COÖPERATIEVE BOERENLEENBANK
WEERINGEN.
(Aangesloten bij de Coötx Centr. Raif-
feisenbank te Utrecht).
De rentevoet is vastgesteld als volgt
Spaargelden van 1 tot 5000 gulden
voor'leden 2.75 pCt. voor niet-leden
2.65 pCt. van 5000 tot 10000 gulden
2 pCt. van 10.000 en hooger 1 pCt.
boven 20.000 gulden nihil.
Creditrente in loopende rekening als
Spaargelden Debetrente in Loopende
rekening 4% Voorschotrente Hyp. 3.75
Borgtochten 4 s
Het kantoor te H.-hoef is open alle
werkdagen van 's morgens 83011.30
uur 's middags van 24 uur (Maan
dags-,. Vrijdags- en Zaterdagsmiddags
niet.)
Te Den Oever in perceel J. Tijsen
Mz., Havenstraat's Maandags en
's Vrijdags des namiddags van 2-4 uur.
Wordt lid van uw plaatselijke instelling.
Spaarbusi fk—vbrkrij gbaar.
LokettSh te huur.
Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting in de Wieringermeer.
Mededeeling 99.
VERSLAG VAN DE INLEIDING OP DE
PRAATMIDDAGEN.
ZOMERTARWE (le Vervolg).
A. Proeven met zomer- en
overgangstarwes.
Op een drietal proefvelden werden
een aantal zomertarwes en overgangs
tarwes vergeleken. Deze proefvelden
waren gelegen bij
I. Prof. van Bemmelenhoeve.
II. Th.'List, Alkmaarscheweg.
III. G. Smid, Ulkeweg.
De relatieve korrelopbrengsten waren
als volgt r
Relatieve Ijorrelopbrengst
Ras i n m
van Hoek 100 100 100
Mansh. witte 77 78 80
Blanka 104 128 142.5
Carma 99 115 175
Burgunder 138 123-5
Pieardie 112
Chanteclair 112 90 97
Bersée 102
Zomertarwes.
Op twee Van de drie proefvelden staat
Blanka bovenaan met de korrelop
brengst, terwijl dit ras op het derde
proefveld op de tweede plaats komt.
Door dit jaar hl opbrengst bovenaan te
komen toont dit ras, naast een zeer
goede productiviteit die in voorgaande
jaren steeds is gebleken, ook een vol
doende oogstzekerheid. Bovendien kan
Blanka, blijkens deze proeven ook, nog
vrij goed tegen laat zaaien.
Carma komt, als we het gemiddeld
resultaat van de drie proefvelden be
schouwen, in opbrengst op de tweede
plaats. Dit ras beantwoordt eigenlijk
niet aan de verwachtingen, welke men,
op grond van de resultaten in 1940,
(toen de opbrengsten op de proefvelden
overal abnormaal hoog waren), er van
koesterde. Een bijna even hooge op
brengst als van Hoek (proefveld I) is
men van Carma niet gewend. Omge
keerd kan men ook opmerken dat van
Hoek deze keer een goede beurt heeft
gemaakt. Op één proefveld (UI) komt
Carma met groot verschil boven de an
dere rassen uit. Hier bleek dit ras veel
minder te hebben geleden van de roest-
aantasting. Terwijl het stroo van de
andere rassen tegen het einde van de
groeiperiode min of meer „zwart" ge
kleurd was als gevolg van een hevige
roestaantasting, bleef de kleur bij Car
ma opvallend goed. In de opbrengst is
dit verschil zeer waarschijnlijk ook tot
uitdrukking gekomen.
Mansh. witte heeft dit jaar sterk te
leurgesteld. De korrelopbrengst bleef op
alle proefvelden 20% of meer beneden
die van van Hoek. In hoofdzaak zal de
gebleken groote gevoeligheid voor de
bruine roest hiervan ook de oorzaak
zijn geweest. Ook de te late zaaidata
zullen een rol hebben gespeeld, aange
zien Mansh. witte vroeg moet worden
gezaaid, terwijl hier de zaaidata vari-
eeren van 9 tot 17 April. Tengevolge
van deze zwakke eigenschappen en de
slechte ervaringen met dit ras in '42,
mag men wel aannemen dat Mansh.
witte nog sterker achteruit zal loopen
dan thans reeds het geval is.
Burgundei^naakt een vrij productie
ven indruk. Het stroo büjkt echter zeer
slap te zijn. Het is zeker niet sterker
dan van Blanka of Carma. Dit nieuwe
ras, dat rood zaad en bruin kaf heeft,
zal dus nog verder geprobeerd moeten
worden, alvorens het kan worden aan
bevolen. Blijkens deze proeven is het
vrij goed bestand tegen laat zaaien.
2e VERVOLG INLEIDINGEN
PRAATMIDDAGEN enz.
Overgangstarwes.
Op het proefveld van „Prof. van
I Bemmelenhoeve" werden ook de over-
gangstarwes Chanteclair, Pieardie en
Bersée uitgezaaid. Merkwaardig is dat,
ondanks de late zaaidatum (9 April) de
opbrengsten naar verhouding zoo' lïoog
zijn geweest. Chanteclair en Pieardie
brachten evenveel op en overtroffen
het standaardras van Hoek met 12%,
zopdat zij samenop de eerste plaats
kwamen. Bersée (102) bleef 2% beneden
Blanka. Voor dit ras is de zaaitijd ver
moedelijk te laat geweest.
Ook uit deze proef blijkt dus weer,
dat onder bepaalde omstandigheden de
overgangstarwes de zomertarwes in
zaadópbrengst kunnen overtreffen.
Zoowel voor de zomer- als overgangs
tarwes geldt dat de kwaliteit van het
zaad bij alle rassen slecht was. De kor
rels zijn niet voldende uitgegroeid, het
geen een gevolg zal zijn geweest van
de zeer slechte weersomstandigheden,
de late zaaitijd en vooral ook de roest
aantasting, welke bij sommige rassen
zeer hevig is geweest.
Stevigheid.
De rassen Blanka, Carma en Burgun
der zijn aanmerkelijk slapper van stroo
daü. Mansh. witte. De eerstgenoemde
ontloopen elkaar in dit opzicht niet
veel. De nieuweling Burgunder is dus in
.dit opzicht geen aanwinst. Op proef
veld I bleek Pieardie het stevigst, ter
wijl Bersée in stevigheid gelijk stond
met van Hoek. Chanteclair was vooral
niet steviger van stroo dan Mansh. witte.
Roestaantasting.
Hoewel alle rassen min of meer wa
ren aangetast, bleek Mansh. witte toch
het meest gevoelig. Vooral dit ras heeft
daardoor veel schade geleden. Carma
leed het minst. De indruk werd gewekt
dat dit ras door een andere roest-
„soort" was aangetast, die vroeger op
trad dan de normale bruine roest,
waarvan de andere rassen hadden te
lijden. Op een bepaald moment was het
ziektebeeld bij Carma geheel afwij
kend. Blanka kwam er ook nog betrek
kelijk goed af, maar was toch meer
aangetast dan Carma.
Beschouwingen.
Van de zomertarwes bevestigt Blanka
de gunstige indruk van voorgaande
jaren. Ondanks het slappe stroo, blijkt
dit ras door zijn hooge productiviteit
het meest aanbevelenswaardig. Door in
1Ö42, dus onder zeer ongunstige weers
omstandigheden, nog boven aan- te ko
men, toont Blanka zich dus ook vol-
doende oogstzeker. Bovendien blijkt dit
ras nog goed tegen vrij laat zaaien be
stand te zijn.
Carma beantwoordde niet aan de
verwachtingen. Door zijn geschikheid
voor laat zaaien heeft dit ras echter nog
steeds beteekenis.
Mansh. witte heeft het leelijk laten
zitten. Dit ras heeft dit jaar een ge
duchte klap gekregen. De grootere ge
voeligheid voor de aantasting door
bruine roest is noodlottig geweest. Wel
licht heeft ook de te late zaaitijd hier
haar rol gespeeld, aangezien van dit ras
bekend is dat het vroeg moet worden
gezaaid. Het minder goed geschikt zijn
om laat te kunnen worden gezaaid
moet echter als een nadeelige eigen
schap worden beschouwd.
Van Hoek viel niet tegen dit jaar.
Toch blijkt ook wel uit de verbouwde
oppervlakte dat in de Wieringermeer de
waardeering van dit ras in de praktijk
zeer gering is. Op de proefvelden kan
van Hoek de laatste jaren hier ook niet
goed meekomen.
De beide overgangstarwes Chante
clair en Pieardie hebben op de Prof.
van Bemmelenhoeve" een zeer goeden.