Angstige ogenblikken in de lucht en grote spanning in de verkeerstoren Vliegtuig in nood Tal van buitenlandse studenten aan de universiteiten BifPii De strijd om de blauwe wimpel De postbode van Tarrega Binnenkort geen rottend hout? Fransen leren van ons Onderwijs in de Verenigde Staten 9 Wedstrijden in ploegen V KT> M rjjjff A7 ,\f mmm Het was een zonnige morgen in Augustus. Een zacht windje bracht de zo vurig begeerde koelte en ik zat moederziel alleen op de verkeersto ren van het vliegveld Kalidjati. Alle ramen stond v.'ijd open. 't Was stil in de lucht. Aan de zuidgrens van het vliegveld cirkelde een enkele Piper Cub, waarin de leerling, onder toe zicht van zijn instructeur, zich oefen de in overtrokken bochten en verder vloog er „ergens" in de omgeving van het til rein een formatie van drie Har vards. v/elke om het half uur even kwam landen om van leerlingen te verwisselen De stilte in de lucht ver mengde zich met de natuurlijke stilte welke altijd vei een vliegveld hang', ind'en er niet gevlogen wordt. Hot ishi.int dat alle geluiden worden op geslokt en "-eggezogen door de onaf zin.bare gut' mat, net als in een gritf kan,er met een dik tapijt en lange g- - sl: ten gordijnen. En ook binnen in de toren \.~a- he' stil. Door de radio een mciftine verveelde stem, ergens van een verafgelegen vliegveld op Noo-a- Sumatra, die beweerde dat de wind uit hei r.oouv, esten kwam en ver 'ei een Is 1 .Td-piloot die op 6500 voet „zat" en „Dank je wel" mompelde. En ik genoot van die stilte, ademde met v le tongen van df frisse zuivere lucht en volgde ten leetje dromerig de P; PT Ct:\, die it e' alle vliegeigenschap pen spottend soms als een papier snipper raar beneden dwarrelde, zien zelf t» cslelle veer sierlijk opving om weer opnieuw naar groter hoogte te klimmen, waar zich het aardige spel letje herhaalde. Maar helemaal gaan slapen kun je nooit, al wordt ons dit wel eens ver weten. Altijd blijft daar de stille waakzaamheid. Al zijn de ogen half gesloten, je zult onmiddellijk zien, wanneer een vliegtuig even met zijn vleugels „wenkt" om te vragen of hij mag landen. Al hoor je duidelijk het ruisen van de zee aan het strand van een sprookjes badplaats in het land van de beloften, het zal je niet ont gaan, wanneer P-40 J-31R Tjililitan- tower oproept, ook al klinkt het nog zo zachtjes. Direct is daar weer het plichtsbesef en het verantwoordelijk heidsgevoel, dat je tot de werkelijk heid trug roept. Want je zit daar nu eenmaal als informatiebureau en soms als verkeersagent en op de meest onverwachte momenten moet je klaar staan om de vlieger van dienst te zijn in de uitvoering van zijn moei lijke taak. Weer is daar de Kittyhawk, die te vergeefse pogingen doet om de aan dacht te trekken van de verkeersto ren op Tjililitan. Maar hij geeft het niet op. De grote afstand, atmosferi sche storingen en bergeffect slorpen het geluid soms op., voor het zijn plaats van bestemming heeft bereikt. Doch een halve minuut later zal de stem plotseling hard en duidelijk door komen. „Litan tower, Litan' tower, this is P-40 316, do you read, over?" Maar Litan schijnt niets te horen. Eigenlijk krijg ik medelijden met zo'n kerel. Hij zit daar ergens hoog in de lucht in een kleine snelle jager, vol met knoppen en instrumenten, inge pakt in de kleine ruimte, die hem net in staat stelt, de bewegingen te ma ken, wlke noodzakelijk zijn voor het besturen van zijn vliegtuig. Als dan zijn enige contact met de bewoonde wereld hem in de steek laat of hem vergeefs laat ropen, dan zal zijn ge voel van eenzaamheid en verlatenheid in niet geringe mate toenemen. „Litan tower, Litan tower, P fourty three one six" in steeds sneller tempo wordt het herhaald. Het klinkt klagend, bij na smekend: Geef nou antwoord, laat me hier nou niet alleen. Maar ja, dat staat nu eenmaal niet in de procedure en dat wordt niet gezegd, maar het ligt besloten in die paar woorden: Li tan tower, P fourty three one six. Daar komen ze aan. In formatie. Eentje voorop en de andere twee schuin er achter. Met vol gas en in duikvlucht. Recht op de toren af. Dat is zo hun stijl. Drie Harvards, in volle glorie, bewust van hun macht! De hei-gele kleuren steken scherp af tegen de blauwe lucht, In razend tempo naderen ze, steeds lager, met een air van: „hier zijn wij, kom maar uit je stoel, daar is werk aan de win kei". Ze passeren. De lucht schijnt vanéén te scheuren. Het motorgeronk wordt duizendmaal weerkaatst tegen de berghellingen, tegen de grote Tin ken sehuifplaten der hangars en te gen de witgeverfde officierswoningen aan de andere kant. zodat het tenslot te, om gevormd en aangegroeid tot 'n oorverdovend geknetter, je trommel vliezen dreigt te verscheuren. Plotseling een bijna onopvallende vleugelzwenk van de formatie-com mandant en dan werpt het linkertoe stel zich met een zwaai omhoog, rolt zich op zijn linkerzijde en laat zich dan weer geleidelijk in horizontale Stand terugkomen. De andere twee volgen op gelijke wijze en waaieren Uit tot dat er een zekere onderlinge afstand wordt verkregen. De wielen komen naar buiten, het gas wordt te ruggehaald, de flaps gaan uit en lang zaam, bijna geluidloos schuiven de toe stellen aan de grond. Als de stilte is teruggekeerd, is het weer de stem door de radio, die mijn aandacht opeist. Was ik hem verge ten, of is zijn roep een ogenblik ver- 4< loren gegaan in het rumoer van de binnenkomende formatie? Ik weet het niet, maar nu hoor ik hem weer, de zelfde stem, misschien nog klagender. Een stem waarnaar je moet luisteren, of je wilt of niet. „Andir tower, Andir tower, P-40 316 calling Andir tower". Tevergeefs vriend! Ook Andir ant woordt niet. Waar zit je eigenlijk? Wat wil je dan? Ik begin me voor 't geval te interesseren. Het is niet de commanderende toon van een vlieger die wil zeggen dat hij op 8000 voet zit en wenst te dalen naar 2000. Het is ook niet het zenuwachtige geschreeuw van een piloot, die, met een branden de motor, op het punt staat zijn toe stel té verlaten. Het is een klankloze, steeds'weer terugkerende vraag: „An dir tower, P-40 316, do you read, over?" Ik zit te wachten, hoe lang of dit spelletje nog zal duren. Het duurt nog wel tien minuten, maar de stem gaat steeds verloren in de oneindige blauwe hemelkoepel, „Andir tower, P fourty! three one six Ik ken die stem wel. Vanmorgen is hij hier nog geweest op Kalidjati de 316, met diezelfde piloot. Hij is een goede vriend van mij. We hebben sa men onze eerste dolle sprongen ge- maakt 'iin het luchtruim. We hebben samen 's avonds zitten blokken op de navigatie en op de motorkennis. W» hebben dikwijls onze kansen tegen el kaar afgewogen. We waren beiden niet zo best. Hij kon dit een beetje beter, ik wist daar wat meer vanaf, maar we voelden beiden, dat het al les aan een zijden draad hing. Maar we hadden beiden hoop. Nu is het meer dan een. jaar later, Hij vliegt op de Kittyhawk. al is hij dan ook nog maar aan zijn eerste vijf en twin tig urenIk zit op de verkeersto ren. Al een jaar. Vanmorgen is hij hier geweest. Ze kwamen uit Ban- doeng.J.Eerst hij en een half uur la ter nog een. de 359. Ze moesten bei den twee landingen en twee starts maken. Het ging keurig. Even nog een hartelijk woord door de radio. Kort, want het mag niet. „Ouwe jon gen, houd je taai hè en tot ziens". En weg was hij weer. Richting Semplak Een tijdje later was de 359 hem ge volgd. Via Semplak ging hun op dracht naar Tjililitan waar ze ook een paar landingen moesten maken, om daarna1 terug te keren naar hun basis Bandoeng. Een beste kerel, een rus tige, kalme jongen. „Hallo Andir tower, Hallo Litan to wer, this is P fourty three one six, do you'Téad, do you read, come in please, over." Toen greep ik de mi crofoon. „Hallo P fourtoy three one six, this is Kalidjati tower, receiving you loud and clear. What is your message, over!" „Kalidjati tower, Kalidjati tower, this is P fourty three one six ik ben verdwaaldik ben ver dwaald ik ben de weg kwijt, over" Ik kon niet antwoorden. Ik moest nadenken, het even op me in laten werken. Ik ben verdwaaldIk ben de weg kwijt Nog voor dat ik wist wat ik zeggen zou, riep hij weer. „Kalidjati tower, P fourty three one six, ik weet niet meer waar ik zit. Mijn kompas is stuk. Ik ben ver dwaald." Het klonk zo rustig, zo eenvoudig, zo zonder overdreven zelfbeklag. Ik ben verdwaald. Er mengde zich een andere stem door de radio. „Hallo P 40 316, this is P 40 359. Ik heb je verstaan. Wat was je laatste positie?" „Ik weet het niet. Ik ben helemaal de weg kwijt. Als je me ziet, zeg het dan." „Hallo P 40 316, this is P 40 359. Ik herhaal.... Wat was je laatste posi tie?" „Ik ben gestart van Tjililitan, on geveer drie kwartier geleden. Ik had al lang boven Bandoeng moeten zijn. Maar alles is hier vreemd. Ik ben 'r nog nooit geweest. Ik ben omgedraaid, maar ik kan de weg niet meer vin den. Mijn kompas is stuk. Ik weet niet meer waar het noorden is." „Hallo P 40 316, this is P 40 359. Okay Okay, hoeveel benzine heb je nog?" „Nog twintig minuten ongeveer.... als je me ziet, zeg het dan." „Hallo P 40 316, this is P 40 359. Okay, ik zal je zoeken. Blijf uitluiste ren." Wat viel hier voor mij nog te doen? Ik had op een kladpapiertje snel een paar aantekeningen gemaakt. De Piper Cub was reeds lang geland. De Har vards stonden al in de hangar. Ik had er niets van gezien. Ik stond op van mijn stoel. Ik transpireerde en tuurde de hemel af, van het uiterste westen tot aan de oosteinder. Mijn ogen de den er pijn van. Ik luisterde ingespan nen, alsof mijn leven er van af hing. Maar ik hoorde nietsNiets dan het droge klapperen van de vlag op de toren.Ik liep doelloos rond, ging zitten, stapte weer naar buiten en staarde weer omhoog naar de ein deloze verten. Nog twintig minuten ongeveerals je me ziet, waar schuw me dan. Ik herinner me een koude winter avond in December. Er lag versgeval len sneeuw. Ik was een wandeling gaan maken in de „bossen" aan de zuidgrens van Eindhoven. Het was vrij plotseling donker geworden en ik zocht tevergeefs naar de witte licht vlek van de stad, boven de horizon Waar was de stad? Ik wilde terug, maar ik wist niet meer waar „terug" was. Ik voelde ineens, dat ik moe was en dat ik het koud had. Ik wilde naar huis. Maar ik was de weg kwijt. Ik werd bang. k begon hard te roepen, maar niemand antwoordde. Ik stampte op de grond, maar de bekende licht vlek kwam niet. Nog een kwartier liep ik rond. Toen ben ik verschrik kelijk gaan janken. Ik deed geen stap meer. Ik gaf 't op. Ik voelde me ver loren. De wereld was ineens zo groot en ik zo nietig. Die uren, of waren het minuten, ben ik nooit vergeten. Maar er gebeurde niets. Ik werd op geraapt en thuisgebracht door een vrijend paartje. Nu lag de gebeurtenis me weer kersvers in het geheugen. Ik keek op mijn horloge. Er waren veertien minuten verstreken. Veertien minuten doodse stilte. Veertien minu ten helse strijd, ergens hoog in de lucht, boven een kwebbelende en kib belende, een roddelende èn ruzie-ende mensenmassa. Een strijd tussen twee paar jongensogen en een brandstof me ter. Toen klikte de microfoon. Ik stond doodstil. Ik voelde dat het einde van het drama kwam. „Hallo P 40 316, this is P 40 359. Ik moet terug naar Andir, mijn benzine is op. Ik moet het opgeven.Het spijt me. Wacht niet te lang meer met springen. Als de kist gaat vallen, kun je er niet meer uit.Houd je taai, kerel. Ik zal direct rapporteren!" „OkaybedanktIk ga sprin gen. Doe de groetenaan mijn vrouw.als je thuiskomt. Ik sluit mijn radio. Uit!" De laatste woorden klonken ruw, onverschillig. Alsof een vast besluit was genomen. De knoop was doorge hakt. Uit. Ik bleef roerloos voorover staan, met mijn oor op de radio. Ik wilde nog iets horen. Ik kon me niet neerleggen bij dat: „Uit". Vier volle minuten bleef ik zo staan. Misschien wachtte ik op de slag. Toen klonk een gil door de radio. Een schreeuwt „Héééé, wacht, ik zie je: Recht voor!! Hallo 359, hallo 359, ik zie je, ik zie je!.... Er werd nog meer geschreeuwd, maar de stem sloeg over, het was on verstaanbaar. Toen kwam ook die an dere stem: „Okay, Okay, ik zit vier mijl Noord West van Andir, volg mij, ik land re gelrecht, mijn motor sputtert al, waar om ben je niet gesprongen „Ik heb mijn parachute niet bij me. De stemmen stierven weg. Opge slokt door de Boerangrang. Uit „Wapenbroeders". IN HET AFGELOPEN JAAR STONDEN ER AAN DE LAGERE EN MIDDELBARE ONDERWIJSINRICHTINGEN 28 MILLIOEN KINDEREN INGESCHREVEN, MAAR HET AANTAL SCHOOL GAANDE KINDEREN NEEMT ZO SNEL TOE, DAT ER IN AMERIKA BEHOEFTE AAN EEN VEEL GROTER AANTAL SCHOLEN ONTSTAAT, ALDUS DE AMERIKAANSE HOOFD INSPECTEUR VAN HET^QNDERWIJS. Door het feit, dat gedurende de oorlog het geboortecijfer in de Ver enigde Staten sterk is toegenomen,' waardoor reeds thans een grote toe name in het aantal leerplichtige kin deren te constateren valt, dient tegen 1960 het aantal scholen zo sterk Vit gebreid te worden dat 37 millioen leerlingen hieraan onderwijs kunnen ontvangen. In 1948-'49 werden de uitgaven ten behoeve van het onderwijs op 55'", J millioen dollar geschat, dat is onge veer 500 millioen dollar meer dan in het voorafgaande schooljaar. De lasten van deze verhoging in de on derwijsbegroting werden voorname- lijk gedragen door de betrokken sta ten en de plaatselijke onderwljsdis- trieten. Tengevolge van het feit, dat er aan de middelbare scholen plotseling een veel groter aantal leerlingen inge schreven werd moest met de be schikbare ruimte gewoekerd worden Een en ander stelde hoge eisen aan de staf van leraren aan de middel bare scholen. Vele nieuwe middelba re scholen rijzen als paddestoelen uit de grond omdat het aantal van de gtnrn, die middelbaar onderwijs wen sen te volgen sterk is toegenomen. Het aantal van dergelijke „colleges" dat in de Verenigde Staten inge- scbieven staat is in het afgelopen; jasr met liefst 40 vermeerderd en' bedraagt thans 1728. De landbouw wordt niet alleen i-n ons land wetenschappelijk beoefend. In de Verenigde Staten krijgt de jeugd onderricht. Op onze foto demonstreert de leraar cp welke manier men de zwaarste maïskolven kan oogsten. M.cGrath verklaarde, dat de toe vloed van buitenlandse studenten aan de Amerikaanse colleges en uni versiieiten nooit groter was dan in het afgelopen jaar toen er 26.759 buitenlandse studenten stonden inge schreven. In 1946-'47 waren dat er 16.000. De studenten welke in het afgelopen jaar stonden ingeschreven waren uit 151 landen of overzeese gebiedsdelen afkomstig. Het feit dat de internationalisti sche instelling van Amerika zich in steeds meer toenemende mate doet gevoelen komt ook reeds tot uiting in het onderwijs. McGrath drong er op aan meer aandacht te besteden aan het onderwijs voor zover dit zich bezig houdt met de internatio nale betrekkingen en de sociologie en betuigde zijn instemming met pre sident Trumans Punt Vier program ma voor Amerikaanse technische bij stand aan de in ontwikkeling achter gebleven gebieden waarbij hij het volgende opmerkte. Het uitwisselen van dergelijke tech nici ondeskundigen zal in aanzienlijke mate bijdragen tot het bewaren van de vrede omdat hierdoor het econo mische en sociale verschil tussen rijk en arm verminderd wordt. Onze on derwijsinrichtingen voor hoger on derwijs, de verschillende regeringsin stanties, de industrie en het zakenle ven kunnen gezamenlijk krachten op leveren welke een uitstekende oplei ding genoten hebben en die dus als het ware „geknipt" voor het geven van deskundige leiding zijn. De hoofdinspecteur toonde zich ook zeer ingenomen met de schema's voor het uitwisselen van onderwijs krachten tussen ons land en andere staten in het bijzonder Engeland, met welk programma inmiddels reeds een aanvang gemaakt werd, en hij verklaarde: Er bestaat aan de scholen hier te lande reeds zo'n grote vraag naar Engelse leerkrachten, dat hieraan op geen stukken na voldaan kan wor den Het effect, dat deze program ma's uit de „goodwill" en het betere begrip, die er nu al heersen in de kringen waarin degenen, die „uitge wisseld" werden verkeerd en ge welkt hebben. In een internationale wedstrijd, waaraan zeven landen deelnamen, kwam en eergisteren in Belfast 1 landbouwers, allen experts in het ploegen, bijeen om hun vaardigheid in het ploegen te meten. Meer dan 15000 toeschouwers waren aanwezig, waaronder de gouverneur en de pre mier van Noord-Ierland. De Noord- Ierse deelnemers versloegen hun gas ten in de vier belangrijkste wedstrij den, die gedurende de dag plaats vonden. JEUGD VIE RT FEEST. Nog enkele maanden de jeugd viert w ederom de traditionele Pinksterfeesten. Dan wordt de vlag gehesen en de mei sjes voeren hua volksdansen uit, al naar de aa.-d van het land is. Honderd dertig jaar geleden schar relde een vreemdsoortig scheepje over de Atlantische Oceaan. Bijzon derheden? Het was 350 ton groot, dus wat we tegenwoordig een forse kust vaarder zouden noemen. Het kon zich beroemen op een stoommachientje dat met zijn ene cylindertje een vermogen van 90 pk ontwikkelde en het schip een „snelheid" van zes knopen gaf. (één knoop is één zeemijl per uur, is 1855 m/uur). Dit scheepje heette de „Savannah", Slechts bij windstilte maakte het ge bruik van de machine omdat het, bij een verbruik van een ton kolen per drie uur, slechts 225 uur kon varen! Geen wonder dat de trotse schoeners en barken, met hun torenhoge mas ten en breedgebolde zeilen laatdun kend neerkeken op dit hijgende ge val, dat met zwartberookte zeilen en bemanning de pionier der stoomvaa t was. De „Savannah" had vier weken nodig om van Amerika naar Engeland te varen. n Augustus 1938 zette een zeekasteel koers naar het Westen, over een At lantische Oceaan, die dvzelfde geble ven was. Het was de 81.000 ton me tende „Queen Mary", die met een ge middelde snelheid van ruim 31 kno pen, in drie dagen, twintig uur en twee en veertig minuten de;2938 mij len aflegde. Het kreeg de Blauwe Wimpel, omdat het het snelste schip bleek te zijn. Niet het grootste, want hiermee hebben de Fransen met hun „Normandie" (zaliger nagedachtenis) de Engelsen bij de neus geb^d, dooi de tonnenmaat van hui, sierlijke fa voriet 3000 ton te laag op te geven, zodat de „Queen Mary" nog een 2000 ton beneden de inhoud van de „Nor mandie" blijft. De Blauwe Wimpel dankt zijn be staan aan de trotse gedachte van de directie van de Inman Line, eigenares van de toenmalige kampioen „City of Berlin". Het blauw-zijden lint zou in de voorste mast gevoerd worden. Dat was in 1875. De hooghartige schoe ners waren toen allang antiek. Deze wedstrijd in scheepsbouw werd zeer populair en is tenslotte uitgevoch ten tussen Duitsland (Bremen) en En geland (Queen Mary, Queen Elisabeth) waaruit Engeland als triomfator te voorschijn kwam. Het is nu wel zeker, dat aan deze strijd een einde komt. Daar zijn be langrijke redenen voor. In de eerste plaats eist de luchtvaart een groot aan tal passagiers op en in de tweede plaats is dit bouwen van steeds gro- JUAN CORTEZ is niet jong meer, maar dagelijks brengt hij in het dorpje Tarrega, in het Noord-Oosten van Spanje, de brieven rond. Er wo nen niet veel mensen in Tarrega en de oude Cortez kan het op zijn slof fen af. Hij brengt maar weinig brie ven met vréémde postzegels rond, want in Tarrega wonen er 'niet veel die relaties met het buitenland on derhouden. Althans niet per brief. Wie schetst dus de verbazing toen bleek dat een kleine honderd inwo ners 'n innig contact met Nederland onderhouden door regelmatig te luis teren naar de programma's van Ra dio Nederland Wereldomroep. Al de ze luisteraars hebben meegedaan aan de wereldprijsvraag, die onlangs dooi de Wereldomroep, Philips en de KLM is uitgeschreven. Een dezer dagen had men Juan Cortez wanhopig in het postkantoor tje kunnen zien gesticuleren, toen hij behalve zijn kleine bundel brieven, een bekende KLM-affiche was ver pakt, ter bestelling zag liggen. Cortez was zichzelve niet meer van ontsteltenis en vroeg raad aan de no tabelen hoe dit vraagstuk zou moe ten worden opgelost. Van gemeente wege werd toen een wagen ter be schikking gesteld en zo kon men de postbode een dezer dagen met een enorme stapel groeten uit Nederland door Tarrega zien rijden. De organisatoren van de wereld prijsvraag zullen nooit vermoed heb ben, dat zij dergelijke problemen te weeg zouden brengen in dat kleine Tarrega in het Noord-Oosten van Spanje. tere en steeds snellere schepen een ere-kwestie geworden. Bij passagiers schepen is, dit 'n duur experiment en het is bekend dat de regeringen de exploitatie van iriiepen als de „Queens" belangrijk steunen. Voor elke overtocht moet geld bijgepast worden. Deze reuzen zijn nl niet ren dabei. Vandaar dat de Hollanders nooit meegedaan hebben aan deze kostbare wedstrijd. Hoewel zij op scheepsbouw gebied niet direct achterlijk zijn. Een Hollandse koopman houdt van een grapje op zijn tijd, maar geld weg gooien aan een gril is hem vreemd. Dat steekt hij dan liever in een lucht vaartmaatschappij, zoals de KLM van Plesman. Daar ziet hij nu kostbare re viezen uit groeien, kostbaarder dan de duurste blauwe zijde. In de Verenigde Staten is een stof ontdekt die een grote rol speelt bij het rotten van hout. Voorlopig is de ze stof waarvan de structuurformulo nog niet door de ontdekkers kon worden vastgesteld, Ligninase ge noemd. Ligninase is een enzyme dat uit paddestoelen geisoleerd kan worden en dat lignine, een van de belang rijkste bestanddelen van hout, aan tast. Lignine, dat voor ongeveèr uit 70 pet uit koolstof bestaat, is de hars achtige stof waaraan hout zijn ste vigheid en elasticiteit te danken heeft Lignine staat dichter bij steenkool dan bij hout. Vele jaren lang heb ben chemici getracht uit deze ver binding waardevolle stoffen die reeds uit steenkolen gemaakt worden te bereiden, petroleum b.v., doch tot dus verre zonder succes. Ligninase zou van belang kunnen blijken voor de pulp- en papierfabri cage. Lignine moet thans met be hulp van ingewikkelde en kostbare procede's van de houtcellulose ge scheiden worden. De ontdekking van een stof die lignine afbreekt, houdt tevens de belofte in dat de alcohol- fabrieage uit houtafval belangrijk vereenvoudigd kan worden. Tevens zouden in dat geval de productiekos ten aanzienlijk dalen, terwijl het niet uitgesloten is dat een antl-llgninase ontdekt wordt dat het rotten vvn 't hout vooikom en dus al» conserve ringsmiddel vcor hout gebruikt kan worden. De fiets is een bij uitstek demo cratisch vervoermiddel, dat dan ook in Parijs meer en meer in gebruik komt en vooral bij de arbeiders. Toch heeft de fiet» een groot gebrek! Zo lang hij namelijk rijdi, is alles prach tig, maar houdt hij ermee op, dan wordt hij bepaald lastig. Want door het buitengewoon onstabiele even wicht van zijn twee wielen, moet hij dan een steunpunt zoeken, dat uit de aard der zaak meestal de trottoirband is. Een onlangs door de politieprefect van Parijs uitgevaardigde order eist dat hij voortaan van een standaard moet worden voorzien. Maar een ge meenteraadslid kwam op een beter idee en stelde n.l. voor dat er spe ciale parkeerplaatsen voor fietsen moesten komen, zoals dat voor auto's het geval is. In de straat zouden smalle gleuven gemaakt moeten wor den, waarin de fiets precies met zijn achterwiel past. Door dit systeem zal er geen opeenhoping van fietsen be hoeven te zijn en ook is de zo on populaire standaard dan niet meer nodig. De Hollanders die al zolang aan deze practische- oplossing gewend zijn, zullen hierover zeker even glim lachen. Maar heeft Montaigne niet gezegd, dat het voordeel van reizen is, dat men met andere mensen en gebruiken in aanraking komt? Dus zal nu de ervaring van de Hollan ders op fietsgebied kunnen bijdragen om de luister van de straten van de lichtstad te verhogen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Herrijzend Wieringermeerland | 1950 | | pagina 3