herrijzend n Wieringermeerland ilP van de werkzaamheden, die met de plaatsing van de noodbemaling in verband staan 1 ste Jaargang Nr. 23 5 October 1945 Redactie en Administratie Nieuwe Niedorp B 58 Tel. 206 Kengetal 2261 Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten Een korte beschrijving Het was begin Augustus dat de eerste materialen werden aan gevoerd voor de noodbemaling. Teneinde onze lezers een idee te geven van de vele moeilijkhe den die te overwinnen waren, voordat men tot het plaatsen en monteeren van de noodbemaling in de Wieringermeer kon over gaan hebben wij ons gewend tot de N.V. Werkspoor te Amster dam. Ir. Theunissen, hoofdingenieur van Werkspoor en belast met de leiding bij de werkzaamheden van de noodbemaling, was zoo bereid willig om voor de lezers van Her rijzend Wieringermeerland een tweetal artikelen te schrijven, waarvan wij het eerste, over de voorbereidende werkzaamheden, hieronder laten volgen. In een volgend nummer zal Ir. Theunissen een beschrijving ge ven van de omvang van het werk. ,,Wij kunnen ons voorstellen, dat de verjaagde bevolking van de Wieringermeer staat te pope len van ongeduld en reikhalzend uitziet naar het ogenblik, dat de Wieringermeer weer is droogge vallen. Wij begrijpen, dat het de be volking niet snel genoeg gaat. Reeds enige weken heeft zij grote hoeveelheden materiaal, motoren, pompen en buisleidingen op het terrein, waar de noodbemaling zal worden opgesteld, aanwezig ge zien en vraagt zich af, waarom de montage niet sneller opschiet. Dit alles is zeer begrijpelijk en wij gaan dan ook gaarne in op het verzoek, een korte toelichting te geven op de loop der zaken. Het zal dan ongetwijfeld duide lijk worden, dat de vertraging, die dit werk bij de uitvoering heeft ondervonden en nog onder- vindt,- niet mag worden toege schreven aan gebrek aan ijver en doortastendheid bij de uitvoerende instanties, doch veroorzaakt wor den door factoren, die in hun draagwijdte, bij de aanvang van dit werk, menselijkerwijze gespro ken, niet kunnen worden voor zien. Hoofdzakelijk werden de vele onvoorziene tegenslagen bij de werkazamheden in de polder zelf ondervonden. Deze werkzaamheden bestonden voornamelijk in het baggeren van de nodige toevoerkanalen naar de plaats, waar de noodpompinstal- laties zijn opgesteld, het maken van de fundaties binnen de dijk, waarop de motorpompinstallatie' gemonteerd zijn, het aanlegger- van een net van heipalen in de polder en buiten de dijk in het IJselmeer, voor de ophanging van ide zuig- en persbuizen en tevens voor hun bescherming bij storm weer; verder het n odige graaf werk door de dijk voor het leg gen der persbuizen, enz. enz. Voor het baggeren waren bag germolens nodig, doch deze wa ren niet zo maar te vinden en het heeft zeer veel tijd en moeite ge kost om de beschikking over deze werktuigen te verkrijgen. Laten wij wel bedenken, dat ons land in een totaal gedesorga niseerde toestand verkeerde en op de meest ergerlijke wijze door onze vijanden beroofd was van het beste materiaal, dat wij be zaten. Zo kreeg uiteindelijk de uitvoerende directie baggermolens tot haar beschikking, die als ge volg van slijtage en stilliggen ge durende de oorlog bij lange niet meer die bedrijfszekerheid bezaten, waarvan men normaal verzekerd kon zijn. Het bleek dan ook spoe dig, dat herhaaldelijk voor het ver richten van de nodige reparaties moest worden gestopt. De meeste stagnatie werd ech ter veroorzaakt door factoren, welke volkomen onvoorzien aan den dag traden. Wat was het ge val? Het zeer grote aantal stroo- pakken. die op de boerderijen aan wezig waren, zijn bij de inundatie gaan drijven en verder door de wind en stroom medegevoerd en wel juist in de richting van het Gemaal Lely, waar de noodinstal- latie met de grootste pompcapaci- teit moest worden opgesteld. Na enige tijd vielen de pakken uit el kaar en kwam het stroo in een zinkende toestand te verkeren, waardoor in de omgeving van het Gemaal Lely een dikke laag met rottend en half rottend stroo op de bodem gevormd werd. Het is deze laag geweest, die het bagge ren daar ter plaatse onmogelijk maakte. De molens liepen vast op de grote weerstand, die de em mers in deze laag ondervonden. Het werd duidelijk, dat eerst het stroo diende te worden verwijderd alvorens met het baggeren voort gang gemaakt zou kunnen wor den. Met grijpers heeft men toen de bodem van deze funeste ma terie moeten zuiveren. Men stelle zich dit werk niet te licht voor. Het is zeer tijdrovend geweest; weken waren daarmede gemoeid. En niet alleen het opruimings- werk zelf eiste veel tijd, doch ook het ter plaatse krijgen van de nodige werktuigen heeft veel tijd gekost en ontzaglijk veel last ge geven. Alvorens van dit ,,stroo-onder- werp" af te stappen willen wij nog even stilstaan bij een geval, dat zich bij het Gemaal Lely heeft voorgedaan en waar de funeste eigenschap van dit drijvende stroo op uiterst onaangename wijze aan den dag trad. Nadat het gemaal enige dagen op volle capaciteit had gewerkt, werden de krooshekken door het aandrij vende stroo en de houten latten in zeer korte tijd zodanig zwaar belast, dat deze in elkaar gedrukt werden. Het weder in orde maken der krooshekken en het nemen van maatregelen ter voorkoming van verder oponthoud heeft 10 dagen in beslag genomen. Gelukkig heeft het gemaal Lee mans geen storing van welken aard ook ondervonden en heeft dan ook vanaf 9 Aug. continu doorgewerkt. Wij hebben bij de moeilijkhe den, met het stroo. ondervonden (wij zouden dit de „strooramp kunnen noemen), tamelijk uitvoe rig stilgestaan, omdat dit een zeer ernstige vertraging in de uitvoe- Dienst Wederopbouw Wieringermeer Bij besluit van 21 Septem ber 1945, nummer 20, van de Algemeene Commissarissen voor den Wederopbouw is in gesteld een Commissie Weder opbouw Wieringermeer. Deze commissie is gemach tigd om onder verantwoorde- lijheid van het College van j Algemeene Commissarissen voor den Wederopbouw de aan dat College toekomende be- voegdheden, voorzoover deze betrekking hebben op het ge- bied van de gemeente Wierin- germeer, uit te oefenen. De commissie bestaat uit 3 personen, t.w.: Ie. Ir. C. Krijn, Hoofdingeni eur .Adjunct-Directeur van den provincialen Wat staat in Noordholland, lid tevens Voorzitter 2e. G. G. Loggers, Burge- meester der gemeente Wie- ringermeer, lid; 3e. Ir. A. Ovinge* Rentmeester- Dijkgraaf van de W ie rin germeer lid. Het Secretariaat der Com- j missie zal worden gevoerd door de Heeren A. N. Nap, Secre- taris der gemeente Wieringer meer en Mr. Th. A. J. Vosters. Secretaris van het heemraad schap de Wieringermeer. Naast deze Commissie zal nog worden ingesteld een Raad van Advies, bestaande s' *uit tenminste 7 leden oud- i; Wieringermeerbewoners)De- ze Raad zal tot taak hebben de Commissie te adviseeren omtrent alle aangelegenheden betreffende den wederopbouw van de Wieringermeer, waar- bij de economische, sociale en cultureele belangen van de Wieringermeer in belangrijke mate betrokken zijn. De Commissie is gevestigd te Medemblik, Ridderstraat 10. telefoon no. 140. ring heeft teweeg gebracht. Men denke echter niet, dat dit de enige tegenslag is geweest, welke bij dit werk werd ondervonden. Voor de fundaties der pompinstallaties en

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1945 | | pagina 1