S; draadloos verkocht werden', zijn niet eens constant voor een bepaald gemid delde. 6. Kruisingsproeven met die rassen kunnen geen betrouwbare gegevens opleveren omtrent het vererven van *iet kenmerk der draadloosheid. 7. Een bepaalde manier van reagee- ren op de uitwendige omstandigheden wordt door bepaalde factorencombina ties beheerscht. Welke die zijn, is voor- loopig nog onbekend. 8. Zeer waarschijnlijk staat een ze kere sterkte der draden in verband met den anatomischen bouw der scheede van de vaatbundelgroepen aan rug- en buiknaad. 9. Duidelijk van elkaar te onder scheiden zijn 2 typen van anatomischen bouw. Type S en type Hs. Bij de varia tie der draadsterkte valt verband met den anatomischen bouw op te merken. De heterozygoten vertoonen een varia tie van geen tot zeer sterken draad. (Omtrent debeteekenis dezer typen zij verwezen naar de bovengenoemde ver handeling) 10. De rassen, die constant bleken voor een bepaald type van anatomischen bouw, waren dit nog niet in hun draad- sterkten. De draadloosheid is niet van een op zichzelf staande eigenschap. De selecteurs in Noordholland Her kennen de draadlooze boonen aan hun stomppuntigheid of het omkrullen van de punt. Boonen met draad hebben een scherpe en rechte punt. E. O. CULTUURPROEVEN MET AARDAPPELEN. In 1942 werden met een aantal ver schillende rassen proeven genomen om trent het verband tusschen potergrootte, plantafstand en stikstofbemesting en de opbrengst. De aardappelen werden rijp gerooid, zoodat de gegevens dus betrek-» king hebben op de cultuur van consump tie-aardappelen. Het verslag van één der meest ge slaagde proefvelden geven we hieronder weer. De algemeene conclusies welke uit deze proef, welke met Eigenheimers werd genomen, kunnen worden getrok ken zijn ook op andere rassen van toe passing, zoodat wij volstaan met hier onder slechts één proef uitvoerig te behandelen. Om technische redenen kunnen de grafieken (teekeningen) niet in dit blaadje worden opgenomen. Deze zullen in het jaarverslag worden gepubliceerd. Hoewel juist déze grafieken ook bijzon der instinctief zijn* valt er uit onder staande tekst toch eveneens nog veel te leeren. Wij merken hierbij nog op, dat bij deze proef niet voorgekiemde poters gebruikt werden. 0 VERSLAG CULTUURPROEF MET AARDAPPELEN Wm. 662. EIGENHEIMER VOOR CONSUMPTIE. Bij den Heer F. J. A. van Dafn, Klie- verweg J 37, werd voorjaar 1942 een cultuurproef aangelegd met Eigenhei mers, om te trachten het verband na te gaan tusschen de optimale potermaat, de juiste plantafstand ep de stikstofbe mesting. Pootgoed Eigenheimer,^klasse A, ont vangen via het C. I. JL,. te Wagenin- genniet voorgekiemd. De gebruikte porermaten waren 2528 2835 3545 4555 mm. Veorviucht ,tarw{é met matige klaver als groenbemestjihg. Grondsoort zave: Rijenafstand 67 cm in de rij 50 cm 38.5 cm 29.5 cm. en 25 cm., om te ko men tot 300004000050000 en 60000 planten per ha. Opp. der veldjes 4 x 5 20 m2. 6 rij en per^ldje. Pootdatum 24 Aprilmet de hand in geulen gelegd, waarover met de fnar- keur strepen waren getrokken. De be mesting werd gegeven in den vorm van kalksalpeter gestrooid op 11 Mei 0200400600 kg. per ha. Vruchtbaarheids- en cultuurtoestand goed in orde. Tusschen de pootdatum en opkomst is er geen water gevallen. De potermaat 45/55 was het vroegst boven den grond, in tegenstelling met de kleine maat 25/28 die het langst wegbleef. Beoordeeling 30 Juni. Tusschen de ver schillende potermatén groote verschillen ten gunste van de groote poters. Tus schen de verschillende N-trappen nog weinig verschil waar te nemen. De O- veldjes schijnen iets lichter van kleur. Regelmatig over h$t geheele veld komen zieke planten voor welke worden uitge selecteerd. Rooidatum 5 October. De misplaatsen zijn omgerekend, waarbij f tnisplaats is verwaarloosd, en verder steeds het halve aantal bijgerekend, bv. bij 8 misplaat sen 4 planten bijgerekend, aannemende dat de andere zooveel meer van de ex- stra ruimte hebben geprofiteerd. Gesorteerd in 5 maten t.w. kleiner dan 28 28/35 35/45 45/55 en boven 55 mm. OPBRENGSTEN. In grafiek I vindt men een algemeen overzicht van de totaal-opbrengsten. In tabe^ 1 is de totaalopbrengst van alle veldjes weergegeven, uitgedrukt in kg. per are en daarnaast in procenten van de gemiddelde opbrengst van het geheele proefveld (365 kg/are 100). In deze tabel zijn de cijfers gerang schikt naar de drie objectenseries, dus de maat van het pootgoed, het aantal planten per ha. en de vier stikstoftrap- pen. De bovenste groep van vier regels heeft dus betrekking op de maat 25/28, 28/35 enz. In elke vierregelgroep heeft de volgende vier regels op de maat de bovenste regel betrekking op de veldjes met 30000 planten per ha. enz. TABEL 1. Poter maat 25/28 25/28 25/28 25/28 28/35 28/35 28/35 28/35 35/45 35/45 35/45 35/45 Planten per ha. 30000 40000 50000 60000 30000 40000 50000 60000 30000 40000 50000 60000 Totaalopbrengst in kg./are N-bemesting in kg per ha. 90 295.5 371.5 355- 0 303- 300.5 346- 30 295.5 293- 355- 354- 60 263.5 334.5 336.5 401.5 303.- 343.- 316.5 348- 350.5 356.- 365.5 338.- 349.- 355- 357.5 360.5 419- 384- 330- 340- 312.5 333- 315- 397- 305- 403- 403- 372- 385.5 400- 430- 409.9 45/55 30000 346- 386- 361.5 45/55 40000 393.5 379- 410.5 45/55 '50000 422.5 421- 397- 45/55 60000 393.5 464- Totaal opbrengst relatief N-bemesting in kg. per ha. 0 30 60 90 83 81 72 -r- 82 80 91 81 95 V 92 102 97 110 97 83 94 81 96 96 97 A)0 93 96 97 98 99 115 105 90 93 86 91 86 109 84 110 111 102 106 110 118 112 j 95 103 99 108 104 112 113 116 115 109 111 108 127 117 95 98 106 "102 Vooral in de beide onderste vierregel- groepen komen de hoogste waarden voor, hetgeen er dus op wijst dat het pootgoed 35/45 en 45/55 de hoogste op brengsten heeft gegeven. Ook hebben de veldjes met 60000 planten per hg,. nog een hoogere totaal-opbrengst gele verd da/i die met 50000 planten. De op timale plantafstand is bij deze proef nog niet bereikt, al zijn er enkele pun ten die er op wijzen dat dit optimum Gem. tot niet' ver boven 6 pl. /m2 zal liggen. Bij beschouwing van dè verticale ko lommen blijkt dat bij toenemende be mesting hoogere opbrengst wordt ver kregen tot 6P kg. N. De laatste 30 kg. N. hebben over het geheel genomen geen effect gegeven wat duidelijk tot uiting komt als men uit de kolommen een gemiddelde trekt. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Mededeelingenblad Wieringermeer en Wieringen | 1943 | | pagina 3