NIEUWEDIEPER COURANT,
HELDERSCHE-
J}§. "TZÜT
zondag zz uctoöer isya.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
jaargang di
NEDERLAND.
Het Vaderlandt ghetrouwe
Blijf iele tot in den doot.
Wilhelmuslied.
EN
tKii dcaespereert nimmer!"
Jan Piettri. Coe*.
Veraonyat lodoroa Dlnsanet, Donderdag en Zaterdag.
Abonnementaprijs por 8
maanden:
P r ij der A d v e r t e n*t 1
Voor de conrant binnen de gemeeente
f 0.70, met Jong Holland1.20
UITGEVER
naar de overige plaatsen van Nederland
alle landen, die in het postverdrag
rijn opgenomen (inbegrepen
Ooat-Indië en Amerika).
Znid-Afrika
1.75,
2.50,
j
2.60
4.—
J. H. VAN BALEN.
Molenplein.-Helder.
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 eent. Bij abonnement, naar .-vlaag van de
hoeveelheid regela, aanmerkelijk lager.
Advertentiên voor liefdadige doeleinden per re vel 6 Ct.
Dienstaanbiedingen voor den werkenden atand5„
De Advertent/iën kunnen overal worden geplaatst tusschen den tekst.
Nabetrachtingen
van den Raad.
De tribune was goed bezet bij de
zitting van 13 dezer. En geen wonder,
want het menu leverde nog al wat op.
Voornamelijk
d e Kermis
moest het weer ontgelden. Ach, ach,
wat heeft die Kermis toch gedaan, dat
men haar met alle geweld wil begra
ven Het Kerkbestuur der Gerefor
meerde gemeente, vertegenwoordigd
door de heeren Den Hengst en Reijling,
naar het schijnt, wisten het te vertel
len, welke schandelijke tooneelen van
zedeloosheid er bij die gelegenheid
plaats grijpen; de overheid geeft 7 dagen
gelegenheid tot bandeloosheid enz. enz.
Voor de zooveelste maal verzoeken wij
ons toch eens te willen vertellen waai*
die schandelijke tooneelen toch voor
vallen Want wij hebben er nog nim
mer iets van bemerkt, ofschoon wij
daartoe opzettelijk gedurende de Kermis
nog al eens laat op het pad waren.
Noem als het u belieft dan toch fei
ten en plaatsen, als ge wilt dat men u
zal gaan gelooven. Dat de overheid
jaarlijks 7 dagen gelegenheid geeft tot
bandeloosheid is al te bescheiden uitge
drukt. Er is gedurende 365 dagen in 't jaar
gelegenheid daartoewant eiken avond
kan men zich te buiten gaan en bande
loos worden en dat gebeurt ook nu en
dan in elke plaats, zelfs al is daar de
kermis afgeschaft. Gelukkig werd met
12 tegen 5 stemmen afwijzend op het
verzoek beschikt.
En toen kregen we weder eens
aan de orde (want we hebben
daarvan nog lang niet genoeg) de
geschiedenis van
den V i h c li a f 1 a g.
De heer Tienstra wil het gebouwtje
huren voor f 425 per jaar, gedurende
5 jaien en de kosten van gas, wateren
schoonmaak ook dragen. Waarlijk, bij
den droevigen stand der zaak geen te
verwerpen schikking, welke aanvraag
tevens door de Kamer van Koophandel
en Fabrieken werd ondersteund. Jam
mer, dat de Raad zich niet bevoegd
achtte om in dezen te beslissen. De
kwestie schijnt te zitten in het ver
huren van een paar zitplaatsen in dat
gebouwtje indertijd. Maar die verhuring
had plaats den 21sten November 1892
en voor één jaar. De termijn is der
halve bijna om. Had men dan niet
beter gedaan óf dat adres aan te hou
den tot na het afloopen van dien ter
mijn, öf het verzoek in te willigen,
met bepaling dat de verhuring aan den
heer Tienstra zal ingaan met den 22
November 1893. Dan ware de zaak
uit den weg. Want het kan voor onze
gemeente, die genoodzaakt is eene
plaatselijke belasting op het gedistilleerd
te heffen van f 15 per H.L., toch niet
onverschillig zijn, de inkomsten met
f 425, plus de kosten van gas- en wa
terleiding en schoonhouden, waardoor
dat bedrag allicht tot f 500 zal klim
men, te zien stijgen evenmin kan het
ons onverschillig zijn of wij boven die
f 500 nog jaarlijks f 1600 betalen aan
salarissen van ambtenaren wier betrek
king eenvoudig eene sinecure is. Waar
om doet niet een van onze raadsleden
het voorstel die ambtenaren op wacht
geld te stellen, in afwachting dat de
gemeente den een of anderen dag hun
eene aanstelling kan uitreiken voor
eene „heusche" betrekking
Het zeker alleszins loffelijk streven
van den directeur en den leeraar van de
Zeevaartschool,
om buiten de schooluren om van de
lokalen en de hulpmiddelen te mogen
gebruik maken, ten behoeve van een
voorbereidenden cursus voor die school,
kon geen onverdeelde belangstelling
verwerven. De lieer Korver vroeg
(zeer geestig of die heeren nu een
soort bewaarschooltje wilden maken.
En de Raad lachte niet eens om die
aardigheid, de heer Zurmuhlen inter
pelleerde spreker integendeel daarover,
wat ons genoegen doet. Want zelfs in
dit geval, waar het nu toch niet te
doen was om de lasten der gemeente
in zake het onderwijs op te drijven
(het gewone stokpaardje van den heer
Korver c. s.), toonde de heer Korver
zich een verklaard tegenstander van
volksontwikkeling. Het voorbereidend
onderwijs toch, dat de heeren Visser
en Bakker wenschen te geven, zal uit
sluitend ten goede komen aan de min
der gefortuneerden, uitsluitend aan die
kinderen, wier ouders niet genoeg in
komsten hebben om hun te doen ge
nieten van het onderwijs op de scholen
van de heeren Van Varik en Vastenou.
Men zou dus denken dat ieder wel
denkend mensch het bedoelde voorstel
gretig zou aangrijpen. Verre van dat.
Want behalve de pertinente tegenstand
van den heer Korver, toonden de
Voorz. en de heer van Neck zich er
ook weinig mede ingenomen. Ten slotte
werd besloten aan de adressanten na
dere inlichtingen te vragen. Laten wij
hopen dat na die inlichtingen de ge
vraagde vergunning met de meeste be
reidwilligheid zal worden verleend en
dat zelfs de heer Korver zich dan
onder de voorstemmers zal scharen,
zonder vrees te koesteren voor de mo
gelijke gevolgen, als eens alle hoofden
van scholen zich in hun vrijen tijd
mochten willen te buiten gaan aan het
geven van gratis onderwijs aan on-
of minvermogenden.
En nu het nieuwe voorstel tot
regeling der onderwijzcr»j.-»ar-
wedden.
Het eenige wat ons in dit voorstel
toelacht, is om op alle scholen een
plaatsvervangend hoofd aan te stellen
op eene jaarwedde van f 1000 en de
inkrimping van den termijn van ver
hooging voor hulp-onderwijzers. Maar
ook deze regeling is o. i. weder niet
afdoende. Wel verbetert men de posi
tie van enkelen, n. 1. van hen, die het
geluk hebben als plaatsvervangend
hoofd te worden aangesteld, maar wat
de rest betreft, is de verbetering zeer
twijfelachtig. Het is, dunkt ons, minder
de kwestie of men het maximum be
reikt binnen [tien of twaalf jaar, maar
wel of dat te bereiken maximum vol
doende is. En als wij nu zien dat dit
blijft bepaald op hoogstens f 700, dan
schromen wij niet ook deze regeling
onvoldoende te noemen. Men behoeft
juist geen belooning te stellen op het
bereiken van zekeren leeftijd, zooals de
Commissie zegt, maar een geleidelijke
verhooging van salaris naarmate de
onderwijzer meer geschiktheid toont,
naarmate hij zich zelf leert ontwikke
len voor de moeielijke taak van op
voeder der jeugd, zal, dunkt ons,
niemand afkeuren. Het verschil in sa
laris tusschen het hoofd der school en
de inferieure onderwijzers blijft o. i.
altijd nog te groot.
50
Suze spitste de ooren.
,/En het beroerdste is, dat ik nu geheel zonder
zit en dat zoo opeens," vervolgde Van Warwijck,
„ik weet waarachtig niet.hoe ik er door kom. Want
hier is niemand, die voor mij geschikt is, te vinden,
en dan moet ik gaan adverteeren enz. enz., allemaal
herrie."
„Als ik nu wist, dat u er mij dankbaar voor zou
zijn," zeide Suze lachend, „zou ik u iemand kunnen
recommandeeren."
„U riep de notaris uit, „wel, ik verzeker u, dat
ge mij een grooten dienst zoudt bewijzen, dien ik
onschatbaar hoog op prijs zou stellen. Maar u meent
het zeker niet
„Heusch, ik meen het," zei Suze, „ik heb een
neef, die graag een dergelijke betrekking zou
hebben."
„Heusch waar
„Heusch
„En zult u mij er dankbaar voor zijn, als ik hem
neem
„Neen, maar," riep Suze lachend uit, „en eerst
waren wij overeengekomen, dat u mij dankbaar zou
zijn."
„'t Is waar," zei Van Warwijck, „maar laat het
dan over en weer zijn."
„Nu, goed," zeide Suze.
„Stuur hem mij dan maar zoo spoedig mogelijk."
„Ik zal hem terstond schrijven."
„Wie had dat nu gedacht?" zeide de notaris.
Demmers lachte.
„Die vrouwtjes zijn allen even slim," zeide hij.
„Ge ziet er weer een voorbeeld van."
„Hoe heet uw neef, juffrouw vroeg de notaris.
„Albert de Lange, mijnheermoet ik hein nog
soms eenige bijzonderheden schrijven
„Ach neen, laten wij persoonlijk dat maar liever
in orde maken," zeide de notaris opstaande. „Schrijf
hem dan als u wilt, dat hij overmorgen voor twaalf
uur bij mij komt."
onze kas wat gestijfd werd. Wij waren dus wat
in onzen schik, dat die voorstelling zoo goed was
geweest en nu is alles verloren. Wat mij betreft,
ik heb mijn bekomst van dat leven, de andere jon
gens moeten weten wat zij doen, maar ik ga er af."
„En wat ga je dan doen?"
„Dat weet ik niet," zei Albert, „daar moet ik
nog eens over denken. Weet jij me niets te be
zorgen
„Ik zei Suze lachend.
„Ja," zei Albert, „is hier niet het een of ander
baantje te krijgen, dat veel geeft bij weinig werk
„Ik weet niets," zei Suze, „maar ik zal er over
denken.
Nu moet je echter heengaan, anders zouden
wij achterdocht wekken en dat moet niet. Waar
logeer je
„In het „Wapen van Nederland"."
„Goed, ga dan vanavond den weg op voorbij dat
logement en sla dan de eerste laan aan je linker
hand in, dan kom ik bij je en dan kunnen wij op ons
gemak praten."
„Ik zal er zijn," zei Albert.
„Wacht, blijf nog even hier, dat ik mijnheer de
lijst laat zien."
Zij keerde spoedig weer met een biljet van tien
gulden, voor welk bedrag mijnheer voor twee
plaatsen had geteekend en een bankje van vijt-en-
twintig gulden van haar eigen spaarpenningen voor
hem.
„Ziedaar," zeide zij, „nu behoef je in de eerste
dagen geen gebrek te lijden."
Albert keek haar dankbaar aan. Er was op dat
oogenblik iets in zijn gelaat wat aan schaamte deed
denken. Hij drukte haar zoo onstuimig aan zijn
borst, alsof hij met die eene omhelzing alles goed
wilde maken wat hij sinds jaren verkorven had.
En op dat oogenblik was hij werkelijk oprecht.
Hoe hij haar ook mocht verwaarloosd hebben, haar,
de vrouw die hij zich uit eigen vrije keus gekozen
Naar aanleiding van liet onlangs ter
reede plaats gehad hebbende cholera
geval, deed de heer Korver de vraag,
of er nog eene Gezontl*l>eld»-com-
mi«sic bestaat, of deze geen adviezen
uitbrengt en of dientengevolge B. en
W. geen voorstellen hebben te doen.
Die vraag was zeer ad rem en onbe
grijpelijk de verontwaardiging van den
heer Over de Linden daarover. Als
de heer K. in de een of andere nala
tigheid geen aanleiding tot het doen
van die vraag had, dan vond de heer
Over de Linden het zeer ongepast, enz.
Wel, de heer Korver had kunnen
antwoordendat hij die vraag deed
naar aanleiding van hetgeen wij onlangs
in ons blad mededeelden, n. 1. dat de
Gezondheids-commissie wel gewerkt
heeft en nog steeds werkt, maar dat
zij op al hare brieven eenvoudig geen
antwoord krijgt en aan hare adviezen
geen gevolg wordt gegeven. Is de heer
Over de Linden dan een vreemdeling
in Jerusalem, dat hij niet weet wat de
leden der Gezondheids-commissie vol
strekt niet verzwijgen, maar waarover
zij integendeel zeer ontevreden zijn
Daarom was de vraag van den heer
Korver zeer juist en volstrekt niet on
gepast. Er werd trouwens toegestemd,
dat de Commissie voorstellen heeft ge
daan tot het ontruimen van onbewoon
bare huizen. Ja, dat is waarlijk geen
nieuwtjedat hebben wij ruim een
jaar geleden vermeld. Jammer dat er
niet bij werd gezegd, dat die voorstellen
meer dan een jaar oud zijn, want zij
zijn gedaan kort na het uitbreken van
de cholera in ons land, in October 1892.
Ook hebben wij toen reeds vermeld,
dat door de gezondheidscommissie het
voorstel is gedaan om, in navolging van
andere gemeenten, die huizen onbe
woonbaar te verklaren, waarin geen ge
legenheid bestaat tot het verzamelen of
aanvoeren van behoorlijk drinkwater.
Ook op dit voorstel heeft de comm.
nog geen antwoord ontvangen.
Dank zij de gezor.de ligging van
onze gemeente, heeft het niet opvolgen
van de adviezen der Commissie geen
treurige gevolgen gehad, maar het is
niet de schuld van B. en W. dat dit
zoo geloopen is. Misschien vindt de
heer Over de Linden dit wel „deeen
of andere nalatigheid." Wij stellen een
voudig de vraagMet welk doel be
noemt men eene Gezondheids-commissie,
als men geen aandacht schenkt aan
i hare adviezen
HELDER, 2i October.
Officiëele berichten
uit de „Staatscourant".
Den 1 Nov. a. s worden gedetacheerd in
de directie der Marine alhier, de luit. ter ree
lste kl. F. Tydeman, lichooreude tot dc
rol van Hr. Ms. wachtschip alhier en belast
roet het bevel over Hr. Ms. kanonneerboot
„Lynx", onder eerv. ontheffing »an dat bevel
en de luit. ter zee 2de kl. W. J. G. Umbgrote,
laatstgen. ter vervanging van den luit. terree
•2de kl. J. E. J. Eybcrgen, die met dien
datum wordt op non-act. gesteld.
De luit. ter zee lste kl. J. H. Calmeijer,
behoorende tot de rol van Hr. Ms. wachtschip
te Hellevoetsluis en belast met liet bevel over
Hr. Ms. kanonneerboot „Fret" en de luit. ter
zee 2de kl. J. Soutendnm, mede behoorende
tot de rol van gemeld wachtschip en gedet.
aan boord van genoemd vaartuig, worden met
1 Nov. a. s., eerstgen. onder eervolle ont
heffing van het bevel, geilet, in dc directie
der Marine te Hellevoelaluis en laatatgcn. op
non-act. gesteld.
De kapt.-luit. ter zee M. J. P. West veer
wordt met 1 Nov. a. s. geplaatst als lateoff.
aan boord vau Hr. Ms. wachtschip alhier.