Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting in de Wieringermeer Mr. Vosters de haak neer. Wat is dit nu voor gedoe? Het gaat toch bedenkelijk veel op kwajongenswerk lijken. Er zitten nog meer kanten aan deze zaak. Het Flevo-Bode-stichtingsbe- stuur heeft in haar eerste nummer uitdrukkelijk gewezen op haar niet-commercieele doeleinden. De burgemeester deed het later nog eens dunnetjes over. Want, nietwaar, die kranten van vroeger dansten naar de pijpen van de adverteerders. Doch wat er van te zeggen als een ambtenaar van 't Heemraad schap, thans gedetacheerd bij de Wederopbouw, op de beurs te Winkel loopt te leuren in Rijks- tijd om advertenties. En als die zelfde ambtenaar-redacteur-adi- vertentie colporteur dan een Mid denstander beweegt om te adver- teeren, tegen de zin van die Mid denstander, doch die niet durft te weigeren, omdat hij wel eens wat mag leveren aan de officieele in stanties, hoe staat het dan eigen lijk met het niet-commercieele doel? Wij zullen ons blijven verzet ten tegen dit onverantwoordelijk gedoe, dat men de Wieringer- meerbevolking de publicaties ont houdt waar zij recht op heeft. En wij zullen ons blijven bemoeien met de Wieringermeer, ondanks dat men ons monddood tracht te maken. Zoolang er nog absurditeiten, als Twee minuten interviews (men zie het Vr. Volk van 6 Dec. j.1.) van leidende figuren uit de polder in de groote pers verschij nen, zoolang de groote pers on danks deskundige leiding en film voorstelling, de Maaier voor een Zaaier bekijkt, zullen wij ons blijven bemoeien met de weder opbouw van de Wieringermeer en critiek uitoefenen wanneer dit noodig is. Enkele opmerkingen over de grondbewerking in de Wieringermeer Mededeeling no. 260. Wanneer men zich thans in het Noorden van den polder bevindt, hoort men weer het eentonige ge ronk der landbouwtrekkers, wel ke hier gestadig bezig zijn de ge- inundeerde kavels een ander aan zien te geven. De landerijen aan de Kliever-, Schelpenbol- en Wierweg en omgeving hebben dan ook reeds gedeeltelijk een gedaanteverwisseling ondergaan Sinds 15 October, waarop de eerste ploegsneden in den polder werden gekeerd, zijn er reeds vele gevolgd, zoodat de stand van werkzaamheden aan het einde der vorige week (23 Nov.) als volgt was: Totaal bewerkt 681 ha., waar van reeds ingezaaid 494 ha. Een achterstand derhalve van 187 ha. De eerstgezaaide rogge komt ge zond uit de bodem te voorschijn en wettigt het vermoeden dat de cultuurtoestand van de grond nor maal mag worden geacht. Aan de reeds bewerkte oppervlakte heb ben 22 motortrekkers medege werkt. t.w. 14 wieltrekkers en 8 rupstrekkers, terwijl dit aantal re gelmatig toeneemt naarmate meer land aan de oppervlakte komt en geschikt is om te worden bewerkt. Naast motortractie is een gedeelte door paarden uitgevoerd. Verre weg het grootste deel der reeds bewerkte oppervlakte is geploegd tot een diepte varieerend van 10 13 cm.. waardoor veelal goed werk werd verkregen. Er kon dan ook vrijwel steeds over de ploeg- voren worden gezaaid. De prac- tijk heeft echter geleerd, dat die perceelen grasland, welke juist vóór de inundatie waren ge scheurd. zich beter met een -schij- venegge lieten bewerken dan door ploegen. Er werd bij ploegen eenige hinder van de oude, nog niet vergane zode ondervonden, terwijl ook het zaaibed niet ideaal kon worden genoemd. Door deze perceelen met een schijvenegge te bewerken, werden de bovenliggen de gedeelten der zode versneden, terwijl de rest onder de oppervlak te werd gelaten. Door deze enkel voudige bewerking werd vrijwel steeds voldoende zaaibed verkre gen en kon direct worden ge zaaid. Het slempgevaar, dat te duch ten is bij het schijven van niet- graslandperceelen op lichte grond wordt in dit geval ook minder erg gevoeld. Voor de reeds gescheur de perceelen durven wij dan ook een bewerking met een schijven- egge gerust aanbevelen. Een grooter probleem vormen echter de nog te scheuren gras landen. Al is van de grasmat wei nig overgebleven, toch is de oude zode met zijn beworteling soms nog voldoende stevig om hiervan na het ploegen hinder te onder vinden. Meerdere perceelen zijn dan ook door ons waargenomen, waarbij na het ploegen allerminst van een behoorlijk zaaibed kon worden gesproken. Een betere be werking zou dan ook zijn het gras land vooraf in twee richtingen te bewerken met een schijvenegge en daarna te ploegen. Het groote be zwaar doet zich daarbij echter voor, dat verreweg de meeste graslandperceelen zijn begrep- peld, waardoor een dwarse be werking met de schijvenegge onmogelijk wordt. De practijk heeft geleerd dat een bewerking met de schijveneg in de lengte richting, het hierna te leveren ploegwerk, wat vanzelfsprekend eveneens in de lengterichting moet plaats hebben, zeer belemmerd, waarom we dit dan ook niet kun nen adviseeren. In de practijk zien we dan ook gebeuren, dat dergelijke perceelen eerst worden geploegd, om ze hier na met een schijvenegge te bewer ken. Hierdoor wordt de zode iets verkleind, er komt meer lossigheid in de grond, terwijl de zoden te vens iets worden neergedrukt, wat het uitdrogen gedurende het voor jaar zal tegengaan. Voor stug om- geloopen graslandperceelen geeft deze werkwijze dan ook veelal een bevredigende oplossing. We wil len er hier echter vooral op atten- deeren dat de bovenomschreven methode veel kostbaarder en daar door minder goed is, dan die waarbij het grasland in één bewer king met een juist afgestelde ploeg, voorzien van kouters en voorscharen wordt omgelegd. Wij hebben waargenomen dat het zeer goed mogelijk is na ploegen tot een diepte van plm. 10 cm. een ideaal zaaibed te verkrijgen, wan neer men zich de moeite getroost aan de ploeg de noodige voorzie ningen te treffen. De op deze wijze geploegde grasakkers zijn prac- tich niet van oud bouwland te onderscheiden als gevolg van het feit, dat de zode volledig onder de voor wordt gewerkt. Hierop kan dan ook zonder verdere be werking worden ingezaaid. Dat men bij het zaaien van rogge er op bedacht moet zijn de zaai- diepte in acht te nemen, daar rogge' zeer oppervlakkig dient te worden ondergebracht, is reeds door iemand uit de practijk naar voren gebracht. Dit mag echter nog wel: eens worden herhaald. Wat betreft de nog te bewerken zwaardere gronden kan nog het volgende worden opgemerkt. Aanvankelijk stonden we tegen over het ploegen van diepgespitte en andere zwaardere gronden eenigszins afwijzend. De vrees werd gekoesterd, dat een derge lijke grond teveel zou worden dichtgesmeerd en hierdoor struc- tuurbederf zou optreden. Meerdere perceelen zijn echter thans reeds geploegd en de hoedanigheid van den grond blijkt zoodanig te zijn, dat deze niet beduidend slechter is dan onder normale omstandighe den mocht worden verwacht. Zoo wel in de omgeloopen ploegsnede als in de bodem der ploegvoor ko men scheurtjes en poriën voor, welke na uitdrogen, de grond ge makkelijk uiteen doen vallen. Op een dergelijke grond zal de te ver wachten vorst beter kunnen in werken, waardoor in het voorjaar een gunstigen structuur mag wor den verwacht. Het gevolg zal zijn dat op deze grond het a.s. voorjaar gemakke lijker een zaaibed zal zijn te ma ken dan op die. welke gesloten zijn blijven liggen. Het betreft hier vanzelfsprekend kleigronden, die reeds geruimen tijd uit het water zijn gekomen en dus lang gelegen heid hebben gehad uit te zakken. Het zal dan ook o.i. aanbeveling verdienen, wanneer de weersom standigheden dit mogelijk zullen maken en de grond zich er voor leent, het ploegen nog dit najaar zoolang door te laten gaan als dit mogelijk is. De reeds geploegde en nog te ploegen gronden kunnen dan het a.s. voorjaar worden op- geëgd en zijn hiermede zaaiklaar. Aangezien dit veel minder trac tie vereischt. geeft dit voor het a.s. voorjaar, wanneer de overgroote rest van de polder in cultuur moet worden gebracht in een betrekke lijk korte periode, een goede trek krachtbesparing, welke ons dan uitstekend van pas zal komen. Een Comité gevormd tot Stich ting van een tweetal monumenten. Er heeft zich een comité van ingezetenen gevormd onder voor zitterschap van den heer Loggers, dat zich ten doel stelt een twee tal monumenten te stichten, waar van één ter nagedachtenis van den heer A. C. de Graaf, ter ver vanging van het tijdelijke monu ment in Benningbroek. Een twee de monument zal worden opge richt ter nagedachtenis van alle gevallen ingezetenen der gemeen te Wieringermeer, te plaatsen in de gemeente. Teneinde de stich ting van deze monumenten te kunnen financieren is veel geld noodig. Het comité vertrouwd er op dat alle gemeentenaren een offer wilen brengen. Zijne Excell. Min. S. L. Mans- holt, heeft het Eerevoorzitter schap van het comité aanvaard. Men kan zijn bijdrage storten op postrekening 365840, ten name van J. F. Groot, secr.-penningm. van genoemd comité, te Winkel, met vermelding „bijdrage stich ting monumenten." De overige leden van het co mité zijn: G. Blaauboer; S. Bree- baart, J. Dieleman, Ir. L. R. D ij - kema, M. Dijksma, Ds, J. Ger- mans, Ds. L. J. Goede, G. Hof- meijer, K. H. Kroeze, Pastoor Langedijk, J. Mooij, en G. Stoel. Ondanks het feit dat men ons deze publicatie heeft onthouden en wij hem dus over hebben moe ten nemen, willen wij deze geld inzameling voor het sympathieke doel van harte bij de Wieringer- meerbevolking aanbevelen. He.t is ons bekend dat niet de leden van het comité verantwoor delijk zijn voor het feit dat ook deze publicatie niet aan ons werd doorgezonden. Aangezien het van belang is dat werkelijk ook alle Wierin- germeerbewonërs voor dit mooie doel offeren, dus allen in ken nis worden gesteld van de doel stelling van het comité, hebben wij deze publicatie overgenomen. Een prachtige promotie. De heer I}. E. Dijkstra, gemeen te-architect van Wieringermeer is benoemd tot Inspecteur van Bouw- en Woningtoezicht te Bloemendaal en tevens Comman dant van de Vrijwillige Brand weer. De heer Dijkstra zal per 1 Mrt. deze functie, die een mooie pro motie voor hem beteekend. aan vaarden. Onze hartelijke geluk- wenschen. Vergadering W erkgeversvereeniging. Woensdag 9 Januari 1946 houdt de Vereeniging van Werkgevers in het Landbouwbedrijf Wierin germeer een ledenvergadering te Winkel. Op de agenda komt o.a. een voorstel van het bestuur voor om de vereeniging op te heffen en het werk verder over te dra gen aan de Holl. Mij. van Land bouw, afd. Wieringermeer. Geslaagd. Aan de Universiteit te Amster dam slaagde voor Paedagogiek (bijvakken Psychologie en Philo- sophie) de heer T. Boersma, voorheen hoofd der school te Slootdorp. Naar wij vernemen is de heer Boersma benoemd tot Paedago- gisch adviseur aan het Departe ment van onderwijs. Oud-Polderbewoner bij motor ongeluk om het leven gekomen, Een oud-Polderbewoner, de heer Dolf Havelaar te Vollenho- ve is bij een botsing met zijn mo tor tegen een auto bij de z.g.n. Moespot om het leven gekomen. Als tragische bijzonderheid kan nog worden gemeld, dat hij onge veer 3 weken geleden in het hu welijk was getreden. Er zit schot in. Wij ontvingen bulletin No. 3 van de Fa. Brinkman en Nie- meyer Zutphen Middennneer. In dit bulletin wordt aan belang hebbenden medegedeeld, welke landbouwwerktuigen reeds weer te leveren zijn zonder vergunning of eenige andere formaliteit.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1945 | | pagina 2