Nieuwe bonnen.
VAN 28 FERUARI 6 MAAJRT.
Ben. No.
Artikel
10 A Brood 4 rants. brood of gebak..
10 B Brood Va rants. 'brood of gebak.
10 Beschuit 1 rants. Beschuit br. of geb.
10 Vleesch (half rantsoen).
10 A Aardappelen 2 Kg. Aardappelen,
10 B Aardappelen 1 Kg. Aardappelen.
10 A en B één rants. tabak of Sigaren.
VAN 20 FEBRUARfe t.e.m. 20 MAART.
Bon. No.
Artikel
503 Algemeen 1 kg. Suiker.
504 Algemeen Jam 500 grarn Jam.
505 Algemeen Gort, 250 gram.
510 Havermout, 250 gram.
511 Peulvruchten, 250 gram.
512' Vermicelli, 100 gram.
500, 501, 502, 100 gr. Kaas
09, 10, 11, 1 3/4 Liter melk.
Res. 411 5Va Liter melk voor kinderen
van 1 tot 4 jaar.
09, 10, 11 1 3/4 Liter Taptemelk.
506, 507, 508, 509 1 rantsoen Bloem.
4-10 500 gram Rijst.
3-09, 4-09 reserve 150 gr. Cacao.
09 véren. 100 gram Chocolade.
10 en, 11 versn. 100 gram Suikerwerk.
VAN 20 FERUARI 20 MAART.
513 Algemeen 250 gram Koffiesurrogaat.
VAN 28 FEBRUARI—23 MAART.
09 125 grami Boter
11 JANUARI t.m. 11 MAART
01 Boter voor kinderen beneden de leef
tijd van 21 jaar.
Sinaasappelen voor kinderen tot 4 jaar
L.L. der D.F.-kaart en D.D. der D.E.-
'kaart 500 gram sinaasappelen tot en
met 6 Maart.
490 Algem. Eenheidszeep, 491 Algem.
WaschpoederR-Zeep, R-Toiletzeep,
R-Waschpoeder t.m. 2Februari.
N-Scheerzeep totjjO/April.
Kaarsen 21 en 33 kaart verlichting,
300* gram t.m. 27 Wiruari.
04 Petroleum voor koekdoeleinden 1 L.
t.m. 27 Februari.
08, 09, 010en 28 Petroleum voor ver
lichting 2 L. t.m. 27 Februari.
Honden- en Kattenbrood bon 9 tot en
met 28 Febi\
Geldige bonnen voor diverse artikelen
01 t.m. 0.5 B.V. Brandst. 1 èenh. Brand
stoffen van 11 Mei 1942 tot 31 Dec. 1942*.
06 t.m. 08 B.V. Brandst. 1 eenh. Brand
stoffen van 16 Oct. 1942 tot 28 Febr. 1943.
01, 02, 03, 04 K.F. Brandst. 1 eenh. Br.st.
(-geen anthraciet) diverse data geldig
tot 30 April 1943.
09 en 010 BV ieder één eenheid brand
stoffen geldig tot 30 April.
Verlengd
Serviesgoed 3-77, 3-78, 3-79, 3-80,
4-77, 4-78, 4-79, 4-80, gelijktijdig inle
veren met de bonnen 01 t/m. 04 van de
EV-servieskaart- t.m. 28 Februari.
474 Alg. Eenheidszeep, 475 Alg. Wasch
poeder, Q-Zeep, Q-Toiletzeep, Q-Wasch
poeder t.m. 28 Februari.
Vereeniging voor Bedrijfsvoorlichting in de Wieringermeer.
Mededeeling No. 100.
HET ONTSMETTEN VAN ZAAIZADEN.
De 'ziekten, die ook nu nog bekend
zijn in onze landbouwgewassen, schijnen
ook-vroeger reeds een-vijand van den
boer te zijn geweest.
Speciaal bedoel ik hiermee steen-
brand en stuifbrand. Beide ziekten, die
met de korrel overgaan en dus een groot
gevaar opleveren om hiervan zaaizaad
te gebruiken. Steen- en stuifbrand ver
schillen in groote mate, ook wat het j
besmettingsgevaar betreft.
Bij steenbrand komen de sporen
bij het dorschen vrij, dezen hechten
zich uitwendig aan gezonde korrels en
bij ontkiemen en groei van zoo'n be
smette korrel dringt de zwam in het
jonge graanplantje en veroorzaakt op
deze wijze „brandaren" en „brandplan-
ten."
Bij1 stuifbrand van tarwe en gerst
.groeit een door stuifbrand aangetaste
plant sneller, de brandaren hebben
zich meestal reeds geheel ontwikkeld,
wanneer de gezonde aren pas bloeien.
De sporen van de brandaren verstui
ven zeer gemakkelijk en komen deze op
de stempels van een geopende bloem,
dan kan de kiemdraad groeien in de
zich ontwikkelde korrel, zonder dat deze
korrel er nadeel van ondervindt, doch
bij uitza'ai hiervan ontkiemt tegelijk
met de korrel ook de zwam. Deze groeit
in de halm omhoog en wordt weer een
brandplant.
De ontsmetting van beide bovenge-
noemden moet natuurlij t-zeer verschil
lend zijn, want steenbrand kan uitwen
dig, terwijl stuifbrand inwendig moe^
worden bestreden.
Bij stuifbrand heeft men echter voor
dat herbesmetting uitgesloten is, wat
bij steenbrand niet het „geval is. Het;
ontsmetten- tegen steenbrand geschiedt
vooral hier wJl algeróeen. Heel vroeger,
werd deze ziekte bestreden ddor het
zaad gedurende eenigen tijd in zeewater;
onder te dompelen! Hierna werd over-
gegaan door het zaad te ontsmetten i
met kopervitriool. Dit laatste middel
wordt thans steeds meer en meer yer- j
drongen door de kwikhoudende midde-
len en zeer terecht. Mochten er soms
nog menschen zijn die voor ontsmetting,
kopervitriool gebruiken, dan wil 'ik erj
op wijzen dat deze ontsmetting tegen
verschillende ziekten geen resultaat op
levert. Zoo bv. strepenziekte in gerst.
Verder verdragen haver en rogge een
behandeling met dit middel niet zonder
dat aanzienlijke kiembescïladiging óp-
treedt. Ook bij tarwe beloopt men vaakj
de kans dat er kiembeschadiging op-|
treedt. Uit het feit dat er thans vol
doende kwikhoudende middelen zijn
wordt het kopervitriool óok van de kant
van den Plantenziektenkundigen Dienst
niet meer genoemd.
Van de kwikhoudende middelen wil
ik noemen Abavit, Öeresan, Fusorial en
Germisan. De uitvoering van de ont
smetting kan zeer verschillend geschie
den, omdat men zoowel droog als nat
kan ontsmetten. Wat de beste methode
is wil ik graag iri het midden laten
omdat er aan beide methoden voor- en
nadeelen verbonden zijn.
Ook met deze middelen zijn er geva
ren aan verbonden om het zaad te ont
smetten en daarom houde men zich
goed aan de voorschriften welke bij
elke bus oiitsmettingsstof aanwezig
moet zijn, want ontsmet men te, zwaar
dan heeft men groote kans dat de kiem-
kracht van het zaad terug loopt.
Ook wil ik er nog op wijzen dat er
voor droog en nat ontsmetten van ieder
der bovengenoemde middelen twee soor
ten in de handel zijn, omdat de poeder
welke geschikt is voor droogontsmetting
niet in water oplosbaar is en omgekeerd
is het evenzoo, zóodat men bij aanschaf
fing van een ontsmettingsmiddel er wel
terdege rekening mee moet houden
welke ontsmetting men toe wil passen.
De laatste jaren wordt er echter
■steeds meer toe overgegaan om het
zaad droog te ontsmetten. Deze ont
smetting geschiedt uitwendig en helpt
dus ook alleen maar voor ziekten waar
van de sporen en schimmels uitwendig
op het zaad voorkomen. En daarom is
het ook aan_ te bevelen om alle zaden
welke worden gezaaid zoowel boonen en
erwten als de kleinste zaderijen niet
anders te zaaien voordat ze ontsmet
zijn.
Een andere methode moet worden
toegepast voor het ontsmetten van
stuifbrand in tarwe* en gerst, als men
hier werkt met sterke chemische mid
delen dan wordt de- kiem ook in zoo
sterke mate aangetast dat het niet meer
kan groeien.
Reeds in 1888 werd er door den Deen
Jensen op gewezen dat stuifbrand kon
worden bestreden door het zaad in
water van een bepaalde temperatuur
gedurende eenigen tijd onder te dom
pelen. Deze zienswijze bleek zeer juist
te zijn en hieruit is voortgevloeid dat
thans ook de stuif Brand bij een juiste
toepassing voor 100% kan worden' be
streden, al is het niet zoo gemakkelijk
als men aanvankelijk meende. Deze
behandeling moet in 4 etappes gebeuren.
1. Het zaad moet F/s uur vöorgeweekt
worden- in water van 18°' C.
2. Het zaad moet 4Vs uur naweken on
der dezelfde temperatuur.
3. Het zaad moet gedurende 10 minu
ten in warm water worden gehou
den voor tarwe is deze temperatuur
precies 53" C. en voor gerst 51
52 C. i
4. De droging van het zaad. Bij deze
behandeling moet de temperatuur
steeds opgenomen worden .met ge-