NIEUWEDIEPER COURANT. HELDERSCHE- M. 117. Zondag 1 October 1893. Jaargang 51 Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier. J. H. VIN BALEN. NEDERLAND. Het Vailerlnadt ghetroawe Bljjf iele tot in den doot. IPilhelm utlied. <*3ÊULsr EN «En deaeipereert nimmer I" Jan Pieten. Co en. Versomjat lederen Dinsdag, Donderdag en Zaterdag Abonnementaprij» per 8 Voor de conrant binnen de gemeeente a a j naar de overige plaatsen van Nederland a a a a alle landen, die in het postverdrag zijn opgenomen (inbegrepen Oost-Indiè en Amerika). a a Zuid-Afrika f 0.70. met Jong Holland1.20 0.90, a 1.40 1.75, a 2.50, Molenplein.Helder. P r ij c der Advertenties: Van 15 regels 50 cent», elke regel meer 10 cent. Bij abonnement, naar ga laag van da hoeveelheid regels, aanmerkelijk lager. Advertentiën voor liefdadige doeleinden par regel 5 Ct. Dienstaanbiedingen voor den werkenden stand5 De Advertentiën kunnen o eer al worden qeolnntst tusschen den tekst. HELDER, 30 September. STATEN-GENERAAL. Eerste Kamer. Zitting van Maandag 25 September. Ontwerp-faillissernent. De algemeene beraadslaging over het ontwerp betreffende het faillissement en de surséance van betaling wordt geopend. De heer Vlielander Hein stelt voor, bij het algemeen debat alleen hetgeen omtrent het ontwerp in 't algemeen bij het verslag is behandeld, in bespreking te nemen, ter wijl daarna iedere al'deeling op zichzelf in debat zal komen. Aldus wordt besloten. De heer Pijnappel heeft één bezwaar tegen dit ontwerp, namelijk tegen de bij voeging aan art. 1, dat het faillissement ook wordt uitgesproken, wanneer dit in het algemeen belang der crediteuren noodig wordt geacht. Z. i. is het ontwerp, door de door hem bedoelde bijvoeging, veel minder goed geworden dan het oorspron kelijk was. Deze bepaling heeft feitelijk geen doel. Want noch het gevaar, dat het faillissement door één persoon kan worden uitgelokt, noch dat van onedele wraakneming kan erdoor worden vermeden. Trouwens, de rechter heeft de wet slechts toe te passen, zonder met welke motieven ook rekening te houden. En al werd de bedoeling bereikt, dan moest z. i. de bij voeging, nier genoemd, toch worden afge wezen. De veiligheidsklep, in art. 6 gelegen (geen bewijslast voor den crediteur), baat z. i. niet slechts niet, maar schaadt zelfs. Men achtte de hier bedoelde bijvoeging gewenscht, om spoliatie van den boedel of bevoorrechting van enkelen te voorkomen. Doch deze beide dingen zijn nooit ge wenscht. Daarvan kon art. 1 dus niet uitgaan. Het gezamenlijk belang der schuldei- schers wordt alleen beheerscht door de vraag, wat voor hen voordeeliger iswel of geen faillissement. En deze vraag is het, die de rechter zal hebben te beoor- deelen. En als de rechter nu, in het alge meen belang der crediteuren, zegt, dat het faillissement niet gewenscht is Dan opent men juist den weg voor spoliatie en andere misbruiken De heer Sassen wijst er op, dat men het omtrent vele groote mérites van dit ont werp eens is. Gelijkstelling van kooplie den en niet-kooplieden is echter voor hem een groot bezwaar. Spr. zou veeleer beperking willen, ook voor den koopman, eene schifting tusschen eerlijke koop lieden en oneerlijken. Maar dit ontwerp stelt niet slechts koop lieden en niet-kooplieden gelijk, maar ver zwaart zelfs den toestand voor den koop man. Het accoord wordt er veel moeie- lijker door. En de debiteur blijtt thans na de liquidatie reddeloos aan zijne credi teuren overgeleverd. Spr. is zeer beangst voor uitbreiding van het faillissement. Dit en het door den heer Pijnappel ont wikkeld bezwaar zijn voor spr. tegen dit ontwerp van overwegenden aard. De heer De Savornin Lohman heeft over wegend bezwaar tegen het ontwerp, wegens de uitbreiding van het faillissement tot bijzon dere personen. Zijn er leemten in dit op zicht, dan vinde men die in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor de gelijkstelling van koopman en niet-koop- man kan spr. geen enkele deugdelijke reden vinden. Met het bezwaar van mr. Pijnappel gaat hij volkomen mee. Zitting van Dinsdag 26 September. Door den heer Vlielander Hein werd gewezen op de groote voordeelen, die deze voordracht aanbiedt, en de tal van verbeteringen, die zij in het faillietrecht brengt. Zijne bezwaren gelden artt. 35 en 39 en de bijvoeging van art. 1 (het onderzoek naar het gemeenschappelijk belang der crediteuren). De heeren Melvil van Lijnden en Van Zinnicq Bergman waren tegen het ontwerp op grond van de gelijkstelling tusschen kooplieden en niet-kooplieden en de bij voeging van art. r. De heer Van Lier achtte de meeste be zwaren tegen het ontwerp opgelost. Hij acht het bezwaar der gelijkstelling onge grond. De Minister van Justitie wees op het inconstitutioneele om de Regeering te willen dwingen tot amendeering langs den weg van wijziging vóór de invoering. De regel dient gevolgd te worden, dat, als in de praktijk een deel der wet verkeerd blijkt te zijn, partieele wijziging moet worden voorgedragen. De gelijkstelling verdedigde hij als een volkomen recht vaardig middel van gelijk recht van allen onder gelijke omstandigheden, volstrekt niet strijdig met onze historie. Na verschillende replieken is het alg. debat gesloten. Zitting van Woensdag 27 September. Aan de orde was de tweede afdeeling (van dc gevolgen der faillietverklaring). De heer Van Lier ontwikkelde eenige bezwaren, die later eventueel tot wetswij ziging zouden kunnen leiden. De heer Van Roijen heeft er bezwaar tegen, dat ongenoegzaam onderscheid is gemaakt tusschen den crediteur, die vóór, en dengeen, die tegen het accoord heeft gestemd. De wet op recherche achtte spr. echter zeer aannemelijk. De heer Pijnappel verklaart eene nadere omwerking van de regeling der procedure zeer gewenscht. De beer Vlielander Hein sluit zich ge heel bij deze opmerking aan. Hij kan zich ook volkomen vereenigen met hetgeen door den heer Van Lier tegen art. 35 in het midden was gebracht. Voorts heeft spr. bezwaar tegen art. 39, hetwelk tot rechtsgevolg zal hebben, dat een contract, met een huurder of pachter I van geringe financióele kracht onder borg stelling gesloten, door den curator zal kunnen worden ontbonden. Zoodanig ge volg mag het faillissement in geen geval hebben. De min. van Justitie wijst er op, dat volgens ons recht overgang van eigendom niet geschiedt dan bij overschrijving. Aan dien regel is hier vastgehouden. Hij, die voor behoorlijke verzekering van zijn bezit in tijds waakt, zal door deze wet niets on aangenaams kunnen ondervinden. Ten opzichte van de huurcontracten is bij art. 37 voldoende voorzien. Onderscheid te makan tusschen den cre diteur, die voor-, en hem die tegen het accoord had gestemd, zou inderdaad niet aangaan. Aanvulling der bepalingen betreflende de procedure zou ook de Min. gewenscht achten. Wat de ontbinding van contracten be treft aan beide partijen wordt hier het recht van opzegging gegeven, teneinde eventueele schade te voorkomen. De beraadslaging wordt gesloten. Het ontwerp wordt aangenomen met 30 tegen 14 stemmen. Z. h. s. worden aangenomen de wetsont werpen verhooging van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting voor 1893, bij welk laatste ontwerp de Min. van Binnenl. Zaken de verplaatsing van het landbouw-proetstation van Breda naar Goes nader verdedigde, als zijnde in het belang van den landbouw. De Minister sprak de hoop uit, dat in den loop van 1894 ook te Maasstricht een station zal kunnen worden gevestigd. De Rijks-kweekschool van Den Bosch zal met 1 Mei te Nijmegen worden ge vestigd. Het ontwerp tot verhooging der Indische Begrooting ten behoeve van den aanleg van den spoorweg MalangBlitar, en dat tot verhooging der Indische begrooting ten behoeve van de scheepvaartregeling op Atjeh wordt aangenomen, evenals dat tot het aanbrengen van enkele wijzigingen in de Pensioenwet 14 mers voort. Tusschenbeide sloeg bij baar gade of zij de oogen wel toe hield en dan troffen hem die fraaie, lange wimpers geweldig. Toen zij vlak voor de opening waren, liet bij baai- band los en zeide //Kijk nu eens." O riep zij, en in die eene klank lag zooveel verrassing, zooveel verbazing opgesloten, dat Dem- mers volkomen voldaan was. Met verbaasde oogen keek zij hem aan, en dan weer naar bet landschap daar voor haar. Zacht kabbelde bet water van de vaart, door een voorbijgaand vaartuig tot golfjes opgestuwd, tegen de met biezen omzoomde oevers. Daarachter strekten zich eindeloos ver weiden en bebouwde velden uit, waar bont gekleurd vee dartelde en loeide en de maaiers het geklikklak van het scherpen der zeisen deden hooren. Ver weg stak hier en daar een boerenwoning haar rood-pannen dak tusschen het omringende geboomte op of rees de spit3 van een eenvoudig, maar net dorps kerkje omboog. Een weinig rechts boog de vaart zich met een vrij sterken bocht om en zoo bad men van bet punt, waar men in des heeren Demmers tuin stond, ook bet ge zicht op de achterzijde van een aantal buitens, waar van bet hooge, zware geboomte en de daaronder ver scholen koepels en tuinhuizen in het kabbelende water van de vaart spiegelden. «Hailt ge dat gedacht?" vroeg Demmer3. «Neen," zeide zij, „welk een heerlijk gezicht is dat, o, wat vind ik dat mooi." «Nietwaar Ja, «Groot Rustoord" is niet de minste der buitenplaatsen. En kom nu eens mee in den koe pel." Hij duwde de deur open en trad toen terzijde om haar te laten passeeren. Zij wipte vlug de vier treden van de stoep op en trad binnen. Door de hooge ramen links en rechts had men een meer dan verrukkelijk uitzicht langs de vaart, en het 11 «Dan is het goed," zei Demmers vroolijk. «En indien cr soms iets niet naar uwen zin mocht zijn, zeg het dan gerust, dan kan het veranderd worden." „O neen," zeide zij, «er is niets, mijnheer, vol strekt niets, dank u wel voor uwe welwillende be doelingen, maar heusch, er is niets." «Zooveel te beter," zei Demmers tevreden, «zoo veel te beter." Ilij keek haar met een opgeruimd gelaat aan en sneed in gedachten de punt van een nieuwe sigaar af, maar legde die terstond wéér neer, toen hij be merkte, dat er nog een weinig rook in de kamer hing. «Alleen," zeide zij, «zou ik toch wel één verzoek aan u willen doen." «Spreek gerust," zei Demmers, «als het in mijn vermogen is, is het u reeds toegestaan." «Nu," zeide zij, met haar beminnelijksten lach, «dan moet u mij het genoegen doen wat meer te rooken en u voor mij niet te geneeren. Ik ruik heel graag tabaksrook." Hij was verrast. Het was waar, dat Lij voor haar gelaten had, wat hij nog voor niemand had gelaten. Want hij was een hartstochtelijk rooker en zelden zonder pijp of sigaar. Sinds zij er was, had hij dat echter, vooral in hare tegenwoordigheid, zeer verminderd. Dubbel aange naam was het hem, dat zij dit vroeg. «Dat verzoek is gemakkelijk toe te staan," zeide hij lachend, «'t is waar, ik vreesde u soms te hinde ren en uw aangenaam gezelschap te moeten missen als ik mij te veel aan die gewoonte over mocht geven, maar als ge er volstrekt geen hinder van hebt?...' «Integendeel," zeide zij, «heusch, ik ruik het zelfs gaarne u doet er mij een genoegen mede niet van uwe gewoonten af te gaan." «Mijn dank voor uwe inschikkelijkheid," zeide hij, aen derhalve jaag ik er den brand in." Hij voegde de daad bij het woord, en zij keek me t een lachend gelaat naar het rijzen en dalen van Bedrijfsbelasting. Aan de orde ishet ontwerp tot het heften eener belasting op bedrijfs- en andere in komsten. De heer Verheyen ontwikkelt verschil lende bezwaren tegen deze wet, waaraan hij zijn stem niet kan geven. De heer Regout betreurt het, dat wij geen raming van de opbrengst dezer belas ting heDbeu en evenmin weten waartoe het restar.t er van (ad 4 millioen) zal worden aangewend. Spr zal tegen deze wet stem men. Hij wil, dat we eerst dc herziening van het Personeel vóór ons hebben. De heer Prins zou vóór het ontwerp stemmen, vooral omdat het de zoo hatelijke Patent belasting vervangt. Moeielijk is het spr. geweest, over de vrijstelling van den land bouw heen te stappen. De heer Melvil van Lijnden betwist, dat wij hier met zuivere inkomsten-belasting te doen hebben, en kan evenmin meegaan met de vele grieven tegen de Patentbelas ting. Een ander bezwaar van spr. tegen deze belasting is, dat zij progressief wordt geheven. De gemeenten blijven in haren financieel onhoudbaren toestand. De heer Van Lier sluit zich geheel bij den heer Prins aan. I)e heer Godin de Beaufort betwist dc voordeelen, door de splitsing van de Ver mogens- en de Bedrijfslasting verkregen. Ook met het oog op de verwachtingen, die men er voor de gemeenten van had. Zich had de Minister de opcenten niet moeten opgeven. Wat weet men van de opbrengst dezer belasting? Het belastbaar mininum had z. i. lager kunnen gesteld zijn. Spr. zal zijn stem aan dit ontwerp moe ten onthouden. Zitting van Donderdag 2S September. In de eerste plaats wordt behandeld het wetsontwerp houdende bepalingen op de handels- en fabrieksmerken, dat z. h. s. wordt aangenomen. Besloten wordt, den dag na de behande ling van het ontwerp tot regeling van den suiker-accijns in de afdeelingen te doen onderzoeken verschillende wetsontwerpen, o. a. dat tot uitbreiding van het getuigen- bewijs in burgerlijke zaken, tot wijziging van de wet op den kleinhandel in sterken drank en tot goedkeuring der internationale overeenkomst tot wering van de gevolgen van cholera en vervolgens de Indische en de Staatsbegrootingen voor 1894. Interpellatie-De Ras. Den heer De Ras wordt verlof verleend, op nader te bepalen dag tot den Minister van Waterstaat eenige vragen te mogen richten naar aanleiding van de jongste grondverschuiving, die zich heeft voorge daan in den Staatsspoorweg te Bunde. Daarna is aan de orde de ontwerpover eenkomst met Begie betrekkelijk de kostc- looze procedure in de wederkcerige grens gemeenten. 1 Het wetsontwerp wordt z. h. s. aange nomen. Het wetsontwerp betreffende verbetering van Neder Rijn en Lek is met 43 tegen 35 st. aangenomen. (Wordt vervolgd.) Tweede Kamer. Zitting van Dinsdag 26 September. Adres van Antwoord. Aan de orde is de beraadslaging over het ontwerp-adres van antwoord op de T roonrede. De heer De Meijier richt tot de Regee ring, in het bijzonder tot den min. van Financiën, de vraag, waarom onder de ontwerpen, in de Troonrede aangekondigd, niet de herziening van het Personeel is genoemd. Die herziening is dringend noo dig, urgent, en van uitstel mag geen sprake zijn. Spr. wenscht, dat nog deze Kamer de herziening van het Personeel met dc Re geering zal kunnen behandelen. De heer Van Kerkwijk herinnert aan de afschaffing der tollen, ook beloofd als aequivalent over de nieuw geheven belas tingen. Waar een aequivalent is gegeven, dient men de beloften te houden en tot afschaffing over te gaan. Spr. zou gaarne in deze opheldering ontvangen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 1