He! herstel vors cle openingen in den dijk
Toen den 17en April van dit
jaar bij den Dienst van de Zuider
zeewerken een in die dagen zoo
zelden intercommunaal telefoon
tje binnenkwam met de mededee-
ling, dat de dijk van de Wierin-
germeer in den loop van den dag
zou worden opgeblazen, was er
eenige neiging om dit eenigszins
mysterieus tot ons gekomen be
richt nog in twijfel te trekken,
omdat er geen enkele militaire
noodzaak voor een dergelijk ge
beuren aanwezig scheen te zijn.
Helaas bleek dit optimisme maar
al te spoedig ongegrond, toen
kort daarna ooggetuigen het on
heilspellende nieuws kwamen be
vestigen en uit nadere berichten
moest worden vastgesteld, dat
binnen twee dagen de polder door
twee in den dijk gestroomde diepe
gaten was volgeloopen.
Wat deze ramp voor ons land
in het algemeen en de bewoners
van de Wieringermeer in het bij
zonder beteekent, behoeft voor de
lezers van Herrijzend Wierin-
germeerland" zeker niet te wor
den uiteengezet; evenmin als het
noodig zal zijn den diepen indruk
te beschrijven, welke hierdoor op
de velen van ons, die met hun
beste krachten aan de totstand
koming van den reeds zoo mooi
opgegroeiden polder hadden me
degewerkt, is gemaakt. En het
was dan ook met zeer gemengde
gevoelens, dat eenige dagen daar
na van de zijde van de toenmalige
machthebbers de mededeeling in
ontvangst moest worden genomen,
dat de gaten in den dijk weer
mochten worden gesloten en het
water tot een door de militaire
noodzaak gevorderd peil mocht
worden afgepompt. Een in het
nauw gedreven vijand had geen
anderen uitweg gezien, dan onzen
ouden, ik zou hem willen noemen
bevrienden tegenstander, het wa
ter, te hulp te roepen zonder in
staat te zijn deze hulp tot den door
hem noodzakelijk geachten om
vang te beperken, waardoor op
een oogeriblik, toen de oorlog
practisch reeds was beslist, de
voor de voedselvoorziening van
ons land zoo belangrijke polder
met zijn kostbaren inhoud aan de
golven werd prijsgegeven en be
halve het groote leed aan de be
woners aangedaan, een schade
van tientallen millioenen werd
aangericht.
Op ongeveer 12 km. van Me-
demblik waren in den dijk twee
openingen gemaakt, welke door
het met een verval van eenige me
ters naar binnen stroomende wa
ter tot 200 en 160 meter zijn ver
breed en grootste diepten van
resp. 30 en 22,50 meter onder
N.A.P. vertoonen. Op de plaats
waar ééns de boerderij Bierma
stond, kan nu een diepte worden
gepeild van 16 meter. Tusschen
de twee openingen is een eenigs
zins intact gebleven dijksgedeelte
blijven staan ter lengte van on
geveer 30 meter.
Aangezien de capitulatie in die
dagen reeds in de lucht hing,
kwam het onzen Dienst niet ge-
wenscht voor op den van vijan
dige zijde uitgeoefenden aandrang
tot herstel van den dijk in te gaan,
temeer daar toch een aantal voor
bereidende maatregelen, bestaan
de in het voeren van besprekin
gen met de belanghebbende auto
riteiten, het vastleggen der onsta-
ne situatie e.d. noodig waren en
het bovendien te voorzien van
daadwerkelijke uitvoering toch
geen sprake zou kunnen zijn. Ge
lukkig kwam spoedig aan dezen
onzekeren overgangstijd een ein
de en kon in de tweede helft van
Mei thans in opdracht van ons
eigen Nederlandsche gezag en
mede in overeenstemming met een
weldra ontvangen verzoek van
het Bestuur van het Heemraad
schap met de uitvoering een be
gin worden gemaakt.
Voor het opmaken van het her
stelplan moest, nadat over de door
de zorgen van het Heemraad
schap verrichte peilingen ter
plaatse van de ontstane gaten kon
worden beschikt, in de eerste
plaats worden overwogen of de
dijk weer op de oorspronkelijke
plaats zou worden gelegd, dan
wel om de gaten heen, zooals men
veelvuldig kan waarnemen bij
onze oude dijken, welke hun
veelal kronkelend verloop te dan
ken hebben aan de in vroegere
tijden, toen de dijken nog niet
zoo sterk waren, min of meer re
gelmatig voorkomende doorbra
ken. Door de sterke stroomschu-
ring is, zooals nu ook bij den
Wieringermeerdijk is gebeurd, de
bodem ter plaatse van een door
braak namelijk meestal zoo ver
diept, dat de dijk om het ontstane
gat heen moet worden gelegd, om
een te groot grondverzet te ont
gaan, wat vooral in vroegere "tij
den, toen nog niet over de mach
tige hulpmiddelen, welke ons
thans ten dienste staan, kon wor
den beschikt, uiterst belangrijk
was; heeft deze omlegging aan de
buitenzijde plaats gehad, dan ziet
men binnendijks een meertje, een
z.g. wiel, dat in vele gevallen uit
landschappelijk en natuur-histo
risch oogpunt van beteekenis is
geworden.
Bij het afwegen van de moge
lijkheden voor de plaats van den
nieuwen dijk moest een belang
rijke invloed worden toegekend
aan den factor „tijd", want voor
op moest staan, dat de afsluiting
snel tot stand zou kunnen komen,
zoowel om den polder voor het
volgende jaar weer zoo goed mo
gelijk droog te kunnen krijgen,
als om de schade aan het binnen-
beloop zooveel mogelijk te beper
ken door een peilsverlaging van
het water in den polder vóór het
begin van het stormseizoen te
kunnen verkrijgen. Dit heeft er
toe geleid het tracé zoodanig te
kiezen, dat de diepe gaten bin
nendijks komen te liggen, dus met
een uitbuiging naar de IJsselmeer-
zijde; de dijk wordt hierdoor wel
iswaar ongeveer 300 m. langer
dan volgens het oorspronkelijke
tracé, maar op de hoeveelheid
voor den dijksbouw te verwerken
grond wordt op deze wijze rond
500.000 kub. M. bespaard, wat
een belangrijke tijdwinst zal ople
veren.
Voor het dijksprofiel is het type
met een buitenberm gekozen, zoo
als ook bij den Noordoostelijken
polder is toegepast, aangezien dit
type in verband met de tengevol
ge van de uitbuiging meer bloot
gestelde ligging eenigszins sterker
wordt geacht en voor de uitvoe
ring eenige voordeelen oplevert.
Evenals bij den bestaanden dijk
zal het grondlichaam bestaan uit
een keileemdam aan de IJssel-
meerzijde, waarachter een zand-
lichaam, dat afgedekt wordt met
keileem en klei. De aan geregel-
den golfslag blootstaande beloo-
pen worden onder water met
zinkstukken en daarboven met
steenglooiïng bekleed. In de bin
nendijks blijvende diepe gaten,
welke zich, nadat het water weer
zal zijn afgemalen, als twee door
een insnoering verbonden meren
zullen voordoen met oppervlakten
van ongeveer 5.50 en 3.50 ha.,
zullen ten behoeve van de sterkte
van de waterkeering de vrij steile
beloopen aan de dijkzijde door
grondstortingen worden ver
flauwd. Wie had kunnen denken,
dat deze polder 15 jaar na zijn
bestaan reeds een dergelijk wiel
zou vertoonen.
Nadat het plan was vastgesteld,
is de uitvoering zoo spoedig mo
gelijk ter hand genomen, waarbij
de Aannemingsmaatschappij, de
N.V. C. J. van der Hoeven te
Zoeterwoude, is ingeschakeld.
Tewerk zijn gesteld een grond-
zuiger voor de zandwinning, een
bakkenzuiger voor het oppersen
van het zandlichaam, een keileem-
molen voor het baggeren en twee
kranen voor het verwerken van
keileem, benevens het noodige
bakken- en sleepbootmateriaal
voor het vervoeren van grond,
steen, rijshout en andere voor den
bouw benoodigde materialen. De
voorbereidingen hebben tenge
volge van den ontredderden toe
stand in ons land na vijf jaar van
oorlog en bezetting veel tijd en
moeite gekost, maar toen het werk
één keer was begonnen, ging het
vlotter, zoodat het, dank zij de
krachtdadige medewerking van
alle bij dit werk betrokkenen,
mocht gelukken den dijk op 5
Augustus te 19 uur, juist 3 maan
den na de bevrijding, te sluiten
met een aanvankelijk nog lage
keileemdam, welke na eenige da
gen echter reeds zoodanig was
versterkt, dat het verantwoord
werd geacht op 9 Augustus, één
week voor den in het werkplan
vastgestelden datum, de bemaling
in werking te stellen.
Weliswaar is het werk nog lang
niet voltooid en zal de dijk voor
het a.s. stormseizoen nog heel wat
moeten worden verzwaard, maar
a!s de weersomstandigheden niet
al te veel tegenwerken, dan zal
ook dit kunnen gelukken. En als
dan over enkele weken een zeer
krachtige, op drie punten langs
den polder Medemblik, den
Oever en Kolhorn op te stel
len hulpbemaling mede in bedrijf
zal komen, terwijl bovendien nog
een, zij het dan ook relatief gerin-
De lïleer zal Herrijzen
Twintigduizend bunders van het kostelijkste land
werden aan de golven prijs gegeven
door den meest sadistischen en vloekb'ren schennershand,
die ooit heeft bedreigd ons aller leven.
Twintigduizend bunders, eens de trotsch van Nederland,
(Grooter glorie kan geen krijg ons geven!)
zijn moedwillig, zonder noodzaak, door een valschen
stokebrand 1
Opgeofferd aan een zinloos streven.
Met vereende krachten neemt men 't opbouwwerk ter hand.
dat ons volk weer nieuwe faam zal geven. 1
Weer wordt nu de dijk gesloten, dijk van leem en zand.
.Aanstonds wordt het water uitgedreven.
Dan herrijst de Meer, een schijndood en ontredderd land,
'twelk in nieuwe Lente zal herleven.
A. N. Winkel.