4. Eerste Jaargang. 1861. |efi)er, ffleumeöiejs WOENSDAG WtffemsoorÖ, cn,v 12 J U N IJ. Een woord over de doorgraving van Holland op zijn Smalst. IS NIEUW YA1V DEN Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30. Franco per post//1.50. Yerschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Brieven franco aan don Uitgever S. GILTJES. Prijs der Advertentiën 15 Ct. per regel behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing. (ingezonden.) Nieuwediep 8 Junij 1861. ïn het Handelsblad van 1 Junij 11. heeft weder een vol bloed doorgraver van Holland op zijn Smalst'' zijn geliefd stokpaardje bereden, de verzanding namelijk van het //Texelsche Schelpengat." Heeft die liefhebber het artikel over het bij laag water binnenloodsen door dat gatmet holle zee en vooreb, van het zeilschip Jupiter, kapitein Burggraall', in de Nieuwe Rotterdammer Courant van 22 Mei 11. niet gelezenof houdt hij er zich maar onkundig van In het eerste geval zij hem die lezing aanbevolen, in het tweede geval zou zijn geschrijf oneerlijk zijn. Met degelijke bewij zen zoude hij dan ten minste hebben moeten aantoouen dat het onwaar was, dat de Jupiter onder de vermelde omstan digheden, met 68 palmen diepgang ongehinderd is binnen geloodst. Maar het is waar ook, hij kon het niet. De schrijver van 1 Junij is evenwel vrij kras geweest in zijne redeneringen. Zoo zou b. v. de verklaring der Texelsche loodsen, dat de zeegaten alhier in voortreff'elijken staat zijn, onwaar wezenen zou hen die verklaring alleen door eigen belang in de pen zijn gegeven. Dat zegt nog al wat. Weet die schrijver wel dat zij met bewijzendie bij het rijk berusten, (hunne peilingslij sten) de deugdelijkheid hunner verklaring- staven kunnen Er is voor onsiets onbegrijpelijks in dat woord //eigenbelang der loodsen." Eigenbelang nog eensoch ochwat een woord Geen enkele loods en geen enkele doorgraver zal het ooit beleven dat er te Wijk aan Zee een schip zal worden binnengebragt. Weet gij waarom? Om de eenvoudige reden dat er van die doorgraving nooit iets komen zal. Kras gesproken niet waar, schrijver van 1 Junij Onthoud eens wat u hier met ronde Hollandsche woorden gezegd wordt. Het is hier de plaats niet om de gegevens daarvoor op te sommen. Het is van algemeene bekendheidwaar zij in den handel verkrijg baar zijn. Laat ons liever dat eigenbelang nog eens nader bekijken. Stel eens dat de doorgraving gelukte, wie zou dan wel de meeste kans hebben om voor dat gat gebruikt te worden Een schipper van de Wcesper trekschuit, of wel de geëxamineerde loodshij, die van zijn vroegste jeugd af aan, onze stranden en den loop der stroomen enz, heeft leeren kennen, en die het mandaat zijner wetenschap, hem door het rijk gegeven, in den zak draagt. Denkt gij niet schrijver van 1 Junijdat de Texelsche loods liever te Wijk aan Zee dan hier zou wonen, hier, waar de woningen en de levensbehoeften enorm duur zijn, terwijl hij nog daaren boven het voorregt zou hebben eerder bij de zijnen te zijn en dat gevaarlijke schelpengat links kan laten liggen. Wat blijft er dan nu wel van dat eigenbelang der loodsen over gij liefhebber van 1 Junij Onzin hebt gij geschreven en niets anders. Gij behandelt op gelijke wijze nog meer zaken, maar do dagelijksche ondervinding en de ge schiedenis bewijzen, dat uw geschrijf de eer eeuer we derlegging onwaardig is. En dan dat gemakkelijk binnen komen te Wijk aan Zee, als of dat zoo maar met de pantoffels aan, zou kunnen gaan. De kinderen aan de stran den v;eten het beter, en de ouden van dagen glimlagchen er om, als zij er in dien zin over hooren spreken. Dan waar toe meerder Als de liefhebbers van de doorgraving die zaak bespreken en dan daarbij natuurlijk de verzanding van het Schelpengat op den voorgrond stellen, dan zijn zij in die oogenblikken voor geene overtuiging vatbaar. Ik geloof, dat al kwam er een engel uit den hemel, met het berigt van den bouwmeester der wereld, dat zij in dezen onbevoegd waren om hun oordeel uit te brengen, zij dien hemelbode afwijzen en hem alle geloof weigeren zouden. Wij laten hier volgen: a. De peiling van het schelpengat, en b. De peiling van het westgat. In beide gaten rijst het water bij volzee 1112 en bij springtij p. m. 14 a 15 palmen. Peiling van het schelpengat, bij laag water in 1861 windstreek n. n. w., met fiaauwe koelte..

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 1