de heltt buiten den Staatsdienst gekozen,
om deel te nemen aan de behandeling
der begrooting en andere onderwerpen,
waarvoor de Gouv. Gen. ze zal op
roepen. Ze worden voor 3 jaar door
de Koningin benoemd uit een voordracht
van 2 personen, door den Gouv. Gen.
in overleg met den Raad opgemaakt.
Voorts wordt voorgesteld een aanvul
ling van den Raad van Directeuren
met de hoofden der Departementen van
Oorlog en Marine.
Een ander ontwerp lascht een
artikel 68a in, dat gelegenheid geeft
voor gewesten of onderdeelen van
gewesten plaatselijke Raden in te stellen.
Een algemeene verordening in ont
werp overgelegd moet nader hun
inrichting en bevoegdheid regelen.
In verband hiermede wordt dan ten
derde een wijziging voorgesteld der
comptabiliteitswet, om te bepalen, dat
deze op gewestelijke en plaatselijke
geldmiddelen niet toepasselijk is, en
dat bij koloniale ordonnantie regelen
zullen worden gesteld nopens de
vorming en het beheer en de verant
woording van zoodanige geldmiddelen,
onder contróle der Indische Rekenkamer.
Voorts kan aan de Raden worden op
gedragen verordeningen vast te stellen
in het belang van orde, zedelijkheid
en gezondheid.
Plaatselijk nieuws.
Voor een vrij talrijk gehoor trad de heer
Joh. Visscher, van Arnhem, hier gisteren
avond in het Casino-gebouw, in eene open
bare vergadering der afd. Helder van den
„Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht"
op, om te spreken over „Werkeloosheid".
De spreker trad in eene uitvoerige beschou
wing over het ontstaan der werkeloosheid
en over de middelen, om deze op te heffen.
Om eene vergelijking te maken lusschen
voorheen en thans, ging spreker terug tot
den tijd van het gildewezen en wees hij
er op, dat de arbeider toen een bestaan
had, dat menschwaardig genoemd kon
worden. Om één bewijs uit vele te leve
ren, deelde hij mede, dat b. v. in het jaar
1400 te Xanten een houtzager zoodanig
beloond werd, dat hij voor het loon van
één dag een ham, of 5 kippen, of 125
eieren kon koopen de arbeider was toen
in staat zichzelf te helpen door eigen or
ganisatie. Er was toen geen sprake van,
dat er gedurende de wintermaanden en
nog veel minder des zomers, duizenden
werkeloos rondliepen, zooals thans het
geval is. Nagaande hoe het komt, dat
de arbeiders nu niet voldoende in hun
onderhoud kunnen voorzien, noemde spr.
als een der voornaamste oorzaken hiervan
de stoommachine. Na de Fransche revo
lutie, toen de band, die den patroon aan
den arbeider nog altijd had verbonden,
ruw werd vaneen gereten, trachtte de eerste
zooveel mogelijk zijn eigen voordeel te
doen en dc stoommachines, die honderden
werklieden den arbeid uit de handen na
men, werden meer algemeen ingevoerd
van dien tijd af heeft het privaat bezit zijn
nadeeligen invloed gaandeweg meer doen
gevoelen. Voor den patroon was de ma
chine zeer voordeelig en deze kreeg dan
ook spoedig de overhand over het prole
tariaat. Langzamerhand begonnen de ar
beiders, door den nood gedrongen, voor
veel minder loon te werken en toen dit
den fabriekanten nog niet genoeg was, stel
den deze eerst de vrouwen aan het werk
en daarna kwam de kinder-exploitatie,
waardoor het leven van den arbeider steeds
ellendiger werd. Men maakt er den werk
man een verwijt van, dat hij zijn geld in
de kroeg zoekbrengt, dat deugd en eer
baarheid door de arbeidende klasse worden
verkracht, maar de bourgeoisie draagt daar
van de schuld, daar deze ondeugden door
haar worden bevorderd. Spr. heelt het der
bourgeoisie vroeger niet kwalijk genomen,
dat zij zoo weinig in 't belang van net volk
uitvoerde, dat toeschrijvende aan onbekend
heid met de nooden des volks, maar den
laatsten tijd is zij daarop voldoende gewe
zen en kan er dus geen onbekendheid meer
worden voorgewend. Be heerschende wer
keloosheid, men moest dit bedenken, is de
oorzaak der toename van de ellende in de
maatschappij. Die ellende is niet op te
heffen door den arbeider aan steenkloppen
of touwpluizen te zetten, wel door wijziging
van de tegenwoordige productiewijze. Wan
neer de bourgeoisie wilde leeren inzien,
dat de ellende van hel proletariaat eens
haar ten onder zal brengen, was aan de
werkeloosheid spoedig een einde gemaakt,
maar dat wil zij niet, omdat het aocialülen
zijn, die de middelen ter verbetering aan
geven. Zij gaat voort met uitzuigen, met
stelen en geeft den arbeider juist zooveel,
dat hij zijn bestaan kruipende kan voort
slepen. Dat leven is niets dan een lang
zame dood de arbeider is geen mensch
meer, hij is een werktuig en dat is hij
geworden door de hooggeroemde negen-
tiende-eeuwsche Christelijke beschaving. De
vrijheid voor den arbeider is slechts denk
beeldig en bestaat hierin, dat hij al zijne
krachten mag inspannen voor zoo weinig
loon als men hem wenscht te geven, want
er is geen wet die het loon regelt. De
gevolgen van de vrijheid zijn voor den
arbeider werkeloosheid, lage loonen, lang
durige arbeid. Vooial de langdurige ar
beidsdag is mede oorzaak van de werke
loosheid, maar al wilde men hierin ver
andering brengen, afdoende verbetering is
ui onze tegenwooruige uluaiitiiHppij met
mogelijk de kapitalist zal steeds voortgaan
1 zich zooveel mogelijk te bevoordeelen. Om
1 te bewijzen dat de bourgeoisie voor zich-
zelf alleen zorgt, wijst spr. op de lage
loonen, die worden uitgekeerd aan de
i arbeiders in de Friesche venen en in de
Geldersche bosschen, en toch zou de heer
schende klasse in haar eigen belang han
delen, wanneer zij wilde medewerken goede
wetten tot stand te brengen en daardoor
den arbeider op ie heffen, want als het
proletariaat eenmaal meespreekt, hetzij door
middel van het stembiljet, of door de
macht van het geweer, dan zal het niet
1 meer te houden zijn. Niet alleen de
arbeidende klasse, maar ook het klein
kapitaal wordt door het groot kapitaal
verdrongen en ook dit heeft er dus belang
i bij het laatste ten onder te helpen brengen,
1 voor het te laat is.
Na eene korte pauze noemde spr. als
j de middelen, die in den bestaanden toe
stand verbetering kunnen brengenbeper-
king van den vrouwen- en kinderarbeid
gelegenheid tot betere opvoeding van de
kinderenbepaling van het maximum van
den arbeidsduur en van het minimum van
1 het loon. Dat zijn althans de middelen,
die in de tegenwoordige maatschappij de
werkeloosheid zullen doen verminderen.
1 Een afdoend middel isafschaffing van
het privaat eigendom van grond en pro
ductiemiddelen. Eenmaal zal er een lijd
komen, gelooft spr., dat. hel proletariaat
krachtig genoeg zal staan tegenover de
bourgeoisie, om haar tot afstand harer
voorrechten te dwingen en wil deze dat
niet, dan zal het zijn „oog om oog, tand
om tand", en zal er een strijd gestreden
worden, als de aarde nog nooit heeft aan-
schouwd. De socialisten willen liever niet
j moorden en geen bloedbad aanrichten,
maar de bezitlenden zullen hun daartoe
I dwingen. En eerst als de bodem wordt
gebruikt ten nutte van allen, eerst dan zal
er vrede heerschen op aarde, eindigde
spreker. (Applaus.)
Van de gelegenheid lot debat werd
gebruik gemaakt dooi den heer A. P.
Staalman, die protesteerde tegen het ver
raad, dat de afd. Helder van den Bond
voor A. K. en S. pleegt, door hier socia
listische sprekers binnen te smokkelen,
onder het mom van „Algemeen Kies- en
Stemrecht". In eene uitvoerige redevoering
bestreed de heer S. verder de stellingen
van den heer Visscher en van het socia
lisme in het algemeen en waarschuwde hij
nadrukkelijk tegen de onheil aanbrengende
theorien der sociaal-democraten.
Nadat de heer Visscher op zijne beurt
had geprotesteerd tegen de verdachtma
kingen van den vorigen spreker en was
bepaald dat de heer Staalman in eene
daartoe nader te beleggen openbare ver
gadering van dupliek zal dienen, werd de
vergadering kort vóór middernacht gesloten.
Zoowel de heer Visscher als de heer Staal
man mochten een langdurig en daverend
applaus oogsten.
De heer P. W. Akkerman, onder
wijzer te 's Hage, heeft aldaar met
zeer gunstig gevolg examen afgelegd
voor de akte van bekwaamheid tot
het geven van onderwijs in de wis
kunde.
tfinnenlandsch nieuws
Tri'wcliclliiig. De Koningin en
de Koningin-Regentes hebben elk een
belangrijke gift doeii mêRmneTl aan
bestuurderen van liet Willetn Barends-
fonds alhier. Ook ontving het
fonds een geschenk van Teyler's Stich
ting uit Haarlem.
And ijk. I11 deze gemeente is eene
kiesvereeniging opgericht, zooals er
vermoedelijk niet vele bestaanzij
draagt den naam YVaterschapsbelangen.
De oprichters stellen zich ten doel
deze Vereeniging zooveel mogelijk vrij
te houden van alle politiek, doch willen
uitsluitend de belangen der landeigenaren
behartigen met en door de verschillende
waterschapsbest u ren
Marine en Leger.
Ue luits. der mariniers F. J. P. Sachse
en J. van Haaften zullen overgaan bij de
infanterie van het Ned.-Ind. leger.
De officier van gezondheid 2de kl. bij
de zeemacht I. J. Van den Berg wordt
wegens vierjarigen dienst als zoodanig met
26 dezer bevorderd tot de iste klasse.
I De mach. 3de kl. A. Risseeuw wordt ge-
plaatst aan boord van Hr. Ms. kanonneer-
1 boot „Dog", stationsschip te Vlissingen, ter
vervanging van den mach. 3de kl. E. F.
1 Blasé, die bestemd is voor den dienst in
West-Indië en 23 dezer per particuliere
gelegenheid van Amsterdam derwaarts ver-
j trekt.
I Men deelt mede, dat Hr. Ms. stoomschoe-
lier „Bonaire" in Mei 1S94 naar West-Indië
vertrekt, ter aflossing van Hr. Ms. stoom-
schoener „Suriname", die in Juli d. a. v.
j in Nederland terugverwacht wordt.
i De bij het 5de reg. inf. benoemde 2de luit.
kwartieriu. F. Dekker is bestemd voor de ba
taljons te Amerstoort in garnizoen; de majoor
J. van Maarten, van het 7de reg. inf., wordt
overgeplaatst van Hoorn naar Amsterdam
j en belast met het bevel over het 2de bataljon.
I De cadet E. J. L. J. Jans, uit het 4destudie-
1 jaar, bestemd voor de infanterie hier te lande,
die aan het in Mei aan de Koninklijke
1 Militaire Academie afgenomen eindexamen
niet heeft kunnen deelnemen, heeft thans
1 met goed gevolg het officiersexamen afge-
legd.
De luit. ter zee iste kl. C. A. Dominicus,
iste officier aan boord van Hr. Ms. „Bor-
neo", liggende met gebroken schroefas te
Alexandrië, zal met het stoomschip „Burge
meester Deu Tex" naar O.-I. vertrekken
en aan boord van de Borneo vervangen
wordendoorden luit. ter zee iste kl. J. C.
lloog, die daartoe per Fransche mail naar
Alexandrie «vertrekt.
De gouden medail le voor 5ojarige eerlij ken
en trouwen dienst is jl. Zaterdag aan den
machinist iste kl. v. k. G. Philipse uitge
reikt. Van verschillende autoriteiten ontving
de heer Philipse ook ditmaal blijken van
belangstelling. Dal de vïce-admiraal jhr. F.
de Casembroüt bewezen diensten weet te
waardeeren, bleek weder voor de zooveelste
maal. Hij bracht zijn oud-machinist een
bezoek, om nogmaals zijne erkentelijkheid
te bewijzen voor de diensten aan boord van
de „Medusa" in de dagen van Juli 1S93
bewezen. Bij deze gelegenheid schonk hij
den heer Philipse een zilveren sigaren-étui
met opschrift. De oud-kapt. ter zee YVolter-
beck Muller gaf den jubilaris als blijk van
hoogachting een fraai uitgevoerde pentee-
kening, voorstellende de „Medusa" onder
een zware bui in volle zee.
Mi r k 111 h u w s.
.tffiiui Pnnlownii. Tot leden van
liet kiescollege van de Ned. Herv.
kerk alhier zijn jl Zondag herkozen
de lieeren J. Kz. Smit, K. Kuiper,
C. Blauboer en P. Tijsen.
Tot notabel werd herkozen de lieer
T. Scliuitemaker en gekozen de beer
L. Metzelaar, ter vervanging van den
heer C. Blauboer, welke kerkvoogd is
geworden.
Buitenland.
Frankrijk. Op de beurs te
Parijs liep jl. Zaterdag het gerucht,
dat Italië twee legercorpsen zou ont
wapenen.
Tirai'd, oud-Minister van Finan
ciën, is jl. Zaterdag te Parijs overleden.
Het parket te Saint-Dié weigerde
verlof te geven om de twee stroopers
te doen begraven en beval een nieuw
onderzoek der lichamen.
De lijkschouwing van de stroopers
Biene, vader en zoon, doet verdenking
ontstaan jegens deu Duitschen jacht
opziener die de beide stroopers doodde.
Een inwoner van Champenay verklaart
twee schoten gehoord te hebben, terwijl
de jachtopziener zegt dat vijf schoten
gelost zijn, waarvan drie door de
stroopers.
Italië. Uit Rome wordt geseind,
dat het Vaticaan ten stelligste tegen
spreekt het bericht, volgens hetwelk
kardinaal Rampolla zijn ontslag zou
aangeboden hebben om de wijziging in
de politiek des Pausen gemakkelijk
te maken en de Fransche gezant tus-
schenbeide zou gekomen zijn om het
aftreden van Rampolla te verhinderen.
Kpuiijc. Een schip, met dynamiet
geladen, heeft jl. Zaterdag te Santander
vuur gevat. De vlam deelde zich mede
aan de gebouwen langs de ka le en aan
de aangrenzende wijken. Vele huizen
I branden. Het dynamiet is ontploft,
brandende stukken werden in de stad
en in de nabijgelegen dorpen geslingerd.
Men spreekt van een groot aantal
slachtoffers; hun getal is echter niet
bekend.
Een later bericht luidt
De ramp neemt onverwachte ver-
j houdingen aanhet telegraafkantoor
is vernield. De gouverneur is niet te
j vinden, men denkt dat hij dood is.
Verschillende personen zijn gedood.
De paniek verhindert het verleen en
van hulp.
Brazilië. De rStandard" ver-
i neemt uit New-York, dat de Regeering
last gaf de noodige papieren voor het
vertrek van de door de Braziliaansche
Regeering gekochte schepen te ver
schaffen. De Amerlkaansche Regeering
beschouwt Mello eerder als een zee-
roover dan als een opstandeling. Indien
Mello niet oppast, zal Amerika openlijk
vijandig tegen hem optreden. De „Ti
mes" verneemt uit Philadelphia, dat het
gouvernement van Brazilië zal trachten
die te (Jhicngo waren tentoongesteld.
De bevelhebber der zeemacht te
Portsmouth heeft bericht ontvangen,
dat bij een ontploffing te Rio-de-Janeiro
3 officieren van het Engelsche oorlogs
schip „Sirius Racer" en een matroos
gedood, 5 andere gewond zijn, terwijl
zij aan land gingen. De Braziliaansche
regeering zou gemeend hebben, dat het
opstandelingen waren, die wilden pogen
het kruitmagazijn te doen springen.
Servië. Het gerucht omtrent den
moord op den Servischen oud-Minister
van Financiën, Velkovitch, is van allen
grond ontbloot.
iflaroliko. Twee bataljons van
het vreemdelingen-legioen staan te
Ain Sefia gereed vooralle eventualiteiten
aan de grens.
Met het oog op de gebeurtenissen
te Melila zijn drie Fransche pantser
schepen te Meres el Kebin aangekomen.
CHOLERA.
Sedert onze vorige opgaaf kwamen nog
cbolera-gevallen voor in de navolgende
gemeenten
Drift, a. 1,0. t Woerden, 0. 1.
h m tt n y d n i 0 u w s
ZAAK-DE JONG.
Van een Hollander, die voor eenige
dagen uit Engeland is teruggekeerd
en o. a. de familie Juett te Maidenhead
opzocht, vernemen wij dat de Engelsche
politie, die lang gemeend heeft dat
Hendrik de Jong en Jack the Ripper
één en dezelfde persoon zouden zijn,
thans op grond van onderzoekingen
die meening heeft laten varen en op
dien weg geen verdere nasporingen
doet.
Diezelfde persoon vernam nog van
de familie Juett dat de Jong er tijdens
zijn verblijf te Maidenhead herhaalde
lijk op aandrong, na zijn huwelijk met
Sarah Juett ook het -1 jarig dochtertje
van mrs. Johnson, de getrouwde dochter
des heeren Juett, mede naar Holland
te nemen.
Te Doorwerth is het zoeken in de
bosschen naar bet lijk van Anna Sara
Juett geëindigd. Met dreggen in den
Rijn wordt door Rijkspolitie voortgezet.
Het een zoowel als het ander is zonder
eenig resultaat gebleven.
Mr. B. Simons, die als rechter
commissaris belast is met de instructie
van de zaak-De Jong, heeft het-
volgens de „N. R. Crt" noodig ge
oordeeld, dat door deskundigen een
onderzoek wordt ingesteld omtrent de
vraag, of aan De Jong de hem ten
laste gelegde feiten kunnen worden
toegerekend wegens de gebrekkige
ontwikkeling of de ziekelijke storing
zijner verstandelijke vermogens. Te
dien einde heeft hij tot deskundigen
benoemd de heeren dr. S. J. Halbertsma,
te Rotterdam vroeger directeur van het
geneeskundig gesticht voor krankzinni
gen aldaar dr. J. Van Deventer, genees-
76
naars elkander het licht in de oogen niet gunden.
Met zeer politieke voorzichtigheid hield hij zich
echter onzijdig en verdeelde zijn gunst en belang
stelling strikt gelijk tusschen beiden. Hij trok den
Gouden Bal niet boven den Verdulden Schimmel,
maar was in beide evenzeer tehuis, en door de
grootere toenadering, die in dorpen bestaat, was hij
niet alleen in de respectieve gelagkamers, maar
evenzeer in den kring der familiën een vriend des
huizes.
I11 afwachting van hetgeen er kon gebeuren ten
opzichte van Demmers en alvorens publiek te maken,
dat hij in betrekking stond tot Suze, maakte hij het
hof aan de oudste dochter uit den Gouden Bal en
aan de jongste uit den Vergulden Schimmel, met liet
bepaalde doel de kat eens uit den boom te kijken
en te gelegener tijd den schaal te doen overslaan
naar die zijde, welke hem de meeste waarborgen
voor een onbezorgde toekomst bood.
Wij durven echter niet verzekeren, of hij die con
sequentie tot dat uiterste toepaste, dat hij Mina uit
den Gouden Bal vaker kuste dan Lena uit den
Vergulden Schimmel, want de laatste viel meer in
zijn smaak dan de eerste en zijn gevoelens voor
vrouwelijk schoon harmonieerden meer met de blonde
Lena dan de zwarte Mina.
Hoe het zij, onze //mijnheer de candidaat" amu
seerde zich kostelijk en gevoelde niet de minste
wroeging, dat hij soms op één avond, na Suze te
hebben bezocht, zijne beide bewonderaarsters, ieder
op hare beurt, nog eenige oogenblikken gezelschap
hield in den tuin of in de ledige gelagkamer. Inte
gendeel streelde het altijd zijne ijdelheid als hij, op
één oor liggend, zijne «werkzaamheden' van den
afgeloopen dag herdacht en zag, dat het goed was
geweest.
Intusschen kon dat alles ,toch in dat kleine dorp
niet verborgen blijven en spoedig werd er over ge
praat, maar dat hinderde Albert volstrekt niet.
Tegenover het groote publiek door te gaan voor
77
een Don Juan vond hij te streelend en wat de
meisjes betreft, met hen wist hij, dank zijn vroeggre
carrière, steeds alles weer in orde te maken. Noch
Lena, nóch Mina zouden geloofd hebben, dat hij
het werkelijk ernstig meende met de tegenpartij
beiden beschouwden zich als de onbetwiste bevoor
rechte en elk idee van ontrouw, hoe vaak dit ook
bij ben mocht opkomen, zouden zij met verontwaar
diging van zich geworpen hebben.
Behalve het streelende idee, door te gaan voor
een Don Juan, had Albert er echter een bepaald
doel mede, zijne galante avonturen niet verborgen
te houden. Hij koesterde namelijk de stille hoop,
dat iets daarvan Suze ter oore zou komen. Hij was
reeds lang tot de overtuiging gekomen, dat er een
prikkel, een sterke prikkel toe noodig zou zijn om
haar tot //handelen" aan te sporen en dat doel zou
hij het best bereiken door zich in den stroom
van vermaken te werpen, want hij wist te
goed en was te zeer overtuigd hoe //gek" zij op
hem was (van de grootheid der liefde eener vrouw
had de ellendeling geen flauw begripj, dan dat hij
niet overtuigd zou zijn dat hij haar, alleen door
bij haar jaloezie op te wekken, zou kunnen be
wegen, dwingen, tot hetgeen hij verlangde. Als een
van de meest gewetenlooze schurken dacht hij alleen
en uitsluitend aan het doel. Of de middelen, welke
hij bezigde, den toets der eerlijkheid en der huma
niteit kouden doorstaan, daaraan was hem minder
gelegen, als hij zijn doel slechts bereikte.
Bleef alles zooals het was, dan was het te voor
zien, dat Suze wel het geduld zou hebben, dat hem
ontbrak, het geduld om, zij het ook met ongeduld
het tijdstip af te wachten, dat Demmers het tijde
lijke met het eeuwige zou hebben verwisseld. Dat
duurde hem te lang. Hij had zich in het keurslijf
van een geregeld leven geschikt met de opoffering
van een Indiaan, die zich wil laten beschaven, maar
zijn geduld en opoftering hadden hare grenzen.
Geen ander middel bleef er over dan Suze's ijver-