MA Mï IA CTUREN-AFFA IRE.
Het doel van adverteren toch is, om ieder met zaken
bekend te maken waarvan het belang die bekendheid vordert.
Mijn buurman leest b. v. de Nieuwe en ik de Oude Courant.
Wordt nu de Oude Courant alleen met de advertentiën be
gunstigd, bij welke mijn buurman meer belang kan hebben
dan ikdan mist het nut van aldus te adverterendirect
het doel.
Bij de hooge regering en de meeste gemeentebesturen
worden deze bezwarenmet het oog op het nut van alge-
meene bekendheid, niet gemaakt, enkele uitzonderingen
daargelaten, daar men van de. respectieve ministerieu adver-
tentien in couranten ziet geplaatst, waarop volgens de mee
ning van sommige leden van den raad, alleen de Staats
courant, als officieel orgaan, aanspraak zou moeten kunnen
maken.
De kwestie omtrent het wapen beschouw ik geheel uit
het oogpunt van aanspraak op gelijke regten. Zou het ge
mis daarvan het Amsterdamsch Handelsblad, het Handels-
en Effectenblad, enz., zulk een groot nadeel aanbrengen p p
Ik geloof het nietmaar wel geloof ik, dat eene gezonde,
vrijzinnige en eerlijke polemiek de steunpilaar van een
dagblad is, en daarom zij de nieuwe onderneming allen
steun toegewenscht.
J.k heb de eer te zijn, Mijnheer de Redacteur, enz.
T.
Mijnheer de Hedacteur!
Eene aardige quaestie betreffende de toepassing van de
wet op het onderwijs heeft zich hier voorgedaan.
De schoolopziener in dit district heeft namelijk tegen
een1 onderwijzer, van eene door eene particuliere maatschappij
opgerigte bijzondere school, proces-verbaal laten opmaken
ingevolge art. 63 dier wetop het oogenblik dat die school
geschorst, en hij dus niet in functie was.
Bovendien had die onderwijzer geene vaste aanstelling
als zoodanig bij die school, doordien hij telken jare op
nieuw werd benoemd, en dus op dat oogenblik privaat
persoon was.
De vraag rees nu bij mij op, of die schoolopziener
daartoe bevoegd was, en meen deze ontkennend te moeten
beantwoorden,
Wel is waar legt art. 63, al. 2, den onderwijzer de
vei-pligting op, om de verlangde inlichtingen omtrent de
school en het onderwijs te geven, maar eene particuliere
school, in der voege van de hier bedoelde, valt niet in de
termen van art. 3 der wet, deze toch staat onder toezigt
eener maatschappijen het bestuur dezer, geeft den on
derwijzer de voorschriftennaar welke hij te handelen en
zich te gedragen heeft; bovendien heeft deze school bij
zondere reglementenzoodat ingeval voornoemde onderwijzer
zich niet naar den inhoud van deze gedroeg, hij daarvoor
verantwoording zou schuldig zijn, aan het bestuur, doch
niet aan den schooiopzieucr.
Ook wat de vakken betreft, in welke op die school
wordt onderrigt gegeven, meen ik, M. de Redacteur, dat
ze. niet vallen in die termen van art. I der wet op het
lager onderwijs; wel zegt deze, in art. 72, dat, ook op
uitgebreider onderwijs, voorloopig tot dat de wet op het
middelbaar onderwijs zal zijn vastgesteld, deze wet van
toepassing zal wezenmaar daarin ligt toch niet opgesloten
dat eene school waarop algebra, meetkunde, en zelfs schei
kunde wordt onderwezentot de lagere in wezenlijken zin kan
gebragt wordener behoort slechts dan eene kleine wijziging
in deze wet te komenom het geheele middelbaar en hooger
onderwijs onder het toezigt van den schoolopziener te bren
gen, want niemand zal betwisten dat middelbaar en hooger
onderwijs een uitgebreid lager onderwijs mag genoemd wor
den, doch dan zijn de grenzen in eene wat ruime betee-
kenis genomen.
Nog is de vraag gedaan: waarom die onderwijzer, ge
weigerd heeft de gezochte inlichtingen te geven: hierop
antwoorden wijdat dit alleen geschied isomdat men
meende dat die aan den schoolopziener als zoodanig niet
behoefden verstrekt te worden.
Reeds is het geschil voor den regter aanhangig ge
maakt, en met belangstelling zien wij diens uitspraak te
gemoet.
Met de opname van deze regelenzult gij M. d. R.
zeer verpligten: Uw abonné.
Nieuuiediep 6 Junij. N.
[Wij hebben gemeend, dit stuk niet te mogen achterwe
ge laten, hoewel de uitspraak des regters, naar wij verne
men, niet met de conclusie van den geachten inzender
overeenkomt. Redi]
Correspondentie.
IJ vraagt of het bestuur eener gemeente, ook verpligt
is te waken voor den algemeenen gezondheidstoestand dei-
inwoners. Hij vermeent ja, daarom wordt het dan ook
in den Helder zeker toegelaten dat er mistbelten bestaan,
die niet alleen dienen tot verzameling en vorming van
stalmest, maar die tevens door de buren gebruikt worden
om er hunne privaten op te ledigende aangename en der
gezondheid bevorderlijke geuren, die zulk eene ophooping
van onreinheden steeds veroorzaaktkan men zich ligt
voorstellen. Vooral bij eenen warmtegraad, zooals wij nu
sedert eenige dagen hebben, heeft men van die- uitwase
mingen het volle genot.
B. vraagt of de bewoners der achtergracht, zuidzijde,
niet kunnen verlost worden van een slecht onderhouden
stinkend gemeente-privaat, waar dagelijks kinderen invallen.
ADVSRTSITTI^IT.
Ondertrouwd
A. W. SCHOUTEN
en
M. A. de V A A N.
Nieuwediep 15 Junij 1861.
Wegens aanhoudende ongesteldheid ziet men zich ge
noodzaakt eene Manufacturen -Affaire ter over
neming aantebieden.
Deze Affaire kan door eene vrouw worden waargenomen,
en levert een ruim bestaan op.
Adres met franco brieven, aan den Uitgever dezer
Courant.
Gedrukt ter Boek- en Steendrukkerij van S. GILTJES.