Op den heer Drijver werden 4 stemmen en op den heer Schaaf 1 stem uitgebracht. Ter voorziening in de vacature-Goedkoop word benoemd de lieer Schaaf, met 12 stem men de heer Coops verkreeg 7 stemmen. Door de Commissie van Toezicht op het Middelbaar onderwijs werden voor de benoe ming van een lid dier Commissie, ter voor ziening in de vacature, ontstaan door het vertrek van den heer J. L. Vermeer, aanbe volen 1. de heer J. G. van den Bosch, 2. J. Buis. Tot stemming overgaande, wordt de heer Van den Bosch met 11 steramen benoemd. Op den heer Buis werden 8 stemmen uitge bracht. Vervolgens worden benoemd tot onderwij zers aan school No. 7b, de heer J. Katoen, te Sappemeer, met 16 stemmen aan school No. 7a, de heeren J. J. Weeveringh, te Am sterdam, en J. D. van Veen, te Haarlem, respectievelijk met 16 en 15 stemmen tot onderwijzeres aan school No. 7a mej. T. Vonk, te Dronrijp, met 15 stemmen en tot onder wijzeres aan de Herhalingsschool mej. S. E. Waldemaijer, alhier, met 11 stemmen. Voorlezing geschiedt vervolgens van een adres van den heer E. Dekker, leeraar in de practische zeevaartkunde aan de Zeevaartschool, te kennen gevende dat hij 10 lesuren per week heeft en slechts een jaarwedde van f 200 geniet, dat dit bedrag z. i. in geenerlci ver houding staat tot de door hem gepresteerd wordende diensten, waarom hij verhooging van jaarwedde verzoekt. De Voorzitter zegt het billijke van dit verzoek te erkennen, daar adressant bij de opening der School, toen zijne jaarwedde werd vastgesteld, slechts 4 lesuren per week had en nu 10. Hij stelt voor het adres om advies in handen te stellen der Commissie van Toezicht op het Middelbaar onderwijs. AlduB wordt met eenparige stemmen besloten. Gelezen wordt een adres van de Schilders-V ereeniging „Oefening kweekt Kennis", het verzoek inhou dende om ook dit jaar uit de gemeentekas eene subsidie ad f 100 te mogen ontvangen, teneinde daardoor in de gelegenheid te worden gesteld de kosten van het vanwege de Vereenging gegeven wordend onderwijs in het teekenen en marmerschilderen te bestrijden. De Voor zitter stelt namens B. en W. voor de gevraagdo subsidie te verleenen, op dezelfde voorwaar den als onlangs aan de Timmerlieden-Verceni- ging, wat het toezicht op het onderwijs be treft. De heer Vos vindt in dit laatste aanleiding om terloops op te merken dat de lessen van de Timmerlieden-Vereeniging eerst in de helft dezer maand zullen aanvangen, waardoor nog geen onderzoek naar de inrich ting van het onderwijs kon worden ingesteld. We zullen ze dan eene visite maken, ver zekert de Voorzitter. De heer Van Neck deelt mede dat hij omtrent de Schilders-Ver- ecniging zeer goede informatica heeft ontvan gen. Tot het verleenen der gevraagde subsidie wordt hierop met algemeens stemmen besloten. Alsnu geschiedt voorlezing van een zeer uitvoerig adres van het Kerkbestuur der Gere formeerde gemeente alhier, verzoekende om over te gaan tot afschaffing der Kermis. Zonder het noodig te achten om in den breede aan te toonen tot welke schandelijke tooneelen van zedeloosheid en tot welk finan- .ciëel nadeel de kermis dit jaar weer aanlci- j ding gaf uitgezonderd natuurlijk voor de kroeghouders grondt adressant zijn ver zoek op de onrechtvaardigheid dat de over heid der gemeente jaarlijks 7 dagen gelegen heid geeft tot bandeloosheid. Onder aanhaling van verschillende bijbelteksten wordt er in het adres op gewezen dat het der overheid past, den ingezetenen een rustig en stil leven te verschaffen, waarvan geen sprake kan zijn zoolang de kermis bestaatdaarom wordt op afschaffing aangedrongen. Aan dit verzoek voldoende, meent adressant, zou de Raad blijk geven van zijne verantwoordelijkheid doordrongen te zijn. De heeren Oortgijsen en Hordijk bekomen op hun vraag, wie dit adres heeft ondertee- kend, ten antwoord Den Hengst en Reijling. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. zich ir. deze vrij moeielijke zaak vau het geven van advies zullen onthouden. De heer Franken zegt zich te verwonderen dat de Kerkeraad dit adres indiende, terwijl de zaak nog zoo kort geleden aan de orde is geweest en men toch kon nagaan dat de j Rand nietreeds zoo spoedig op een eenmaal ge- nomen besluit zou terugkomen. Ofschoon te- genstander van de kermis zijnde, zal hij zich i nu van stemming onthouden, om dergelijke overhaasting niet aan te moedigen. Z. i. be tracht de Kerkeraad te weinig wat ergens geschreven staat„zij die gelooven haasten j niet." 't Maakt op hem den indruk dat de Kerkeraad meer adresseert om gelijk te willen hebben, dan wel om de afschaffing j der kermis te bevorderen. De heer Ver- faille slu-it zich geheel bij den vorigeu spreker aan ook hij is in beginsel tegen de kermis, doch zal zich nu van stemming onthouden. De heer Korver ia van oordeel dat een j protest, van een corporatie tegen 't een of undcr uitgaande, niet aan eenen bepaalden tijd gebonden is. Hij acht 't ongemotiveerd, zich van stemming te onthouden omdat dit protest te spoedig na eene genomen beslissing wordt ingediend. Naarmate er meerdere pretesten inkomen, wordt voor den Raad de verantwoordelijkheid zwaarder, als men dergelijke protesten gewoon I naar de snippermand verwijst. De heer i Zurmuhlen merkt op dat het meerendeel der j ingezetenen nog altijd op de kermis-amuscmen- j ten gesteld is, dat de gemeente er hare voordeelen van trekt en dat het financieel nadeel veel minder is dan b. v. bij Zendings feesten, wanneer veel meer geld de gemeente wordt uitgedragen. Z. i. kunnen de tegen standers van het vermaak de kermis best ontwijken en behoeft deze daarom niet te worden afgeschalt. Met 12 tegen 5 sl. wordt hierop afwijzend op het adres beschikt. Voor inwilliging van hel verzoek stemden de heeren Bakker, Govers, Korver, Spruit en de Voorzitter. De heeren Franken en Verfaille hielden zich buiten stemming. Aan de orde is vervolgens een adres van den heer R. Tienstra over het V ischafslag-gebouw. Adressant geeft te kennen dat indertijd door hem werd aangeboden het gebouw van de gemeente te huren voor 6 pCt. van den kostenden prijs, zijnde f 400. Thans wil hij dat aanbod in zoover wijzigen, dat hij het wil huren voor f 425 's jaars, gedurende 5 jaren, met dien verstande dut de kosten van gasverlichting, water en schoonmaak voor zijne rekening komen. Mocht de Raad op het aanbod van adressant ingaan, dan zou hij wenscheD dat in de plaatsing der banken zoodanige wijziging werd gebracht, dat elk der daarin plaats nemende koopers even ver van den afslager verwijderd is. Mededee- ling geschiedt nog van een brief van de Ka mer van Koophandel, waarin dringend ver zocht wordt in deze zaak eene beslissing te nemen, met het oog op het groote belang dat onze gemeente bij de visscherij heeft. De Voorzitter, namens B. cn W. preadvies uitbrengende, betuigt zijn leedwezen dat deze zaak zoo lang op de baan blijft, doch meent dat het voorstel van den heer Tienstra, met het oog op de vroeger genomen besluiten, op de benoemde ambtenaren en op de verhuurde zitplaatsen in het gebouw, niet kan wor den overwogen. Niets belet echter den heer Tienstra om in het gebouw als geldschieter op te treden. De gemeente neemt voor het afslaan der visch slechts pCt., zoodat de handel daardoor niet zal worden benadeeld. De heer Hordijk, vreezende dat men met praten toch niet tot overeenstemming zal ko men, dringt er op aan, het adres in stem ming te brengen. Wij zijn niet bevoegd om er over te stemmen, zegt de Voorzitter wat zouden wij met onze nmbtenaren moeten beginnen Wat beginnen wij er nu dan mee vraagt de heer Hordijk. De heer Van Neek stelt voor het adres voor kennis geving aan te nemen, daar de Raad de be voegdheid mist om het gebouw te verhuren, met hel oog op de verpachte zitplaatsen. Voor hoe lang zijn die banken verhuurd vraagt de heer Hordijk. Voor één jaar, is het antwoord des Voorzitters. De heer Zurmuhlen vraagt of de Raad verantwoord is tegenover de burgerij, wanneer hij 5 jaar lang f 425 van de hand wijst; z. i. niet. De Voorzitter herinnert er den heer Zur muhlen aan dat hij indertijd zelf het bod van den heer Tienstra bespottelijk noemde. Zeker, zegt de heer Zurmuhlen, toen bood hij f 150, dat was bespottelijk, maar nu er f 425 wordt geboden i3 dat anderseu het bod is wel te aanvaarden ook, als men be denkt dat de gemeente in het gebouw al 17 centen heeft verdiend. Het voorstel van den heer Van Neck, om het adres voor ken nisgeving aan te nemen, op grond dat de Raad niet bevoegd is het gebouw te verhuren, wordt hierop in stemmiug gebracht en met 15 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren Govers, Oudenhoven, Van Twisk en Zurmuhlen. Gelezen wordt een adres van de heeren Visser, directeur van- en Bakker, leeraar aan de Zeevaartschool, mededcelende dat zij voornemens zijn een voorbereidenden cursus voor de Zeevaartschool op te richten cn verzoekende daarvoor, buiten de schooluren om, van de schoollokalen en hulpmiddelen te mogen gebruik maken. (De heer Hordijk verlaat wegens ambtsbe zigheden de vergadering.) De heer Korver vraagt of die heeren nu een soort bewaar schooltje wenschen te maken. De Voorz. deelt mede dat B. en W. in hun oordeel omtrent dit verzoek niet homogeen zijn. Bij hem (Voorz.) zijn bezwaren gerezen tegen het doen gebruiken van schoollokalen en meube len door particulieren. Voorz. meent dat het niet rechtvaardig is tegenover anderen en gelooft dat de inwilliging van het verzoek niets dan bezwaar en last zou geven. De heer Zurmuhlen ziet dat bezwaar niet in en vraagtwat bedoelde mijnheer Korver met zijn „bewaarschooltje" De heer Korver zegtdat ik het niet raadzaam acht aan de School nog eene voorbereidingsklasse te ver binden er zijn inrichtingen van onderwijs genoeg, waar de kinderen de noodige be kwaamheid kunnen opdoen om tot de Zee vaartschool te worden toegelaten. De heer Van Neck gelooft dat het doel van adres santen wel goed is, maar 't komt hem voor dat dit niet de weg is om de jongens klaar te maken voor de school daartoe is gelegen heid op de scholen van de heeren Vastenou en Van Varik. 't Ligt op den weg der School commissie om te zorgen dat rle leerlingen op die scholen de noodige kundigheden op doen om tot de Zeevaartschool te kunnen worden toegelaten. Z. i. wordt de noodige aansluiting bij het onderwijs gemist en dit is ook oorzaak dat een dusdanig adres werd ingezonden. De heer Vos beveelt de inwilliging van het verzoek aan. Het is juist met het oog op de leerlingen der lagere scholen, die de inrichtingen van de heeren Vastenou en Van Varik- om financieele rede nen niet kunnen bezoeken, dat adressanten hun cursus wenschten op te richten, waarvan zij geen voordeel voor zichzelf verlangen. De Regeering heeft het voornemen om voor het vol gend jaar de subsidie met f 1200 te verhoogen en nu moet de gemeente z .i. alles ook toebren gen wat kan strekken om het onderwijs meer aan de eischen te doen beantwoorden. De heer Zurmuhlen sluit zich bij den heer Vos aan ook hij meent dat alles in 't werk moet worden gesteld om de Zeevaartschool populair te maken. De Voorzitter wijst er op, dat het onderwijs dan 's avonds zou moeten worden gegeven, wat niet is aan te bevelen met het oog op het Ziekenhuis, dat er onmiddellijk naast staat. De heer Maalsteed meent dat, als dat een bezwaar is, de heele Zeevaartschool er vandaan moet. En de Industrieschoolvoegt de heer Vos er aan toe. De Voorzitter zou bovendien wenschen, dat het adres uitvoeriger werd toegelicht. Er blijkt Diet uit, wat de adres santen eigenlijk van plan zijn. De heer Maalsteed ziet de noodzakelijkheid daarvan niet in. Zij vragen alleen, gebruik te mogen maken van de schoollokalen en 't overige gaat den Raad niet aan. Volgens den heer Korver kunnen dan alle hoofden van scholen wel vragen, na schooltijd een schooltje voor hunne rekening te mogen houden. De heer Van Neck is er niet tegen dat zij pri vaatles geven, maar niet klassikaal. De heer Bakker geeft in overweging het advies van de Commissie van toezicht op de Zee vaartschool is te winnen. Dat kan je eerst doen met hnn leerplan in handen, zegt de Voorzitter, die daarom voorstelt aan adres santen nadere inlichtingen te vragen, welk voorstel met 14 tegen 4 stemmen wordt aan genomen. Tegen stemden de heeren Van Neck, Oudenhoven, Vos en Zurmuhlen. De volgende ingekomen stukken worden voor kennisgeving aangenomen 1. Missive van den Commissaris der Ko ningin, berichtende dat door den Minister van Waterstaat aan den heer J. Pot, te Alk maar, vergunning is verleend tot het aanleg gen en gebruiken eener tramhaan langs den Heldersche zeedijk, vanaf de batterij Wier- hoofd tot het Badpaviljoen te Huisduinen. 2. Missive van Gedep. Staten, de kennis geving inhoudende dat art. 69a der Alg. Politie-verordening, door den Raad vastgesteld bij besluit van 2 December 1892, door H. M. de Koningin is vernietigd, wegens strijd met de wet. Voorlezing geschiedt van een adres van den brigadier van politie F. A. Bergman, mededeelende dat tegen 1 November a. s. om gezondheidsredenen door liera ontslag uit zijne betrekking is aangevraagd en verzoe kende alsdan te worden gesteld in het genot van zoodanig pensioen, als waarop hij zal worden bevonden aanspraak te hebben. Zonder discussie wordt op dit adres gunstig beschikt. Gelezen worden brieven van mej. Reehei, Sehadee en Lavell en van de heeren P. Tuijn, H. de Liefde en Y. de Wendt, de kennis geving inhoudende dat zij hunne benoeming tot onderwijzeressen en onderwijzers aan de openbare scholen alhier aannemen en van de heeren A. Boer, J. Jansen, H. Snel en G. Schuil, dat zij voor die benoeming bedanken, laatstgenoemde met dc bijvoeging, omdat 'nem is gebleken dat de tractementsverhooging on voldoende is geregeld". Namens de Commissie, in eene vorige ver gadering benoemd tot het doen van voor stellen tot reorganisatie der O n d e r w ij e r s - j a a r w e d d e n, wordt hierna door den heer v. Neck rapport uitgebracht. TJit dat, rapport blijkt, dat de Commissie in hare vergadering van 10 dezer na breedvoerige bespreking eenstemmig vau oordeel was dat door de verhooging der jaar wedden van nieuwbenoemde onderwijzers eene minder billijke verhouding is ontstaan. Om die onbillijkheid zooveel mogelijk weg te nemen, stelt de Commissie voor de eerste verhooging van f50 te verleenen na Bjarigen-, de tweede van f50 na lOjarigcn dienst, de laatste verhooging onder intrekking der vroeger gemaakte bepaling, waarbij het bezit der acte voor vrije- en orde-oefeningen verplichtend werd gesteld. Om bij het bereiken van zekeren leeftijd verhooging van jaarwedde toe te staan, acht de Commissie in strijd met de belangen van het ouderwijs. Voorts sielt zij voor om bij de eerste vacature op alle scholen aan te stellen een eersten onderwijzer, in staat om het hoofd bij afwezigheid te ver vangen, op eene jaarwedde van f 1000. In verband met deze voorstellen zal het noodig zijn den post voor onderwijs op cie begrooiing voor 1894 te verhoogen met f 2500. Besloten wordt dit rapport gelijktijdig met de begrooting te behandelen. Bij de nu volgende rondvraag zegt de heer Korver tot zijne verwondering te hebben gezien dat aan de Kerkgracht eene nieuwe bestrating werd gelegd, terwijl de Verlengde Kroonstrnat en Gravenstraat nog altijd op bestrating wachten. De Voorzitter zegt dat de bestrating der Kerkgracht wegens verzak king dringend noodzakelijk was eu die vau de Kroon- en Gravenstraten kan weldra wor den tegemoet gezien, daar twee der eigenaren van dien particulieren weg zich bereid hebben verklaard de helft dier bestrating voor hunne rekeniDg te nemen de gemeente zal dan de andere helft bestraten. Naar aanleiding van een dezer dagen ter recde voorgekomen cholerageval, vraagt de lieer Korver of hier nog eene Gezondheids commissie bestaat, of deze reeds adviezen heeft uitgebracht en of tengevolge van dien B. en W. geen voorstellen aan den Raad hebben te doen. De heer Over de Linden vraagt of de heer Korver in de een of andere nalatigheid aanleiding vindt tot het doen dezer vragenzoo niet, dan vindt hij deze zeer ongepast. De heer Korver zegtomdat hij er niets van hoorde. De Voorzitter deelt mede dat de Gezondheids-commissie voorstellen heeft gedaan tot het ontruimen van onbewoonbare huizen. B. en W. zullen eerstdaags alle huizen nagaan die daarvoor in aanmerking kunnen komen. Verder zijn op initiatief der Commissie reed3 een aantal poelen in de gemeente opgeruimd. De heer Franken vraagt ten slotte of B. en W. reeds in correspondentie zijn getreden met het Gemeentebestuur van Callautsoog, over vergoeding wegens medegebruik der gemeenteschool No. 1 te Koegras. Na eeitige discussie zegt de Voorzitter toe, in de volgende vergadering daaromtrent een officieel rapport te zullen overleggen. Verder niets meer te behandelen zijnde, sluit de Voorzitter de openbare vergndering en gaat de Raad over in comité, ter behan deling van ingekomen bezwaarschriften tegen aanslagen in den Hoofdelijkeu omslag. Texel. Gemeenteraad. Zitting van 13 Oct. 1893. Voorzitter de Burgemeester. Tegen woordig de heeren Westenberg, Koorn, Koning, Bakker, Mets, Zijm, Roeper, Dros, C. Pz. Keijser en F. Keijser. Na het openen der vergadering wenscht de Voorzitter dadelijk over te gaan tot het onderzoek geloofsbrieven nieuw benoemd raadslid, den heer K. Lap Bz. en benoemt hij daartoe tot commissieleden de heeren C. Keijser Pz., T. M. Zijm en W. Mets de vergadering wordt hierna geschorst. Na heropening wordt bij monde van den heer C. P. Keijser tot toelating geadviseerd de Raad verklaart zich eenparig er voor. Vervolgens worden de notulen van de vorige vergadering gelezen en goedgekeurd. Verder doet de Voorzitter mededeeling aangaande de in de vorige vergadering i besproken verlichting op het haventerrein te Oudeschild, van het opnemen der boeken en kas van den gemeente-ontvanger; in kas was f 2889.22$, achterstallig 13600 een en ander wordt voor kennisgeving aangenomen. De vacature-onderwijzer te de Koog is nog bij B. en VV. in behandeling. Een adres van de veldwachters te den Hoorn en de Waal, houdende verzoek om tractementsverhooging, wordt tot eene vol gende vergadering ter zijde gelegd, j B. en W. stellen voor, op het verzoek van den asch- en vuilnis-ophaalder, in vorige zitting reeds terloops besproken, in zooverre goedgunstig te beschikken, dat men het salaris tot f 75 verhoogt, doch afwijzend te besluiten op zijne vraag, om een stal voor zijn paard, of een stukje grond, om die daarop te mogen bouwen. In stemming gebracht, vereeDigt de Raad zich met het adviesvan B. en W. Een schrijven van iemand te Oudeschild, hou dende reclame schoolgeld, wordt naar B. en W. gerenvoyeerd, omdat het niet bij den Raad thuisbehoort. Wordt gelezen een adres van A. Eelman 36 //Ocli niets," zei Suze, „'tis niets!" z/Ik wou, dat je er nu maar toe kon besluiten om voor altijd bij mij te blijven," zei Demmers. „Je weet, dat ik voor je toekomst zal zorgen, of liever reeds heb gezorgd." „Nu, misschien gebeurt het ook wel," zei Suze, hem toelachend„wees nu maar tevreden met het tegenwoordige, komen die tijden dan komen die pla gen, zegt het spreekwoord, en laten wij daaraan nu maar niet denken." Zij woelde met haar fijne vingertjes door zijn haai en keek hem lachend in de oogen. „Je hebt gelijk, klein, verstandig wijfje," zei Dem mers, en haar hoofd tusschen zijn beide handen ne mend, kuste hij haar hartstochtelijk op den mond. Langzaam zonk haar hoofd in zijn arm tot het tegen zijn borst lag. E11 vaster klemde hij haai- aan zijn hart en dieper keek hij haar in de oogen. Dan streek hij met de band over haar fraai bruin, golvend haar of kuste haar oogen of wangen, om in het volgend oogenblik baar lang en innig aan te zien. „Ik houd toch zooveel van je," fluisterde hij. Zij keek hem met schitterende oogjes aan. „Ik wou dat je maar toe wou stemmen," mompelde hij. Suze's gelaat betrok. „Begin daar nu niet meer over," zeide ze, op half smeekenden toon. „Laat dat nu rusten." „Ik wou het ook zoo graag," mompelde bij. „Ik ook, maar het kan niet," zeide zij. „Vergenoeg u met hetgeen ge hebt." „Daartoe doe ik mijn best," zeide hij, „maar't valt mij zwaar." XI. Ja, Deiryners gevoelde zich zoo gelukkig als hij nooit gedacht had te zullen worden. Met Suze was, zooals hij zeide, de zonneschijn, het geluk in huis gekomen. Lang had het niet geduurd, dat hij de liefde, die hij voor zijne huishoudster koesterde, kon verborgen houden. Zonder bepaald te spreken, zonder zich te verklaren als bij toeval, waren zij tot elkander gebracht en toen het zoover gekomen was, had het hemzelf in de hoogste mate verrast. I11 de eerste oogenblikken na die gebeurtenis had hij gemeend, dat bij de speelbal van een droom was; maar spoedig was hij tot erken ning van de werkelijkheid gekomen. Toen scheen hem zijn geluk haast te groot om blijvend te zijn. Maar ondanks de vrees, die hij daarvoor aanvankelijk koes terde, was het gebleven en had hij zich als het ware geheel voelen herleven. Daarna was er een verklaring gevolgd tusschen die beiden en tot zijne verbazing was Demmers tot de wetenschap gekomen, dat Suze in het minst niet aan een huwelijk had gedacht, ja, dat zij het zelfs niet verlangde. De reden wilde zij echter niet zeggen en Demmers was die tot heden nog niet te weten geko men. Zij verklaarde veel van hem te houden, maar zijne vrouw niet te kunnen worden en vermaande hem tevreden te zijn met hetgeen bestond, evenals zij, en niet te willen wat toch onmogelijk was. In het eerst had hij spijt gevoeld, zeer veel spijt zelfs, maar later was hij in stilte tot de erkenning gekomen, dat hij er zóó toch ook vrede mede had, indien zij maar steeds bij hem mocht blijven. Wel duurde het dagen lang eer hij er zich in kou schik ken en hij had ook nu nog wel van die oogenblikken, dat hij door onrust gekweld werd, onrust, om haar

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2