1861. |efi)er, 3TieuraeÖ(ep U/ilTcmsoorï), cnj. Eerste Jaargang. ZATURDAG 6 J U h IJ. 11. NIEUWE YAN COURANT DEN Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30. Franco per post>/1.50. Verschijnt WOENSDAG en ZATUKDAG. Brieven franco aan den Uitgever S. GILTJES. Prijs der Advertentiën 15 Ct. per regel behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing. Tweede Kamer der Staten-Generaal. Maandag is het amendement van den heer Thorbecke op art. 1 der militie-wet in behandeling gekomen, en door den voorsteller uitvoerig verdedigd. Spreker beweerde dat elk zelfstandig voltallig militair ligcliaam, ten deele bestaan moet uit zoodanigen, die van het krijgswezen, hetzij voor hun leven, hetzij voor een aantal jaren, een beroep hebben ge maakt, en dat dit vereischte alleen in vrijwilligers gevonden wordt. Wel bepaalt art. 5, dat elke ligting zooveel moge lijk uit vrijwilligers moet bestaan, maar dit neemt, volgens spreker, het bezwaar niet weg, omdat men geene vrijwil ligers ligten kan. Men ligt alleen voor gedwongen dienst, en volgens de grondwet moet de militie allereerst uit vrij willigers bestaan. De heer Storm van Gravesan.de heeft het amendement bestreden, omdat er, indien het werd aangenomen, in het geheel geen staand leger zou wezendoch alleen militieook zou, volgens hem, de jaarlijksche vaststelling van de sterkte des legers, door de Kamer, tot groote nadeelen aanleiding geven. De heer Tliorbeelce beantwoordt den spreker. De heer van Nispen lieeft bezwaren zoowel tegen het amendement als tegen het artikel. De heer Wintgens is vóór het amen dement, hij zou eene zamenvoeging en eenheid wenschen van liet leger, zoo als in Pruissen bestaat, maar hij acht dit niet onvereenigbaar met de aanneming van het amendement. De heer Mackaij heeft inlichtingen omtrent de bedoeling van hetzelve gevraagd; terwijl het door den heer Dommer van Poldersveldt hevig is bestreden, ook op grond dat er jaarlijks te lange disoussiën zouden plaats hebben over de grondslagen van het leger, hij vindt waarborgen genoeg in de behandeling van het budget van 't Departement van Oorlog. De heer Heemskerk stelt een amendement voor om de sterkte van de militie te bepalen op 55,000 man, zooveel mogelijk zamengesteld uit vrijwilligers, en bij gebrek daar van door lotelingen. Nadat de Minister van Biunenlandsche zaken het amen dement Thorbecke bestreden had, heeft de Minister van Oorlog daarover het woord gevoerd, en betoogd: dat het strijdig is met de grondwet, en strijdig met de belangen van het leger; ten slotte zijner rede heeft voornoemde Mi nister verklaard, zich met die amendementen niet te kunnen Vereenigen en zich daarbij geenszins te kunnen uederleggen. Dingsdag heeft de heer Heemskerk zijn amendementen toegelicht, en de heer Thorbecke liet zijne verdedigd. De II. H. Mackaijv. Bosse, Storm, van der LindenBetz van Nispenvan HeukelomCool en Poortman voerden achtereenvolgens liet woord, terwijl de ministers van bin- ïienlaudsclie zaken en van oorlog, nogmaals het amende ment van don heer Thorbecke bestrijdende, verklaarden tegen dat van den heer Heemskerk geene hoofdbedenkingen te hebben. Op de vraag van den heer van Nispenverklaart de minister van oorlog, dat de sterkte der nationale militie van 55,000 man, en het bedrag van 11,000 man voor do jaarlijksche ligting wel voldoende, maar ook noodig was; Z. E. meende dat in geval buitengewone omstandigheden, b. v. een opstand in Indie, liet noodzakelijk maakten, liet bijeenbrengen van de vrijwilligers in zelfstandige corpsen, en het afzenden derzeive naar Indie, tot behoud onzer bezittingen, geenszins in strijd met het strenge regt zoude zijn. Daarna is het amendement van den heer Thorbecke in omvraag gebragt en met 43 tegen 23 stemmen afgewezen, terwijl dat van den heer Heemskerk met 37 tegen 2S stemmen werd aangenomen. Vervolgens komt art. 2 in behandeling (hetwelk inhoudt, dat het bedrag der ligting, jaarlijks bij een kon.besluit bepaald wordt, zonder het getal van 11,000 te boven te mogen gaanen wordt met 44 tegen 23 stemmen aangenomen. Woensdag zijn de beraadslagingen voortgezet: een amen dement van den heer Hugenhollzwaarbij bepaald wordt, dat de zeemilitie zal zijn zamengesteld uit lotelingenen uit vrijwilligers voor de militie die zich vrijwillig aange meld hebben voor de zee-militiewordt aangenomen. Het maximum dezer blijft bepaald op 600 man. Donderdag is de discussie over liet ontwerp voortgezet tot art. 12, waarin aan meerderjarigen de bevoegdheid wordt toegekend, om zieh zonder toestemming hunner ouders tot de dienst te verbinden. Dit artikel vindt grooten tegenstand.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 1