NEDERLAND. gang van 4 in 182) toegenomen en ge klommen van 750 tot 5103. De wenschelijkheid en noodzakelijk heid van de oprichting eener Hoogere Burgerschool in deze gemeente is, dunkt mij, boven allen twijfel verheven. Er kan dan ook, voor hen, die algemeene volksontwikkeling en deugdelijke be roepsopleiding lief hebben, slechts sprake zijn van de wijze, waarop een der gelijke inrichting te Helder kan ver kregen worden. Hierover een volgend opstel. Dr. P. C. F. FROWEIN. HELDER, s December. STATEN-GENERAAL. Tweede Kamer. Zitting van Vrijdag i December. Verschillende wetsontwerpen zijn goedge keurd, waaronder dat tot regeling van de kosten van uitzending voor den nieuwen Gouverneur-Generaal, voor wien geen bij zondere pensioenregeling is gemaakt, omdat hij bij aftreden hersteld wordt in het pensi oen als vice-president van den Raad van Indië. Daarna begonnen de algemeene beschou wingen over de Staatsbegrooting. De heer de Beaufort (Arasterdam) besprak de houding van de verschillende partijen. Hij wees allereerst op de splitsing van liberalen en radicalen, welken laatsten zelfs ministerieele partij waren geworden. Nu was het zijne overtuiging, dat het van de houding der Regeering zal afhangen, of de liberale partij haar eenheid zal bewaren, en daarom waarschuwde hij haar tegen het steun zoeken bij de uitersten, omdat dat voor de Regeering zal uitloopen op het vermoorden van haar eigen partij. Verder betwijfelde spr. of de anti-revolutionaire par- tij, op gezag van haar partijhoofd buiten de Kamer, wel stuurt in demokratische richting. Zij had in 1888 een kabinet van jhr. Hartsen toch zeker geen demokraat en stemde als één man tegen den gezonden demokratischen maatregel der Vermo gensbelasting; alleen is zij voor bevordering van algemeen of ver uitgebreid kiesrecht. Maar hierdoor aanvaardt zij, ,in strijd met haar verleden, de leer van de Staatsalmacht. Dat drijven naar de denkbeelden van Staatsalmacht vond in spr. een bestrijder, die echter wel belemmeringen in den striid om het bestaan wil wegnemen, mits be staande rechtsgelijkheden niet verdwijnen. De ontevredenheid der lagere standen wordt niet met allerlei woorden en voorspiege lingen weggenomen en de uitbreiding der Staatsalmacht zal een hoogen eisch stellen aan 's lands financien, welke grens het best gekend wordt uit de opbrengst der Ver mogensbelasting. Leerplicht, dienstplicht en werkliedenverzekering zullen mede groote offers vorderen. I)e leer der indivi- dueele vrijheid tegenover de Staatsalmacht verdedigende, ziet hij echter niet op tegen beperking der vrijheid van onderwijzers om op te ruien en van de v. erklieden om te beschikken over hun loon dat dikwijls aan het gezin wordt ontnomen. De heer Schimmelpenninck van der Oye verweet der Regeering haar stilzitten op sociaal terrein en meende dat zij zich meer had moeten toeleggen op herstel der ge meentelijke financiën, in plaats van het verband tusschen de belastingen te verbre ken en belastingen in te voeren, schadelijk voor de ontwikkeling van het volksleven en zonder verlichting van druk aan te brengen. De heer Heldt betoogde tegenover den heer de Beaufort, dat bij meer ingrijpen van den Staat in de levenstoestanden dermen- schen, er nog genoeg voor het persoonlijk initiatief te doen zal overblijven. Maar er moet van Staatswege iets gedaan worden tot verbetering der ellendige toe standen, vooral voortkomende uit werke loosheid, tot oplossing van het sociale vraagstuk, al is het brengen van het week loon naar de kroeg uitzondering. Spr. drong ook aan op spoedige voorzie ning in het lot van oude invalide werklieden. De heer Schaepman constateerde dat de rede van den heer de Beaufort een conclu sie miste. Hij meent dat een crisis in de liberale partij niet kan uitblijven. Hoofdza kelijk betoogde hij, dat voorstanders van Staatsbemoeiing geen socialisten behoeven te zijn, maar ook op grond der H. Schrift voorstanders kunnen zijn. In geen geval is staatsbemoeiing gelijk te stellen met Staatsalmacht. In zake Zondagsrust is alleen door Staatshulp het egoïsme te bestrijden. De heer Heemskerk bestreed de bewering der Regeering, dat voorziening tegen werkeloosheid aan lokale besturen dient overgelaten. De heer Kerdijk bestreed evenzeer den heer de Beaufort, die algemeenheden bezigde en volkomen voorbijzag, dat onder de voorstanders van Staatsbemoeiing velen zijn, die deze enkel verlangen, waar ze noodzakelijk is. De heer van ICarnebeek waarschuwde tegen optimistische opvattingen van den Minister van Financiën en vele zijner collega's en waarschuwde tegen opdrijving der Successiebelasting. De heer Van Houten bestreed overdreven Staatsinmenging, maar wil hervormingen met behulp van den Staat, die passen in ons burgerlijk recht. Voorts drong spr. aan op eenige mededeelingen omtrent den woning aanslag, in verband met de grens van be- 1 lastbaarheid van werkmanswoningen. Heden voortzetting. Naar aanleiding van het uit het „Twentsch Zondagsblad" overgenomen bericht, betref fende mishandeling door een Pruisisch grens beambte, gepleegd op een zekeren „Pin" te Denekamp, kuunen wij nader mede- deelen, dat die mishandeling op een zekeren Pikkemaat werkelijk heeft plaats gehad, en naar het schijnt op Nederlandsch grond gebied. Na de mishandeling is de verwonde naar Neuenhaus gegaan om de wonden te doen verbinden en aangifte bij de justitie te doen. De zaak is dan ook reeds voor den rechter aldaar behandeld, zoodat de onverstandige grensbeambte zijn straf wel niet zal ontgaan. Een onderwijzer in Friesland sollici teerde naar een plaats aan een school in Noordholland. Het hoofd der school zond de volgende vragen naar het hoofd, onder wien de Friesche onderwijzer werkzaam was 1. Is uw onderwijzer socialist? 2. Is hij lid van den „Nederlandschen Bond voor Onderwijzers"? 3. Is hij lid van een kerkgenootschap Zoo ja, van welk Zoo niet, waarom Over zijne practische geschiktheid werd geen woord gerept; dat scheen bijzaak te zijn. Het hoofd der Friesche school stelde den sollicitant in kennis met de gedane vragen, en beiden besloten, den nieuwsgierigen vrager zonder antwoord te laten. Tegen het kwaad, door zg. kellnerin- nen en dergelijken teweeggebracht, worden door de Ministers van Justitie en Binnen- landsche Zaken maatregelen beraamd. In de vergadering van katholieke leden van de Tweede Kamer der Staten-Ge- neraal, Donderdag gehouden, is met alge meene stemmen besloten, bij de behandeling van Hoofdstuk III der Staatsbegrooting voor 1894 de quaestie van het herstel der Nederlandsche legatie bij den Heiligen Stoel niet ter sprake te brengen. Den 24ste, 25ste en 26ste December houdt de Sociaal-democratische Bond te Groningen een congres. Behalve de gewone huishoudelijke bezigheden komen daar tal van voorstellen in behandeling, door de afdeelingen ingezonden. Harlingen wil dat mililieplichtige leden voldoen aan de oproeping onder de wapens in dier voege zij laten zich, lijdelijk protes- teerend, ten aanschouwe hunner omgeving uit hunne woningen lichten. Waar het kan moet die taktiek in massa plaats hebben. De strijd die in R. v. A. tegen partij- genooten gevoerd wordt, schijnt geen in stemming te vinden bij de lezers. Men wenscht den Centralen Raad contróle te doen uitoefenen. De afd. „Noord- en Zuid- hoorn" wenscht R. v. A. voortaan ver zonden te zien met den titel naar buiten. De afd. meent dat de titel R. v. A. te schoon en verheven is om langer naar binnen geslagen te worden. Sneek stelt voor, dat het congres eene commissie benoeme, die de administratie van R. v. A. onderzoekt en daarvan ver slag aan de afd. geeft. De afd. moeten telken jare bijdragen tot het tekort van R. v. A., bijgevolg is het billijk, dat zij worden ingelicht over de administratie. Ook andere afdeelingen wezen op het be zwarende van het tekort. Wat het schendblad „De Roode Dui vel" aangaat, stelt de afd. Hengeloo voor, den redacteur, het lid L. M. Hermans, te royeeren. De afd. Kiel-Windeweer, over wegende dat dit blad niet werkt in 't be lang van de S.-D. propaganda en gebruik maakt van en speculeert op de nog te veel bij het volk voorkomende zucht naar schandalen en een demoraliseerende in vloed oefent op het volk, spreekt als zijnen wensch uit, dat de partijgenooten zich er van onthouden dit blad door abonne menten of anderszins te steunen. De heer W. Hovy deelt in „De He raut" mede dat mr. L. W. C. Keuchenius zijn einde ziet naderen. Hij is zich ten volle bewust van zijn toestend en draagt het zware lichamelijk lijden met stille berus ting. „Toen ik", schrijft de heer Hovy, „het voorrecht had hem vóór eenige dagen de hand te drukken, sprak hij met de meeste liefde over de Vrije Universiteit en over het Studentencorps, van hetwelk hij een schrijven had ontvangen, waarover hij zich kinderlijk verblijdde en dat hij nog met een wederschrijven eigenhandig heeft beant woord." Algemeene deelneming in het lijden van den geachten heer Keuchenius zullen deze woorden wekken. Moge zijn lijden niet zwaarder worden en de betuigingen van vriendschap en achting zoo van geestverwanten als Staat kundige tegenstanders hem eenige opbeu ring verschaffen onder de smarten die hij met zoo groote gelatenheid draagt. Plaatselijk nieuws. Naar aanleiding van het in ons nummer voorkomend artikel van dr. Frowein, her inneren wij nog eens aan de wenschelijkheid om het aantal blijken van instemming, dat het plan reeds heeft ondervonden, nog te vermeerderen door aan den schrijver een naamkaartje met een paar woorden te zenden. Dit geldt ook voor personen in de omgeving dezer gemeente, vooral van de eilanden. Naar wij vernemen, heeft de vergadering der Commissie van Toezicht Vrijdag a. s. plaats, zoodat de gelegenheid voor instem ming te betuigen nog tot dien datum open staat. Het komt ons wenschelijk voor, dat men daarbij tevens vermeldt, of men van plan zoude zijn, wanneer de school reeds b. v. in het volgende najaar geopend kon worden, er leerlingen heen te zenden, en zoo ja hoeveel. Jl. Zaterdagavond werd in de Marine- Machinisten-Club alhier door den machinist iste klasse J. W. Kapteijn eene uitvoerige voordracht gehouden over de behandeling der scheepsstoomketels. Na het verleden getoetst te hebben aan het heden, wat de behandeling zoo ir, conser vatie als onder stoom betreft, en daarbij in 't bijzonder de veiligheidsmiddelen en de gevolgen van temperatuurverschillen te hebben behandeld, ging de spreker voort, met schertsen toegelicht, de buitengewone plaatselijke overhitting en de oorzaken daarvan aantetoonen, zooals deze in ver schillende wetenschappelijke werken zijn behandeld, waaruit moest blijken, dat de smeermiddelen, in de machines gebruikt, ook heden nog tot die plaatselijke overhitting van ketelplaten eene beduidende factor is. Hoewel reeds laat in den avond, werden daarna nog eenige voorbeelden behandeld van hetgeen aan boord met eigen middelen op afgelegen stations nog kan worden ver richt. De president dankte uit naam van de aanwezigen den spreker voor zijne zakelijke behandeling van het onderwerp en voegde er de wensch aan toe, dat nog menige Zaterdagavond in dezen winter op deze wijze zal worden doorgebracht. De loodsschoener No. 5, schipper D. Lap, welke hier jl. Zaterdag uit het Eng. kanaal binnenkwam, heeft Vrijdag op de Noordzee, dwars van IJmuiden, zwaar stormweer doorgestaan, waardoor de bree- fokkera brak, de breefok geheel verloren ging en het grootzeil scheurde In de na bijheid der kust zeilde de schoener door veel wrakhout en netwerk heen. Bij Huisduinen is gisteren een red dingboei aangedreven, gemerkt „Léo-Grims- by," terwijl hier door visschers eenig nieuw hout uit zee werd aangebracht, waaronder een schroot, gemerkt TOR. De sleepboot „Hercules" is gisteren uitgestoomd, ter opsporing van een omge slagen schip, hetwelk volgens bericht van de kustwacht bij Eijerland drijvende was. Ofschoon het schip spoedig door de sleep boot werd gevonden, kon deze het niet bereiken, daar het te dicht onder den wal dreef, in de richting van de Vliehors, waar het, naar men verwachtte, ongetwij feld moest stranden. Binnenlandse b nieuws Callantsoog. Jl. Woensdagmiddag is op het strand alhier een zwemboei gevon den, gemerktS. S. Dispatch L. V. -{- 3347. Schagerbrug. Jl. Vrijdagavond waren de 12 straatlantaarns alhier voor de eerste maal ontstoken. Niettegenstaande het ongun stige weer brandden ze uitstekend en bleek de indeeling van dien aard, dat het licht der lantaarns van den een tot den ander voldoende was. Schagen. Den 10 dezer zal door de hoogste klasse der departementale Zang school, onder leiding van den heer Ter Linden en met welwillende medewerking van de heeren A. Hille (baryton) en C. Stöve (bas) de bekende St.-Nicolaas-cantate van den componist D. Zweers in het lokaal van den heer Blauw alhier ten gehoore worden gebracht. Tot aanvulling van den avond zal het onlangs opgerichte dames koor „Euphonia", mede onder leiding van den heer Ter Linden, een paar nummers ten beste geven, „Het vijfde scheppingslied van R. Rol en „Het graf onder de mei doorn" van H. C. Helleman. De lieer A. Hille, leerling van den heer J. Messchaert, zal bovendien nog de zes looverkens van Hofman van Fallersleben, muziek van Nicolai, ten gehoore brengen. Schagen. Er worden poginge in het werk gesteld om naast de bestaande Ver- eenigingen alhier nog een Rederijkerskamer op te richten. Voor jaren bestonden er twee. Schagen. Het kerkbestuur der Herr. gemeente alhier, heeft besloten met het oog op de dreigende tijdsomstandigheden, 10 pCt. van de huurpenningen dit jaar aan de pachters kwijt te schelden. Schagen. In de vergadering van jl. Donderdag besloot Schagens Mannenkoor „Euterpe", ter bevordering van de samen stelling van een gemengd koor, zijn regle ment te wijzigen zoodanig, dat ook dames als werkende leden worden aangenomen en de Vereeniging voortaan zal heeten „Euterpe". Alkmaar. Deze gemeente krijgt van de vereeniging „Het Witte Kruis" een ontsmettingsoven, waartoe aan het hoofd bestuur een crediet van f 5000 is verleend. Marine on Leger. Met Hr. Ms. fregat „Atjeh" zullen de volgende onderofficieren repalriëeren L. J. de Keyzer, opperschipperJ. Calkhoven, serg. der mariniersG. H. Willemsen, L. W. Admiraal, bootslieden H. J. de Graaf, H. Wassen burg, A. Monster, J. Droog, bootsmansmaats; W. Stoker, 2destuurman P. J. Wallard, konstabel-majoor; W. C. j A. Muller, J. Kerstens, konstabelM. Tave- nier, iste timmermanE. Eggers, iste pro voost; F. van de Rouwelaert, C. A. Fran- ken, 2de zeilmakers J. A. van der Miesen, 2de smidP. de Bruijningj iste zieken oppasser; W. de Carper.tier, J. Rijstenbil; 2de schrijvers; J. Bosch, A. J. Romein, P. J. L. Ie Mahieu, hofmeestersH. J. Derks, officierskok. Wegens 24jarigen eerlijken en trouwen dienst werd aan boord van Hr. Ms. pant serschip „Guinea" de zilveren medaille uitgereikt aan den schipper W. Van der Roost. Wegens 24jarigen eerlijken en trouwen dienst, is te Amsterdam de zilveren medaille uitgereikt aan den bootsmaat J.Luiks,den 1 marinier iste kl. B. Heilbron, dienende 1 aan boord van Hr. Ms. wachtschip aldaar en aan den kwartiermeester J. Husi, die- nende aan boord van Hr. Ms. opleidings- 1 schip „Admiraal van Wassenaer" aldaar, i De Minister van Marine heeft bepaald, 1 dat Hr. Ms. pantserschip „Koningin Wil- I helmina", in aanbouw op 's Rijkswerf te Amsterdam, in gereedheid zal worden gebracht om onder eigen stoom naar hier te worden overgevoerd. Kerknieuw 8. De „Herv." spreekt hare bevreemding uit over een deel van het vonnis dat tegen i een predikant in Den Haag, wegens onze- delijke handelingen, onlangs uitgesproken is. De rechtbank heeft den veroordeelde namelijk ook vervallen verklaard van zijn i ambt als predikant. Dit berust op de bepa- ling van art. 28 Wetb. van Strafrecht, volgens welke iemand bij vonnis het recht kan worden ontzegd tot „het bekleeden van ambten of dat van bepaalde ambten," of tot „de uitoefening van bepaalde beroe pen." Valt daaronder ook het ambt van predikant Kan de Staat een bevoegdheid ontnemen, die alleen door een kerkgenoot schap kan worden verleend Wel betaalt de Staat de traktementen der predikanten, maar dit geschiedt aan het kerkgenootschap zelf, dat zijnerzijds den predikant aanstelt, zoodat deze geen staatsambtenaar is. De kerk kent bovendien de mogelijkheid van rehabilitatie en mag de Staat die mogelijk heid te niet doen De „Herv." meent dat het op den weg ligt van de Alg. Synode der Ned. Her», kerk, welke eerstdaags bijeenkomt, om zich 124 landelijke rust van „Groot Rustoord" geheel her leven. En nu Nu was alles uitDie vreemde vrouw zou de eigenares zijn en die vreemdelinge zou wonen, waar zij gehoopt had rust en vrede te vinden, die vreemde vrouw, die bovendien al met fortuin overladen was. In een bittere stemming verliet mevrouw Dem- mers „Groot Rustoord", dat voor haar nooit een rustoord was geweest, wel wat overhaast, maar be grijpelijk, en met het vaste voornemen er nooit meer een voet te zetten. Maar waarheen nu Maar woning in de stad had zij opgegevenzij had dus zelfs geen tehuis meer. Waar moest zij heen met haar beide kinderen? I11 haar radeloosheid wendde zij zich tot den eigenaar van den Vergulden Schimmel en huurde daar voorloopi geen paar kamers. Voorloopig kwam het er op aan een onderkomen te hebben, ten einde tot kalmte te komen en te overleggen waar haar te doen stond. XXXVII. Albert vond Suze, toen hij eindelijk toegang tot haar kreeg, zeer veranderd. Hij herkende in haar bijna niet de oude vroolijke Suze en vroeg zichzelf herhaaldelijk af, wat er toch wel met haar gebeurd kon zijn Een vaag idee, dat door gedurig opdringen meer wortel bij hem schoot dan hij wel wilde bekennen, was de gedachte, dat de verandering, die met Suze had plaats gegrepen, in verband stond met het sterven van Demmers. „Zij heeft het gedaan," zeide 125 zijn geweten, „gedaan op uw aandrijven. Gij hebt haar den weg gewezen en gij zijt de schuldige." „Onzin," zeide Albert dan. En als het hem dan te eng werd daarbinnen, als zijn geweten te luide sprak, dan bracht hij een bezoek aan den Gouden Bal of den Verguiden Schimmel'1 en zocht die gedachte te doen vervliegen in de dampen van den alcohol. Ja, zij was 7.66 veranderd, dat, als zij niet nu een vrouw van geld was geweest, hij haar zou heb ben laten loopen, zooals hij er al zoo menigeen, die op zijne beloften vertrouwd had, had laten loopen. Maar het denkbeeld rijk te zijn, geen zorgen meer te hebben, verzoende hem met alles, als was het ook nog zoo onaangenaam. „Geen lusten zonder lasten," redeneerde hij, „en volmaakt geluk is ondenkbaar. Voor die paar ton kan men dan ook wel iets verdragen. Misschien zal zij een lastig humeur hebben als wij getrouwd zijn, dat is dan ook al het ergste wat ik te vreezen heb. Maar intusschen behoef ik geen hand meer uit te steken en behoef niet op geld te zien, en dat is ook wat waard. Het beste is maar dat wij spoedig trouwen." Toen zij, eenige dagen na hare herstelling, buiten het dorp wandelden, bracht hij dan ook dit onder werp terstond ter sprake. „Ik moet morgen of overmorgen naar Kralingen," had zij als ingedachten gezegd. „Drommels, dat is waar ook," zei Albert. „Je moet daar nog een en ander regelen. Wel, dan konden we wel samen gaan." „Dat had ik je juist willen vragen," zei Suze. „En dan kon ik te gelijk voor onze papieren zorgen." Suze knikte, alsof het een zaak was, die haar niet aanging. „Men zou haast zeggen, dat je er volstrekt geen belang in stelt," zeide hij, een beetje verwonderd. „Ik dacht over vader en.... over alles. Er is ook zooveel gebeurd in den laatsten tijd."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche en Nieuwedieper Courant | 1893 | | pagina 2