3TSB TT w a T IJ D 11T 3 B MT.
I r
lunet te Turijn aan dat te Londen verzocht heeft eenige
schepen naar de golf van Napels te zenden. De Keizer
moet daarin verklaard hebben van voornemen te zijn, een
einde te maken aan de wereldlijke magt van den Paus,
en den koning van Italië in het bezit van Rome te stel
len, doch dat daartoe tijd vereischt wordt en dat de pu
blieke opinie in Frankrijk eerst op die gebeurtenissen moet
worden voorbereid.
Nog deelt de Siècle mede, dat de dagelijks toenemende
invloed van Engeland in Italiëten koste van Frankrijk,
meer reden tot zorg geeft dan de Oostenrijksch-Engelsche
alliantie. Het blad schrijft dit verschijnsel toe aan de
vreemde politiek van Frankrijk in Italië, en geeft ander
maal de vrees te kennen, dat het werk van Magenta en
Solferino daardoor nutteloos zal gemaakt worden.
in het oostelijk deel van Europa blijft de toestand zeer
gespannen. Zaturdag nacht hebben te Warschau op onder
scheidene punten huiszoekingen plaats gehad, ten gevolge
waarvan onderscheidene personen gearresteerd zijn. Ook
onder de Hongaren, heerscht, wegens het sluiten van den
landdag eenige hevige gisting. Mogt deze eenmaal in een
opstand overslaan, dan zijn de gevolgen daarvan niet te
berekenen, en het is zeer waarschijnlijk, dat dit, zoo Oos
tenrijk zijne politieke gedragslijn niet verandert, spoedig
zal moeten geschieden.
In de vergadering van de Obergespiine" te Pesth zijn
dan ook twee reskripten ingekomen, van de hofkanselarij
te Weenen. Het eene is bestemd om de vergadering ge
rust te stellen ten opzigte van het voornemen van Keizer
Eraus Joseph, om zich opregtelijk aan de Hongaarsche
grondwet te blijven houden; in het tweede wordt de hoop
uitgedrukt, dat tot het tijdstip van de bijeenroeping van
den nieuwen Landdag de gemoederen rustig zullen blijven,
opdat verzoening mogelijk worde.
De Keizer verklaart overigens ten plegtigste, dat de Hon
gaarsche kroonlanden niet bij het Keizerrijk ingelijfd zullen
worden, maar dat hij de in 1790 aan Hongarije verzekerde
zelfstandigheid en onafhankelijkheid, strikt en opregt wil
handhaven.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, 27 Augustus 1861.
Men verneemt, dat tot taxateurs van de te onteigene
gronden voor den Noordhollandsehen spoorweg benoemd zijn
de heeren de Leeuw, dijkgraaf van den Anna Polownajpol-
der en Cohen Sluart, wonende te Alkmaar.
Gister is alhier eene dienstbode in verzekerde bewa
ring gebragt, die beschuldigd wordt van diefstal ter somme
van ƒ120.ten huize van haren meester.
De persoon Otto Hardimanontslagen matroos der
marine, sedert lang bij de politie verdacht, is heden nacht
door de nachtwaohts gearresteerd, terwijl hij onder den arm
droeg een pakje goederen, geknoopt in een door hem uit
getrokken hemdbij onderzoek bleek hetdat die goederen
bestonden in voorwerpen, door hem opgeraapt in eene bleek. Er-
wordt vermoed dat die persoon dit handwerk reeds lang bij de
hand heeft gehadwant gedurig werden door de bewoners der
Kerkgracht, kleedingstukken en andere goederen van hunne
erven vermist. Weuschelijk is het, dat men nu ook de op-
koopers van die gestolen goederen ontdekke,
Den 25 dezer is de 10e verjaardag van Z. K. H.
den prins Alexander, tweede zoon des konings, gevierd. Yan
Gravenhage meldt men dat I. K. H. door Z. M. is be
noemd tot 2de luitenant bij de battaillons jagers van het
regiment grenadiers en jagers, alsmede tot grootkruis der
orde van den Nederlandsche Leeuw.
Op 30 Augustus a. s. zal door den Minister van Marine
aan deszelfs departement worden aanbesteed: Het maken en
leveren van eene ijzeren schipdeur voor het nieuwe drooge
dok te Willemsoord.
Naar wij zoo even vernemenmoeten er in den nacht
van Zaturdag jl. te Alkmaar twee ongelukken hebben plaats
gehad. Er moet daar namentlijk eene boot, waarin vier
personen gezeten waren omgeslagen zijn, die jammerlijk
-din omgekomen; ook zou aldaar een man, tussehen twee
j"teg«i elkander aanvarende schepen, letterlijk zijn verplet-
■terd\ Nadere berigten ontbreken.
Z. M. heeft den gepensioneerde, kapt. t/z. A. C. van
Braam Houckgeest, eervol ontheven van de hem opgedragen
betrekking van equipagemeester der marine alhier, onder
dankbetuiging, en hem het stilgestaan hebbende pensioen
weder toegekend van ƒ1800en is die betrekking opgedra
gen aan den gepensioneerde kapt. ter zee W. II. Dittlof
Tjassensmet ophouding van het door hem genoten pensioen;
opgedragen de betrekking van kommandaut der zeemagt in
Oost-ludie en inspecteur der Marine aldaaraan den schout
bij nacht J. May, thans non-actief, ter vervanging van den
schout bij nacht G. Fogelpoot.
Men schrijft ons uit Amsterdam.:
De straten van Neerlands Hoofdstad nemen op eene
onrustbarende wijze toe in verzakkingen en grondinstortingen.
Deskundigen beweren dat de oorzaak hiervan ligt, in het
weg spoelen der gronden. Men is ernstig bezorgd, dat de
voorspelling van wijlen doctor Ludeman als zoude Am
sterdam eenmaal weder door het water verzwolgen worden,
hare vervulling begint te naderen.
Meu voegt er nog bij
De aanstaande kermis alhier zal opgeluisterd worden door
de optreding van een Eranschmandie de gave bezitom
de geluiden van alle viervoetige dieren te kunnen nabootsen.
Hoofdzakelijk munt hij uit in het brullen en loeijen van
het hoornvee. Men zegt dat bedoelde artist, hoofdzakelijk
tot deze optreding besloten heeftom door het prikkelen
der gehoorzenuweude Amstcrdamsche burgers eenigzints
schadeloos te stellenvoor het gemis aan inwendige kennis
making met runderen.
Moge een groote bijval de belooning zijn van dat
menschlievend beginsel.
Het volgende wordt ons door een geloofwaardig per
soon medegedeeld. Twee heeren uit 's Hage, beide oud-mi
nisters en de een nog lid der Kamerbevonden zich onlangs
gelijktijdig te Cleef in het zelfde logement. De een had er
zich heen begeven ter viering van een zilveren bruiloftsfeest,
de andere was op zijne terugreis van een uitstapje buitens
lands. De heeren, die in de politiek het nooit met elkan
der konden vindenschenen overigens geene bijzondere vrien
den te zijnwant toen ze elkander toevallig ontmoetten
was het geen hartelijke handdruk, maar ter naauwernood
een hoogst stijven groet, dien ze wisselden, 's Middags toen
men aan tafel zou gaan werd dit dan ook bevestigd; want
de een, de zaal binnenkomende zeide tot den kellner: //het
is mij onverschilligwaar ge me plaatst, als gij maar zorgt
dat ik niet naast dien langen, mageren heer uit den Haag
zit," waarop de kellner dadelijk antwoorddeOmijnheer
de baron, daarvoor is reeds gezorgd, want die heer heeft
juist heden morgen gezegd, dat hij niet naast den dikken
heer uit den Haag wenschte te zitten. Utr. Ct.
Men leest in de Tijd:
Wij vernemen, dat tegen M. P. W., kargadoor te Kotter- y,
damdie zich opgeworpen had tot hoofdbestuurder van eene
landbouwkolonie te San Salvador in Midden-Amerikadoor
de arrondiss.-regtbank te Amsterdam regtsingang is verleend
ter zake van opligting en bedrog. Hij is te Haarlem ge
arresteerd. Hij was sinds eenige dagen voortvlugtig
terwijl aldaar in het Westerdok 112 mannen, vrouwen en
kinderen, te zamen ingescheept op het fregat, dat hen naar
San Salvador voeren moest, broodeloos waren achtergelaten,
Dezer dagen heeft er te Kozenberg (Pruissen) een
vreeselijk voorval plaats gehad, zooals de geschiedenis er
misschien geen tweede heeft aantewijzen: een //gedwongen
vadermoord." Een vader gelastte zijnen negenjarigen zoon,
om met een 1 ucifer het kruid op de pan van een door hem
te voren geladene karabijn, waaraan de haan ontbrak, en
waarvan hij den tromp op zijn mond had gerigtaan te
steken. De knaap weigerde te gehoorzamen, eerst na her
haalde, door mishandelingen versterkte bevelen, voldeed hij
aan het verlangen zijns vaders, liet kruid bliksemde van
de pan en verbrandde de hand van het kind. De vader
schudt versch kruid op de pan, en hernieuwt met den loop
op zijn mond gerigt, met nadruk zijn bevel.
Andermaal weigert de zoon te gehoorzamen en andermaal
wordt hij door de mishandelingen van zijn vader er toe ge
dwongen. Met bloedige wangen en eene bevende hand
steekt hij het kruid op nieuw aan, en de vader ligt in