NIEUWEDIEPER COURANT.
HELDERSCHE-
M. 116.
Vrijdag 29 September 1893.
Jaargang 51
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
J. H. VAN BALEN.
NEDERLAND.
Het Vaderlandt ghctrouwc
Blijf iele tot iu Jeu doot.
IFMefmutlied.
EN
,En deecepereert nimmer I"
Ja* Pit!trt. Cotn.
Ver»otil]at lederen DlnsdaK, Oonderaag; en Zaterdag;
Abonnemeatipriji per 3
maand
n-
Voor de courant binnen de geineeente
f 0.70.
met Jong Holland 1.20
UITGEVER
Prijt der Advnrten.tiSn:
10 4 naar de overige plaatsen van Nederland
0w 0 0 alle landen, die ia het postverdrag
rijn opgenomen (inbegrepen
0.90,
1-40
Van 15 regela 50 cent*, elke regel meer 10 eent. Bij abonneraeat, naar gelang van de
hoeveelheid regel», aanmerkelijk lager.
OoBt-Indië en Amerika).
00 0 0 Zaid-Afrika
1.75,
2.50,
2.60
0 0 4.—
Molenplein.Helder.
Advartentien voor liefdadige doeleinden per regtl 5 Ct.
Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand1
De Advertenti.ën hunnen overal worden qeplaatst tusschen den tekst.
HELDER, 28 September.
Ofïïciëele berichten
uit de Staatscourant".
Bij Kon. besluit is, ter zake van de
vermeestering eener vijandelijke versterking
nabij Segli (Atjeh) in Mei 1893, de isteluit.
der inf. van het Ned.-Ind. leger J. L. L.
M. Wittich, benoemd tot ridder der 4de
kl. van de Militaire Willemsorde, terwijl
verder daarbij is bepaald, dat terzelfder
zake, de fuselier van het vermelde leger
H. A. Van Seeters, bij afzonderlijke dag
orders zoo in Indië als in Nederland eer
vol zal worden vermeld.
Bij Kon. besluit is toestemming verleend
aan J. Van Reenen, burgemeester en secre
taris der gemeente Bergen, om tijdelijk
zijn woonplaats naar Alkmaar over te
brengen.
STATEN-GENERAAL.
Tweede Kamer.
Nadat de tijdelijke Voorzitter, de
lieer van der Schrieck, den 22 dezer
den lieer Gleicliman geluk gewenscht
had inet zijne benoeming tot Voorz.
en deze den voorzitterszetel had inge
nomen, bood de Minister van Financiën
de Staatsbegrooting voor 1894 aan.
Aan de daarbij uitgesproken rede wor
den de volgende bijzonderheden ont
leend
Het tekort over 1891, ten vorigen
jare begroot op f 825.794, kon worden
afgesloten met f 23.176, tot welke
gunstige uitkomst vooral de successie
belasting heeft medegewerkt. Het dienst
jaar 1892, waarvan het overschot ten
vorigen jare op f 200.000 geraamd werd,
zal waarschijnlijk een voordeelig slot
opleveren van f 1.538.767. Tot deze
gunstige uitkomst heeft wederom de
successiebelasting voornamelijk bijge
dragen.
De uitkomst der laatste jaren is
1888 f 2,689,146 tekort
1889 481,314 overschot
1890 1.609,171 tekort
1891 23,176 tekort
1892 11 1,538,767 overschot
Dus per saldo f 2,301,412 tekort.
Een zeer bevredigende uitkomst, zoo
in aanmerking wordt genomen, wat in
die vijf jaren de aanleg van groote
openbare werken heeft gekost en wat aan
aflossing van schuld is besteed. In de
laatste twee jaren, 1891 en 1892, alleen
bedroegen deze uitgaven
Spoorwegen (bijdragen tot het fonds)
f 1,626,950
Merwede-Kanaal n 2,768,510
Rotterdamsche Waterweg n 2,450,379
Maasmond v 2,848,746
f 9,694,585
terwijl voor aflossing,
na aftrek van hetgeen
Indië daartoe bijdroeg,
werd uitgegeven 5,188,328
De uitgaven van het
dienstjaar 1893 waren
bij de oorspronkelijke
begrootingswetten ge
raamd op 1 135,691,262
Sedert verhoogd o. a.
voor verbetering van
Rijn en Lek tot u 135,945,037
Neemt men aan, dat
hiervan nagenoeg u 3,010,000
vrij vallen, zoo komt
men tot een bedrag van u 133,000,000
De middelen zijn begroot als volgt
voor AL op f115,715.530
en voor het overige op f 11,628,360
te zamen f127,343,890
Wat echter de werkelijke opbrengst
zal zijn, is nog moeilijk te zeggen. Hij
had gehoopt te kunnen mededeelen
wat de vermoedelijke opbrengst zal zijn
der vermogensbelasting, doch daartoe
ontbreken nog onmisbare gegevens,
want de arbeid, aan de invoering dezer
nieuwe belasting verbonden, bleek zeer
belangrijk. Hetgeen tot dusver bekend
is, geeft geen steun aan de door velen
uitgesproken verwachting, dat de op
brengst de raming overtreffen zal.
Daarna wordt uiteengezet, dat het
loopende dienstjaar sluiten zal met een
tekort van f 5,700,000.
De middelen op de begrooting voor
1894 zijn aldus geraamd:
de zoogenaamd gewone (AL) op
f 117,544,115,—
de overige op u 12,540,610,
openstaande begrootingstekorten tot en
met het dienstjaar 1890 gedekt zijn.
maar aan het overschot der leening van
1892 ad f 13,143,208,20* nog geen
bestemming is gegeven.
te zamen f 130,084,725,
De uitgaven op 136,043,827,30
zoodat er een geraamd
tekort is van f 5,959,102,30
of, na aftrek van hetgeen gewoonlijk
wordt aangenomen op de uitgaven te
zullen vrijvallen, van
ongeveerf 3,000,000.
Op de begrooting komen voor
de spoorwegen voor f 1,786,000
de Rotterdamsche Water
weg voor758,000
de Maasmond u 1,903,000
te zamen f 4,447,000
De cijfers worden vervolgens uit
voerig toegelicht.
Ten slotte wordt herinnerd, dat alle
10
gelaat, om plaats te maken voor een genoegelijken
glimlach. Wat zag zij er toch aardig uit, dacht hij.
^/,-Waarom keek u mij zoo aan, juffrouw?» vroeg
hij opeens.
Hij begreep, toen hij het gedaan had, zelf niet,
hoe hij zoo gek kwam om die vraag te doen en het
strekte slechts om hem, evenzeer als de juffrouw,
in verwarring te brengen.
«/Och niets, mijnheer, ik lette op u, omdat ik niet
gewend ben u zoo somber te zien en zoo stil.»
;/'t Is waar," zeide hij, ,/ik gedraag mij niet erg
galant tegenover eene dame, om als een kniesoor
neer te zitten en geen woord te spreken, maar er
zijn soms van die dingen, die iemand zijns ondanks
hinderen.»
«/Heb ik soms iets gedaan, dat u mishaagt
Zijn uitroep duidde zóó volkomen aan, dat dit
volstrekt het geval niet was, dat zij terstond gerust
gesteld was.
//Neen, dat zou niet wel mogelijk zijn, geloof ik,»
zeide hij lachend. tfIk verzeker u, dat ik dubbel
en dwars tevreden over u ben, ja, dat ik het
oogenblik zegen, waarop gij in mijn huis zijt ge
komen.»
Zij werd verlegen bij dien lof en bloosde nog
verrukkelijker, toen zij lachte om de warmte, waar
mede hij haar dien lof toezwaaide,
*Dus zeide zij schalks lachend, //dan zal ik maar
niet weer solliciteeren
//Solliciteeren zeide hij verbaasd. »Zoudt ge weg
willen
Maar toen hij haar schalksche blikken ontmoette,
trok hij een vroolijk gezicht.
«,0 zeide hij, ,wilt ge plagen Nu, mij goed,
daar kan ik best tegen. Maar aan mij zal het niet
liggen, als ge ooit heen mocht gaan.»
«-Niet?» vroeg zij, ;/nu, ik ben zoo tevreden als
ik maar zijn kan en hoop nimmer hier vandaan te
gaan.»
geworden. Hij was voor de liefde niet te oud en
er waren er waarlijk wel minder, op wie hij zou
kunnen verlieven. Het zotste was echter, dat hij
zich niet goed rekenschap kon geven van zijn eigen
gevoelens. Hij zag en hoorde haar dolgaarne het
bewijs daarvoor was er, want hij zocht hare nabij
heid. Hij vond er een genot in, haar gedurig te
zien en te spreken en zou voor geen geld haar
hebben willen zien vertrekken. Hij offerde zijne
geliefkoosde studie er voor op, liet zijne meest
geliefde bezigheden liggen en ging hoe langer hoe
minder uit. Moest hij bepaald uit, dan gevoelde hij
wrevel jegens hen, die hem tot uitgaan dwongen
en nam, zoo vroeg als de betamelijkheid dit gedoogde,
afscheid, opdat de juffrouw niet zoo'n langen avond
alleen zou zitten. Hij zou zich dagen lang hebben
kunnen bezighouden met naar haar te zien en hare
nabijheid deed hem ongekend aangename gewaar
wordingen ondervinden. Als zij dichtbij hem kwam,
gevoelde hij iets als eene rilling, zag hij haar lachend
geopenden mond met de verblindend witte tanden,
dan kreeg hij lust dien frisschen mond te kussen
en stak zij hem de hand toe, om hem voor den eenen ot
anderen kleinen dienst te bedanken, dan zou hij dat
handje wel in de zijne hebben willen houden en
haar naar zich toe willen trekken om haar te kussen.
En toch, neen, verliefd was hij nietDe reine,
heilige gevoelens, welke men de vrouw zijner keus
toedraagt, waren anders dan dit. En als hij zoover
gekomen was met zijn gedachtenloop, dan kwam hem
zijn geheele verleden te binnen en dan doemde als
een schrikbeeld voor zijn geestesoog op, al wat hij
reeds lang had begraven.
Want de oorzaak van zijn celibatair leven lag niet
in een gril, maar in droevige ondervinding. Hij had
den tijd gekend, dat hij meende dat zijn leven
saamgeweven was met dat van een ander, dat van
haar, die hij zich verkoren had boven anderen. Eu
daar waren er voor den knappen, jongen en rijken
Demmers genoeg te krijgen, die voor het front
Kt.iafsbC{roofln; voor 1894.
De geraamde uitgaven zijn als volgt
verdeeld
Hoofdstuk I. (Huis der Koningin).
Het gewone cijfer.
Hoofdstuk II. (Hooge colleges van
staat, enz.) f666.872, zijnde f6356 meer
dan voor 1893.
Hoofdstuk III. (Buitenlandsche zaken)
f784.929, zijnde f1067 meer dan voor
1893.
Hoofdstuk IV. (Justitie) f5.364.574,
zijnde f 124.095 minder dan voor 1893.
Het lager bedrag vloeit voornamelijk
voort uit mindere raming (ad f 280.750)
voor gebouwen, behalve de rijkswerk
inrichtingen. Hooger zijn o. a. geraamd
kosten van algemeene of rijkspolitie
f 39.522, die der gevangenissen of rijks- j
opvoedingsgestichten f 21.009, die der
rijkswerkinrichtingen f 75.690.
Hoofdstuk V. (Binnenlandsche Zaken)
f 12.860 117.50, zijnde f 562 417.83*
meer dan voor 1893. O. a. voor onder
wijs is f487.206.83* meer, voor kunsten
en wetenschappen f 32.300 meer uitge
trokken.
Hoofdst. VI.(Marine) f 15.619.355.64,
zijnde f 156.554.84 minder dan voor
1893. De lagere raming betreft o. a. het
materieel der zeemacht ad f 109.240, het
personeel der zeemacht ad f132 570 en
het loodswezen ad f32.748.18. Daaren
tegen is voor pensioenen en wachtgel
den enz. f120 000 meer uitgetrokken.
Hoofdstuk VII A. (Nationale Schuld)
f35.055.359, zijnde f2.353.528.67 min
der dan voor 1893, verdeeld ad
f 178.166 75 voor interesten enz. en
f2.175.461.92 voor amortisatie en af
lossing van schuld. (Onder het voor
1893 toegestaan bedrag van
f37,408.988.51 was begrepen de aflos
sing aan de Amsterd. Kanaalmaatschap
pij voor de haar toekomende uitkeerin-
Sen).
Hoofdstuk VII B. (Financiën)
f 19.031.217.08*, zijnde f98.275.93
minder dan voor 1893. Zoowel de ver
hoogingen als de verlagingen betreflen
kleinere posten.
Hoofdst. VIII (Oorlog) f 22.323.776,
zijnde f58.224 hooger dan voor 1893.
Voor traetementen en soldijen bij de
verschillende staven wordt resp. f21.125
en f67.780 meer uitgetrokken; voor
geneeskundigen dienst f7850 meer, voor
studie en onderwijs f 25.450 meer, voor
materieel der genie en kazerneering
f 26.545 meer, non-act.-traktementen
enz. f107.169 meer. Tegenover de ge
zamenlijke verhoogingen ad f 341,424,
staan verminderingen ad f 283.200,
waaronder f57.350 op den post voor
buitengewone uitgaven en f 225.000
voor de voltooiing van het vesting
stelsel.
Hoofdstuk IX (Waterstaat enz.)
f22.052.550.73*, zijnde f226.897.52*
meer dan voor 1893. De meerdere uit
gaaf betreft de posterijen ad f 478.125
en de pensioenen ad f42.120. De pos
ten, die lager geraamd zijn, betreflen
onder anderen de afdeeling Waterstaat
ad. f 240.697.47*, waarbij in het oog
moet worden gehouden, dat in verband
met de voorgenomen opheffing der spoor-
wegbegrooting, voor 1894 alle uitgaven
voor spoorwegen zijn gebracht ten laste
van het negende Hoofdstuk, waaruit
volgt, dat in vergelijking met lS93op
de afdeeling Waterstaat inderdaad min
der geraamd is f240.697.47* plus
f150.000 f 1.740.607.47*.
Hoofdst.X. (Koloniën) f 1.431.075.50,
zijnde f61.385.43* meer dan voor 1893.
Meer is geraamd o. a. voor de kolonie
Suriname f 69.994.43*, minder voor
Cura^ao f 9220.
M i d d e 1 e n. Raming voor 1894
f 130.084.725, (voor 1893 was
f 127.343 890 geraamd). Het verschil in
meer bedraagt f5.884.0L>0, in minder
f 3.143.165, zijnde meer f 2.740.835. De
Indische bijdragen zijn voor memorie
uitgetrokken.
1 De Ministers van Waterstaat, Handel
en Nijverheid en van Koloniën hebben
bepaald, dat het Kon. besluit van 29
Mei jl., houdende nadere regeling van
het port der pakketten, een gewicht
van 5 KG. niet te boven gaande,
rechtstreeks over zee tusschen Neder
land en Ned. Indië verzonden wordende,
in werking treedt op 1 Oct. a. s.
Een oningewijd publiek heeft er
geen flauw begrip van, hoe veelomvat
tend de taak der Algemeene Rekenkamer
is, op hoe velerlei dingen hare ambte
naren moeten letten, van hoe velerlei
zaken zij op de hoogte moeten zijn om
hun werk in vollen omgang te doen
en den Staat voor geldelijke schade te
vrijwaren.
Daar heeft men b. v. de vraag: hoe
veel jenever wordt gemiddeld per man
op een oorlogsschip binnengaats ge
bruikt
Dat zou het Departement van Marine
dienen te weten, en van zijne wetenschap
zou het moeten gebruik maken om reke
ningen te controleeren.
Doch het Departement wist het niet,
of maakte althans van de wetenschap
geen gebruik.
Niet alzoo de Rekenkamer 1
De rekening kwam, de Rekenkamer
zag haar en zei: Neen, zooveel jenever