herrijzend
W ieringermeerland
Eerste steenlegging
Van Zwic/e^ee
tot vruchtbaar land
3e Jaargang no. 13 - 26 Juli 1947
Redactie
en administratie
Nieuwe Niedorp B 58
Tol. 206, Kengetal 2261
Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten
V
(v. V.) Van het gehele complex
Zuiderzeewerken, zal de afsluitdijk,
WieringenFriesland wel ten eeuwige
dage het meest tot de verbeelding
blijven spreken, als uitzonderlijke
staal van waterbouwkunde.
Uiteindelijk is hetgeen wat achter
de dijk ligt natuurlijk veel belangrij
ker voor ons volk.
Wanneer de vier polders eens klaar
zullen zijn, dan is niet minder dan
224.000 ha. vruchtbare grond aan ons
land toegevallen. Land verworven in
vreedzame strijd.
Doch als deze polders geheel klaar
zijn, dan zullen zij eender als andere
polders zijn. Wij zien het thans reeds
in de Wieringermeer, men heeft de
grootste moeite soms om landgenoten,
die de polder komen bezoeken en een
zeer oppervlakkige kennis hebben van
de geschiedenis van ons land, aan
hun verstand te brengen dat de Wie-
ringermeerpolder op het diepste punt
ruim 5 meter beneden de zeespiegel
ligt. Eu dat zegt ze soms nog niets.
Dit bewijst wel de idiote ervaringen
die men heeft opgedaan na de ramp
van 17 April 1945. De opvattingen
over de „inundatie", bij een- groot
deel van ons volk, hierover waren
meermalen bij het belachelijke af.
Doch ook de „oude garde" die er
woont, en die de polder vanaf de eer
ste momenten der droogvalling heeft
helpen opbouwen, moet zich soms
geweld aan doen om zich te reali
seren, dat deze bodem aan de zee is
ontworsteld.
Doch een polder is tenslotte geen
bijzonderheid in ons vaderland... Men
rijdt practisch van de ene polder in de
andere. Aanleg, outilage, al naar het
tijdsgewricht waarin hij werd aange
legd, verschillen, het principe van in
poldering en bedijking is altijd de
eeuwen door het zelfde gebleven.
Doch de ruim 30 km. lange afsluit
dijk met zijn prachtige kunstwerken,
alles in volle zee gemaakt zal daar
altijd blijven liggen als een monu
ment, waar men steeds met ontzag
op neer zal zien. Een machtig bol
werk als beschermer van de daar
achter liggende polders, tevens een
rechtstreekse verbinding van Holland
met de Noordelijke provincies.
De in 1926 aangevangen bouw van
de afsluitdijk, opgedragen aan de
M.U.Z., waarvoor in grote trekken
van staatswege een werkplan was op
gemaakt, was een ware demonstratie.
Was men genoodzaakt geweest bij
de bouw van de dijk door het Amstel-
diep reeds speciaal materiaal te ge
bruiken, voor de afsluitdijk Wieringen
Friesland was dit zeker nodig.
Het materieel, dat door de M.U.Z.
gebruikt werd, was te splitsen in ge
woon- en speciaal materieel. Om een
indruk te geven van het materieel
waarmede het offensief tegen het wa
ter van Wadden- en Zuiderzee werd
ingezet, zullen wij er een opsomming
van geven.
Tot het gewone materieel werd ge
rekend: 11 baggermolens, 7 profiel
zuigers, 7 perszuigers, 72 sleepboten,
12 motorboten, 65 elevatorbakken, 21
elevatorklepbakken, 105 dekschuiten,
2 stoombunkerschepen, 3 motorboten
voor watervoorziening, 8 kolenbakken
3 kolen- en waterbakken, 35 motor-
vletten, 73 roeivletten, 31 arken, 3
lichtschepen, 3 smederijschepen, 2
stoomboten voor personeelvervoer, 3
directie-stoomboten.
Het speciale materieel was als volgt:
24 keileem-oplossers van 150 m3 in
houd, 6 zware grijperkranen voor kei-
leem, gemonteerd op zeewaardige pon
tons, voorzien van stoom-ankerlieren
en spuds, 4 lichtere kranen, geschikt
voor keileem grijpen, 3 keileemtrans-
porteurs, 5 motorsteenkranen, 4 kra
nen voor diverse doeleinden, 6 zeer
sterxe ki-aan bakken, 1 door stoom be
wogen ponton waar-mede ruim 600 ton
steeix geladen kon worden, 1 dx-ijvende
lichtcentrale.
Het gewone materieel was voor het
grootste gedeelte eigendom van de
aandeelhoudei-s der M.U.Z. en werd
door hen aan de M.U.Z. verhuurd
voor de gehele duur van het werk.
Het speciale materieel was eigendom
van de M.U.Z.
Op de vaste wal te Den Oever,
Breezand en Harlingen werden sme
derijen, magazijnen voor verbruiks-
goederen, drinkwater- en olietanks,
waar de schepen snel water en olie
zouden kunnen laden, benevens in de
werkhavens te Den Oever een vaste
bok van 30 ton met electrische lier,
opgericht.
Doch dit betrof nog maar alleen
het dode materieel.
Ook voor de duizenden ai'beiders
die te werk gesteld zouden worden,
moesten maatregelen getroffen wor
den op allerlei terrein. Zij moesten
gehuisvest worden op de te maken
dijkvakken. Hiervoor werden ge
bouwd 54 volksketen voor 30 man, 3
keten voor bazen, 8 schaftlokalen en
een 8-tal dag-keten, benevens een
aantal kleinere gebouwen.
Vanwege de Volksbond tegen drank
misbruik werden cantines opgericht.
Voor de directeur-hoofduitvoerder
werd te Westerland een villa („Wa-
terkeer") gebouwd, voor enige hoofd-
xiitvoerders te Hippolytushoef een
tweetal villa's, te Oosteidand een
dubbele villa (nu jeugdherberg) en
een complex woningen, wat al spoe
dig in de volksmond als M.U.Z.-park
werd aangeduid. Aan de Molgerdijkte
Den Oever werden voorts nog een
aantal woningen voor het hogere ad
ministratieve personeel gebouwd.
Een groot aantal woonketen verrees
op verschillende plaatsen van het ou
de eiland, welke meestal door eige
naren van een perceeltje land werden
gebouwd om te worden verhuurd aan
het vreemde werkvolk.
Uit Zuidholland, Zeeland en Bra
bant werd in hoofdzaak het geschool
de personeel gerequireerd, baggerper-
soneel, rijswerkers, steenzetters, enz.
Voorts werd een groot aantal oud
vissers van Wieringen, Urk, Marken
en andere vissersplaatsen rond de
Zuiderzee, als vlet- en of bakschipper
te werk gesteld.
Dat voor een dergelijke onderne
ming een uitgebreide administratie
noodzakelijk was sprak haast vanzelf.
In het hoofdgebouw van de M.U.Z.
werkte te Den Oever zeventig man
personeel. Voor het ongehuwde per
soneel werd een speciale keet ge
bouwd, welke „Onder één dak" werd
gedoopt.
Door het Rijk waren vele eisen ge
steld, wat betreft de medische, sociale
en sanitaire verzorging van de te-
werkgestelden bij dit reuzenwerk. Te
Kornwerderzand wei-d een arts (Dr.
A. P. Hoogkamer) en een verpleegster
gestationneerd, te Den Oever boven
dien nog een verpleger. Verbandloka-
len met een klein noodziekenhuis] e
werden eveneens gebouwd.
Al deze voorbereidingen betroffen
de uitvoering van het werk, doch ook
voor de directie Zuiderzeewerken
werden diverse gebouwen gesticht te
Den Oever en Harlingen alsmede op
de diverse punten van het werk.
Ontspanningsverenigingen kwamen
tot stand. Er was een vereniging van
M.U.Z.-personeel en er was een ver
eniging van het directie-personeel
T.O.V., van deze laatste was Ir. Rin
geling de ziel. Wederzijds werden bi
bliotheken aangelegd. Tennisbanen en
sportterreinen. Er werden goede to
neelavonden gegeven, koi'tom men
was in alle opzichten ingesteld op een
langdurig verblijf te Wieringen en er
kon toen uit ruime beurs al het mo
gelijke worden gedaan, om voor allen,
die op een of andere wijze bij het
werk waren betrokken, het gemis van
de huiselijke haard niet al te groot
te doen zijn.
De cijfex'S zijn ontleend aan 'n
brochure van de M.U.Z.
(Nadruk verboden).
(Wordt vervolgd)
Graanpakhuis en Koelhuis Z.W.M.
Voor de Coöp. Zaaizaad- en Poot-
goedtelersvereniging „Wieringermeer"
kortweg Z.W.M. in de omgangstaal
genoemd, was Zaterdag 19 Juli 1947
wel een bijzondere dag.
Het feit dat die dag te Middenmeer
de eerste steenlegging kon plaats vin
den van een graanpakhuis ter opper
vlakte van 1200 m2, met een totale
inhoud van 10.000 m3 en van een
koelhuis ter grootte van 10.000 m2 met
een capaciteit van 750.000 kg pootaard-
appelen, waar bovendien de oud-voor
zitter van de vereniging de heer S. L.
Mansholt, thans minister van Land
bouw, Visserij en Voedselvoorziening,
luister heeft bijgezet door zijn aanwe
zigheid bij deze plechtigheid, maar
bovenal het feit, dat de eerste steen
legging van het graanpakhuis werd
verricht door de oprichter, oud-voor
zitter en thans ere-voorzitter de heer
Abr. Langereis was een bijzondere
mijlpaal in de nog jonge geschiedenis
van de Z.W.M.
De eerste steenlegging was een
symbolische handeling. De gebouwen
zijn al in vergevorderd stadium, maar
dat doet aan de handeling als zoda
nig geen afbreuk.
Er was voor deze gebeurtenis flinke
belangstelling en tal van autoriteiten
uit de Coöperatieve wereld, zomede
bestuurders van organisaties die an
nex met de Z.W.M. gaven acte de
présence. Burgemeester Loggers en de
Krijn, voorz. van de Comm. Weder
opbouw waren wegens vacantie ver
hinderd, terwijl ook Ir. S. Smeding
bericht van verhindering had gezon
den.
De heer A. C. Kemmeren sprak een
welkomstwoord tot de genodigden en
wel speciaal tot minister Mansholt.
Spr. dankte allen die op enigerlei wij
ze bij de bouw zijn betrokken, ter
wijl tevens dank werd gebracht aan
de Comm. Wederopbouw voor de vlot
te medewerking die is gegeven om
de plannen van de Z.W.M. te doen
uitvoeren.
Hierna reikte de heer Kemmeren
het verchroomde troffeitje over aan
de jongeheer Albert Kroeze, zoontje
van de directeur der Z.W.M. die de
eerste steen legde voor het koelhuis.
Een zelfde trof feit je werd aan de
heer Abr. Langereis overgereikt die
de symbolische handeling voor het
graanpakhuis verrichtte, i
Op de troffels is een zilveren plaatje
gemonteerd met inscriptie, die een
blijvende herinnering is voor beiden
eerste steenleggers.
Namens de heer Langereis sprak
de heer Kroeze enige woorden van
dank voor de gelegenheid die hem is
geboden om als oprichter van de
Z.W.M. de eerste steen te mogen leg
gen voor het nieuwe pakhuis, temid
den van de ruïne van het oude wat
door het water werd verwoest.
Minister Mansholt sprak vervolgens
een rede uit, waarin hij allereerst liet