herrijzend
Wiering ermeerland
Nummer 4-1 Juni 1945
Redactie - adres
Th. J. v. Vegten
B 4, N. Niedorp
Periodiek voor de Wieringermeerbevolking en de
herrijzing van het polderland.
Hoe zal men de Polder
herbouwen?
II
In de 2e helft van 1943 werd door
de directie van de N.O. polder aan een
bureau in Den Haag opdracht gegeven
een onderzoek in te stellen bij de Han
deldrijvende- en Industrieële Midden
stand van de Wieringermeer. Voor dit
onderhoud werd een lijst met vragen
samengesteld van zeer uiteenloopende
aard.
Aan de hand van deze vragenlijsten
en van de persoonlijke indruk van
de vragensteller zou dan een rapport
worden opgemaakt hetwelk de directie
voorlichting diende te geven bij de
kolonisatie van middenstanders in de
Noord-Oost polder.
Als oud-secretaris van de Midden-
standsvereeniging, die de middenstands
problemen vanaf het begin heeft mee
gemaakt in onze polder, hebben wij
een langdurig gesprek gehad met den
directeur van het Haagsche bureau en
daarbij de ontwikkeling van het pro
bleem caleidoscopisch kunnen weer
geven.
Onomwonden hebben wij als onze
meening naar voren gebracht, dat de
methode van de toenmalige Wierin-
germeerdirectie t.a.v. de middenstand
volkomen onjuist was. Een onderzoek ten
behoeve van de N.O. polder in ónze
Wieringermeer werd dus volkomen toe
gejuicht, al was het tijdstip zeer on
gunstig. Want, zoo stelden wij ons voor,
om een juist beeld van de midden
standsproblemen te krijgen moet men
normale tijden hebben en geen oor
logsomstandigheden. Vooral omdat de
eerste jaren 1933—1937 zeer zorgvolle
jaren waren.
Die-eerste vijf jaren zat men op hooge
kosten, met een beperkt afzetgebied.
Per 1 Juli 1934 bedroeg het zielen
aantal van de Wieringermeer 2967,
waarbij nog kan worden opgeteld 385
alleenstaande personen, die als kost
ganger te boek stonden. In totaal dus
een zielenaantal van 3352.
Op dien zelfden datum hadden zich
reeds 73 ambachtslieden, neringdoen
den, etc. in de Wieringermeer gevestigd.
Het gemiddelde jaarinkomen van een
landarbeider bedroeg in die dagen f
983.07.
Ruim vijftig procent van de gezinnen
bestond uit landarbeiders. Het aantal
pachters bedroeg 156, die nog maar
kort in de Wieringermeer «waren ge
vestigd.
In de jaren die daarop volgden, nam
de bevolking regelmatig toe, terwijl de
vestiging van middenstandsbedrijven aan
een ordening was gebonden, waardoor
een evenwicht ontstond, met als gevolg
bestaanszekerheid voor de middenstand.
De oorlogsjaren hebben in de Wie
ringermeer evenals op het oude land,
een gezonde ontwikkeling van het za
kenleven tegengehouden en wat de
financieële uitkomsten betreft kan dit
zeker geen basis vormen voor een rap
port hetwelk moet dienen voor een te
vestigen nieuwe middenstand.
Het kapitaal dat velen zich hebben
weten te verwerven is onnatuurlijk tot
stand gekomen en zeer zeker zullen
velen binnenkort een aderlating onder
gaan.
Doch deze aangelegenheid behoort
niet thuis in het kader van dit artikel.
Wij zullen thans terugkeeren tot het
gesprek met de directeur van het bureau.