herrijzend
W ier ing ermeerland
Nummer 7-15 Juni 1945
Redactie - adres
Th. J. v. Vegten
B 4, N. Niedorp
Periodiek voor de Wieringermeerbevolking en de
herrijzing van het polderland.
HOE ZAL MEN DE POLDER
HERBOUWEN IV.
De groote vraag zal straks zijn over
welke middelen kan men beschikken
bij de herbouw van de Polder. Kan er
op geregelde aanvoer van bouwmateri
alen gerekend worden?
In vakkringen laat men hierover zeer
pessimistische geluiden hooren, Ook in
officieele kringen (Ir. Ovinge) liet men
reeds een dergelijk geluid hooren. Wij
zijn niet de eenige gemeente die her
bouwd moet worden, zegt men. En dat
is ook zoo. Wie de reportages door de
radio hoort, over de gebieden waar de
oorlog is doorgeraasd, die weet dat er
ontzettend veel vernield is in ons land.
Er zullen dus jaren mee gemoeid zijn
voor dat alles weer hersteld is.
Ook de middenstand heeft zich er dus
mee vertrouwd gemaakt, dat zij straks
wel naar de polder zullen kunnen terug-
keeren, doch hun zaken moeten doen
van uit noodgebouwen. T.a.z. van de
later te bouwen permanente gebouwen
zouden zij gaarne gekend worden in
de opzet.
Voorop zij gesteld, dat zij, die naar
de polder kunnen terugkeeren volledig
in het genot worden gesteld van hun
rechten als erfpachter.
Doch daarnaast zouden zij gaarne
willen dat er een commissie ingesteld
zou worden van deskundigen van bui
ten de.polder, aangevuld met eenige
personen uit de polder die behooren tot
de oude garde, die de bouw van zaken
wijken bestudeeren in de dorpen.
Men stelt zich voor dat bij onderling
overleg mogelijk een opschuiving kan
plaats hebben van perceelen, waardoor
de gewenschte uitbreiding kan worden
verkregen.
Men stelt zich tevens voor dat niet
zoo maar op de oude fundamenten her
bouwd moet worden.
Er zijn maar heel weinig zakenpan-
den in de Wieringermeer in overleg
met de eigenaars of a.s. eigenaars ge
bouwd. Zelfs te Wieringerwerf niet.
Deze toestand wenscht men niet meer
terug.
Iedere eigenaar moet in volle vrij
heid zijn architect en aannemer kunnen
kiezen.
Juist omdat er vrij zeker eenige jaren
mee heen zullen gaan voordat men aan
een steenen gebouw toe is, lijkt ons een
commissie van groot belang, in overleg
met directie en gemeente kan dan mo
gelijk een schooner geheel worden ge
maakt.
Er is gezegd: wij moeten de polder
toch zeker weer minstens zoo mooi her
bouwen als hij geweest is. Wij zouden
willen zeggen: nog mooier!
Men wachtte niet te lang met een
commissie te benoemen. Voor een der
gelijke studie heeft men tijd noodig.
Er wordt gefluisterd en hardop ge
sproken over de mogelijkheid van het
stichten van een groot dorp.
Het zou gewenscht zijn als het ernst
is met deze plannen, om tevens de com
missie ook een dergelijk object te laten
bestudeeren.
Aan het één-dorp-plan zullen wij
eenige artikelen wijden.