herrijzend
W lering ermeerland
D© voordeelen en de nadeelen
lste Jaargang Nr. 13 27 Juli 1945
Redactie
en Administratie
Nieuwe Niedorp B 58
Tel. 206 Kengetal 2261
Periodiek voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten
van de bevolkingsconcentratie
I! van landarbeiders
Gevolgen van socialen en sociaal-
psychologischen aard.
Het overgroote dêel der
pachters spreekt zich uit
voor het wonen der arbei
ders in de onmiddellijke
nabijheid van het bedrijf.
Wat de opvattingen der boeren
betreft, waren reeds gegevens
voor dit onderzoek verkregen
door middel van een enquête, ge
houden vanwege het geografisch
en Socigrafisch Seminarium der
Universiteit van Amsterdam in
September 1937, waarbij den
pachters onder meer was ge
vraagd cf zij er de voorkeur aan
gaven dat de arbeiders bij de
boerderij dan wel in het dorp
woonden.
Uit den aard der zaak heeft een
antwoord op deze en soortgelijke
vragen eerst dan volle waarde,
indien de boer een bedrijf beheert
dat voor het dienst stellen van
een vaste arbeider in aanmerking
komt. Daarom werd in de eerste
plaats een onderzoek ingesteld bij
de pachters van akkerbouwbedrij
ven grooter dan 20 ha.
Van de ,,groote" 48 pachters,
die een duidelijk oordeel uitspra
ken waren: 38 voorstanders van
een arbeiderswoning nabij het be
drijf of wel 79
8 tegenstanders van een arbei
derswoning nabij het bedrijf of
17
2 zonder voorkeur of wel 4
Het blijkt dus wel duidelijk, dat
het overgroote deel der pachters
zich uitspreekt voor het wonen
der arbeiders in de onmiddellijke
nabijheid van het bedrijf.
Welke argumenten worden
daarbij door de voorstanders aan
gevoerd?
a. men wil den arbieder bij de
hand hebben 24 maal
b. het vee kan des Zondags
beter door den arbeider ver
zorgd worden 10 maal
c. de arbeider moet bij nood
gevallen direct hulp kunnen
bieden 8 maal
d. de reis tusschen woning en
werkterrein vermoeit 5 maal
e. de arbeider kan eens wat
langer doorwerken 1 maal
f. de arbeider kan oppassen
6 maal
g. de boer is het zoo gewend
3 ma':l
h. door het wonen in de dor
pen wordt uitgifte van tuin
grond door den boer aan den
arbeider bemoeilijkt 1 maal
i. „in het dorp nemen de ar
beiders de slechte dingen van
elkaar over" 1 maal
Lichten wij deze argumenten
wat uitvoeriger toe: Verschillen
de boeren wijzen er op, dat de
werkzaamheden op een land
bouwbedrijf, afhankelijk als men
is van de natuur, onregelmatig
verloopen. Er doen zich soms on
verwachts gevallen voor, waarbij
het noodig is dat de boer oogen-
blikkelijk over den arbeider kan
beschikken, b.v. bij het kalven
van een koe en bij storm. Doch
niet alleen voor spoedgevallen
hebben deze boeren den arbeider
gaarne bij de hand. Ook voor
regelmatig wederkeerende arbeid
zouden ze gaarne regelmatig over
den arbeider willen beschikken,
b.v. voor de verzorging der paar
den, in het bijzonder Zondags.
Voorts stellen de boeren het op
prijs, dat de arbeiders bij hun af
wezigheid op het bedrijf kunnen
passen. Kortom: de meesten geven
de voorkeur aan het wonen van
den arbeiders nabij het bedrijf,
opdat de boer meer en gemakke
lijker over hem kan beschikken
dan het geval is, wanner de arbei
der op eenigen afstand van het
bedrijf woont. Juist om deze reden
geven vrijwel alle veehoudende
boeren de voorkeur aan een in
wonende knecht, die niet alleen
goedkooper is, maar dien men ook
dag en nacht bij de hand heeft,
i Sommige boeren stellen vooral
om deze reden 'n min of meer pa
triarchale verhouding tusschen
boer en arbeider op prijs. Deze
verhouding gaat volgens genoem
de boeren verloren, indien de ar
beider niet vlak bij het bedrijf
woont; zij wordt dan verzakelijkt.
De arbeider zou zich dan niet
meer genoeg schikken naar den
gang van zaken op het bedrijf en
te veel waarde hechten aan het
op tijd naar huis gaan. Aldus zou
het bedrijf een kleinere plaats in
het hart van den arbeider inne
men. En juist op het boerenbe
drijf is het noodig, dat de arbei
der voor zijn werk voelt en het
met verantwoordelijkheidsgevoel
en toewijding verricht. Want:
„De boerderij is geen fabriek, en
een hartelooze arbeider kan veel
bederven".
Eenige boeren verklaarden zich
voorstander van een arbeiderswo
ning bij het bedrijf, omdat zij dit
zoo gewend waren geweest in de
landstreek waar zij vroeger woon
achtig waren. „Het geeft meer ge
zelligheid als de arbeider bij de
boerderij woont, en het geeft je
een veiliger gevoel".
Als verder bezwaar tegen de
concentratie van een landarbei
dersbevolking werd nog aange
voerd, dat deze de uitgifte van
tuingrond door den boer aan den
arbeider, practisch onmogelijk ge
maakt. De tuingrond en liefst ook
het aardappelland dienen in de
onmiddellijke nabijheid van de
arbeiderswoning te liggen. Wel
worden de arbeiders van Over
heidswege in de gelegenheid ge
steld om bij de dorpskernen een
tuintje te huren, doch uitgifte van
den kant van de werkgevers kan
vrijwel nooit plaats vinden, daar
de afstand tusschen arbeiderswo
ning en het bedrijf te groot is.
Boeren die gewoon waren op het
oude land een deel van het loon
in natura (in casu grondgebruik)
uit te keeren, moeten, nu de arbei
der deze inkomsten derft, een aan
merkelijk hooger geldloon uitbe
talen.
Hoe motiveeren de tegen
standers onder de boeren
hun standpunt?
Het is slechts een kleine min
derheid der pachters, die de ar
beiders liever niet te dicht bij het
bedrijf willen hebben wonen. Ech
ter mag, naar hun meening, de
afstand tusschen arbeiderswoning
en werkterrein ook weer niet te
groot zijn: hij varieert tusschen de
0.4 en 3 km. Een grootere afstand
wordt bezwaarlijk wegens het
tijd- en energieverlies, die deze
met zich mee pleegt te brengen, en
omdat men toch voortdurend over
den arbeider wil kunnen beschik
ken.
Acht maal werden argumenten
genoemd als deze: omdat ik eigen
baas wil zijn op eigen erf; of: van
de arbeidersgezinnen beleef je
maar last, vooral als er veel kleine
kinderen zijn.
Een ander zegt: „Men moet
niet te veel met het arbeiders
gezin meeleven, want dan gaan
ze te veel op den boer rekenen,
en wordt in geval van ziekte maar
al te gauw de hulp van den boer
ingeroepen." Weer een andere
boer wijst er op. dat er standsver
schil tusschen boer en arbeider
behoort te zijn: men moet den ar
beider letterlijk en figuurlijk op
een afstand houden: „als ze te
dicht bij je wonen, worden ze te
eigen met je". Deze boer stelt een
zakelijke verhouding met den ar
beider op prijs, opdat men den
arbeider, wanneer hij niet bevalt,
gemakkelijk kan ontslaan. Dit
geldt ook voor den boer, die het
gedurende de wintermaanden
zonder arbeider wil stellen, want
„als ze zoo dicht bij je wonen,
kan je ze moeilijk gedaan geven,
omdat je ze te goed kent. Dan
gaat het geweten spreken", merk
te een der pachters op.
(In het vorig artikel staat in
de eerste kolom een verkeerde
regel. Men leze onderaan: Be
volkingsconcentratie van land
arbeiders schept een nieuwe fo-
rensendom; enz.)
Mededeel ingen
van de Commissie ter be
hartiging van de belangen
der geëvacueerden Wie-
ringermeerbewoners.
Bij afwezigheid van den voor
zitter de heer H. A. Giezen, wer
den de mededeelingen van alge-
meene aard Woensdagmorgen
door de heer H. de Graaf mede
gedeeld.
De hr. de Graaf deelde namens
het Comité Vluchtelingenzorg me
de, dat ook in Den Haag mede-