herrijzend
W ierinqermeerland
vruchtbaarland
Voor volgend jaar
nu reeds aan de slag
3e Jaargang, no. 21 20 September 1947
Redactie
en administratie
Nieuwe Niedorp B 58
Tul. 206, Kengetal 2261
Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten
Van
XIII
tot
(v.V.) Verschillende malen is in de
ze schetsen reeds gesproken over de
gemalen „Lely" en „Leemans", 'tgeen
■eigenlijk niet juist was, althans wat
het noemen van de namen betreft.
Pas bij de officiële inbedrijfsstel-
ling van gemalen op 10 Februari 1930
werd door de Minister van Waterstaat
aan het gemaal nabij Medemblik de
naam „Lely" gegeven ter herinnering
aan de uitnemende verdiensten van
Dr. Ir. C. Lely, en aan het gemaal
nabij Den Oever die van „Leemans"
ter herinnering aan de belangrijke ar
beid van Ir. W. F. Leemans, voor de
afsluiting en droogmaking der Zui
derzee.
Gelijk reeds hierboven werd mede
gedeeld, werden op 10 Febr. 1930 de
gemalen van de Wieringermeer plech
tig in bedrijf gesteld en hiermede daad
wex-kelijk een begin gemaakt met de
drooglegging van de eerste polder in
de Zuiderzee.
Hoewel het hier een belangrijke
etappe betrof in een werk van we
reldvermaardheid, werd de inbedrijfs-
stelling der gemalen een eenvoudige
plechtigheid, die slechts door een
klein aantal genodigden en belangstel
lenden werd bijgewoond in het gemaal
te Medemblik, waar de minister van
Waterstaat na het uitspreken van een
rede opdracht gaf tot het in bedrijf-
stellen der gemalen. Dr. H. Colijn, voor
zitter van de Zuiderzeeraad sprak ver
volgens, alsmede de Directeur-Gene
raal der Zuiderzeewerken, Ir. V. J. P.
de Blocq van Kuffeler.
Voor de officiële in bedrijfsstelling
hadden de gemalen reeds verschil
lende malen px*oefgedraaid en door
dat de Wieringermeer nog in verbin
ding stond met de scheepvaartope
ning te Kolhorn kon via het randka-
naal en door het Balgzandkanaal en
de Sluis te Oostoevex", door middel
van afspuien het peil in de polder
reeds worden verlaagd, zodat toen op
10 Februari een geregelde bemaling
aanving de waterstand reeds met 85
cm. was gedaald.
Omdat in de eerste periode van 't
droogmalen de pompen maar een be
trekkelijk geringe opvoer hoogte heb
ben en dus grotere hoeveelheden wa
ter uitslaan dan hun normale op
brengst werden speciale waaiers aan
de pompen gemonteerd waardoor de
hoeveelheid water die per minuut
kon worden uitgeslagen belangrijk
werd opgevoerd. Op deze wijze werd
door de 3 pompen van de „Lely" en
de 2 van de „Leemans" tezamen 3200
kubieke meter per minuut uitgesla
gen of ruim vier en een half millioen
kubieke meter per etmaal. En toch
daalde het water in de Wieringer
meer maar met ca. 2 cm. per etmaal,
terwijl met nog enige aftrek voor re
genval en kwel rekening diende ge
houden te worden. Op 1 April 1930
was de waterstand in de polder ver
laagd tot 1.85 min N.A.P., zodat in
48 etmalen precies een meter water
was afgemalen. Verschillende randge-
deelten beginnen reeds droog te val
len vooral onder Wieringen, tot een
gezamenlijke oppervlakte van ca. 3000
H.A. Dat „droogvallen" van de rand
moet natuurlijk met een korreltje
zout worden genomen. Het was b.v.
vanuit Wieringen maar op enkele
punten mogelijk om een 50 tot 100
meter de toekomstige polder in te
wandelen, de bodem had natuurlijk
niet die doorlaatbaarheid als na de
tweede droogvalling omdat kavel- en
wegsloten alsmede drainage ontbrak.
Toch was het in die dagen mach
tig interessant om op „excursie" te
gaan op de drooggevallen gx'onden.
Er hing een niet te definiëren stilte,
het water trok onzichtbaar terug. De
grond box-relde; hier en daar begon
de bodem te scheuren, de aanblik
kwam overeen met een maanland
schap, schreef de hoefijzercorrespon-
dent van het Handelsblad, na zijn be
zoek aan de dx-oogvallende Wieringer
meer.
Intussen werden de plannen voor
de verkaveling en in cultuur brenging
van de polder reeds in voorbex-eiding
genomen. Het verslag van de commis
sie ter bestudering van de uitgifte der
Zuiderzeegronden, welke commissie
reeds op 24 December 1926 door de
Minister van Waterstaat was inge
steld, waarvan mr. G. Vissering de
voorzitter en Prof. Dr. H. N. ter Veen
de secretaris was en later kox-tweg de
commissie Vissering werd genoemd,
werd uitgebracht en openbaar ge
maakt. Er werd bij beschikking van
7 Mei 1930 - te rekenen vanaf 1 Jan.
1930 - ingesteld een Dienst voor het
in cultuur brengen van de in de Wie
ringermeer drooggevallen gronden.
Aan het hoofd van deze dienst werd
een Directie gesteld, bestaande uit 3
leden, waarvan één voorzitter. Tot
leden der voorlopige Directie werden
benoemd: ir. S. Smeding, Rijksland-
bouwconsulent te Schagen Ir. F. P.
I Mesu, Rijkslandbouwconsulent te
Zwolle en Ir. Alph. Roebroek, Rent-
meester der Domeinen te Klundert.
Smeding werd voor bet. jaar 1930
tot voox-zitter aangewezen.
(Nadruk verboden).
wordt vervolgd)
Preekbeurten
en Kerknieuws
Slootdorp, 1.30 uur, Ds Germans, ex
tra collecte voor het wijkwerk.
Middenmeer, 10.30 uur, Ds Germans,
extra collecte voor het wijkwerk.
Wieringerwerf, 14.00 uur, Ds Vink.
Geref. Kerken.
Slootdorp, 9 uur, Leesdienst.
Slootdc i j .ir, Ds Schenkeveld.
Middenmee:9 uur, Leesdienst.
Middenmeer, 2 uur, Ds Post.
Wieringerwerf, 10 uur, Ds Post.
Wieringerwerf, 4 uur, Ds Post.
Doopsgezinde gemeente.
Wieringerwerf, 7 uur, Ds Oosterbaan.
Geref. Kerk W. Meer.
(Onderh. art. 31 KO).
Wieringerwerf, 11 uur, Ds Blokland.
Wieringerwerf, 3 uur, Ds Blokland.
Chr. Geref. Evangelisatie.
Slootdorp 7 uur, de Heer Visser.
Preekbeurten in de Ring Ned. Herv.
Gemeente.
Medemblik, 10 uur, Ds v. d. Neut.
Opperdoes, 9.30 uur, Ds Kloosterman.
Opperdoes, 7 uur, Ds Kloosterman.
Lambertschaag, 14 uur, Ds v. d. Neut.
Oostwoud, 9.30 uur, Mej. van Vliet.
Midwoud, 9.30 uux\ Ds Vink.
In 1948 hoopt H.M. de Koningin
haar 50-jarig huwelijksfeest te her
denken. Ons volk hoopt dit te kun
nen vieren onder omstandigheden, be
ter als waaronder we nu leven, dat
wil dus zeggen dat het algemeen
beeld van de toestand van ons land
cn de wereld, er voor de toekomst
er weer wat hoopvoller gaat uitzien.
Allerwege houdt men in ons land
thans rekening met een grootse her
denking van dit voor ons land zo
zeer bijzondere jubileum.
Er zal straks gelegenheid te over
zijn om uitvoerig te schrijven en te
spreken over de regering van Konin
gin Wilhelmina. De samenstellers van
het officiële gedenkboek hebben een
benijdenswaardige en dankbare taak.
Er bestaat in Nederland weinig ver
schil van mening over ons vorsten
huis, het is hecht verbonden met ons
volk.
Nederland zal zich dus gaan opma
ken om dit jubileum te gaan herden
ken. In alle plaatsen van ons land
hoe klein ook, zullen Oranje-comité's
en verenigingen plannen maken om
tot een waardige en grootse feestvie
ring te komen.
Ook in de Wieringermeer zullen we
meedoen, de belangstelling hiervoor is
algemeen in de polder.
We zullen hierbij het verleden moe
ten laten rusten. Hoe we het voor de
oorlog deden, doet niet zoveel ter
zake meer. Het goede wat toen ge
schiedde kunnen we overnemen, wat
vex-keerd was laten we schieten.
Hoofdzaak is dat de wens levendig
wordt gehouden om tot een gezamem
lijke feestviering te komen, waarbij
aan alle groepen recht wordt gedaan.
Er zijn geen Oranjeverenigingen
meer in de polder. Er is wel een voor
lopig Ox-anje-comité, wat de zorg voor
eixige festiviteiten na de bevx-ijding
op zich heeft genomen.
't Is ons bekend, dat dit comité niets
liever zou willen dan dat op korte
termijn een vereniging met een per
manent karakter wordt opgericht, die
nu x-eeds aan het plannen maken gaat
voor het vele werk wat volgend jaar
zal worden gevraagd.
Deze vereniging zal echter een vol
ledige afspiegeling moeten zijn, van
de diverse groeperingen die de bevol
king heeft.
Op de avond van Koninginnedag is
door de Burgemeester, die als voor
zitter van het voorl. Oranje-comité
sprak, gevraagd vooral wanneer er
critiek was op de wijze waarop men
het feest van de 31ste Aug. heeft
georganiseerd, deze critiek niet onder
zich te houden, doch deze ter kennis
van het comité te brengen.
Het is ons niet bekend of er be
zwaren zijn ingebracht. Uit de in
drukken die wij zelf hebben opgedaan
menen wij te mogen opmaken, dat
men zich algemeen met de wijze
waarop het comité de zaak heeft op
gelost, wel kan verenigen.
Wanneer dit inderdaad het geval is,
is er reeds veel gewonnen in de Wie-
ringex-meer, en kan hier op vooi'tge-
bouwd worden.
De wens leeft dus, zoals wij reeds
hierboven schreven, dat er een per
manente vereniging komt.
Hiervoor is als noodzakelijk kwaad
een vergadering nodig, waar weer de
moeilijkheid aan vast zit, of iedereen
zoveel mogelijk zal komen.
Deze vergadex-ing zal, wil zij slagen,
niet voor of na de beux-s gehouden
moeten worden, zoals dit bij de oprich
ting van V.V.V. gebeurde doch b.v. op
een Zaterdagmiddag, zodat een ieder
in de gelegenheid is om er te komen.
Er zal een opwekking van het voor
lopig comité uit moeten gaan aan de
bevolking, om in zo groot mogelijke
getale deze vergadering te bezoeken.
Lang mag men met deze vex-gadering
niet meer wachten. Wanneer de
weersomstandigheden omslaan en de
dagen snel korten, wordt het weer
moeilijk om de mensen tot vergade-
ringbezoek te verleiden. Wanneer een
maal de vereniging is opgericht, kan
het bestuur en de eventuele commis-
sie's die er dan zullen worden be
noemd aan de slag gaan.
Men kan er gerust op rekenen dat
het voor de Oranjeverenigingen in '48
een druk jaar wordt. Plannen dienen
dus te worden gemaakt en voorbe
reidingen te worden getroffen.
Men wachte dus niet te lang meer.