NEDERLAND.
knieën begonnen le knikken en zijn handen
te beven en toen hij met eenc diepe buiging
het restant der kaaTljes aan onze tolk over
handigd had, verdween hij met een tweede
diepe buiging voor ons, haastig onder de
menigte. Onze stemming was na dit kleine
dwaze voorval erg vroolijk geworden en
paste geheel bij die der Japansche bezoe
kers, op wie de uitwerking der saké duide
lijk merkbaar begon te worden. Hoewel
zij niet erg luidruchtig waren, hoorde men
toch hier en daar liedjes zingen, er werd
gekheid gemaakt met de meisjes, nu en
dan moesten deze eens meeproeven en ook
wij, die dergelijke tooneeltjes lachend aan
zagen, werden dikwijls vriendelijk uitge-
noodigd om een kopje saké mee te drinken.
Een grooten toeloop vonden wij bij twee
vrouwen, die uitgedost in kostbare, zijden
kleederen, 't gelaat geheel beschilderd, met
een gouden kroon op 't hooid en papieren
schoenen van onwaarschijnlijke hoogte aan
de voeten, bezig waren om aan de liefheb
bers gratis een kopje thee te schenken. Hier
vonden wij zoowat al de gasten uit ons
Hótel vereen igd en menig eerzaam Engelsch-
man kreeg er, met zijne eerzame vrouw
en niet minder eerzame dochters, een kopje
thee uit de handen der schoone vrouwen,
zonder het minste vermoeden, dat deze de
twee meestbekende prostituees waren van
geheel Kyoto. 's Lands wijs, 's lands eer
Ons echter ging het thee-schenken te lang
zaam en wij moesten ook te veel lachen
om de deftige, ernstige gezichten der vreemde
dames en heeren, die niet wisten welke eer
hen te beurt viel en dat nog wel op Zondag
Buiten in den tuin was het gewoel
intusschen niet weinigtoegenomen, de Japan
ners lachten er. schreeuwden zonder ophou
den en een van hen, meteen grooten val-
schen buik, ging allerakeligst op een trom
pet toeterende door de menigte. De vrouwe
lijke bezoekers waren langzamerhand ver
dwenen en ook wij hadden geen lust meer
om het beloofde schouwspel af te wachten
van de twee opgedirkte prostituées, die op
schoenen van een halve meter hoogte door
den tuin zouden wandelen. Bij het verlaten
van de Tentoonstelling kreeg ieder vaD ons
nog een lampion met kaarsje cadeau, wel
een bewijs dat er op een latertje gerekend
werd. D. C.
Hoogere Burgerschool met
Sjarigen cursus.
De openbare zaak moet openbaar behandeld
worden.
Als lid der Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijsis door mij bij die
Commissie het voorstel gedaan, dat door haar
ernstige pogingen in het werk worden gesteld
om in deze gemeente te verkrijgen een Rijks
Hoogere Burgerschool met sjarigen
cursus. In de gisterenavond gehouden niet
voltallige vergudering staakten de stemmen
over dit voorstel. De beslissing is daarom
aangehouden tot een volgende, binnen eenige
dagen te houden vergadering.
In de Commissie werd twijfel geopperd of
eene Hoogere Burgerschool in deze gemeente
werkelijk zou voorzien in een bestaande be
hoefte, Met het oog daarop noodig ik ouders
of voogden, die gaarne in deze gemeente de
totstandkoming eener Rijks Hoogere Burger
school zagen, beleefd uit, mij zoo spoedig
mogelijk, althans vóór Woensdagavond a. s.,
een schriftelijk bewijs van instemming met
mijn voorstel te willen zenden, ten einde mij
in staat te stellen het bewijs te leveren, dat
werkelijk de oprichting eener Hoogere Bur
gerschool in deze gemeente noodzakelijk is.
Eenvoudige toezending van een naamkaartje
met een paar woorden is voldoende.
Helder, 2 December '93.
Dr. P. C. F. FROWEIN.
HELDER, 2 December.
Offlclëele berichten
uit de ^Staatscourant".
De Minister van Justitie brengt ter ken
nis van belanghebbenden, dat het bureau
voor den industriöelen eigendom, geves
tigd aan het Departement van Justitie en
geopend van io tot 2 ure, van i dezer
af uitsluitend belast is met de inschrijving
van fabrieks- en handelsmerken. De inzen
ding behoort portvrij aan den directeur
van het bureau te geschieden. Verdere
bijzonderheden bevat de „Staatscourant".
Bij Kon. besluit is de off. van gez. 2de
kl. bij de zeemacht I. J. Van den Berg
bevorderd tot off. van gez. iste kl.
De kapt.-luit. tee zee P. Heyning, uit
Oost-lndie in Nederland teruggekeerd, is
op non-activ. gesteld.
Tot burgemeester van Rotterdam, in de
plaats van den heer Lycklama, is benoemd
de heer F. B. 's Jacob, wethouder aldaar.
Te Musselkanaal was het jl. Dinsdag
avond zeer rumoerig, waarbij van knuppels
en revolvers werd gebruik gemaakt. Een
meisje kreeg een schot in den arm en een
straatlantaarn werd in de vaart geworpen.
Plaatselijk nieuws.
R. C. Volksbond.
De R. C. Centrale Kiesvereeniging „De
Eendracht" alhier, hield jl. Donderdagavond
in „Tivoli" eene buitengewone vergadering,
onder presidium van den beer M. J. Schouten,
waarin de heer W. C. .T. Pasmoors, Voorzitter
van den R. C. Volksbond, te Amsterdam, als
spreker optrad.
Nadat de heer Schouten de vergadering
met een woord van welkom had geopend, den
aanwezige geestelijken dank had gezegd voor
hunne belangstelling, die uit hunne tegen
woordigheid bleek en den beer Passtoors ge
luk had gewensebt met zijne benoeming tot
ridder der orde van Oranje-Nassau, nam de
beer Passtoors hel woord.
De spreker zeide dat hij de uitnoodiging van
het Bestuur der Kiesvereeniging, om een enkel
woord tot de aanwezigen te richten, gaarne
had aangenomen, omdat hem daardoor de ge
legenheid werd gegeveD te spreken over de
grootste kwestie onzer dagen, de sociale kwes
tie, en over de noodzakelijkheid voor den
werkman en den kleinen burger om zicli te
vereenigen in den socialen strijd. Bespre
kende de dagen toen het Vereenigingsleven het
krachtigst was, de dagen van het gildewezen,
wees spr. er op, dat ook toen reeds misstan
den bestonden, maar niet in die mate als in
onze dageD. In die dagen bestODd er niet een
toestand van verzet en revolutie nis nu
patroon en werkman leefden en werkten
samen, door den band der liefde nan elkander
verbonden. Toen behoefde de werkman niet
dagen nan dagen te werken en te zwoegen
voor een sober loon en ondervond de kleine
burger niet zoozeer de nadeelen ccncr scherpe
concurrentie als nuwie toen werken wilde,
kon ook werk bekomen. Maar toch, hoe
schoon de toestand toen ook was, toch beston
den er misstanden, toch drong de roep om
vrijheid en rechten meer en meer door, tot
eindelijk de Frausche revolutie kwam, die
het gildeweaen wegmaaide. En de gevraagde
vrijheid werd gegeven, maar die vrijheid is
thans geworden bandeloosheid. De zegeningen
der Fransche omwenteling kunnen niet stnau
in de schaduw der nadeelen, ontstaande
door de stelselloosheid die thans algemeen
bestaat, en de werklieden en kleine burgers
zijn het, die daaronder het meest lijdeu de
werkman geniet niet de minste bescherming,
ook niet als hij, oud en afgeleefd, niet meer
iu staat is door werken in zijn onderhoud te
voorzien. Eén der voornaamste oorzaken van
de tegenwoordige treurige toestanden is, naar
sprekers oordeel, het verval, het ondermijnen
van den godsdienst. Spreker noemde het één
der eerste plichten van de katholieken, om
den godsdienst, waar die wordt aangevallen,
met hand en tand te verdedigen en te trachten
het verloren terrein te herwinnen, want door
het werken der tegenstanders van den gods
dienst is de toestand gekomen, waarin het
kapitaal heer en meester is, waarin de wel
vaart alleen huist bij den couponknipper en
deze een afschuw heeft gekregen van de ver-
eelde hand van den werkman. Deze waarheid
mag niet verzwegen worden, meende spr.,
want tegenover de tegenpartij moeten wij pal
staan. Er zal eens eeu tijd komén dat de
mannen, die nu revolutie prediken, geen mees
ter meer zullen zijn over hun volk, want een
volk dat met God heeft gebroken, erkent ook
geen gezag. Van een dergelijk volk is niets te
verwachten en naarmate de strijd tegen altaar
en troon wordt voortgezet, moet de maat
schappij te gronde gaan. Men beweert
dat do maatschappij hervormd moet worden
welnu, dat willen ook de Katholieken, maar
zij willen dat doen onder de schaduw van
liet kruis en daardoor de maatschappij even
hecht maken als de rots van Petrus, in hun
vaandel voerendevoor God, Kerk cn Vader
land (applaus).
Het verval der maatschappij is ook nog
aan vele andere oorzaken toe te schrijven,
waarvan 9preker slechts noemde de uitvinding
der machines en de opeenhooping in degroote
steden, waar voor allen werk zou zijn te vin
den wanneer de godsdienst niet zoozeer in
verval was. De maatschappij is krank, de
menschheid lijdt en de toestand is duister,
maar één is er, zeide spr., van wien men
alles goeds nog kan verwachten, van Paus
Leo XIII, die den Christen-werkman toege
roepen heeftwvereen igt u 1" Paus Leo is de
man die de maatschappij kan redden, hij
alleen kan helpen. Waarom omdat de maat
schappij geschokt is, Vorsten en Koningen
geen redding meer vinden bij hun volk en
deze zich daarom moeten wenden tot den
Paus, zooals met Keizer Wilhelm is geschied.
Redding is alleen van het Christendom te
verwaehten.
Het „Christen-werklieden vereenigt u!"
door den Paus uitgeroepen, heeft ook hier te
lande weerklank gevonden in de harten van
vele duizenden mannen, die opgewassen zijn
tegen den strijd, omdat zij sterk zijn in hun
geloof en die triomfeeren zullen over de re
volutionairen,daar de laatsten de noodige moed,
kracht en volharding missen om te blijven
handhaven.
De Nederl. R. C. Volksbond bestaat nu
ongeveer 6 jaren, onder bescherming van den
Bisschop run Haarlem en telt reeds duizenden
bij duizenden leden. Het doel van den Bond
is den werkman en den kleinen burger te
vrijwaren voor de socialistische dwalingen van
onzen tijd en inzonderheid mede te werken
tot verbetering der maatschappelijke toestan
den. De werkman, die onbeschermd is, vindt
juist in den Bond bescherming; hij vindi er
fondsen voor ziekte, voor werkloosheid en
voor weduwen en weezen, hij vindt er spre
kers en omgang met kameraden, die hem
sterken in den socialen 9trijd.
Het succes, dat de Bond op zijne pogingen
heeft, meent spr. te mogen toeschrijven aan
zijn uitsluitend godsdienstig karakter. Er
bestaan buiten den Bond ook nog andere
Vereenigingen, die zeggen aan de verbetering
der bestaande toestanden te werken. Zoo 0. a.
de Sociaal-Democratische bond, die echter
geen vertrouwen verdient, daar hij niet anders
beoogt dan den werkman steeds dieper en dieper
te doen zinkeu. Ook de z.g. Deutrale
Vereenigingen zooals b. v. het Nederl.
Werkliedenverbond zijn de vijanden van
den R C. Volksbond. Spr. heeft de ervu-
riug opgedaan, dat die Vereenigingen nog
gevaarlijker zijn als de Sociaal-Democratische
bond, omdat zij geen kleur bekennen en
door haar praktijken worden uitgeoefend,
waar de Katholieken van walgenzoo wordt
onder meer door haar het malthusianisme
bevorderd. En 't is daarom zoo gelukkig
dat de R. C. Volksbond is opgericht, waar
de katholieke werklieden ook liunn? onder
steuningskassen vinden, die zij nu niet meer
genoodzaakt zijn bij die neutrale Vereenigin
gen te zoeken. In een onlangs te Rotterdam
gehouden congres is een program voor den
Bond vastgesteld daaruit blijkt dat hij wil
dat de werkman niet als een stomp werk
tuig gebruikt wordt dat bij bet zoete ge
luk van het familieleven zal genietén dat
j zijne krachten en die zijner kinderen niet
I zullen worden uitgeputdat hij een' rustdag
zal genieten dat bij van zijn loon kan bc-
staaudat de Staat door de instelling van
arbeidsraden of arbeidskamers zal medewer
ken tot dc oplossing der geschillen tusschen
patroon en werkman. Dit program werd door
den spreker met eenige voorbeelden toege
licht. Ook vraagt de Bond van den Staat
om, door aan oude werklieden pensioen toe
te kennen, de ellende te verzachten van (lui
zende gezinnen, die veroorzaakt wordt door
dien de bejaarde werkman, die niet meer
werken kan, zonder middel van bestaan is.
Aan dien wensch is te voldoen, meende spr.,
als de wil maar goed is. Vragen de leden
van den Bond hunne rechten, zij zijn zich
ook van hunne plichten bewust. Op de
groote volksvergaderingen is 't doorgaaus
slechts roepen om- en eischen van rechten,
zonder meerde R. C. Volksbond echter
herinnert zijnen leden tevens aan hunne
plichten en daarom is hij zoo sterk. Meu
heeft wel eens beweerd dat de Bond, met
haar vragen en aandringen op rechten, zal
terechtkomen iu het socialistische vaarwater,
maar daarvoor bestaat, verzekerde spreker,
geen gevaar, juist omdat de Katholieke
werkman weet dat hij ook plichten heeft te
vervullen. En wil men het socialistisch
vaarwater noemen, waarin de Bond zich be
weegt, welnu het zij zoo, want dan is bet
een goed socialisme, dat niemand minder
tot aanvoerder heeft dan Paus Leo XIII
(Applaus). Verdachtmaking door de tegen
partij, zeide spr., spoort ons slechts aan om
op den ingeslagen weg voort te gaan, wel
wetende dat wij goede hoofden hebben, die
ons zullen waarschuwen als wij in ons vra
gen om rechten te rer dreigen te gaan.
Aan het slot zijner rede wekte de spreker
den aanwezigen op, zich aan te sluiten by
de groote groep, die zich in 't belang van
den kleinen burger en van den werkman
vereenigd heelt, onder aanvoering van Paus
Leo XIII, bij de groep die steeds grootcr
en grooter wordt, omdat zij flinkweg kleur
bekent en op den man af vraagt cn bevor
dert wat zij wenscht. De laatste woorden
van den spreker gingen in een levendig ap
plaus gedeeltelijk verloren.
Van de gelegenheid tot debat werd het
eerst gebruik gemaakt door den heer I. Kcr-
ver, wien het leed deed dat de spreker, waar
deze de tegenstanders van den Bond besprak,
geen gewag maakte van de medestanders in
den strijd tegen het socialisme, nl.
van „Patrimonium" en van de Ghr. patroons-
vereeniging „Bons", die toch wel genoemd
mogen worden. Verder zou de lieer Korvcr
hebben gewensebt dat spreker de te vervul
len plichten, waarop hij doelde, eenigszins
gedetailleerd had genoemd. De heer
Staalman zeide dat het hem gewaagd voor
kwam, dat spreker, over Paus Leo XIII
sprekende, zeide„hij alleen kan redden."
Zulks kau in eene openbare vergadering niet
worden gezegdbeter ware het geweest
wanneer spreker zeide„voor ons, Katho
lieken, is hij de redder." De heer Kor
ving vroeg, naar aanleiding van dat gedeelte
van spreker's rede, waarin hij op de tekort
komingen der tegenwoordige maatschappij
wees, aan wien de schuld hiervan moest
worden geweten, aan den patroon of aan
den knecht
De heer Passtoors antwoordde den heer
Korver, dat hij „Patrimonium" hoogacht, als
medestrijder tegen de revolutionaire fractie
en dat, wat „Bpas" betreft, hij gaarne zou
wenschen, dat ook de Katholieken op eene
dergelijke Vereeniging konden bogen. Waar
hij van deze Vereenigingen geen melding
mankte, was het alleen omdat hij zich tot
tank stelde, het doel en streven van den
R. C. Volksbond te bespreken. De te ver
vullen plichten zijn den Katholiek reed8 van
der jeugd af geleerd hij behoeft deze daarom
niet te defailleeren.
Naar aanleiding der opmerking van den
heer Staalman, zegt spreker dat de Paus voor
de R. C. de vertegenwoordiger is van God
cn als zoodanig verwachten zij van hem alles.
De Voorzitter voegde hieraan toe, dat
deze vergadering niet is eene openbare, maar
eene buitengewone vergadering van de R. C.
Kiesvereeniging, waartoe alleen de Pers en
eenige anti-revolutionaire heeren zijn uitge-
noodïgd.
De vraag van den heer Korving wordt
door spreker beantwoordt met de mededeeling
dat de schuld z. i. niet te wijten is aanjeene
klasse, maar |aan allen, voornamelijk echter aan
het groote kapitaal, waardoor hei egoïsme op
den voorgrond is getreden en de liefde is ver
stompt ondermijning van den godsdienst is ech
ter de hoofdoorzaak van den treurigen toestand,
die eerst zal kunnen verbeteren, wanneer de
verschillende standen ter oplossing van de
sociale kwestie tot elkander zijn gebracht.
De heer Schouten sloot hierna het ofliciëele
gedeelte der vergadering met een woord vau
dank aan den heer Passtoors en aan de
annwezige geestelijken en met den wensch
dat het gesprokene moge leiden tot de op
richting eener afd. Helder van deu R. C.
Volksbond.
Na afloop der vergadering werd eene Com
missie samengesteld, om de oprichting eener
plaatselijke afdeeling van den Bond voor te
bereideu.
Nederlandsche Vrouwenbond.
In eene gisterenavond in bet lukaal „Tivoli"
gehouden openbare vergadering der afdeeling
Helder van den „Nederl. Vrouwenbond, tot
verhooging vau het zedelijk bewustzijn", trad
als spreekster op mevrouw Douairière Klerck,
geb. Van Hogendorp, presidente van den
Bond, te 's Gravenliage, met het onderwerp
„Gevaren langs den weg".
De spreekster wees er bij haar optreden op,
dat, sedert het afdeelingsbestuur hier ter plaatse
liaar uitr.oodigdo te komen spreken, de blijde
tijding tot haar kwam, dat onze Gemeenteraad
had besloten, de reglementeering van de on
tucht af te schaffen en het houden van bor-
deelen te verbieden, welke tijding haar met
dankbare vreugde vervulde. Was daardoor
haar optreden hier gedeeltelijk overbodig ge
worden, toch kwam hel spreekster voor dat
het verderfelijke van de Verordeningen op de
ontucht, die nog in vele andere gemeenten
bestaan en de strijd, die daartegen wordt
aangebonden, nog wel eens mocht worden
besproken. Breedvoerig werd door spreek
ster uiteengezet het ontstaan van de regle
menteering van de huizen van ontucht, door
Napoleon I ingevoerd, om te voorkomen dat
zijn krijgsvolk van de prostitutie nadeelige
gevolgen zou ondervinden, hoe echter die
reglemen teeringonmachtig was gebleken, om de
gevolgen van het kwaad te keeren, hoe
nu 30 jaar geleden in Engeland de strijd
tegen de reglementeering met goed gevolg
werd aangebonden en hoe die beweging spoedig
een internationaal karakter heeft aangenomen,
omdat ook het kwaad internationaal is. De
Nederlandsche Vrouwenbond is eene vertak
king van den internationalen Rond, waarvan
de zetel te Genève is gevestigd. Het doel
van den Bond is niet alleen de vrouw, maar
ook den man te verheffen, door hem er toe
te breugen, het kwaad te ontwijken. Spreek
ster spoorde de aanwezige vrouwen aan, om
tot den Bond toe te treden, om er toe mede
te werken, dat het ledental, hetwelk nu 4000
bedraagt, vertiendubbeld worde. Na te hebben
dat vervloekte kantoor ga. Ik ben er nu voorgoed
uit, zie je en zij 3r.appen mij niet meer. Binnen een
paar weken trouwen wij en.... dan begint de pret.
Bonjour hoor, ik wil je groeten. Tot straks
En weg was bij, vóór de verbaasde kastelein van
zijne ontroering bekomen was.
Hij had tot dat oogenblik nog altijd gehoopt, dat
zijn dochter gelijk had in haar hoop en verwachting,
maar nu geraakte zijn geloof aan het wankelen. Hij
wist niet wat hij van dit alles moest denken.
Intusschen was Albert in zeer opgewekte stemming
op weg gegaan naar „Groot Rustoord", met het
vaste plan om regelrecht door te gaan. Dit zou nu
mogelijk zijn geweest, indien de „Vergulde Schim
mel" niet op zijn weg gelegen had en hij Lena's
aantrekkelijk gezichtje niet juist voor de ramen der
gelagkamer had gezien. Vlug wipte hij de drie treden
der stoep op en trad binnen.
„Dag Lena, het nieuws al gehoord?" was zijn
eerste vraag.
„Dag Albert. Wat bedoel je, van mijnheer
Demmers
„Ja, dat ook, maar liet andere. Maar neen, dat
kan je niet weten. Sapperloot, wat een gepraat zal
dat geven op het dorp
„Wat bedoel je dan toch, Albert?" vroeg Lena,
meer en meer verwonderd over den opgewonden
toestand van haar aanbidder.
„Wel, beste, ik zal het je dadelijk zeggen, maar
geef mij eerst een cognacje, al is het wat vroeg.
Zoo, dank je. Je gezondheid, lieve meid. Wat ik
zeggen wil, al houd ik zielsveel van je, je weet wel dat
het eigenlijk bij mijn klein tractement toch nooit iets
had kunnen worden. Maar om op de zaak terug te
komen...."
Lena was zeer bleek geworden bij die verplette
rende bekentenis, even rond als onkiesch, die hem
als een stortvloed van de lippen rolde. Zij steunde
zwaar met de eene hand op de marmeren toonbank,
maar Albert zag dat niet eens.
121
„Om dan op de zaak terug te komen: Je kent
de huishoudster wel van mijnheer Demmers, die
juffrouw Van Ilces. Niet? Nu, dat komt er niet op
aan. Nu, die is plotseling, door het overlijden van
haar vader, schatrijk geworden, en... en... met die
juffrouw ben ik geëngageerd."
„Ge... en... gageerd bracht Lena met stok
kende stem uit.
„Ja, je begrijpt niet van vandaag of gisteren,
maar al lang. Wij kenden elkaar al heel lang, maar
liet was geheim, begrijp je. Maar nu de zaken zóó'n
keer hebben genomen, is er geen reden het langer
onder stoelen of banken te steken.... Maar nu moet
ik weg hoorBonjour, tot straks, Lena
Besefleloos bleef het meisje staan, met starende
oogen, terwijl al het bloed uit haar gelaat was
geweken.
Was het dan werkelijkheid, wat zij daar op 't
oogenblik had doorleefd Was zij niet ten prooi
aan een benauwden droom of was zij krankzinnig
geworden
Zij draalde nog een oogenblik, toen stond zij op
en liep met moeielijke schreden de gelagkamer dooi
en verdween in haar eigen kamertje.
En Albert had geen besef van hetgeen hij gedaan
had. Geen oogenblik kwam het in hem op, dat hij
daareven tweemalen een laagheid had begaan. In
de wolken van pleizier wandelde hij naar „Groot
Rustoord", een vroolijk liedje neuriënde. Zijn go-
heele ziel jubelde: „rijk, rijk!" en voor zijne oogen
vertoonde zich een leven van louter genot.
Maar als een stortbad viel hem de tijding op
het lijf, dat Suze ziek was. Mevrouw Demmers
was zoo beleefd hem zelf van het voorgevallene te
onderrichten en dat bericht, gevoegd bij de deftige,
afgemeten manieren van mevrouw, werkte nogal
ontnuchterend op het opgewonden jongemensch.
Toch zette hij zich spoedig over deze „kleine
teleurstelling" heen. Al was Suze op 't oogenblik
ongesteld, het feit bleef niettemin waar en de oude,