Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting Vervolg verslag algemeene vergadering op 26 Nov. 46 Na de pauze gaf voorzitter het woord aan Dhr. Reitsma, veearts te Slootdorp met als onderwerp Grepen uit de practijk" een spe ciaal voor deze gelegenheid sa mengesteld résumé gaf, van de practische kwalen en ziektever schijnselen, voorkomende bij rund en paard in de Wieringermeer, ving zijn met aandacht gevolgde inleiding aan met: Kopergebrek bij het Rundvee. De diarrhee verschijnselen, welke hiervan t gevolg zijn, kunnen wel als de ziekte verschijnselen bij het Wie ringermeer rundvee gekenschetst worden. Bestrijding van deze ziekte is thans vrij eenvoudig, door jaarlijks 25 kg kopersulfaat per h.a. in de laatste helft van Maart op het grasland uit te strooien. Bij aanwending van ko persulfaat niet direct vee op 'het land laten, doch liefst eenige re gen afwachten, waardoor het ko persulfaat aan den grond spoek. Daar kopersulfaat thans weer verkrijgbaar is, raadde spreker het verdere gebruik van kope.-- slakkenbloem af. Uitdrukkelijk waarschuwde spreker ervoor het kopersulfaat, door het voeder aan de dieren toe te dienen, daar kopersulfaat altijd nog vergiftig is. Bias of trommelzucht Oorzaak is een abnormale gas- ophooging in de pens. Speciaal de witte klaver in de weide, is hier de veroorzaker. Ook veel aardappelen kan bias veroorzaken Komt de witte klaver eenmaal in bloei dan is het grootste gevaar geweken. Daar de witte klaver eenmaal een noodzakelijk be standdeel, vooral van de Wierin germeer weiden is, blijft het ge vaar van trommelzucht aanwezig Veel narigheid kan voorkomen worden, door stroo in de weide bij te voeren. Het grootste gevaar voor optreden van trommelzucht i£ aanwezig bij dauw nat gewas,, Noorden wind is ook zeer gevaar lijk. De 'bias treedt meestal 's avonds op. De koude-prikkel is oorzaak van minder penswerking. Dit verklaart ook de invloed van dauw nat gewas en Noordenwind (lcoiud!) Men ziet de dieren zeer snel dik worden. Afdoende maat regelen zijn niet aanwezig. De dieren op stal zetten kan soms gunstig werken (warmte). Ver krijgt men hiermee geen resultaat en bestaat direct levensgevaar, dan is .steken" de eenige uitweg. Dit doet men op een handbreedte vanuit de uitwendige heup. Bij minder ernstige aantasting door bias, moet men trachten het beest te laten kauwen op een stok of stroowis. Sommige veehouders vinden baat door het dier petro leum in te geven. Spreker is evenwel van mee ning, dat niet de petroleum als middel uitkomst brengt, doch het feit dat het dier gaat slikken, en kauwen op de flesch, waardoor men het zelfde effect verkrijgt als bij de stok en de stroowis het geval is. Tuberculose: De bestrijding hiervan is nood- in de Wieringermeer zakelijk, en wordt door het Rijk bevorderd. De reageerders moe ten verwijderd worden. Spreker wijst erop dat de t.b.c.bestrijding in de Wieringermeer momenteel vergemakkelijkt kan worden, door dat tamelijk veel vee aangekocht moet worden. Door alleen t.h.c. vrije dieren aan te koopen, kan veel onheil voorkomen worden en de bestrijding vereenvoudigd. Abortus Gelukkig komt besmettelijk ver werpen in de Wieringermeer weinig voor. Om echter in de toekomst ook vrij te blijven is het inspuiten der pinken op 6 maand's leeftijd een voorbehoedmiddel. Als 5de en laatste punt op het gebied der veehouderij noemde de heer Reitsma: Scheedecatarh Deze heeft tot gevolg het on bevrucht blijven der koeien. De ziekte is zeer besmettelijk en wordt dikwijls door de stier over gebracht. Voorzorgsmaatregelen zijn nood zakelijk. Ziekten en kwalen bij het paard: Kopergebrek, komt ook bij paarden voor, echter in mindere mate dan 'bij het rundvee. Paar den worden mager en dor. Niet alle magere paarden lijden echter aan kopergebrek! Slechte ver zorging en z.g. „lepelziekte" is hier ook veelal oorzaak. Kopc* toediening heeft soms frappant succes! Koliek Deze ziekte komt nogal in de Wieringermeer voor, phn. 15 c/c gevallen met doodelijke afloop. Spreker onderscheid 3 vormen van koliek n.1. verstopping- worm en darmkoliek. Koliek is buik of darmpijn en zeer gevaar lijk! Verstoppingskoliek ontstaat door te veel voer, verkeerd voer en ook wel doordat de dieren zand binnen krijgen. Darmkoliek ontstaat door slag in de darm, darmontsteking, kouvatten, be vroren voer en het drinken van veel koud water. De prognose van koliek is evenwel altijd du bieus. De doodsoorzaak is prac- tisch altijd een plaatselijke darm ontsteking, welke overgaat in buikvliesontsteking en tenslotte in hartverlamming. Verschijnselen bij Koliek ziin: het dier slaat en trapt met de poo- ten, gaat staan en liggen, laat zich hangen, gaat sterk zweeten, enz. ..steken" is bij het paard zeer ge vaarlijk, en wordt dan ook nooit toegepast. Het gevaar voor ont steking is^e groot. Voeding, ver pleging en arbeid van het dier spelen een groote rol. Spreker wees in dit verband op het gevaar van ingekuild bietenloof en het voeren van vuile bieten. De maatregelen, welke bij het optreden van koliek noodzakelijk genomen moeten worden zijn: het dier in een warme stal plaat sen, dekens op leggen, al t voe der buiten bereik van het dier houden en deskundige hulp in roepen. Maandagziekte: Deze ontstaat door degeneratie der skeletspieren, en 'komt veel voor bij sterk gevoerde paarden welke plotseling een paar dagen niet behoeven te werken, van daar ook de naam Maandagziek te. Koud'bloed paarden meer vat baar dan warmbloed paarden. Verschijnselen van Maandag- ziekte zijn: paard zakt door en is slap. Urine ziet koffie bruin, dit laatste als gevolg van het op zwellen en scheuren der spieren, cel kleurstoffen scheiden zich af Spreker wijs uitdrukkelijk op de noodzaak, bij vermoeden van Maandagziekte, het dier ter plaat se te Jaten staan, deken over wer pen en in geen geval laten loopen. Meestal wordt getracht het dier ergens onder te brengen dit is fa taal! Wanneer een paard aan Maandagziekte sterft, is het in principe altijd eigen schuld, door te sterk voeren tijdens de rustda gen vooral suikerbieten zijn ge vaarlijk! Ook hier geldt het de vies „voorkomen is 'beter dan ge nezen." Als laatste punt behan delt spreker nog even de Kunstmatige inseminatie: Spreker wijst er op dat we op dit gebied in Nederland nog in de kinderschoenen staan. Rusland is b.v. hier al veel verder en de kunstmatige inseminatie vindt daar al zeer veel toepassing! Di: land stelt evenwel veel minder eischen aan de fokkerij dan wij! Voor Nederland is deze kwestie niet zoo eenvoudig daar we 'bij de veefokkerij graag met stieren werken, die goede fokeigenschap- pen vertoonen. Het gevolg is dat we gebruik moeten maken van oudere stieren, welke zeer moei lijk kunstmatig dekken. Ook het gebrek aan instrumenten en het gemis aan op dit gebied geoefend personeel geeft moeilijkheden. Or ganisatie is hier. een zeer belang rijke factor! Kunstmatige be vruchting biedt evengroote voor- deelen, vooral ook voor een ge-* bied als de Wieringermeer, waar door de groote afstanden en de uiteindelijk geringe veebezetting de goede fokeigenschappen van 'r> bepaalde stier, in wijde kring gun stige resultaten kan afwerpen! Bij de Paarden-fokkerij is de Kunstm. Inseminatie van weinig betekenis, speciaal de Hengsten vertoonen weinig neiging om kunstmatig te dekken. Hiermede eindigde den heer Reitsema zijn met groote aandacht gevolgde inleiding en gaf de Voörzitter gelegenheid tot het vragenstellen. Den Heer Kranenburg vroeg naar de oorzaak van de zgn. Sui kerziekte welke speciaal valt waar te nemen in de herfst, voor al bij dieren welke des zomers bui ten de polder in de weide zijn ge weest. De dieren komen gezond terug doch na een poosje vertonen ze de ziekteverschijnselen. Dhr. R. antwoordde; deze ziek te liever Suikervergiftiging te noemen is niet alleen een kwestie van suikerbieten voeren, doch een combinatie van factoren. Ook bij het voeren van klaver en aardap pelen doen zich deze ziektever schijnselen voor. Tvpeerend is het 'hier ook weer. dat het juist al leen in de Wieringermeer voor komt, buiten de polder heeft men geen last. Spreker memoreert, dat de ziekteverschijnselen geconsta teerd zijn, doch dat men omtrent de oorzaak nog in het duister tast. Dhr. Biesheuvel vraagt, waarom men in de herfst veel meer met Maandagziekte te kampen heeft dan in het voorjaar. Spr. antwoordt dat de paarden in de herfst meer bieten opnemen dan in het voorjaar; vooral bij het bieten rijden vreten de paar den meer bieten dan men soms denkt! Ook is de samenstelling van de bieten in het voorjaar an ders. Dhr. de Feijter stelt de vraag hoe of men op de uitsluitend bouwbedrijven een rantsoen voor de paarden moet samenstellen. Suikerbieten doch ook voerbieter zijn gevaarlijk; naast tarwekaf is echter bieten wel de hoofdschotel die aanwezig is. Dhr. Reitsma antwoordde; dat het hem onjuist lijkt de paarden te voeren zonder een behoorlijk kwantum goed hooi in het rant soen. Zou het zo erg zijn, om speciaal op de paardenbedrijven 1 of 2 ha. voor klaverhooi te be stemmen. Alleen hooi en haver zijn tenslotte de juiste voedings middelen voor de paarden. We mogen werkelijk wel eens wat aandacht schenken aan een juiste voeding van onze tot aan het laatste toe troiuw gebleven trek dieren en hen geven wat hen toekomt. (Applaus). Dhr. Hoogedoorn merkt nog op, betreffende de trommelzucht bij het vee, dat hem zeer goede resultaten bekend zijn met her maaien en bijvoederen van witte klaver, vooral in perioden van dauwnat gewas en koude. De dieren dus afsluiten en gemaaide klaver voeren, liefst eenigszins verwelkt. Spr. wijst niet alleen op de gevallen met doodelijke af loop, maar ook de melkgift is tij delijk geheel weg; ook dit wordt op den duur een groote schade post. Betreffende het voeren van bieten merkte spreker op, dat het doormengen van tarwekaf zeer gunstig werkt, niet alleen vreten de paarden minder, maar ze vre ten ook langzamer! Voorzitter dankt dhr. Hooge doorn voor zijn practische mede- deeling. Ir Dijkema vraagt in verband met het voorkomen van kopergebrek bij rundvee en paar den, of dhr. Reitsma ook analyse- cijfers betreffende het koperge halte aan gewassen uit de Wierin germeer en uit het oude land be kend zijn en eventueele verschil len aanwezig zijn, Dhr. Reitsma antwoordt dat van het grasland wel cijfers be kend zijn doch van akkerbouwge wassen niet. Het onderzoek in dezen heeft ook belangrijke ver traging ondervonden. Het koper gehalte in het Wieringermeergras bleek inderdaad lager dan van het gras van het oude land. Toch komt ook op het oude land dit kopergebrek wel eens voor. Spr. noemt als oorzaak de roofbouw welke in dit opzicht door de kunst mest wordt gepleegd. Volgens spreker zal in de toekomst naast de gewone kunstmeststoffen ook de koperbemesting noodzakelijk blijken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1946 | | pagina 2