Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting in de Wieringermeer. Medédeeling No. 85. VESTIGING IN HET NIEUWE DOMEINKANTOOR TE W.-WERF. Tot ons genoegen kunnen wij den leden berichten dat met ingang van 9 'November j.1. de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst in de Wieringermeer, het kantoor en secretariaat der Vereeniging voor Bedrijfs voorlichting en het secretariaat van de Stichting Proefbedrijf „De Prof. Dr. J. M. van Bemmelenboeve" gevestigd is in het nieuwe Domeinkantoor te WieriqgerwerL De telefonische aansluiting zal eer daags gereed komen onder de np.s 65 en 66, Wieringerwerf, Ir. L. R. DIJKEMA. .HET UITWINTEREN DER GRANEN Nu we drie strenge winters achter de rug hebben, wordt er zooveel mogelijk aandacht besteed aan het uitwinteren der wintergranen. Er zijn veel invloeden welke zich hierbij laten gelden. Daarom laten wij hier een uittreksel' volgen van een artikel- uit de „Nieuwe Veldbode" d.d. 30 October en 6 November van den heer v.d. Broek. DE GRONDBEWERKING. Onze wintergranen verlangen een goed bezakte bouwvoor. Rogge stelt ió dit op zicht de hoogste eischen, daarna tarwe en tenslotte gerst. Doordat rogge veel ge teeld wordt op lichte gronden welke van nature zeer los zijn is dit gewas het gevoe ligst. Dit komt omdat de innige samen hang tusschen de ^ronddeeltjes en de wor telharen, welke noodig is voor een krach- tigen groei, ontbreekt met als resultaat een slecht ontwikkeld wortelstel en een zwakke plant. Zakt de bouwvoor bij, dan kunnen deze plantjes die beweging niet volgen. Zij komen steeds losser te staan en na wat korteren of langeren tijd ziet men ze afsterven. Het zal wel geen betoog behoeven dat een diepe grondbewerking kort voor het zaaien der rogge de kans op een derge lijke üitwintering in sterke mate vergroot. Rogge verdraagt heel goed het zaaien op de versche voor als de bewerking maar oppervlakkig genoeg is. Ook bij den verbouw van rogge in een groenbemesting is gioote voorzichtigheid inzake grondbewerking geboden. Men moet de groene massa zoo tijdig onderploegen dat de bouwvoor volop tijd heeft te ver zakken. Dit alleen is echter nog niet vol doende. Het groenbemestingsgewas moet ook netjes worden ondergebracht, zoodat geen planten of stengels boven den grond uitsteken. Hoe ruwer men werkt hoe los ser de structuur, maar tevens hoe grooter de kans op een snelle ontleding van den groenmest, waardoor de bodemlucht zóó rijk wordt aan koolzuurgas, dat de jonge roggeplantjes daardoor vergiftigd worden. Het verdient soms aanbeveling om de te losse bouwvoor aan te drukken met een rol. Dit geschiedt het liefst met een ring- rol. Heeft men geen ringrol, dan kan deze gemaakt worden van een gladde rol, door er een zware ketting om te winden. Men zij echter voorzichtig met rollen, vooral op de lichte gronden, omdat men dan gauw last heeft van stuiven. Zooals boven reeds terloops werd opge merkt stelt tarwe niet zulke hooge eischen aan grondbewerking als rogge, al vraagt ook dit gewas een bezakte bouwvoor. Voor gescheurd grasland en groenbemesting geldt het zelfde als bij rogge. Men zij ook hier er op bedacht dat de groene massa er zoo goed mogelijk wordt ondergebracht, en dat de losgemaakte voren plat komen te liggen en niet in de kant komen te staan Uitwinteren van gerst tengevolge van een onvoldoende bezakte bouwvoor behoort tot de uitzonderingen, wat in verband staat met de vroege zaaitijd van dit gewas. Een veel voorkomende fouL welke het uitwinteren in niet geringe luate bejk^^ dert is het te diep zaaien. De kiemglBS^ ten komen in dit geval zeer verzwakt bo ven en hebben geruimen tijd noodig om zich te herstellen. 't Is duidelijk dat zij in deze periode zeer gevoelig zijn voor on gunstige weersomstandigheden. De kans om te diep te zaaien is natuurlijk des te grooter, naarmate de bouwvoor losser en minder goed bezakt is. Met een gewone zaaimechine komt het zaad dan steeds te diep onder. Het gevaar daarvoor is zelfs bij machinaal zaaien aanwezig op tamelijk goed bezakten grond. Daarom verdient het alle aanbeveling ter voorkoming van het te diep onder brengen van het zaad, gebruik te maken van een- zaaimachine waarvan de voren trekkers met een breed vlak op den grond rusten. Ook het aanbrengen van sleepvoet- jes kan goede diensten bewijzen. Soms komt het voor dat de grond is opgevro ren, dan verdient het aanbeveling om den grond in 't voorjaar, zoo gauw als het iets opgedroogd is, flink te rollen met een be hoorlijk zware rol. Ook hier is de ringrol weer beter dan een gladde. Verder zorge men er voor dat overlast van water zoo veel mogelijk wordt voorkomen, want vooral piasvorming bevordert het uitwinte ren. X H. BRWNING. Bericht No. 611 van den Plantenziekten- kundigen JDienst, Wageningen. SL AKKENBESTRIJDIN G WINTERGRANEN. IN Den laatsten tijd bereikten ons van ver schillende zijden klachten over slakken- vreterij aan de jonge wintergranen. Dit veelvuldig vooi komen van slakken' zal d~> >r de natte weersomstandigheden bevorderd zijn. Hoewel verschillende der tegen deze schadelijke dieren gebruikelijke bestr j- dmgsmiddelen niet of slechts in beperk Ie hoeveelheden (de zemelen waarschijnlijk aliéen op aanvrage bij de plaatselijke hu- reaunouders) verkrijgbaar zullen zijn, meent de Plantenziektenkundige Dienst toch gced te doei de hiervoor in aanmerking komende bestrijdingsmiddelen aan televen. Een veel gebruikt mengsel is -ijnge- malen kopersulfaat met kaïniet, patent kali of fijne kalk. De menging moet zeer zorgvuldig plaats hebben en liefst kort voor het uitstrooien, vooral bij gebruik van kalk als mengstof. Gébruikt worden 1 deel kopérsulfaat op 20 deelen van één der genoemde stoffen. Per ha. worden on geveer 400 Kg. van dit mengsel 's mor gens- vroeg, wanneer de slakken nog krui pende zijn, uitgestrooid. Beschikt men niet over kopersulfaat dan kan kaïniet of fijne kalk alleen worden uitgestrooid. Er wordt dan ook een hoeveelheid van 400 Kg. per ha. aangewend, maar liefst in twee keer. Het poeder moet op de slakken terecht komen. Er heeft dan een verslijming van de huid plaats, maar het gelukt de slakken vaak zich van deslijmhuid te ontdoen. Komen zulke slakken voor de tweede maal met het poeder in aanraking dan gaan ze te gronde. De tweede bestrooïng moet kort na de eerste plaats hebben. Dé werking van kaïniet en kalk is min der. dan van het mengsel kopersulfaat of kalk. Goede resultaten levert eveneens het gebruik van metaldehyde op. Deze stof ai^kristallijne stof of als de békende Meta-tabletten in den handel verkrijgbaar. 'Zij wordt vermengd met zemelen gebruikt. Vier goed fijngestampte Meta-tabletten of 16 gr. van de kristallijne stof worden met 1 Kg. zemelen vermengd, waarna het mehgsel -niet wat water tot een kruimelige 'massa aangeroerd wordt. Per ha. wordt 30 Kg. van dit mengsel breedwerpig uit gestrooid. Voor 1 ha. heeft men dus 30 x 4 120 metaldehyde tabletten of 30 x 16 480 gram kristallijne metaldehyde noodig. De slakken eten 4^ mengsel graag en sterven eraan. iNadere inlichtingen worden verstrekt door. den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen en door de ambtenaren van dezen Dienst, buiten Wageningen, zoo mede door de Rijkslandbouwconsulenten. ONS LANDBOUW - WERKPAARD. Door deii heer J. Breed wordt hier de aandacht gevestigd op een werkje over ons landbouw-werkpaard van den heer J. Zwagerman, Rijksveeteeltconsulent in Zeeland, dat alleszins de aandacht verdient van ieder, die met paarden werkt. In hoofdzaak is het volgendè aan deze gedegen studie van den heer Zwagerman ontleend. Door de zeer prak tische wijze waarop deze een en ander meedeelt, kunnen wij een ieder het lezen van dit bovengenoemde boekje warm aanbevelen. Waar het paard bij de boerenbevol king en vooral in de akkerbouwstreken als het elitedier onder de landbouwhuis dieren geldt,' en een belangrijke plaats inneemt in het landbouwbedrijf lijkt het ons niet onverdienstelijk om, wanneer de gelegenheid zich voordoet enkele mededeelingen te doen beteffende di verse vraagstukken welke op dit terrein voorkomen. Doelmatige voeding, verzorging, kosten en rationalisering paardenarbeid, paar- denarbeid tegenover motortractie enz» zijn vraagstukken, belangrijk genoeg om er de noodige aandacht aan te besteden. Daar het niet mogelijk is al deze vraag stukken, \yaarover boekdeelen geschre ven kunnen worden, in een enkel artikel te behandelen willen wij in dit artikel beginnen met enkele mededeelingen te doen betreffende een doelmatige voe dingswaar we onder de huidige om standigheden, met zijn tekort aan krachtvoer, hoofdzakelijk zijn aangewe zen op de voedermiddelen uit eigen be drijf verkregen, zullen we trachten en kele rantsoenen te vormen die practisch voor de meeste bedrijven uitvoerbaar zijn. Allereerst volgen echter nog eenige opmerkingen betreffende de voeding dp zichzelf, het gebruik van de voedernor men enz. Voor het opstellen en contro leeren van de rantsoenen onzer land bouwhuisdieren gebruiken we de z.g. voedernormen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Mededeelingenblad Wieringermeer en Wieringen | 1942 | | pagina 3