In Memoriam
A. C. DE GRAAF
17 April 1945, op de dag dat de
bezetter zijn schennende hand sloeg aan
den dijk van de Wieringermeerpolder,
heeft een troep gespuis; door den land
verrader Mussert „landwacht" genoemd,
haar kans waargenomen om den land
bouwer A. C. de Graaf, die zich ver
borgen moest houden doch voor den
dag kwam om zijn gezin, have en goed
in veiligheid te brengen, te arresteeren
Tijdens het transport naar Hoorn werd
hijte Benningbroek lafhartig vermoord.
Het bericht van deze schandedaad
overviel ons op het moment dat wij
allen gedwongen waren huis en hof
achter te laten voor het opkomende
water.
De omstandigheden lieten het op dat
moment niet toe, bij de gebeurtenissen
lang stil te staan. Doch nu wij weer
vrij zijn ons te uiten in het openbaar
willen y/ij dezen verdienstelijken Ne
derlander en Wieringermeerder her
denken.
A. C. de Graaf of A. C., zooals hij
doorgaans genoemd werd, was een van
de pioniers van de polder. Als bedrijfs
leider van de Gultuurmij. zag hij zijn
taak, evenals vele anderen, niet alléén
in het ontginnen van de zeebodem,
doch nam ook in ruime mate aandeel
in het gemeenschapsleven. Bouwen aan
de Wieringermeergemeenschap was zijn
lust en leven. Aan de oprichting van
tal van vereenigingen en instellingen
gaf hij mede de stoot, door het aan
vaarden van bestuursfuncties nam hij
mede de verantwoordelijkheid voor het
instandhouden hiervan. En naarmate de
polder groeide werd het werk in dienst
van de gemeenschap belangrijker en
verantwoordelijker.
De oprichting van de graanbeurs
kreeg onmiddelijk de krachtige steun
van A. G. De opening van de weke-
lijksche beurs te Middenmeer, 'n groot
economisch belang vooi de polder, dan
ken wij mede aan zijn verdienstelijk
werk als voorzitter en de bouw van
de groote beurszaal is mede door zijn
stimuleerend werken tot stand geko
men.
Toen in 1938 onder voorzitterschap
van Ir. S. Smeding de bestuurscom
missie van het Openbaar Lichaam de
Wieringermeer werd geïnstalleerd, was
ook de heer de Grraf een van de leden.
Als boer, als pachter van een groot
landbouwbedrijf, had hij eveneens een
goede naam.
Tijdens de jaren van de bezetting
heeft hij velen geholpen, zijn intieme
vrienden weten hoeveel hij heeft ge
daan 1 Tenslotte moest hij zich schuil
houden omdat de groote ijver die hij
voor de goede zaak had de aandacht
op hem vestigde. 17 April 1945 werd
zijn noodlotsdag: tegelijk met de on
dergaande polder is ook A. G. gestorven.
Beiden zijn door moordenaarshanden
gevallen. Doch wij zullen de polder
doen herrijzen en dankbaar de nage
dachtenis eeren van den gevallen pionier.
De herbouw.
Hoewel alles nog maar in een pover
aanvangsstadium is, kan toch reeds wor
den vastgesteld dat met de herbouw
van de polder is begonnen. Zooals wij
in het eerste nummer van ons blad
reeds mededeelden is een bergings
maatschappij opgericht, om het aange
spoelde materiaal^ te bergen. Borden
zijn op de dijken geplaatst met ver
melding dat het betreden verboden is
voor onbevoegden en een dijkwacht
is ingesteld om jutterij te voorkomen.
De Rentmeester van Domeinen Ir.
A. Ovinge kon ons uiteraard nog wei
nig mededeelen omtrent de voorberei
ding van de herbouw.
Vast staat dat het grootste gedeelte
van de gebouwen ten onder zal gaan.
Men heeft daarom maatregelen getrof
fen om zooveel mogelijk bruikbaar ma
teriaal te redden. Q.a. zal men trachten
ook de dakpannen te bergen.
Het zal er straks om gaan of men
ruim in de middelen komt te zitten
voor de herbouw. Daartoe zal de re
geering veel kunnen bijdragen.
Voorloopige peilingen hebben uit
gewezen dat de gaten (want er zijn
twee gaten in de dijkl) plm. 30 meter