herrijzend W ieringer meerland Zijpe 350 jaar Zuidek$£,c tot vruchtbaar land 3e Jaargang no. 20 - 13 September 1947 Redactie en administratie Nieuwe Niedorp B 58 Tol. 206, Kengetal 2261 Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten Van XII (v. V.) De werken aan :de afsluit dijk WieringenFriesland welke door de M.U.Z. onderhanden waren verliepen geheel in het tempo zoals dit in het werkschema was berekend. De kunstwerken voor het regelen van de waterstand en ook scheepvaart tussen Waddenzee en IJsselmeer mo gelijk te maken kregen hoe langer hoe meer (gestalte. Machtig staan de ze bouwwerken daar. Het complex ten Oosten van Den Oever bestaat •uit 3 groepen van 5 uitwateringsslui zen, iedere uitwateringssluis 12 m. breed, terwijl er tevens een soheep- vaartsluis werd gemaakt van 14 m. doorvaartwijdte en twee bruggen. Het complex ,te Kornweerderzand bestaat uit 2 groepen van 5 uitwa teringssluizen van 14 m. en een van 9 m. doorvaartwijdte, terwijl ook hier twee bruggen werden gebouwd. Toen in September 1926 het ma ken van de afsluitdijk aan de M.U.Z. werd opgedragen was van staatswe ge reeds in grote trekken een werk plan opgemaakt, waarmede de M.U. Z .directie zich geheel kon verenigen en dat dan ook afgezien van ene verkorting van de uitvoeringsduur van zeven tot zes jaren is aan gehouden. Dit programma maakte het nodig dat met grote spoed werd gewerkt aan de beide grote sluiscomplexen, immers de sluizen moesten in elk ge val gereed zijn voor de afsluitdijk kon worden gesloten. Einde 1930 wa ren deze kunstwerken dan ook ge reed. In 'het hiervoor genoemde werk plan was voor de verdere dijkbouw het volgende programma ontworpen. Om technische redenen werd er de voorkeur aan gegeven de twee delen van de dijk, die door diepe geulen lo pen (grootste diepte 13 meter) voor het laatst te bewaren. Dat zouden dus de zgn. sluitgaten worden, die men in 1932 'hoopte te dichten. Al leen heeft men willen verhinderen, dat de stromen, 'die sterker worden, naarmate de dijk groeit, de diepte in de sluitgaten nog zou vergroten en daarom die sluitgaten al in 1929 en 1930 „beteugeld". Dit wil zeg gen, dat men er reeds een drempel van ikeileem in heeft gelegd tot on geveer 4 meter onder water. Die drempel is met zware zinikstukken zeer verlicht, doordat men reeds een dijk onder water vindt, waarop het Kornweederzand, het tweede ongeveer 3.7 k.m. beoosten Wieringen (Vlie- ter). Hieruit volgt, dat in 1929, 1930 en 1931 van Wieringen uit ongeveer 3700 meter en verder tussen de sluit gaten in een dijkvak van ongeveer 15.500 meter moest worden gemaakt. Na afloop van de strenge winter werd begin April 1929 met volle kracht begonnen aan de bouw van de beide vluchthavens en de opslagter reinen, die midden in zee, op het zgn. Breezand verrijzen moesten. Bree- zand was niet een droogvallende zandplaat, doch een ondiepte in de Zuiderzee waar meer dan 3 meter water stond en welke gelegen was 17 km. varen van den Oever en 24 km, varen van Harlingen. Niettemin wer den in 1929 deze havens, waarvan de Noordelijke een wateroppervlakte heeft van ongeveer 3 ha., en de Zui delijke van 5.5 ha., en de opslagter reinen, die rond 9.5 ha. groot zijn, geheel voltooid benevens nog 1000 m. van de aan deze havens aansluitende afsluitdijk, zodat met inbegrip dei- havens een dijkvak over een lengte van 2000 m. voltooid was. Ook werd in de- loop van 1929 de geul „Mid delgronden" beteugeld over een leng te van 1665 meter. Daar op 30 Ju ni van dat jaar het Zuidelijk sluit gat van de Wieringermeerdijk was gesloten, kon het daar vrijkomend materiaal direct naar het „Gaatje", een vaarwater beoosten Wieringen versleept worden om een begin te malkan met de bouw van het dijkvak Gaatje-Zwin en kon, nadat 29 Juli het Noordelijk sluitgat van de Wie ringermeerdijk gedicht was, in de maand Augustus ook het overige ma teriaal daaraan gaan medewerken. Doordat dus hier een en dezelfde Maatschappij de bouw van de polder dijk en van de afsluitdijk uitvoerde, behoefde men in het gunstige jaar getijde geen tijd verloren te laten gaan, zodat de grote kranen en de keileemoplossers dan ook geen dag ongebruikt lagen. Het bleek mogelijk in 1929 een dijk vak lang 1100 meter tussen Gaatje en Zwin gereed te maken, terwijl ook nog 500 meter van de geul „Vlieter" beteugeld werd. In 1930 kon half Februari met de werken worden aangevangen en be gin Maart was men op 3 plaatsen met 3 afdelingen tegelijkertijd aan de bouw van de afsluitdijk werkzaam. Een afdeling, gevestigd te Harlin gen, maakte dat jaar 3500 mtr. van af Breezand-Oost in de richting van de Friese kust. Een afdeling, gevestigd te Bree zand, maakte 2735 meter van Bree- zand-West in de richting Wieringen. De derde afdeling, gevestigd te Wie ringen, maakte het 1900 meter lange dijkvlak ZwinVlieter benevens de verbinding van het dijkvak Gaatje Zwin met de sluisput te Den Oever, zijnde een lengte van 700 meter, waardoor het „Gaatje" gesloten werd. Ook voltooide deze afdeling de 'ge hele beteugeling van de „Vlieter" to taal 2792 meter. De totaal in 1930 gemaakte dijk- lengte bedroeg dus rond 8800 me ter: In 1931 moest door de te Harlingen gevestigde afdeling 3200 meter ge maakt worden, zijnde 'het dijkvak van Breezand-Oost tot aan de Westzijde van de beteugelde Middelgronden en door de andere afdelingen tezamen 4062 meter, zijnde het dijkvak van Breezand-West tot aan de Oostzijde van de beteugelde „Vlieter". In totaal dus rond 7300 meter dijk. Er bestond dus alle hoop dat ein de 1931 de afsluitdijk 'klaar zou zijn, behoudens de beide beteugelde sluit gaten m.1. de Middelgronden ter leng te van 1665 meter en de „Vlieter" ter lengte van 2792 meter. Op deze beide beteugelingen werd de dijk in 1932 gesloten. (Nadruk verboden) (wordt verv.) De oudste polder In onze schetsen „Van Zuiderzee tot vruchtbaar land" schreven wij, dat men zich niet meer realiseert, dat men in Noord Holland practisch van de ene polder in de andere gaat bij een tocht door onze provincie. Thans vieren we jaar op jaar eeuw feesten van polder als Anna Pau- lowna, Waard en Groet, De Purmer, De Beemster en nu is het weer De Zijpe die onze aandacht vraagt voor haar 350 jarig bestaan. De geboor tedatum van onze oudere polders staan niet zo erg vast, omdat men vroeger een dergelijk werk aanving om het dan plotseling maar eens 'n jaar of tien te laten rusten. Er is wel niemand die zal willen tegenspreken dat de geschiedenis van de Wieringermeer op 21 Augustus 1930 aanving. Van de Zijpe is dit moeilijker te bepalen, aangezien reeds in 1387 door hertog Albrecht van Beieren conces sie werd verleend om over te gaan tot de bedijking van „dat land bi der Zipe". Nog voor het land droog viel brak de dijk door en het duurde anderhal ve eeuw voor dat men er weer aan begon. In 1551 werd er aan onderne mende mensen van die tijd octrooi verleend om het vruchtbare land in te polderen, doch terwijl het land nog blank stond werd reeds begonnen met de verkoop van land om con tant geld. De kosten van inpoldering liepen ver boven de raming uit. Men gaf het weer op en het werk bleef liggen. In 1561 werd het hervat. Een be drag van f 80.000 werd uitgetrok ken en er scheen dit keer kans op succes. Er verrezen enkele huizen in de polder, maar lang duurde de voor spoed niet. Op 1 November 1570 brak PAARDENFOKKERS OOGSTTEN NATIONALE SUCCESSEN Bij de nationale tentoonstelling, uitgaande van de Hollandse Mij. van Landbouw en tijdens het eeuwfeest te den Haag gehouden, maakten enige paardenfokkers uit de W-meer een goede naam. Het waren vnl. de warm bloedfokkers die de erepalm oogstten. Voor het Groningse type, rubriek één-jarige merries, behaalden „Gees- je" en „Krennie" eigenaren resp. H. Homan te Slootdorp en Th. Oosten burg te Middenmeer een 3e premie terwijl „Eatinka", eigenaar J. P. J. Hopman te Wieringerwerf, een 2e premie verwierf. In de rubriek twee-jan ge merries was het „Elea" eigenaar H. Homan te Slootdorp die een 3e premie oogst te. In de rubriek drie-jarige merries wist „Celen-a" de le prijs binnen te halen, terwijl „Yvonne" een 2e pre mie won. Beide dieren waren eigen dom van de heer H. Homan te Sloot dorp. In de rubriek 4-jarige en oudere merries behaalde L. Nieboer te W' werf met „Figona" een 2e prijs en J. Nieuwhof te Middenmeer met „Grootvorstin" een 3e prijs. Een 3e prijs viel eveneens ten deel aan M. Vossen te W'werf met „Ganilla". In de rubriek 4-jarige en oudere stermerries behaalden „Golanda" eig. J. Boerma te W'werf beiden een le prijs. de dijk door en werd het pas ver worven land weer overstroomd, waar 200 mensen en tal van paarden en koeien bij om het leven kwamen. In 1597 ondernam men andermaal een poging. Vier maal werden de dijken door springvloeden vernield, •maar men hield vol. In 1597 waren er dagelijks niet minder dan 3000 men sen bij het werk betrokken. Het jaar 1597 heeft het huidige geslacht aangehouden als het jaar waarin de Zijpe is ontstaan. Men heeft zich nu opgemaakt om dit 'heugelijke feit feestelijk te her denken vier dagen lang, n.1. 13, 14, 15 en 16 September. Er is door de divers comité's hard gewerkt om de grote tentoon stelling die te Schagerbrug wordt ge houden te doen slagen. Over de in schrijvingen behoeft men niet te kla gen. Op het gebied van veeteelt, land en tuinbouw, belooft het iets bijzon ders te worden, terwijl ook de mid denstand haar beste beentje voorzet om goed voor de dag te komen. Ver der as aan de feesten verbonden een historische tentoonstelling, wieler wedstrijden, vuurwerk, harddraverij een paardenmarkt en natuurlijk een groot lunapark. Men ziet, De Zijpe vraagt de be langstelling in ons gewest en we ge loven zeker dat de inwoners uit de Wieringermeer, het jongste broertje van deze polder, op een van de her denkingsdagen naar Schagerbrug zul len gaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1947 | | pagina 1