herrijzend
W ieringermeerland
EEN TERUGBLIK IN 19 4 5
Onverantwoordelijk gedoe
lste Jaargang Nr. 35 29 December 1945
Redactie
en administratie
Nieuwe Niedorp B 58
Tel. 206 Kengetal 2261
Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland
Redacteur: Th. J. van Vegten
Het is zoo de gewoonte om in
het oudejaarsnummer van een
krant, min of meer in caleidosco
pische vorm, feiten en gebeurte
nissen terug te roepen, die in het
afgeloopen jaar plaats vonden.
Wij hebben ons afgevraagd of
het nog noodig is om het trieste
beeld terug te roepen, van de
maanden die vooraf gingen aan
17 April 1945.
De afschuwelijke oorlogswinter
1944'45, toen duizenden stede
lingen langs de wegen van den
polder trokken, bedelend om een
stuk brood van boerderij tot boer
derij, van huis tot huis, met asch-
grauwe gezichten, holle oogen,
waarin de wanhoop stond te le
zen.
Rijk en arm, jong en oud klamp
te zich vast, tot behoud van het
leven, aan de stroohalm die Wie-
ringermeer heette, schijnbaar
onuitputtelijk, overnachtend in
schuren en gymnastieklokalen.
Is het noodig dat wij er aan her
inneren dat tienduizenden land-
genooten hun leven hebben te
danken aan het voedsel wat werd
verstrekt door de Wieringer-
meer?
Ontstellend groot was h.et leed
wat werd geleden.
Is het noodig dat nog eens ge
zegd wordt dat door sommigen
op schandelijke wijze misbruik
werd gemaakt van dit leed?
Is het voorts noodig dat er nog
eens op gewezen wordt, dat door
vele stedelingen op brutale wijze
misbruik is gemaakt van de gast
vrijheid, die hen werd geboden?
Het allesbeheerschende in den
polder in die maanden voor 17
April, was eten en nog eens eten.
Veel, heel veel heeft de Wie-
ringermeer gedaan om het leed te
verzachten, doch de middelen om
afdoende te helpen waren be
perkt en raakten uitgeput.
En wanneer wij dan ons het
beefd van die oorlogswinter '45
voor den geest terug roepen, dan
denken wij aan de kinderuitzen
dingen naar den polder. De hon
derden mannen en jongens, die
als onderduiker een veilige schuil
plaats in den polder vonden.
Wij denken dan ook aan de
geruchten die door den polder
qingen. over het graven van gaten
in de Wieringermeerdijk op last
van de Mof. De geruchten over
het onderwaterzetten van den
polder werden steeds hardnekki
ger, doch de bevolking werd ge
sust met verklaringen van ..des
kundigen", die het voor onmoge
lijk hielden dat men de polder on
derwater zou zetten. Er werd ge
saboteerd naar het heette. De
cnderarondsche zou het voorko
men. Kortom een ieder had zoo
z'n meening, doch niemand die
iets bepaalds wist en niemand die
ernstig geloofde aan het ongeloof
lijke. Zelfs toen Saai zijn beruchte
waarschuwing tegen sabotage
einde Maart in de Wieringermeer-
bode plaatste, werden wij nog
op alle mogelijke manieren gerust
gesteld.
De noodlotsdag van den pol
der is tenslotte toch gekomen. Is
het noodig dat wij de dag van 17
April en de dagen daarna nog
eens terugroepen? Ons dunkt van
niet. Een ieder heeft zijn eigen
trieste herinnering aan die dagen
en was op zich zelf aangewezen.
Nadat de eerste schok van de
catastrophe voorbij was, hebben
we onmiddellijk door de uitgave
van dit blad, het contact her
steld met de naar alle windstre
ken verstrooide Wieringermeer
bevolking.
De 5e Mei heeft ons niet die
geestdrift kunnen schenken, als
in de overige deelen van ons va
derland. We leefden nog te veel
met onze gedachten bij de ramp.
12 Mei kwam burgemeester Log
gers naar zijn verwoeste gemeente
terug en nam het bestuur van de
gemeente over van den heer S.
L. Mansholt, die sinds de bevrij
ding waarnemend burgemeester
was. De proclomatie van den heer
Loggers namen wij op in ons num
mer van 18 Mei.
Al spoedig bleek dat de geest
kracht van de Wieringermeerbe-
volking niet was gebroken en het
is de verdienste van den heer H.
R. Smit, dat na een enkele be
kendmaking in ons blad, op 16
Mei reeds de eerste beursdag te
Winkel kon worden gehouden.
Een commissie ter behartiging van
belangen van geëvacueerde Wie-
ringermeerbewoners werd opge
richt.
Begin Juni werd een aanvang
gemaakt met de bouw van een
nood-raadhuis te Kolhorn.
Op 13 Juni werd bekend dat
de heer S. L. Mansholt tot minis
ter van Landbouw, Visscherij en
voedselvoorziening was benoemd.
Het duurde echter nog enkele
weken voordat de officieele be
vestiging afkwam.
18 Juni hielden de gez. Land
arbeiders een vergadering te
Winkel, om te protesteeren tegen
de slechte behuizing die velen
nog hadden.
20 Juni werd begonnen met het
herstel van de Wieringermeer
dijk.
Begin Juli hebben de verschil
lende organisaties van Landbou
wers, Arbeiders en Middenstan
ders hun werkzaamheden hervat.
19 Juli had een doodelijk onge
luk plaats in den polder bij hec
bergingswerk, waarvan de 45-ja-
rige A. L. Rauwer het slachtoffe
werd.
27 Juli waren de werkzaamhe
den aan de Wieringermeerdijk
zoover gevorderd, dat 200 meter
dijk boven water lag.
5 Aug. n.m. 7 uur werd ae
Wieringermeerdijk gesloten.
Op 8 Aug. vond te Barsinger-
horn de huldiging plaats van den
heer S. L. Mansholt, in verband
met zijn benoeming tot minister.
9 Aug. werd met het voor de
tweede maal droogmolen van de
Wieringermeer begonnen.
Op 17 Aug., 4 maanden na de
onderwaterzetting, hadden 200
Wieringermeergezinnen nog
geen behoorlijk onderdak.
21 Aug., 15 jaar Wieringer
meer. In een speciaal nummer
van Herrijzend Wieringermeer-
land, herdenken diverse autori
teiten dit feit.
Op 7 September wordt door
Minister Mansholt te Benning-
broek een voorloopig monument
onthuld, ter nagedachtenis van
den illegalen strijder A. C. de
Graaf.
Op 21 September wordt er een
oifficieele mededeeling gedaan
over de tijdelijke bestuursvoor-
ziening van de Wieringermeer.
26 September. Ir. Ovinge deelt
mede dat na ruim een maand be
maling reeds 1.30 m. water is uit
geslagen.
5 October wordt bekend ge
maakt dat ingesteld is een Dienst
Wederopbouw Wieringermeer.
10 October houdt de Ver, voor
Bedrijfsvoorlichting een algemee-
ne vergadering te Winkel, waar
o.a. bekend gemaakt wordt, dat
reeds ruim 1000 ha. grond zijn
drooggevallen.
Half October worden de eerste
hulpgemalen in bedrijf gesteld.
Eind October zijn alle hulpge
malen zoowel te Den Oever als
te Medemblik in bedrijf, het peil
was toen in den polder reeds 2.60
verlaagd.
Half November trekken reeds
verschillende gezinnen naar de
Wieringermeer terug.
19 November worden de bewo
ners van Slootdorp in de gelegen
heid gesteld om een bezoek aan
hun dorp te brengen.
28 November bespreekt Ir.
Veth, in een vergadering van de
drie gez. Landbouworganisaties
te Winkel, het Landbouw-Organi-
satiewezen in de naaste toekomst.
3 December brengen de bewo
ners van Middenmeer een bezoek
aan de puinhoopen van dit dorp,
11 December, de polder is weer
droog.
13 December, minister Mans
holt spreekt te Winkel.
20 December, te Kolhorn wordt
door den voorzitter van de Com
missie Wederopbouw, Ir. C. Krijn
de Adviescommissie Wederop
bouw, samengesteld uit oud-Wie-
rmgermeerbewoners, geïnstal
leerd.
Dit zijn dan zoo ongeveer de
voornaamste feiten en gebeurte
nissen over het jaar 1945 van on
ze Wieringermeer erin en daar
buiten.
Wij weten onvolledig te zijn,
doch een opsomming van alles
zou vele pagina's vergen.
Laat ons hopen, dat het jaar
1946 voor de Wieringermeer vol
ledig in het teeken van de Weder
opbouw zal mogen staan.
Wij hebben in ons artikel ,,Uit
de doeken" onze lezers er van in
kennis gesteld, dat B. en W. van
Wieringermeer het besluit hebben
genomen, om officieele publica
ties, voortaan uitsluitend in de
Flevo-Bode te plaatsen.
Dat hier uit prestige-overwe-
gingen, met de belangen van de
Wieringermeerbevolking wordt
omgesprongen, schijnt van minder
belang te zijn.
Wij hebben van vele zijden de
verzekering gekregen dat het ge
lijk aan onze kant is, doch wan
neer één van de Flevobodebe-
stuursleden in een gesprek over
de kwestie woordelijk tot ons
zegt: ,,Ik kan deze zaak (Flevo-
Bode) natuurlijk nu niet meer af
vallen, doch er zit iets niet goed",
dan behoeft hier onzerzijds niets
meer aan toegevoegd te worden.
Doch er is meer. men gaat in
deze zaak niet recht door zee.
Wij hebben voor 14 dagen
Ir. Krijn de voorzitter van de
Commissie Wederopbouw tele
fonisch gevraagd, wat of de
reden is, dat wij de publicaties
van de Dienst Wederopbouw niet
meer ter plaatsing krijgen. Ir.
Krijn deelde ons toen mede dat
hem hier niets van bekend was en
vroeg ons tevens welke berichten
wij gemist hadden. Hij zou het in
de Commissie bespreken.
Wij hebben na het telefonisch
onderhoud met den heer Krijn, ook
Mr. Vosters, secretaris van de
Commissie Wederopbouw op
gebeld en deze dezelfde vraag
gesteld als Ir. Krijn. Mr. Vosters
deelde ons toen mede, dat er een
besluit in de Commissie Weder
opbouw is genomen, om uitslui
tend de berichten van de Dienst
in de Flevo-Bode te plaatsen.
Toen wij Mr. Vosters er van
in kennis stelde, dat wij zoojuist
de voorzitter van de Commissie
aan de telefoon hadden gehad en
dat deze ons had medegedeeld
nergens van te weten, toen legde