Op den heer Drijver werden 4 stemmen en
op den heer Schaaf 1 stem uitgebracht.
Ter voorziening in de vacature-Goedkoop
word benoemd de lieer Schaaf, met 12 stem
men de heer Coops verkreeg 7 stemmen.
Door de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar onderwijs werden voor de benoe
ming van een lid dier Commissie, ter voor
ziening in de vacature, ontstaan door het
vertrek van den heer J. L. Vermeer, aanbe
volen
1. de heer J. G. van den Bosch,
2. J. Buis.
Tot stemming overgaande, wordt de heer
Van den Bosch met 11 steramen benoemd.
Op den heer Buis werden 8 stemmen uitge
bracht.
Vervolgens worden benoemd tot onderwij
zers aan school No. 7b, de heer J. Katoen,
te Sappemeer, met 16 stemmen aan school
No. 7a, de heeren J. J. Weeveringh, te Am
sterdam, en J. D. van Veen, te Haarlem,
respectievelijk met 16 en 15 stemmen tot
onderwijzeres aan school No. 7a mej. T. Vonk,
te Dronrijp, met 15 stemmen en tot onder
wijzeres aan de Herhalingsschool mej. S. E.
Waldemaijer, alhier, met 11 stemmen.
Voorlezing geschiedt vervolgens van een
adres van den heer E. Dekker, leeraar in de
practische zeevaartkunde aan de
Zeevaartschool,
te kennen gevende dat hij 10 lesuren per
week heeft en slechts een jaarwedde van f 200
geniet, dat dit bedrag z. i. in geenerlci ver
houding staat tot de door hem gepresteerd
wordende diensten, waarom hij verhooging
van jaarwedde verzoekt. De Voorzitter
zegt het billijke van dit verzoek te erkennen,
daar adressant bij de opening der School,
toen zijne jaarwedde werd vastgesteld, slechts
4 lesuren per week had en nu 10. Hij stelt
voor het adres om advies in handen te stellen
der Commissie van Toezicht op het Middelbaar
onderwijs. AlduB wordt met eenparige
stemmen besloten.
Gelezen wordt een adres van de
Schilders-V ereeniging
„Oefening kweekt Kennis", het verzoek inhou
dende om ook dit jaar uit de gemeentekas
eene subsidie ad f 100 te mogen ontvangen,
teneinde daardoor in de gelegenheid te worden
gesteld de kosten van het vanwege de Vereenging
gegeven wordend onderwijs in het teekenen en
marmerschilderen te bestrijden. De Voor
zitter stelt namens B. en W. voor de gevraagdo
subsidie te verleenen, op dezelfde voorwaar
den als onlangs aan de Timmerlieden-Verceni-
ging, wat het toezicht op het onderwijs be
treft. De heer Vos vindt in dit laatste
aanleiding om terloops op te merken dat de
lessen van de Timmerlieden-Vereeniging eerst
in de helft dezer maand zullen aanvangen,
waardoor nog geen onderzoek naar de inrich
ting van het onderwijs kon worden ingesteld.
We zullen ze dan eene visite maken, ver
zekert de Voorzitter. De heer Van Neck
deelt mede dat hij omtrent de Schilders-Ver-
ecniging zeer goede informatica heeft ontvan
gen. Tot het verleenen der gevraagde
subsidie wordt hierop met algemeens stemmen
besloten.
Alsnu geschiedt voorlezing van een zeer
uitvoerig adres van het Kerkbestuur der Gere
formeerde gemeente alhier, verzoekende om
over te gaan tot
afschaffing der Kermis.
Zonder het noodig te achten om in den
breede aan te toonen tot welke schandelijke
tooneelen van zedeloosheid en tot welk finan-
.ciëel nadeel de kermis dit jaar weer aanlci- j
ding gaf uitgezonderd natuurlijk voor de
kroeghouders grondt adressant zijn ver
zoek op de onrechtvaardigheid dat de over
heid der gemeente jaarlijks 7 dagen gelegen
heid geeft tot bandeloosheid. Onder aanhaling
van verschillende bijbelteksten wordt er in
het adres op gewezen dat het der overheid
past, den ingezetenen een rustig en stil leven
te verschaffen, waarvan geen sprake kan zijn
zoolang de kermis bestaatdaarom wordt op
afschaffing aangedrongen. Aan dit verzoek
voldoende, meent adressant, zou de Raad
blijk geven van zijne verantwoordelijkheid
doordrongen te zijn.
De heeren Oortgijsen en Hordijk bekomen
op hun vraag, wie dit adres heeft ondertee-
kend, ten antwoord Den Hengst en Reijling.
De Voorzitter deelt mede, dat B. en W.
zich ir. deze vrij moeielijke zaak vau het
geven van advies zullen onthouden. De
heer Franken zegt zich te verwonderen dat
de Kerkeraad dit adres indiende, terwijl de
zaak nog zoo kort geleden aan de orde is
geweest en men toch kon nagaan dat de j
Rand nietreeds zoo spoedig op een eenmaal ge-
nomen besluit zou terugkomen. Ofschoon te-
genstander van de kermis zijnde, zal hij zich i
nu van stemming onthouden, om dergelijke
overhaasting niet aan te moedigen. Z. i. be
tracht de Kerkeraad te weinig wat ergens
geschreven staat„zij die gelooven haasten j
niet." 't Maakt op hem den indruk dat de
Kerkeraad meer adresseert om gelijk te
willen hebben, dan wel om de afschaffing j
der kermis te bevorderen. De heer Ver-
faille slu-it zich geheel bij den vorigeu spreker
aan ook hij is in beginsel tegen de kermis,
doch zal zich nu van stemming onthouden.
De heer Korver ia van oordeel dat een j
protest, van een corporatie tegen 't een of
undcr uitgaande, niet aan eenen bepaalden
tijd gebonden is. Hij acht 't ongemotiveerd,
zich van stemming te onthouden omdat dit
protest te spoedig na eene genomen beslissing
wordt ingediend.
Naarmate er meerdere pretesten inkomen,
wordt voor den Raad de verantwoordelijkheid
zwaarder, als men dergelijke protesten gewoon I
naar de snippermand verwijst. De heer i
Zurmuhlen merkt op dat het meerendeel der j
ingezetenen nog altijd op de kermis-amuscmen- j
ten gesteld is, dat de gemeente er hare
voordeelen van trekt en dat het financieel
nadeel veel minder is dan b. v. bij Zendings
feesten, wanneer veel meer geld de gemeente
wordt uitgedragen. Z. i. kunnen de tegen
standers van het vermaak de kermis best
ontwijken en behoeft deze daarom niet te
worden afgeschalt. Met 12 tegen 5 sl.
wordt hierop afwijzend op het adres beschikt.
Voor inwilliging van hel verzoek stemden de
heeren Bakker, Govers, Korver, Spruit en de
Voorzitter. De heeren Franken en Verfaille
hielden zich buiten stemming.
Aan de orde is vervolgens een adres van
den heer R. Tienstra over het
V ischafslag-gebouw.
Adressant geeft te kennen dat indertijd
door hem werd aangeboden het gebouw van
de gemeente te huren voor 6 pCt. van den
kostenden prijs, zijnde f 400. Thans wil hij
dat aanbod in zoover wijzigen, dat hij het
wil huren voor f 425 's jaars, gedurende 5
jaren, met dien verstande dut de kosten van
gasverlichting, water en schoonmaak voor
zijne rekening komen. Mocht de Raad op
het aanbod van adressant ingaan, dan zou hij
wenscheD dat in de plaatsing der banken
zoodanige wijziging werd gebracht, dat elk
der daarin plaats nemende koopers even ver
van den afslager verwijderd is. Mededee-
ling geschiedt nog van een brief van de Ka
mer van Koophandel, waarin dringend ver
zocht wordt in deze zaak eene beslissing
te nemen, met het oog op het groote belang
dat onze gemeente bij de visscherij heeft.
De Voorzitter, namens B. cn W. preadvies
uitbrengende, betuigt zijn leedwezen dat deze
zaak zoo lang op de baan blijft, doch meent
dat het voorstel van den heer Tienstra, met
het oog op de vroeger genomen besluiten, op
de benoemde ambtenaren en op de verhuurde
zitplaatsen in het gebouw, niet kan wor
den overwogen. Niets belet echter den heer
Tienstra om in het gebouw als geldschieter
op te treden. De gemeente neemt voor het
afslaan der visch slechts pCt., zoodat de
handel daardoor niet zal worden benadeeld.
De heer Hordijk, vreezende dat men met
praten toch niet tot overeenstemming zal ko
men, dringt er op aan, het adres in stem
ming te brengen. Wij zijn niet bevoegd
om er over te stemmen, zegt de Voorzitter
wat zouden wij met onze nmbtenaren moeten
beginnen Wat beginnen wij er nu dan
mee vraagt de heer Hordijk. De heer
Van Neek stelt voor het adres voor kennis
geving aan te nemen, daar de Raad de be
voegdheid mist om het gebouw te verhuren,
met hel oog op de verpachte zitplaatsen.
Voor hoe lang zijn die banken verhuurd
vraagt de heer Hordijk. Voor één jaar,
is het antwoord des Voorzitters. De heer
Zurmuhlen vraagt of de Raad verantwoord is
tegenover de burgerij, wanneer hij 5 jaar
lang f 425 van de hand wijst; z. i. niet.
De Voorzitter herinnert er den heer Zur
muhlen aan dat hij indertijd zelf het bod
van den heer Tienstra bespottelijk noemde.
Zeker, zegt de heer Zurmuhlen, toen bood
hij f 150, dat was bespottelijk, maar nu er
f 425 wordt geboden i3 dat anderseu het
bod is wel te aanvaarden ook, als men be
denkt dat de gemeente in het gebouw al 17
centen heeft verdiend. Het voorstel van
den heer Van Neck, om het adres voor ken
nisgeving aan te nemen, op grond dat de
Raad niet bevoegd is het gebouw te verhuren,
wordt hierop in stemmiug gebracht en met
15 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen
stemden de heeren Govers, Oudenhoven, Van
Twisk en Zurmuhlen.
Gelezen wordt een adres van de heeren
Visser, directeur van- en Bakker, leeraar
aan de
Zeevaartschool,
mededcelende dat zij voornemens zijn een
voorbereidenden cursus voor de Zeevaartschool
op te richten cn verzoekende daarvoor, buiten
de schooluren om, van de schoollokalen en
hulpmiddelen te mogen gebruik maken.
(De heer Hordijk verlaat wegens ambtsbe
zigheden de vergadering.) De heer Korver
vraagt of die heeren nu een soort bewaar
schooltje wenschen te maken. De Voorz.
deelt mede dat B. en W. in hun oordeel
omtrent dit verzoek niet homogeen zijn. Bij
hem (Voorz.) zijn bezwaren gerezen tegen het
doen gebruiken van schoollokalen en meube
len door particulieren. Voorz. meent dat het
niet rechtvaardig is tegenover anderen en
gelooft dat de inwilliging van het verzoek
niets dan bezwaar en last zou geven. De
heer Zurmuhlen ziet dat bezwaar niet in en
vraagtwat bedoelde mijnheer Korver met
zijn „bewaarschooltje" De heer Korver
zegtdat ik het niet raadzaam acht aan de
School nog eene voorbereidingsklasse te ver
binden er zijn inrichtingen van onderwijs
genoeg, waar de kinderen de noodige be
kwaamheid kunnen opdoen om tot de Zee
vaartschool te worden toegelaten. De heer
Van Neck gelooft dat het doel van adres
santen wel goed is, maar 't komt hem voor dat
dit niet de weg is om de jongens klaar te
maken voor de school daartoe is gelegen
heid op de scholen van de heeren Vastenou
en Van Varik. 't Ligt op den weg der School
commissie om te zorgen dat rle leerlingen
op die scholen de noodige kundigheden op
doen om tot de Zeevaartschool te kunnen
worden toegelaten. Z. i. wordt de noodige
aansluiting bij het onderwijs gemist en dit
is ook oorzaak dat een dusdanig adres
werd ingezonden. De heer Vos beveelt de
inwilliging van het verzoek aan. Het is juist
met het oog op de leerlingen der lagere
scholen, die de inrichtingen van de heeren
Vastenou en Van Varik- om financieele rede
nen niet kunnen bezoeken, dat adressanten
hun cursus wenschten op te richten, waarvan
zij geen voordeel voor zichzelf verlangen. De
Regeering heeft het voornemen om voor het vol
gend jaar de subsidie met f 1200 te verhoogen
en nu moet de gemeente z .i. alles ook toebren
gen wat kan strekken om het onderwijs meer
aan de eischen te doen beantwoorden. De
heer Zurmuhlen sluit zich bij den heer Vos
aan ook hij meent dat alles in 't werk
moet worden gesteld om de Zeevaartschool
populair te maken. De Voorzitter wijst
er op, dat het onderwijs dan 's avonds zou
moeten worden gegeven, wat niet is aan te
bevelen met het oog op het Ziekenhuis, dat
er onmiddellijk naast staat. De heer
Maalsteed meent dat, als dat een bezwaar is,
de heele Zeevaartschool er vandaan moet.
En de Industrieschoolvoegt de heer Vos
er aan toe. De Voorzitter zou bovendien
wenschen, dat het adres uitvoeriger werd
toegelicht. Er blijkt Diet uit, wat de adres
santen eigenlijk van plan zijn. De heer
Maalsteed ziet de noodzakelijkheid daarvan
niet in. Zij vragen alleen, gebruik te mogen
maken van de schoollokalen en 't overige
gaat den Raad niet aan. Volgens den heer
Korver kunnen dan alle hoofden van scholen
wel vragen, na schooltijd een schooltje voor
hunne rekening te mogen houden. De
heer Van Neck is er niet tegen dat zij pri
vaatles geven, maar niet klassikaal. De
heer Bakker geeft in overweging het advies
van de Commissie van toezicht op de Zee
vaartschool is te winnen. Dat kan je eerst
doen met hnn leerplan in handen, zegt de
Voorzitter, die daarom voorstelt aan adres
santen nadere inlichtingen te vragen, welk
voorstel met 14 tegen 4 stemmen wordt aan
genomen. Tegen stemden de heeren Van
Neck, Oudenhoven, Vos en Zurmuhlen.
De volgende ingekomen stukken worden
voor kennisgeving aangenomen
1. Missive van den Commissaris der Ko
ningin, berichtende dat door den Minister
van Waterstaat aan den heer J. Pot, te Alk
maar, vergunning is verleend tot het aanleg
gen en gebruiken eener tramhaan langs den
Heldersche zeedijk, vanaf de batterij Wier-
hoofd tot het Badpaviljoen te Huisduinen.
2. Missive van Gedep. Staten, de kennis
geving inhoudende dat art. 69a der Alg.
Politie-verordening, door den Raad vastgesteld
bij besluit van 2 December 1892, door H. M.
de Koningin is vernietigd, wegens strijd met
de wet.
Voorlezing geschiedt van een adres van
den brigadier van politie F. A. Bergman,
mededeelende dat tegen 1 November a. s.
om gezondheidsredenen door liera ontslag uit
zijne betrekking is aangevraagd en verzoe
kende alsdan te worden gesteld in het genot
van zoodanig pensioen, als waarop hij zal
worden bevonden aanspraak te hebben.
Zonder discussie wordt op dit adres gunstig
beschikt.
Gelezen worden brieven van mej. Reehei,
Sehadee en Lavell en van de heeren P. Tuijn,
H. de Liefde en Y. de Wendt, de kennis
geving inhoudende dat zij hunne benoeming
tot onderwijzeressen en onderwijzers aan de
openbare scholen alhier aannemen en van de
heeren A. Boer, J. Jansen, H. Snel en G.
Schuil, dat zij voor die benoeming bedanken,
laatstgenoemde met dc bijvoeging, omdat 'nem
is gebleken dat de tractementsverhooging on
voldoende is geregeld".
Namens de Commissie, in eene vorige ver
gadering benoemd tot het doen van voor
stellen tot reorganisatie der
O n d e r w ij e r s - j a a r w e d d e n,
wordt hierna door den heer v. Neck rapport
uitgebracht. TJit dat, rapport blijkt, dat de
Commissie in hare vergadering van 10 dezer
na breedvoerige bespreking eenstemmig vau
oordeel was dat door de verhooging der jaar
wedden van nieuwbenoemde onderwijzers eene
minder billijke verhouding is ontstaan. Om
die onbillijkheid zooveel mogelijk weg te
nemen, stelt de Commissie voor de eerste
verhooging van f50 te verleenen na Bjarigen-,
de tweede van f50 na lOjarigcn dienst, de
laatste verhooging onder intrekking der vroeger
gemaakte bepaling, waarbij het bezit der acte
voor vrije- en orde-oefeningen verplichtend
werd gesteld. Om bij het bereiken van
zekeren leeftijd verhooging van jaarwedde toe
te staan, acht de Commissie in strijd met de
belangen van het ouderwijs. Voorts sielt zij
voor om bij de eerste vacature op alle scholen
aan te stellen een eersten onderwijzer, in
staat om het hoofd bij afwezigheid te ver
vangen, op eene jaarwedde van f 1000. In
verband met deze voorstellen zal het noodig
zijn den post voor onderwijs op cie begrooiing
voor 1894 te verhoogen met f 2500.
Besloten wordt dit rapport gelijktijdig met
de begrooting te behandelen.
Bij de nu volgende rondvraag zegt de heer
Korver tot zijne verwondering te hebben
gezien dat aan de Kerkgracht eene nieuwe
bestrating werd gelegd, terwijl de Verlengde
Kroonstrnat en Gravenstraat nog altijd op
bestrating wachten. De Voorzitter zegt dat
de bestrating der Kerkgracht wegens verzak
king dringend noodzakelijk was eu die vau
de Kroon- en Gravenstraten kan weldra wor
den tegemoet gezien, daar twee der eigenaren
van dien particulieren weg zich bereid hebben
verklaard de helft dier bestrating voor hunne
rekeniDg te nemen de gemeente zal dan de
andere helft bestraten.
Naar aanleiding van een dezer dagen ter
recde voorgekomen cholerageval, vraagt de
lieer Korver of hier nog eene Gezondheids
commissie bestaat, of deze reeds adviezen
heeft uitgebracht en of tengevolge van dien
B. en W. geen voorstellen aan den Raad
hebben te doen. De heer Over de Linden
vraagt of de heer Korver in de een of andere
nalatigheid aanleiding vindt tot het doen
dezer vragenzoo niet, dan vindt hij deze
zeer ongepast. De heer Korver zegtomdat
hij er niets van hoorde. De Voorzitter
deelt mede dat de Gezondheids-commissie
voorstellen heeft gedaan tot het ontruimen
van onbewoonbare huizen. B. en W. zullen
eerstdaags alle huizen nagaan die daarvoor
in aanmerking kunnen komen. Verder zijn
op initiatief der Commissie reed3 een aantal
poelen in de gemeente opgeruimd.
De heer Franken vraagt ten slotte of B.
en W. reeds in correspondentie zijn getreden
met het Gemeentebestuur van Callautsoog,
over vergoeding wegens medegebruik der
gemeenteschool No. 1 te Koegras. Na
eeitige discussie zegt de Voorzitter toe, in de
volgende vergadering daaromtrent een officieel
rapport te zullen overleggen.
Verder niets meer te behandelen zijnde,
sluit de Voorzitter de openbare vergndering
en gaat de Raad over in comité, ter behan
deling van ingekomen bezwaarschriften tegen
aanslagen in den Hoofdelijkeu omslag.
Texel. Gemeenteraad. Zitting van
13 Oct. 1893.
Voorzitter de Burgemeester. Tegen
woordig de heeren Westenberg, Koorn,
Koning, Bakker, Mets, Zijm, Roeper, Dros,
C. Pz. Keijser en F. Keijser.
Na het openen der vergadering wenscht
de Voorzitter dadelijk over te gaan tot het
onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemd
raadslid, den heer K. Lap Bz. en benoemt
hij daartoe tot commissieleden de heeren
C. Keijser Pz., T. M. Zijm en W. Mets
de vergadering wordt hierna geschorst.
Na heropening wordt bij monde van den
heer C. P. Keijser tot toelating geadviseerd
de Raad verklaart zich eenparig er voor.
Vervolgens worden de notulen van de
vorige vergadering gelezen en goedgekeurd.
Verder doet de Voorzitter mededeeling
aangaande de in de vorige vergadering
i besproken verlichting op het haventerrein
te Oudeschild, van het opnemen der boeken
en kas van den gemeente-ontvanger; in
kas was f 2889.22$, achterstallig 13600
een en ander wordt voor kennisgeving
aangenomen.
De vacature-onderwijzer te de Koog is
nog bij B. en VV. in behandeling.
Een adres van de veldwachters te den
Hoorn en de Waal, houdende verzoek om
tractementsverhooging, wordt tot eene vol
gende vergadering ter zijde gelegd,
j B. en W. stellen voor, op het verzoek
van den asch- en vuilnis-ophaalder, in
vorige zitting reeds terloops besproken, in
zooverre goedgunstig te beschikken, dat men
het salaris tot f 75 verhoogt, doch afwijzend
te besluiten op zijne vraag, om een stal voor
zijn paard, of een stukje grond, om die
daarop te mogen bouwen.
In stemming gebracht, vereeDigt de Raad
zich met het adviesvan B. en W. Een
schrijven van iemand te Oudeschild, hou
dende reclame schoolgeld, wordt naar B.
en W. gerenvoyeerd, omdat het niet bij
den Raad thuisbehoort.
Wordt gelezen een adres van A. Eelman
36
//Ocli niets," zei Suze, „'tis niets!"
z/Ik wou, dat je er nu maar toe kon besluiten om
voor altijd bij mij te blijven," zei Demmers. „Je
weet, dat ik voor je toekomst zal zorgen, of liever
reeds heb gezorgd."
„Nu, misschien gebeurt het ook wel," zei Suze,
hem toelachend„wees nu maar tevreden met het
tegenwoordige, komen die tijden dan komen die pla
gen, zegt het spreekwoord, en laten wij daaraan nu
maar niet denken."
Zij woelde met haar fijne vingertjes door zijn haai
en keek hem lachend in de oogen.
„Je hebt gelijk, klein, verstandig wijfje," zei Dem
mers, en haar hoofd tusschen zijn beide handen ne
mend, kuste hij haar hartstochtelijk op den mond.
Langzaam zonk haar hoofd in zijn arm tot het
tegen zijn borst lag. E11 vaster klemde hij haai- aan zijn
hart en dieper keek hij haar in de oogen. Dan streek
hij met de band over haar fraai bruin, golvend haar
of kuste haar oogen of wangen, om in het volgend
oogenblik baar lang en innig aan te zien.
„Ik houd toch zooveel van je," fluisterde hij.
Zij keek hem met schitterende oogjes aan.
„Ik wou dat je maar toe wou stemmen," mompelde
hij.
Suze's gelaat betrok.
„Begin daar nu niet meer over," zeide ze, op half
smeekenden toon. „Laat dat nu rusten."
„Ik wou het ook zoo graag," mompelde bij.
„Ik ook, maar het kan niet," zeide zij. „Vergenoeg
u met hetgeen ge hebt."
„Daartoe doe ik mijn best," zeide hij, „maar't valt
mij zwaar."
XI.
Ja, Deiryners gevoelde zich zoo gelukkig als hij
nooit gedacht had te zullen worden. Met Suze was,
zooals hij zeide, de zonneschijn, het geluk in huis
gekomen.
Lang had het niet geduurd, dat hij de liefde, die
hij voor zijne huishoudster koesterde, kon verborgen
houden. Zonder bepaald te spreken, zonder zich te
verklaren als bij toeval, waren zij tot elkander gebracht
en toen het zoover gekomen was, had het hemzelf in de
hoogste mate verrast. I11 de eerste oogenblikken na
die gebeurtenis had hij gemeend, dat bij de speelbal
van een droom was; maar spoedig was hij tot erken
ning van de werkelijkheid gekomen. Toen scheen hem
zijn geluk haast te groot om blijvend te zijn. Maar
ondanks de vrees, die hij daarvoor aanvankelijk koes
terde, was het gebleven en had hij zich als het ware
geheel voelen herleven.
Daarna was er een verklaring gevolgd tusschen
die beiden en tot zijne verbazing was Demmers tot
de wetenschap gekomen, dat Suze in het minst niet
aan een huwelijk had gedacht, ja, dat zij het zelfs niet
verlangde. De reden wilde zij echter niet zeggen en
Demmers was die tot heden nog niet te weten geko
men. Zij verklaarde veel van hem te houden, maar
zijne vrouw niet te kunnen worden en vermaande hem
tevreden te zijn met hetgeen bestond, evenals zij,
en niet te willen wat toch onmogelijk was.
In het eerst had hij spijt gevoeld, zeer veel spijt
zelfs, maar later was hij in stilte tot de erkenning
gekomen, dat hij er zóó toch ook vrede mede had,
indien zij maar steeds bij hem mocht blijven. Wel
duurde het dagen lang eer hij er zich in kou schik
ken en hij had ook nu nog wel van die oogenblikken,
dat hij door onrust gekweld werd, onrust, om haar