herrijzend W iering er meerland 1930 1945 Want onverwoestbaar is onze wil tot bouwen 1 ste Jaargang Nr. 17 21 Augustus 1945 Redactie en Administratie Nieuwe Niedorp B 58 Tel. 206 Kengetal 2261 Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten Zivoeg en IPloeg in het levend heden Vijftien jaren geleden viel de Wieringermeer droog. Slechts zij, die den polder kenden, zooals hij was op het moment, waarop hij door de barbaren onder water werd gezet, be seffen wat hier aan vernieling werd prijs gegeven. „Een kost'lijk en edel product door Holland aan de zee ontrukt." 21 Augustus is in de geschiedenis van de ontwikkeling van den polder altijd een dag geweest, waarop met trots en vol doening teruggeblikt werd. Nu is dat anders geworden en gaan onze gedachten uit naar hetgeen verloren ging. Zeer begrijpelijk, doch wij moe ten oppassen en er voor waken, dat wij het verleden niet als een last blijven meedragen. De arbeid aan den herbouw is aangevangen. Hierbij zullen vele moeilijkheden te overwinnen zijn. De wil daartoe is allerwege aanwezig, ook onder de verstrooide bevolking onzer gemeente. Dat geeft vertrouwen in de toekomst en herinnert ons aan de woorden van den psalmdichter: Maar zij zal zonder ramp te schromen eerlang met 'blijdschap wederkomen, en met gejuich te goeder uur, de schoven dragen in de schuur. Loggers Burgemeester van Wieringermeer. Bij haar streven om de Zuider- zee-werken bij het Nederlandsche volk ingang te doen vinden, ge bruikte in 1898 de Zuiderzee-ver- eeniging in één van haar geschrif ten, het volgende motto: „Wat goed en grootsch is, „vindt van zelf zijn weg. De- „ze goede grootsche gedachte „ontkiemde, schoot wortel, „wies op en droeg vrucht. „Het plan vond allengs in- „gang in de hoofden en har- „ten der burgerij: het werd „een levendig gevoelde be hoefte, eindelijk een drin gende en onweerstaanbare „eisch". Deze profetische woorden, reeds geschreven vóór het begin van deze eeuw, werden ten volle be vestigd en als eerste resultaat van de ter hand genomen uitvoering der Zuiderzee-werken kwam op 21 Augustus 1930 de Wieringer meer droog. Bij het verschijnen van dit num mer zal het dus 15 jaar geleden zijn, dat het voorgenomen polder- peil werd bereikt en de beide ge malen „Lely" en „Leemans" hun arbeid konden staken. Er is veel gebeurd in deze 15 jaren en de loop der gebeurtenis sen heeft er helaas toe geleid, dat we niet met hooggestemde feest klanken dit feit kunnen herden ken. Toch kunnen we ook met groo- te voldoening op deze jaren te rugzien: de Wieringermeer bracht ons, doch ook ons geheele volk, veel dat van waarde bleek te zijn. We denken bijv. aan de stimu lans die de Wieringermeer bleek te zijn voor het landbouwonder wijs in het geheele land, aan de ervaringen verkregen met den rationeelen bouw van boerderijen, aan de verbeterde inzichten in talrijke andere kwesties als ont- zilting, verkaveling, vraagstukken van beplanting, planologie, enz. De Wieringermeer was in velerlei opzicht leerschool en proefpolder. Het valt moeilijk de beteekenis van dezen polder in dit opzicht op haar juiste waarde te schatten. Snel ontwikkelde zich de pol der tot één der meest vooraan staande landbouwgebieden van ons land met een uitgebreide teelt van zaaizaad en pootgoed. Eener- zijds was dit te danken aan de gunstige bedrijfsomstandigheden, echter anderzijds leverde de se lectie der candidaten bij de vesti ging, een jonge, vooruitstrevende boerenstand op met een goede vak-ontwikkeling. Voor ons Wieringermeer-be- woners bracht de polder veel. Niet alleen een bestaan, doch vooral een nieuw centrum van le ven en werken met een aparte sfeer en bekoring. Velen van ons hebben dit niet zoo gerealiseerd, doch de vlucht uit den polder maakte dit zoo overduidelijk voor ons allen. Het 10-jarig bestaan van den polder kon door het uitbreken van den oorlog niet gevierd worden en evenmin het 123^-jarig bestaan. En nu het het 3e lustrum is de polder weer onder het water bedolven en is het mooie geheel toe èen ruïne geworden. Aanlei ding voor een feest is er dus zeer zeker niet. De keerzijde is er echter ge lukkig ook. De gemalen draaien weer en het water zakt, van dag tot dag. Langzaam gaat het nog, doch straks mét de hulpgemalen zal het steeds sneller gaan. We zijn weer aan de winnende hand! Direct na de ramp was er bij velen een tijdelijke inzinking te bespeuren, die echter snel weer overwonnen werd. Nu is er slechts ongeduld om weer aan den slag te kunnen gaan en te herstel len, wat op schandelijke wijze werd vernield. De dichter Anton van Duinker- 15 JAAR WIERINGERMEER. Heden is het 15 jaar ge leden dat de Wieringer meer voor de eerste maal droog viel. Wij hebben ge meend dit feit te moeten herdenken in een extra num mer van ons blad. Teneinde aan dit nummer een speci aal karakter te geven, mo gen wij ons in de medewer king verheugen van diverse autoriteiten, zoowel uit de Wieringermeer als daarbui ten. In dit nummer wordt nog eens even teruggeblikt op hetgeen eens was, doch de nadruk wordt gelegd op de toekomst. Red. ken zegt in zijn „Nicuw-Ncder- landsch lied": „Nederlandsch is: niet te kniezen „aan de boorden van het verdriet, „niet u-zelven te verliezen, „waar gij goed verloren ziet, „dat gij graag hadt meegedragen „tot het afscheid van den tijd. „Nederlandsch is: niet versagen, „als ze u vragen wie gij zijt." De polder is geslagen, doch niet verslagen. Moge de komende ja ren ons een snelle wederopbouw brengen. Medemblik, Augustus 1945. Ir. A. Ovinge, Rentmeester/Dijkgraaf Wieringermeer. 21 Augustus 1930. Op dien datum werd door de drooglegging van de Wieringer meer opnieuw een parel gezet in de kroon op 'n werk, dat een der grootste monumenten is van den drang van het Nederlandsche volk om zonder oorlog of agres sie regelmatig, eeuw in, eeuw uit, zijn grondgebied uit te breiden. Den 29 Juli 1929 was de dijk om den polder gesloten. Voor echter de bemaling kon beginnen, moesten de gemalen voltooid en de toegangskanalen in voldoende mate gebaggerd zijn. Daarop be gonnen op 10 Februari 1930 de gemalen, waaraan de namen van twee groote pioniers der Zuider- zee-inpoldering zijn verbonden „de Lely" en „de Leemans", hun taak en luttele maanden later reeds lag de polder droog. 20.000

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1945 | | pagina 1