herrijzend
W ierinq ermeer land
XnLdeAfe&
vruchtbaar land
Vereniging veer Bed liffsvcejiïchlinj
in de Wieringermeer
3e Jaargang, no. 24—11 October 1947
Redactie
en administratie
Nieuwe Niedorp B 58
Tol. 206, Kengetal 2261
Weekblad voor de Wieringermeerbevolking en de herrijzing van het polderland Redacteur: Th. J. van Vegten
Van
'XVI
tot
(v. V.) Voor de chronologische volg
orde dezer schetsen is het noodzake
lijk dat we de Wieringermeer even
laten rusten. Het mag bekend worden
geacht dat de afsluitdijk Wieringen
Friesland ruim anderhalf jaar na het
droogvallen van de polder in zoverre
gereed kwam, dat de Zuiderzee op 28
Mei 1932, om precies te zijn te 13.02
uur, werd afgesloten
jJe werken aan de afsluitdijk wer
den, ondanks dat de Wieringermeer
een groot aantal arbeidskrachten
vroeg, met kracht voortgezet. In de
jaren 1930—1931 werkten aan de af
sluitdijk pl.m. 5000 man. Al het grote
materieel van de aannemers, die zich
in de M.U.Z. hadden verenigd, werd
naar het werk gevoerd. Het ene dijk
vak na het andere kwam gereed.
Van de diverse dijksvakken spreekt
„de Vlieter" wel het meest tot de
verbeelding van het publiek om dat
daav de dijk werd gesloten en een
monument werd opgericht ter nage
dachtenis aan dit feit en het grootse
werk.
Het is al eens eerder vermeld, dat
de namen van de dijksvakken wer
den ontleend aan de namen die de
diverse geulen, zandplaten e.d. reeds
hadden verkregen van vissers en
schippers uit de oudheid. Het is wel
even aardig om verschillende namen
van de dijksvakken te vermelden.
Achtereenvolgens noemen we dan:
Gaatje, Zwin, Vlieter, Javaruggen,
Breezand, Blinde Geul, Middelgron-
den, Kornwerderzand, enz. Middel-
gronden en Vlieter zijn sluitgaten die
nogal moeite hebben gegeven bij het
sluiten.
Vooral de Vlieter liet zich niet spoe
dig bedwingen
Nu wij bij de Vlieter zijn aangeland
komen wij tevens bij een vraag van
een onzer abonné's. Deze vroeg ons
namelijk of er veel ernstige ongeluk
ken hebben plaats gevonden bij de
bouw van de afsluitdijk. Het antwoord
moet ontkennend zijn. Er zijn wel on
gelukken gebeurd en ook wel enkele
met dodelijke afloop. Doch wanneer
we het grote werk in z'n geheel be
zien mag gerust beweerd worden dat
het percentage ongelukken gering is
geweest en het percentage ernstige
ongelukken miniem.
Wanneer men de omstandigheden
keeft gekend waaronder gewerkt
moest worden, dan kan de balans der
ongelukken zeer gunstig worden ge-
I noemd.
De Maatschappij tot Uitvoeringen
van Zuiderzeewerken M.U.Z. en
ook de andere aannemers die zijde
lings bij het werk waren betrokken,
"behoorde tot de grootse in de lande.
Op waterbouwkundig gebied genoten
zij een internationale vermaardheid
Het personeel 'wat bij deze maat
schappijen in dienst was, waren voor
100 procent vaklieden. Het materieel
waar mee werd gewerkt was voor
een deel gloed nieuw en speciaal voor
dit werk gebouwd, doch bovendien
zandzuigers, baggermaterieel, kranen
enz., het behoorde tot het beste der
wereld en voldeed aan de hoogste
eisen der veiligheid.
Hoofduitvoerders, uitvoerders en
voormannen, het was de upper ten
uit onze waterbouwkundige wereld,
die bij de Zuiderzeewerken waren
betrokken. Terwijl de Directie, de
Dienst der Zuiderzeewerken,
Z.W.M. de bekwaamste ingenieurs,
technische ambtenaren en opzichters
naar de werken zond, die er maar te
krijgen waren. Het was de elite van
water-bouwkundig Nederland die el
kaar op dit grote werk rendez vous
gaf.
Het kon dus niet anders of hier
werden grote eisen aan de veiligheid
gesteld en doordat men met uiterst
bekwame mensen werkte was deze
veiligheid, menselijkerwijze gespro
ken, vrijwel verzekerd.
Onvoorzichtigheid, of een teveel op
routine vertrouwen was dan ook voor
het merendeel soms aanleiding tot
een ongeluk. Natuurlijk gebeurde er
dagelijks vast wel eens wat. Er is
reeds vermeld dat op Kornwerderzand
een arts en verpleegster waren ge
stationeerd en dat er te Den Oever
een compleet verband-lokaal met
noodhospitaal stond, op alle boten,
zuigers, baggermolens, kranen en in
alle keten van het werk waren be
hoorlijk uitgeruste verbandtrommels
aanwezig. De arts, verpleegster en
verpleger hadden dagelijks werk, voor
al omdat er natuurlijk onder zo'n
groot aantal mensen, ook zo nu en -
dan zieken voorkwamen, soms ern
stige, en ontvellingen, kneuzingen en
allerlei andere lichte verwondingen
aan de orde van de dag waren. En in
de ziekenhuizen te Alkmaar en Den
Helder werden dan ook regelmatig
enige arbeiders van Zuiderzeewerken
verpleegd, terwijl wanneer de mensen
naar huis vervoerd konden worden,
dit zoveel mogelijk gebeurde.
Maar zoals reeds gezegd, in per-
centagees uitgedrukt, was het aantal
ernstige ongelukken gering. Een
veelvuldig euvel bij de arbeiders wa
ren spierkneuzingen aan de pols bij
steenzetters en steenpuisten bij rijs-
werkers. Wat de spierkneuzingen be
treft bij steenzetters is een logisch
iets. Doch wij hebben nimmer een ver
klaring kunnen krijgen waarom rijs-
werkers zoveel van steenpuisten te
lijden hadden. En toch schijnt het
met de werkzaamheden van deze
mensen verband te houden.
Wij keren echter weer naar de Vlie
ter terug. Aan dit dijksvalc, aan deze
diepe geul in de Zuiderzee is een
ernstig ongeluk verbonden. Men mag
wel spreken van een ramp, want een
viertal mensen verloor hierbij het
leven.
In de „Vlieter" stond een geweldige
stroom en naarmate het tij wisselde
nam dit in kracht toe. Het manoeu
vreren met sleepboten en bakken bo
ven deze stroom vereiste een grote
stuurmanskunst van de kapitein of
schipper.
Op een van deze momenten is de
sleepboot „de Veergat" met een- sleep
bakken achter zich aan gekapseisd.
De gehele bemanning van de boot,
vier mannen, kwamen hierbij om het
leven. Drie heeft men er later opge
haald, doch de vierde heeft men nim
mer teruggevonden.
Dit ongeluk is het grootste wat is
voorgekomen op het werk aan de af
sluitdijk. Er is later natuurlek een
onderzoek naar de schuldvraag ge
daan. Het bleek dan ook dat de kapi
tein van de boot te veel op z'n rou
tine had vertrouwd. De omstandig
heden waren bij de Vlieter dusdanig
dat het onverantwoordelijk was om
over deze stroomversnelling nog heen
te varen. Maar waar de getuigen van
deze ramp allen omkwamen is het
moeilijk een oordeel te vellen. Het
is heel jammer geweest dat dit on
geluk is gebeurd. Men had, zoals men
dit noemde, steeds gelukkig gewerkt.
(Wordt vervolgd).
(Nadruk verboden)
MEDEDELING No. 345
Controleer Uw aardappelkuilen op
het voorkomen van Alternaria
en Fusarium. (Natrot).
Groot was de teurstelling bij enkele
landbouwers, toen bij het blootmaken
van hun aardappelkuilen bleek, dat
de pai'tij voor een groot gedeelte door
een rottingsproces werd aangetast.
Toevalligerwijze waren wij getuige
bij het open maken van een kuil met
Bintje. Het wekte dan ook verwon
dering, dat reeds begin October een
zo groot percentage aardappelen werd
aangetast. Het betrof hier een partij
selectie aardappelen, gekeurd in klas
se A en dus vanzelfsprekend vroeg
gerooid. Ook hier waren de aardap
pelen, zoals dit bij practisch alle vroeg
gerooide percelen het geval is, in ge
ringe mate ontveld. Vanzelfsprekend
trachten we direct uit te maken met
welke ziekte we hier te doen hadden.
De ziekte waardoor het gewas was
aangetast kon dan ook mede dank
zij de zeer duidelijke mededelingen
die over verschillende aardappelziek
ten zijn gepubliceerd, worden vast
gesteld als Alternaria-ziekte gecom
bineerd met Fusariumrot.
Nu is het in de praktijk vaak zo,
dat wanneer een landbouwer bij zo'n
partij aardappelen staat, niet de eer
ste vraag is, met welke ziekte heb ik
te doen, maar wel wordt de vraag
gesteld, geef me een middel dat helpt
en tevens zijn er voorbehoedmidde
len' voor e.v.t. het volgende seizoen.
Het lijkt me dan ook juist deze ziekte
nader te beschrijven.
Fusarimrot.
Wanneer aardappelknollen zijn aan
getast door zwammen, vooral die van
het geslacht Fusarium, worden zij
doorwoekerd met de draden van die
zwammen, die de celwanden vernie
len
De aantasting kan zeer gemakke
lijk plaats hebben door wonden in
de huid, die tijdens de groei of bij
het rooien kunnen worden veroor
zaakt. Meermalen ziet men ook Fusa
rium optreden na een aantasting door
Alternaria. Wanneer er geen aan
tasting door bacteriën bijkomt ont
staat er een typisch z.g.n. droogrot,
waarbij de aardappel zijn vorm be
houdt, maar onder de huid een wei
nig inschrompelt, zodat deze zich
enigszins rimpelt. Wanneer er een
bijkomstige inwerking van bacteriën
optreedt, ontstaat er een natrot, de
aardappel gaat dan over in een geheel
of gedeeltelijk stinkende vieze massa.
Aan de oppervlakte der door Fusa
rium aangetaste aardappelen vormt de
zwam witte zwamkussentjes, be
staande uit overeind staande draden,
waaraan kleine sporen gevormd wor
den. Komen nu deze sporen terecht
op een wondje in een aardappel, dan
kunnen deze gaan kiemen, met de
daaraan verbonden gevolgen.
Zieke planten tasten de gezonde
aan, zodat het zaak is, steeds de zieke
planten te verwijderen. Partijen met
veel Fusarium zieke knollen zijn niet
geschikt voor bewaring.
Alternaria-ziekte.
Tast loof en knollen aan. Bij aan
tasting van het blad, verspreid over
het blad bruine tot zwartachtige, in
grote verschillend, doorgaans scherp
begrensde en hoekige vlekken met
voor deze ziekte typische concentri
sche ring (vlek gelijkt op schietschijf).
Ook soms vlekken op stengels. Bij
sterk optreden voortijdig afsterj/en
van het loof. Treedt vooral op, waa
neer een regen-periode volgt op een
langdurige periode van warmte en
droogte. De rassen Bintje en Eerste
ling en soms Eigenheimer zijn sterk
vatbaar.
Alternaria-ziekte in de knol.
Kleinere of grotere, meestal niet
diep in het vlees ingezonken, donke
re soms iets bronsachtig verkleurde
plekken, doorgaans onregelmatig soms
ook enigszins rond van vorm. Bij aan
snijden blijkt het vlees onder de huid
bruin geworden, dit gedeelte wordt