NIEUWEDIEPER COURANT.
HELDERSCHE-
Zondag 5 November 1893.
Nieuwsblad voor Hollands Noorderkwartier.
M. 132.
Jaargang 51
NEDERLAND.
Het ,Vaderlandt ghetrouwe
Blijf iok tot in den doot.
Wilhclmutlied.
EN
i dempereer! nimmer I"
Jan Pieleri. Co en.
Versotujnt lederen I31iisda«, Donderdag: oti Zaterdas:
Abonnementaprija per 3
maand
Voor do courant binnen de gemeeente
f 0.70.
met Jong Holland 1.20
Prija der Advertentiëni
naar de overige plaatsen van Nederland
rijn opgenomen (inbegrepen
0.90,
1.40
J. H. VAN BALEN.
Van 15 regels 50 cents, elke regel meer 10 cent, Bij abonnement, naar gelang van da
hoeveelheid regela, aanmerkelijk lager.
Oost-Indië en Amerika).
Znid- Afrika
1-75,
2.50,
2.80
4.-
Molenplein.Helder.
De Advertentiën kunnen overal worden geplaatst tusschen den tekst.
HELDER, 4 November.
De Centrale Raad der sociaal-demo
cratische partij heeft, gelijk indertijd werd
gemeld, geweigerd aan de Centrale
Rijkscommissie voor de statistiek de
door haar gevraagde inlichtingen te ver
schaffen.
De afdeeling Maastricht dier partij
heeft in haar jongste huishoudelijke ver
gadering echter de volgende motie aan
genomen
„De afdeeling Maastricht van den
Soc.-Dem. Bond,
ontvangen hebbende de circulaire van
de centrale commissie voor statistiek,
met verzoek tot beantwoording der bij
gaande vragen
overwegende, dat vele geestverwante
vereenigingen en afd. onzer partij per
tinent geweigerd hebben met de Regee
ring samen te werken tot verzameling
van statistieke gegevens
overwegende, dat de statistiek genoemd
kan worden de meest revolutionaire van
alle wetenschappen dat juist officieele
statistiek groote overtuigende waarde
bezit en dat het dus in het belang der
arbeidende klasse in het algemeen en
in het belang der socialistische propa
ganda in het bijzonder is, dat er van
Regeeringswege statistieke gegevens wor
den verzameld
overwegende, dat weinige jaren ge
leden door den vertegen woord iger der
Soc.-Dem. partij in de Tweede Kamer
herhaaldelijk is aangedrongen op de
instelling van een statistiekbureau,
welk aandringen toen door de Soc.-Dem.
partij is goedgekeurd
is van oordeel, dat de blinde tegen
werking van een in het belang der
arbeidende klasse werkende instelling
niet verstandig is
besluit het bestuur op te dragen de
circulaire der centrale commissie, voor
zoover het dat bestuur doelmatig voor
komt, te beantwoorden."
De „Burgerkiesvereeniging" te
Assen heeft de volgende motie aange
nomen
„De Burgerkiesvereeniging, van oor
deel dat bij een verwerping van het
aanhangige kieswetontweri» de be
langen van het Nederlandsche volk
worden geschaad, geeft aan de Regeering
eerbiedig in overweging, in dat geval
niet eenparig de portefeuilles ter be
schikking van de Koningin-Regentes te
stellen, maar Hare Majesteit voor te
stellen,tot Kamerontbinding te besluiten,
opdat de kiezers in de gelegenheid i
worden gesteld, in deze hoogst gewich-
tige zaak uitspraak te doen."
De „algemeene beschouwingen"
der afdeelingen van de Tweede Kamer I
over de Mtaatsbegrootiiig verschenen
jl. Woensdagavond in druk. Zij hebben
echter ditmaal natuurlijk nog minder
waarde dan anders reeds 't geval is
want de politieke toestand wordt thans
niet alleen beheerscht door de Kieswet,
maar concentreert er zich zelfs geheel in.
Wij zullen onze ruimte dus maar
niet verspillen aan hetgeen „som
mige" en „enkele" en „andere" leden
betoogden, dat li. i. zou kunnen of zou
moeten geschieden als de toestand anders
ware. Natuurlijk ontbrak 't daarbij
ook niet aan weeklachten van „eenigen",
die sombere denkbeelden uitten over de
„noodlottige richting", waarin het
staatsbestuur wordt gedreven, alsmede
over gevaarlijke aantasting van „het in
Nederland steeds hoog gewaardeerde
beginsel der persoonlijke vrijheid",
„zelfstandigheid in eigen kring", enz.
maar ook dat zal men zich wel kunnen
denken.
Op practisch gebied werd gevraagd,
wat de Regeering denkt te doen voor
de noodlijdende gemeenten en tegen de
werkeloosheid.
Een nieuw conservatief idee werd
geopperd in écn afdeeling, waar de
noodzakelijkheid betoogd werd om,
indien de nieuwe kiesrechtregeling tot
stand komt, nog vóór de eerstvolgende
algemeene verkiezingen de herziening
van eenige bepalingen der Grondwet
in eerste lezing tot stand te brengen,
ten einde de overheerschende macht
van de Tweede Kamer op het Staats
bestuur, die van uitbreiding van het
kiesrecht te voorzien is, te beperken.
Men wilde nl. het budgetrecht door
grondwettelijke bepalingen beperken,
aan de Eerste Kamer het recht van
amendement geven en door eene ge
wijzigde regeling van de schadeloos
stelling en reiskosten van die Kamer
leden, den sterken drang tot vestiging
der woonplaats te 's Gravenhage doen
verdwijnen, m. a. w. 't aan niet
vermogenden feitelijk onmogelijk maken
om het lidmaatschap der Kamer te
aanvaarden. (H. Ct.)
In de afdeelingen der Tweede
Kamer werd bij het onderzoek van de
Staatsbegrooting gevraagd, of de post
van directeur van het Kabinet
der Koningin onvervuld zou blijven,
en het denkbeeld geopperd, om in
plaats van een directeur van het Kabinet
een minister van het Huis der Koningin
aan te stellen.
Weduwen van in 's Rijksdienst
overleden gepensionneerde of op wacht
geld gestelde Rijksambtenaren, voor
zoover zij niet zijn hertrouwd, alsmede
weezeu van zulke ambtenaren, die op
1 Januari 1891 den leeftijd van 18
jaren niet hadden bereikt, en die volgens
de wet van 9 Mei 1890 geen aanspraak
op pensioen konden doen gelden.kunnen
krachtens de gewijzigde bepalingen
alsnog in het genot van weduwen- of
weezen-pensioen of van een aanvullings
pensioen gesteld worden.
In verband hiermede bevat de „Staats
courant" de volgende kennisgeving:
„De weduwen of de voogden der
weezen behooren zich met eene op
zegel geschreven aanvrage te wenden
tot den directeur van het Weduwen-
fonds.
„In de aanvrage moeten vermeld
worden 1. naam, voornamen en woon
plaats der adressanten 2. naam, voor
namen, dag en jaar van geboorte, van
overlijden en van het huwelijk van den
overleden ambtenaar3. naam, voor
namen en dag en jaar van geboorte
der kinderen4. de laatste Rijksbe
trekking, door den ambtenaar bekleed,
zoomede of hij in dienst, dan wel ge-
pensionneerd of als wachtgeld genie
tend is overleden.
„Bovendien behooren in de aanvrage
voor weezenpensioen nog vermeld te
wordennaam en voornamen van de
moe Ier der weezen en dag en jaar van
haar overlijden, of, ingeval de moeder
in leven is en een ander huwelijk heeft
aangegaan, dag en jaar waarop dat nader
huwelijk heeft plaats gehad.
„Door den directeur van het pensioen
fonds voormeld zal aan adressanten
schriftelijk mededeeling worden gedaan
van den uitslag van het naar aanleiding
der aanvrage ingestelde onderzoek,
74
oogen, zijn taal, dat alles weersprak den zieken man.
„Ha zoo," zeide mevrouw, „is het zóó gemeend?
Nu, dan is mijn taak hier afgedaan. En.... en.... ik
wensch je wel geluk met je huishoudster."
Zij stond op, schudde haar kleed uit de vouwen
en streek de plooien glad.
„Ik begrijp maar niet," zeide zij, terwijl zij met
een satiriek glimlachje hare handschoenen aantrok,
„dat je met dat wonder van deugd en lieftalligheid,
die zich-opofferende-huishoudster niet getrouwd bent,
dan had ik in eens geweten waaraan ik mij had te
houden
„Dat heb ik haar aangeboden, toen zij nog geen
drie maanden in mijn huis was," zei Demmers leuk.
Mevrouw, die half van hem afgewend stond,
draaide zich met een ruk zóó plotseling om, dat zij
haren handschoen scheurde.
„Wat zeg je daar?"
„Dat ik het haar gevraagd heb."
„Nu drijf je het te ver, Demmers
„Zie ik er uit alsof ik lieg? Ik herhaal je, dat
ik haar ten huwelijk heb gevraagd
„En
„Vraag je dat nu nog Zij weigerde."
Dat ging Jet's begrip te boven. Zij bleef verstomd
staan. Dat nieuws was haar zóó onbegrijpelijk, dat
zij er suf van werd.
Demmers sloeg haar aandachtig gade. Eindelijk
zeide hij, om een einde aan de zaak te maken
„Dit wil ik je nog zeggen, Jet: je kinderen heb
ik niet vergeten, maar meer moet je niet van mij
verwachten."
„Dank je," zeide zij koel. „Het spijt mij, dat je
een vreemde trekt boven eigen, maar God weet dat
het mijn schuld niet is."
Demmers zweeg en mevrouw liep naar de deur,
als om heen te gaan.
Bij de deur gekomen, keerde zij echter terug.
„Laten wij zoo niet scheiden," zeide zij „zeg
liever ronduit, dat je mij eens hebt willen plagen,
71
diertje, zoo'n lief, onschuldig diertje aan een haak
vangen Dat zou ik niet kunnen doenik zou nog
geen vlieg kwaad kunnen doen
Suzc keek verbaasd toe en fronste toen de
wenkbrauwen.
„Zoo'n Heidensch leven te maken," vervolgde
mevrouw, „terwijl je oom zoo ziek is
„Maar, ma, de juffrouw zei".... begon Pietje. Het
huilen stond haar nader dan het lachen, maar me
vrouw liet haar niet aan het woord komen.
„Je hebt je niet aan de juffrouw te storendoe
wat ik je zeg!" klonk het toornig.
„Neem mij niet kwalijk, mevrouw, maar u had
mij verzocht naar de kinderen te zien, terwijl u
naar mijnheer ging, en ik dacht het beste te doen
met ze mede naar den koepel te nemen. Hier achter
aan de vaart kunnen zij zich gerust vermaken.
Mijnheer kan er op dien afstand geen last van
hebben. Als er iemand schuld heeft, ben ik het,
maar ik zie dat niet in
„Omdat je een inpertinent schepsel bent," klonk
het, met een stem, die trilde van bedwongen drift.
„Kom, Rietje, kom, Fietje
En de beide kinderen bij de hand vattend, ver
wijderde mevrouw Demmers zich driftig, de schrei
ende tweclingetjes achter zich aantrekkend, alsof
in de nabijheid van de juffrouw haar het grootste
gevaar dreigde.
„Wat een heks," mompelde Suze, geheel verbluft
haar nastarende „de kinderen hadden net zoo'n pret.'
Zij wist niet dat „Jet" een allesbehalve verkwik
kend onderhoud met Demmers had gehad en dat
dit de reden was dat zij zoo ontstemd was. De juf
frouw had haar onwillekeurig gelegenheid gegeven
de woede, die haar bezielde, te uiten en zij verlangde
niets liever, want wat zij daarboven gehoord had,
overtrof alles wat zij ooit had kunnen denken.
Demmers, die, uithoofde van zijn kwaal, een
beetje korzelig was, had zijne schoonzuster wel be
leefd ontvangen, maar haar niet veel toeschietelijk-
zullendc bij die mededeeling opgave
worden gedaan van de stukken, welke
moeten worden ingezonden om in het
genot van pensioen te worden gesteld.
„De aanvrage kan ongefrankeerd
worden toegezonden, mits ze geadres
seerd wordt „aan den directeur van het
Pensioenfonds voor weduwen en weezen
van burgerlijke ambtenaren te 's Gra
venhage", zonder vermelding van zijn
naam."
Bij de Kamerverkiezing te Roer
mond is gekozen dr. Everts, met 882
stemmen.
Naar aanleiding van de vraag van
den Minister van Waterstaat, of de
invoering eener octrooiwet hier te
lande gewenscht en noodig is, heeft de
K. v. K. te Oldenzaal volgens de
„Zw. Crt.", het volgend antwoord inge
zonden
De Kamer is van gevoelen, dat het
niet wenschelijk is een octrooiwet in
te voeren. Zij grondt dit gevoelen op
haar overtuiging, dat door de nijver-
heid geen nadeel is geleden door het
gemis eener zoodanige wetzij heeft
zich vrijer kunnen ontwikkelen dan het
geval zou geweest zijn, indien een wet
j op zoogenaamde uitvindingen had
- bestaan, die voor het algemeen toch
altijd belemmerend moet werken.
Buitendien is het onmogelijk een
goede wet op octrooien te maken en
te bepalen, wat werkelijk uitvindingen
zijn, waaraan dan toch weder spoedig
kleine wijzigingen worden gebraqht,
die het verwachte voordeel van den
uitvinder meestal te niet doen. Bij
het stelsel van vrijen handel, dat in
Nederland gehuldigd wordt, is een
octrooiwet ook minder passend en waar
in de aan ons land grenzende Staten
zeer hooge invoerrechten worden ge
heven, om de producten van onzen
grond en onze nijverheid zooveel
mogelijk te weren, mag wel voorzichtig
heid worden betracht om het voordeel,
door zich alhier vrijer dan daar te
kunnen ontwikkelen, prijs te geven.
De restauratie van het vroegere
paleis van den Prins van Oranje is
jl. Donderdag gereed gekomen. De
i schutting werd ten minste verwijderd,
j De marquise voor den hoofdingang
'i is verdwenen.
i Uit Wagcningen meldt men aan
het „Hdlb."
De toestand van den gewonden
burgemeester is bevredigend. Gister
morgen heeft II. M. de Koningin per
telegraaf naar den toestand van den
burgemeester met veel belangstelling
geïnformeerd.
Ook gisteren bleef alles rustig. Een
aantal personen zijn gehoord en men
meent genoegzame gegevens te hebben
om tot vervolging van de hoofddaders
te kunnen overgaan.
Jl. Woensdag vergaderden te
Meppel de onderwijzers uit het district
Meppel, ter bespreking van de midde
len, die leiden knnnen tot lotsverbete
ring. Ongeveer honden! personen
waren aanwezig, benevens de leden
van de Tweede Kamer, de heeren mr.
Smeenge en Houwing.
Na enkele besprekingen besloot men
zich tot de Regeering te wenden met
verzoek om aan de billijke wenschen
der onderwijzers in den lande te vol
doen, nl. een verbetering te brengen
in de regeling van de jaarwedden,
meer in overeenstemming met anciën
niteit, bekwaamheden en practische
ervaring.
Aan de bekende R.-K. onderwijs
inrichting te Rolduc (tevens klein
seminarie; is bij het begin van bet
nieuwe leerjaar voor de studenten der