werd
alhier eene harddraverij gehouden door
paarden, toebehoorende aan inwoners der
gemeente.
Van de vijftien deelnemers werd de prijs
gewonnen door „Marie", eigenaar en be
rijder C. Waiboer Az., de eerste premie door
„Emma", eigenaar en berijder A. Sleutel
Dz., de tweede premie door „Jantje K
eigenaar R. D. Kaan, berijder Jb. Zijp Hz.,
de derde premie door „Model", eigenaar
P. D. Schenk, berijder J. Jimmink. Prijs
en premiën bestonden in contanten.
Wieringen. Alhier is opgericht eene
kiesvereeniging tot bevordering der vrijzin
nige beginselen, ook bij verkiezingen van
leden derTweede Kamer en der Prov. Staten.
Terschelling. Bij de laatste peiling
op de „Lutine" werd van 20 tot 30 voet
diepte gevonden, zoodat de verdieping
sterk toeneemt.
Kolhorn. De heer H. J. ter Hall Jr.,
die in den winter 189192 in een aantal
Noordh. gemeenten optrad en op alle
plaatsen met zijne voordrachten groot succes
had, ook vooral alhier op 24 Maart 1892, zal
den 11 dezer in de kolfbaan var. den
heer Kist optreden.
Wegens voortdurende uitbreiding van
het telegraphisch verkeer, is, met ingang
van 6 dezer, opde kantoren Winkel, Noord-
scharwoude en Broek op Langedijk de
volle dagdienst ingevoerddie kantoren
zullen dan geopend zijn op werkdagen
van 7! voorm. tot 81/ nam.; op Zon- en
feestdagen Van 7^ tot 8^ voorm. van 12^
tot 1^ en van 6£ tot 7^ nam.
Marine en Leger.
Hr. Ms. stoomschip „Argus" en (le opium
jager „Cycloop" zijn jl. Dinsdag te Colombo
aangekomen. Aan boord was alles wel.
In den ouderdom van 67 jaren is te
's Gravenhage overleden de heer F. J. C.
Broers, oud-majoor der artillerie.
De luit. ter zee 1ste kl. H. P. Netscher
en de off.-mach. 2de kl. N. II. Klaassen
worden naar Berlijn gecommitteerd, tot het
keuren van torpedo-materieel, bestemd voor
liet te Amsterdam in aanbouw zijnde pant-
serdektorenschip „Koningin Wilhelmina der
Nederlanden", en zulks ter vervanging van
den luit. ter zee 1ste kl. G. F. Gobius, die
morgen naar Fiume vertrekt.
De zuider-brigade van het Oostenrijksche
leger, bestaande uit infanterie, jagers te paard
112
„Wat? Gij wilt liem uit vrijen wil alles openbaren
En dan, Edith en dan
„Wat gaat het u aan wat er dan gebeuren zal Gij
hebt met mij niets meer te maken."
„Dus wilt gij mij werkelijk alle hoop ontnemen Wilt
ge mij niet eens toestaan u bij te staan op het oogenblik
dat ge iemands hulp zoozeer noodig zult hebben
Edith mat hem met hare blikken en keerde hem toen
den rug toe, om naar Gerards legerstede te gaan.
„Gij zult op die vraag geen antwoord krijgen," zeide zij
op eene zoo geringschattenden toon, dat hij alle hoop op
het welslagen van verdere pogingen verloor, „en gij zult
zeker wel zoo goed willen zijn mij, na deze verklaring,
te bevrijden van een gezelschap, dat mij weerhoudt mijne
plichten tegenover den zieke waar te nemen.
Burghardt weifelde nog eenige secondentoen greep
hij met eene heftige beweging naar zijn hoed, welks zacht
vilt hij tusschen de handen verfrommelde van woede.
„Ik ga, mevrouw von Rinkow maar ik neem de
zekerheid met mij, dat niet ik het ben, die dit oogenblik
later bitter zal berouwen
Edith gaf geen antwoord en wendde ook niet eenmaal
meer het hoofd om toen hij de kamer verliet. Eerst
eenige minuten later schelde zij en zeide tot het binnen
tredende dienstmeisje:
„Houdt mij een beetje gezelschap, Martha het kon ge
beuren dat ik uwe hulp noodig had."
In werkelijkheid was het slechts hare vrees om alleen
te blijven, welke haar daartoe dreef, de vrees alleen te
zijn met hare gedachten. En om die te ontgaan, richtte
zij haastig en fluisterend allerlei vragen tot het meisje,
113
waarvan de antwoorden haar niets konden schelen. Slechts
eens luisterde zij toen het meisje zeide
„Toen de dokter daar straks weg wilde rijden, kwam er
een man van Sakran en verzocht hem ever naar Wilhelm
Abrikat te willen zien, die op sterven schijnt te liggen.
Hij moet zich bij den tocht met de reddingboot te zeer
ingespannen te hebben en heeft eene bloedspuwing gekregen.
De visschers schijnen zeer veel van hem te houden, want
die welke den dokter kwam halen liepen voortdurend de
tranen over de wangen.'
De gedachte aan het treurig lot van den apostel van
Sakran scheen opeens bij Edith alle vrees om alleen te
blijven te hebben verbannen, want zij droeg het meisje op
terstond naar het dorp te gaan om te vragen hoe het met
Wilhelm was en zich te overtuigen op welke wijze er
voor eenige verlichting van zijn smart gezorgd werd.
Na verloop van een half uur keerde het meisje terug
met de treurige tijding, dat de dokter den toestand van
Wilhelm als hopeloos had verklaard en hij nog slechts
eenige uren, misschien dagen, kon leven. Tot hulp of verlich
ting van zijn toestand viel niets te doen. De visschers zelf
hadden reeds alles gedaan wat gedaan kon worden en zij
wezen bovendien de hulp van de dame uit het slot
ruw af.
Intusschen was het avond geworden en Edith zond het
meisje, dat zeer moede was, naar bed, ofschoon zij zich
aanbood met haar te blijven waken.
Het was een lange, zware nacht die de verwende
vrouw te doorwaken had. In weerwil van de hoopvolle
verzekering van den dokter scheen het meer en meer of
deze bezwijming allengs over zou gaan in den eeuwigen