herrijzend
W ieringermeerland
NOODWONINGEN
Minister Mansholt
lste Jaargang, Nr, 34 22 December 1945.
Redactie
en administratie
Nieuwe Niedorp B 58
Tel. 206 Kengetal 2261
Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten
Als er iets de gemoederen van
de Wieringermeerbewoners bezig
houdt, de laatste weken, dan zijn
het wel de noodwoningen.
Was men aanvankelijk opti
mistisch gestemd, toen Ir. O.vinge,
naar aanleiding van hierover ge
stelde vragen zeide: ,,Die zich zelf
kan redden is een slag op voor"
Daarna is de stemming, door een
tegenstrijdige mededeeling van de
Commissie Wederopbouw, be
langrijk gedaald.
De mededeeling van Wederop
bouw, dat men voorloopig nog
niet moet overgaan tot het aan-
koopen van een noodwoning is
zoo in tegenspraak met de uitla
ting van Ir. Ovincfe, dat er ver
warring over deze aangelegenheid
is ontstaan.
Velen hebben getracht een slag
voor te komen en hebben zich
hiervoor reeds financieele offers
getroost, doch loopen nu de kans
dat de woning zal worden afge
keurd. Terwijl als men toestem
ming krijgt om een noodwoning
te plaatsen in den polder, de be
paling is gemaakt dat er geen
nieuw' materiaal aan verwerkt
mag worden. Voor de kosten van
een noodwoning zal geen- vergoe
ding worden toegekend.
Wij kunnen ons voorstellen
dat er ontstemming is.
Minister Ringers heeft vorige
week gezegd, dat het exploitee-
ren van de Wieringermeer niet
vanuit de randgemeenten kan ge
schieden, dat op de oude funda
menten de woningen tot zolder
hoogte zullen worden opgetrok
ken. Doch ondanks het primitie
ve van een dergelijke bouw is dit
geen kwestie van enkele weken.
De minister heeft het er tevens
over gehad dat het probleem
materialen, arbeiders, hun trans
port en hun huisvesting, steeds
weerkeerende moeilijkheden zijn.
Wij hebben ons laten vertel
len dat 75 procent van de steen
fabrieken in ons land in puin
liggen. De overige 25 procent
zullen eerst een jaar moeten wer
ken voordat de verwoeste fabrie
ken zijn herbouwd. Massale her
bouw van boerderijen en wonin
gen zal dan ook de eerste jaren
wel een illusie blijven.
Maar toch moet de polder weer
een rol gaan spelen in de voed
selvoorziening van ons land. En
toch moeten boeren, arbeiders,
middenstanders en ambtenaren
zoo spoedig mogelijk weer naar
den polder. Er zullen dus nood
woningen moeten komen voor
mensch en dier.
Er zullen natuurlijk bepalingen
moeten zijn voor noodwoning-
bouw, doch als men de eischen
en bepalingen zoo maakt dat er
practisch niet aan te voldoen is,
dan gaan de liefde om naar den
polder terug te gaan, danig be
koelen.
- Dit is geen loos gezegde, doch
het berust op feiten. Men beluis-
tere de gesprekken maar eens,
die over deze kwestie gevoerd
worden, onder de polderbewo
ners.
Wij hebben de overtuiging,
wil men geen slag op achter ko
men, men de uitspraak van Ir.
Ovinge van kracht moet laten,
dit zal de wederopbouw van den
polder ten goede komen.
De situatie is thans toch zóó,
dat alle kosten die voor een
noodwoning worden gemaakt
niet door het Rijk worden ver
goed, terwijl het toch eerst in de
bedoeling lag dat de Staat de
noodwoningen zou overnemen.
Het is dan ook niet meer als bil
lijk dat men de eischen niet te
zwaar maakt, terwijl de bepaling,
dat geen nieuw materiaal mag
worden verwerkt in ieder geval
dient te vervallen.
Het gevaar dat er al te gekke
dingen zullen worden neergezet
is niet zoo groot. Men weet dat
men zeker enkele jaren in een
noodgeval zal moeten wonen, dus
zal men vanzelf er toe overgaan
'om zoo behoorlijk mogelijk te
wonen. Men zal, wil rnen een
ietwat dragelijk leven ^cbber in
den polder zelf eischen stellen
aan comfort en gerief, doch men
dient er rekening mee te houden
dat al deze noodgebouwen over
eenige jaren volledig afgeschre
ven moeten worden.
In het belang van een spoe
dige bevolking van de Wierin-
germeer zal het zaak zijn soepel
te zijn met bepalingen en veror
deningen inzake noodwoning-
bouw. Vooral het midden en
Oosten van den polder vraagt
hier de speciale aandacht.
Ernstige woorden van
Minister Mansholt heeft in de
ledenvergadering van de Ver.
voor Bedrijfsvoorlichting te
Winkel ernstige woorden ge
sproken tot de landbouwers van
Wieringermeer. Ernstige woor
den. die direct gericht waren tot
allen die bij den landbouw be
trokken doch in wezen ons ge-
heele volk raken.
De minister begon zijn rede met
een felicitatie aan de bewoners
van Wieringermeer met de over
winning die op de oude erfvijand
het water, opnieuw is behaald.
Spr. vindt het een goede ge
dachte dat de bewindslieden zoo
nu en dan het land eens intrek
ken om eens te spreken, doch
vooral ook om te luisteren. Dit
geeft een groote voldoening.
Wanneer men eenmaal achter
een groote berg papieren in den
Haag op een bureau zit, dan is
het goed dat men ook zoo nu en
dan weer onder de vakgenooten
verkeerd, anders raakt men er
uit.
Teneinde een beeld te geven
van de landbouwpolitiek die
thans wordt gevoerd, is het goed,
aldus de minister, dat we eerst
de toestand waarin ons land op
5 Mei 1945 verkeerde, eens be
zien. Ons land was totaal door
den bezetter uitgeplunderd. Er
zullen weinige landen zijn die
zoozeer door den oorlog zijn ge
troffen als ons land. Het ontstel
lende doodencijfer 22 per dui
zend inwoners, tegenover 7 per
duizend voor Engeland, spreekt
hierbij al boekdeelen. Nederland
woonde in een porceleinkast. 315
duizend ha. grond is niet in cul
tuur geweest de laatste jaren.
Waarnog bij komt een totale uit
putting van de cultuurgrond. Tot
1944 hebben we nog een behoor
lijke opbrengst gehad deen in
1945 heeft de grond het laten
zitten. Spr. noemt in dit verband
verschillende opbrengstcijfers
van producten die zeer sterk zijn
teruggeloopen, De positie was
dus zeer moeilijk, niet alleen voor
de boeren, maar voor het geheele
Ned. volk.
De regeering werd voor deze
moeilijkheden consequen- ge
plaatst. Aan de rechtmatige eisch
van ons volk, een redelijke voed
selvoorziening is tegemoet geko
men. Het schema van dit redelijk
minimum werd uitgezet en op dit.
minimum staan wij thans. Wij
kunnen voorloopig niet veel hoo-
ger gaan. De import kan niet
door blijven gaan om onze finan
cieele moeilijkheden nog niet
grooter te maken.
De veestapel is beduidend ach
teruit geloopen. De vraag naar
kunstmest is over de geheele
wereld groot. Wij zullen 125 kg.
stikstof per ha. kunnen toewij
zen, tegen 180 kg. gemiddeld ge
bruik in normale tiiden. In Mei
wordt een tekort aan veevoeder
verwacht, terwijl er al zoo wei
nig is. Daarom geen ongebrei
delde aanfok van varkens. Ziet
het er voor de landbouw en vee
houderij dus niet rooskleurig uit
wat betreft de bedrijfsvoering,
er komen straks nog indirecte
moeilijkheden bij. Materialen en
werktuigen zijn achteruit gegaan.
De bedrijfsinventaris moet ver
nieuwd worden en dit kan niet
uit de loopende uitgaven doch
moet geschieden uit overge
spaard geld. Er zullen dus straks
voor de landbouw regelingen ge
troffen moeten worden verband
houdende met het geblokkeerde
tegoed.
Wat zijn onze vooruitzichten?
Spr. wijst er op dat in het buiten
land de koers in de landbouw
zeer gewijzigd is. Amerika heeft
de landbouw omgeschakeld en is
meer naar het gemengde bedrijf
omgezwaaid. In Engeland is het
al niet veel anders. Voor 1940
werd onze landbouw al op alle
mogelijke manieren gesteund. Wij
zijn in 5 jaar niet op de wereld
markt geweest. Wanneer wij
dus straks weer op de wereld
markt zullen verschijnen, dan is
het eene centrale punt waar al
les om draait, de kostprijs. Wat
kost het product? Onze land
bouw heeft altijd op een hoog
peil gestaan en wij zullen moeten
trachten dit. peil nog meer op te
voeren. Doch het zal uiteindelijk
zijn, dat wij met een goed product
toch moeten concurreeren. De
mechanisatie in de landbouw
heeft in het buitenland een groo
te vlucht genomen. In Engeland
bijv. is dit heel sterk uitgebreid.
Op iedere vijf boeren melkt daar
één mechanisch. In verband met
de moeilijkheden van het arbei
dersvraagstuk wordt door de re
geering hier te lande het vraag
stuk van mechaniseering bestu
deerd. Er zijn ook voor de klei
ne bedrijven handige melkma
chines- geconstrueerd. Door de
technische vooruitgang en de
verschuiving in het buitenled
van de landbouw zal de import
van tal van onze producten over
bodig worden. Het zal zeer de
vraag zijn of we dit verloren ge
bied weer ooit terug kunnen
winnen. Duitschland was een van
onze grootste afnemers voor den
oorlog zal tot een zeker peil weer
op de been geholpen moeten
worden. Het zal voor ons land
een onherstelbare ramp beteeke-
nen als dit land economisch ten
gronde wordt gericht.
Er zal vervolgens door onze
bedrijven gezocht moeten worden
naar nieuwe exportmogelijkhe
den. De wereldmarktprijs voor
boter is f 2.51 per kilo, in Neder
land f 4.Melkvet zal in den
vorm van boter minder belang
stelling hebben op de wereld
markt. Kaas is echter een kwali
teitsproduct, dat ongetwijfeld ge
vraagd zal worden. Melkpoeder
en condensproducten hebben een