Wering en verdelging
van de coloradokever
Zondaqdienst
NOIÜWE B©ÜMiK
Over de verbreiding van de Colo
radokever in Nederland merkt de
Minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening in zijn nota aan
de Tweede Kamer naar aanleiding
van het verslag dier Kamer over het
wetsontwerp tot wering en verdel
ging van de coloradokever op, dat
'het insect vrij veelvuldig vcfjrkomt
langs 'de Nc-derlandse Zuidgrens,
langs de Oostgrens, met uitzondering
van het Noordelijkste deel, en meer
landinwaarts vrij talrijk in gedeel
ten van de provinciën Noordbrabant,
Gelderland en Overijssel. In het Zui
den zijn er plaatsen, waar bijna op
elk aardappelveld de coloradokever
kan worden gevonden, waaraan de
toestand bezuiden onze landsgrens
niet vreemd is. Sporadisch is het in
sect nog in de provinciën Groningen,
Friesland, Noordholland en het vaste
land van Zuidholland en een gedeelte
van Utrecht.
De aanwezigheid van de Colorado
kever vormt een gevaar zowel voor
onze belangrijke teelt van consump
tie- en pootaardappelen als voor on
ze export van agrarische producten
in het algemeen. Wat de aardappel
teelt betreft, zij er op gewezen, dat
dank zij de krachtige bestrijding
in ons land het aantal insecten
op een bepaalde oppervlakte thans
wel is waar nog niet van dien aard
is, dat een ernstige vermindering van
de aardappelopbrengst valt te vre
zen, maar dat zulks zonder een
krachtige bestrijding binnen af
zienbare tijd het geval zou kunnen
zijn.
Minstens even belangrijk is de be
strijding met het oog op de be
scherming van de export van onze
agrarische producten. Inderdaad is,
mede dank zij de intensieve bestrij
ding in Nederland, in tegenstelling
met de omringende landen, het ge
vaar van overbrenging van de co
loradokever met onze agrarische ex
port zeer gering. Helaas echter kan
op diit moment nu eenmaal niet wor
den voldaan aan de in vele landen
gestelde eis, dat ten invoer aangebo
den land- en tuinbouwproducten ge
groeid zijn op een bepaalde minimum
afstand van een plaats, waar de co
loradokever voorkomt. Intussen
wordt al het mogelijke gedaan om
onze exportmogelijkheden in stand
te houden.
In 1946 zijn enige malen onderhan
delingen gevoerd over een verzach
ting van de invoerbepalingen, waar
van het resultaat bevredigend is ge
weest. Het vertrouwen, dat men in
het buitenland stelt in de wijze,
waarop in Nederland het colorado-
kevervraaigstuk wordt aangevat,
heeft hierbij een niet te verwaarlo
zen gewicht in de schaal gelegd.
Juist deze onderhandelingen hebben
doen zien, dat krachtige voortzetting
van de bestrijding dringend nodig is.
Reeds zijn Engelse deskundigen uit
genodigd om zich er in deze zomer
van te komen vergewissen, op welke
wijze hier te lande alle voorzongen
worden genomen om te kunnen waar
borgen, dat met Nederlandse agra
rische producten geen coloradokevers
zullen worden ingevoerd.
Deze gedragslijn komt Minister
Mansholt tactischer voor dan het
zenden van een Nederlandse deskun
dige naar buitenlandse havens, zoals
in het verslag van de Tweede Kamer
wordt gesuggereerd.
Het probleem van de kleine ver
bouwers, die niet de werktuigen be
zitten voor de vereiste bestrijdings
maatregelen, heeft reeds vele jaren
alle aandacht. In tal van gemeenten
is door of onder auspiciën van het
gemeentebestuur een speciale spuit-
dienst in het leven geroepen. Ook in
1947 is weer bij enige burgemeesters
die geen belangstelling hiervoor aan
de dag legden, met klem aangedron
gen op deze vorm van medewerking.
Vooral in een gemeente met landelijk
karakter is dergelijke bemoeienis van
het gemeentebestuur, waarmede een
groot belarug van een aanzienlijk ge
deelte der bevolking is gemoeid, al
leszins op haar plaats.
Op andere cultuurgewassen dan
op aardappelplanten komt de colo
radokever niet voor. Van de naaste
verwanten van de aardappel wordt
in ons land algemeen de tomaat ge
teeld, waarop de kever blijkens de
ondervinding zijn volledige ontwikke
ling niet kan doormaken. De z.g.
eierplant of aubergine, waarop dit
wel mogelijk is, wordt in Nederland
niet buiten de kassen geteeld.
Het ligt in het voornemen, de ver
goeding- voor hen, die door toepassing
van bestrijdingsmaatregelen volgens
de art. 8 en 9 van het wetsontwerp
(van overheidswege doen uitvoeren
ervan, verbieden van aardappelteelt,
e.d.) te doen vaststellen door daar
toe aan te wijzen deskundigen, die de
werkelijk geleden schade door oogst-
vermindering zullen taxeren. Vergoe
ding zal worden toegekend in alle
gevallen, waarin de noodzakelijkheid
van de bestrijdingsmaatregelen niet
het gevolg is van nalatigheid van
dëgene, die de schade lijdt.
De mogelijkheid, tot uitvaardiging
van een verbod of beperking van de
invoer wordt wenselijk geacht, doch
het ligt niet in de bedoeling er reeds
spoedig gebruik, van te maken.
Graanregeling
voor de Oogst 1947
De mogelijkheden tot import van
granen zijn nog zeer beperkt. De aan
voeren in de beide na-oorlogse jaren
bedroegen nog geen 50 pCt. van het
geen Nederland vór de oorlog gemid
deld aan granen importeerde. De voor
uitzichten voor het seizoen 1947'48
zijn nog geheel onzeker en er zal ern
stig rekening mede moeten worden ge
houden ,dat ook in het komende sei
zoen aanmerkelijk minder graan ge
ïmporteerd zal kunnen worden dan
nodig zou zijn om een normale be
hoefte te dekken. Vrije aankoop in het
buitenland is nog niet mogelijk, aan
gezien de internationale organisaties
op het gebied van de voedselvoorzie
ning de in de exportlanden beschik
baar komende voorraden toewijzen op
basis van de behoefte voor de directe
menselijke consumptie. Het is niet al
leen practisch uitgesloten, dat voor
veevoederdoeleinden graan in het bui
tenland aangekocht kan worden, doch
granen, welke normaal voor veevoe
der werden aangewend .worden thans
voor menselijke consumptie toegewe
zen. Zo wordt in ons land reeds ge
durende enkele maanden mais in het
brood verwerkt.
Er moet op worden gerekend, dat
ook in het aanstaande seizoen de voor
uitvoer in de exporterende landen be
schikbaar komende hoeveelheden
graan niet toereikend zijn om de be
hoeften voor de importerende landen
te kunnen dekken.
Voor de voorziening van mens en
dier zal Nederland in het seizoen 1947
1948 dan ook voor een belangrijk
percentage op de inlandse graanoogst
zijn aangewezen. Er zal daarbij in de
eerste plaats voor moeten worden ge
zorgd, dat de broodgraan voorziening
voor een zo hoog mogelijk percentage
uit de eigen oogst wordt gedekt, ter
wijl daarnaast zekere hoeveelheden
beschikbaar zullen moeten komen
voor de grutterswarenvoorziening e.d.
Van de granen, welke niet direct voor
de genoemde doeleinden nodig zijn,
zullen voor zover mogelijk rede
lijke hoeveelheden aan de telers wor
den toegewezen voor aanwending in
eigen bedrijf. De resterende hoeveel
heden zullen beschikbaar moeten ko
men voor de veevoederdistributie.
Van telerszijde is verzocht de leve
ringsverplichting aan de landbouwers
op te leggen in de vorm van een aan
slag, waarbij niet wordt uitgegaan^ van
de feitelijke dorsresultaten. Aangezien
een aanslagregeling evenwel slechts
dan is uit te voeren, wanneer van een
„soepele" leveringsverplichting kan
worden uitgegaan, kon het Ministerie
van Landbouw, Visserij en Voedsel
voorziening, daarbij rekening houden
de met de huidige moeilijke graan-
positie .hiertoe niet over de gehele
lijn overgaan. In het bijzonder voor de
tarwe, welke voor een zo hoog mo
gelijke percentage beschikbaar moet
komen, alsmede voor rogge en gerst
voor zover deze wordt geteeld op
de bedrijven met een naar verhouding
voor artsen en dierenartsen
22 Juni
Artsen
Dienst hebben de artsen: Veenis,
Beeker, Hoogkamer, Spits, Koning,
Bouwman, Schreuders, Brand en
Boerima.
Geen dienst hebben de artsen: Olree,
de Groot, Tamsma, Werner, Versluis,
de Boer, Groenhart, van Sloten en
Swaters.
Dierenartsen
Dienst hebben de dierenartsen: Reits-
ma te Slootdorp en Hakkesteegt te
Sdhagen.
Geen dienst de dierenartsen v. d.
Kolk, Nieuwe Niedorp en Dekker
't Zand.
Voor het tijdvak van 22 Juni t.m. 5 Juli 1947 geeft elk dei-
volgende bonnen recht op het kopen van:
Bonkaarten KA, KB, KC 707 (Serie F)
F-01 brood
F-02 brood
F-01 boter
F-02 boter
F-01 melk
F-03, F-05 mell
F-06 melk
F-01 vlees
F-02 vlees
F-01 algemeen
F-02 a'gemeen
F-03 algemeen
F 04 algemeen
F-01 reserve
Ff03 reserve
F-04 reserve
F-06 reserve
F-07 reserve
Bonkaarten KD, KE 707
F-ll brood
F-lï boter
F-12 boter
F-13, F-15 melk
F-ll, F-12 vlees
F-ll algemeen
F-12 algemeen
F-13 reserve
F-14 reserve
F-16 reserve
800 gram brood
400 gram brood
125 gram boter
250 gram margarine of 200
gram vet
4 liter melk
7 iiter melk
1 ei
100 gram vlees
200 gram vlees
200 gram kaas
100 gram bloem of zelfrijzend
bakmeel of kinder
meel (niet uit rijst
bereid)
125 gram koffie
50 gram thee
125 gram margarine of 100
gram vet
1600 gram brood
125 gram margarine of 100
gram vet
800 gram brood
125 gram boter
(serie F)
800 gram brood
250 gram boter
125 gram margarine of 100
gram vet
12 liter melk
100 gram vlees
100 gram kaas
l ei
800 gram brood
100 gram bloem of zelfr. bak
meel of kindermeel
(niet uit rijst, her.)
600 gram bloem of kinderni.
(niet uit rijst ber.
of zelfr. bakmeel
MC. MD, ME, MF, MG 707 (bij/,
zieken (serie F)
800 gram brood
250 gram boter
250 grarr margarine of 20!)
gram vet
5 liter melk
300 gram vlees
100 gram vlees
200 gram kaas
5 eieren
Bankaarten MA, MB,
arbeid a s. moeders en
F-21 brood
F-21 boter
F-22 boter
F-21 melk
F-21 vlees
F-22 vlees
F-21 kaas
F-21 eieren
Op 26 Juni zullen bonnen worden aangewezen voor suiker
cacao, versnaperingen en ta bak.
Bovengenoemde bonnen kunnen reeds op Vrijdag 20 Juni
a.s. worden gebruikt, met nf zondering van de bonnen voor
melk, waarop eerst met ingang van Maandag 23 Juni a.s.
mag worden gekocht.
De niet aangewezen bonnen vdn de serie E kunnen wor
den vernietigd.