Zitting van den Gemeenteraad, f>oïiticïi #beï5igt. op Dingsdag 17 September 1861. "Voorzitter de lieer Mr. Tv. J. C. Stakman Bosse. Secretaris de lieer L. Verhey. 11e vergadering wordt door den Voorzitter geopend. De lieer de Lange is afwezig. 11e notulen der vorige vergadering werden door den Se cretaris voorgelezen en goedgekeurd. De Voorzitter in de vorige vergadering afwezig zijnde, en dus alstoen verhinderd de bij de wet gevorderde eeden af te leggen, doet zulks thans in handen van den oudsten Wethouder, den heer A. Boomsma. Aan de orde is een voorstel van den heer Controleur der plaatselijke belastingenstrekkende tot het benoemen van eigen ambtenaren belast met liet toezigtdat thans door rijks ambtenaren wordt uitgeoefenden hetgeen volgens aan schrijving van Z. E. den Minister van Einautien niet langer zal worden toegestaan. De Voorzitter stelt voor, om wegens de uitgebreidheid van het stuk, hetzelve te doen onderzoe ken, ten einde daarover later rapport uit te brengen, welk voorstel wordt aangenomen. Er zal alzoo eene commissie worden benoemd van drie leden om Burgemeester en Wet houders te assisteren De voorzitter brengt in omvraag of de bewuste commissie zal worden gekozen door den gemeenteraad dan wèl door ZEA.; tot het laatste wordt met S tegen 5 stemmen be sloten zijnde die van de H. H. StrootmanGraat, de Breuk, Zur Miililen fen Beets. De Voorzitter benoemt daarna tot leden dier commissie de H. IJ. Beeriugh en Beets, als leden der vroegere finan- tiele commissiebenevens den heer Strootmanen geeft kennis dat de som, bij eventuele aanneming van liet voor stel benoodigdop de begroeting is geplaatsthij verzoekt dus die commissie zitting te houden alvorens de secties, die over de begrooting zullen beraadslagen, bijeenkomen. De heer Strootman meent dat de beslising dier aangele* genheid niet moeijelijk kan vallen, daar de oude regeling door de aanschrijving des Ministers vervaltde hr. de Breuk vraagt of men door een' brief aan den Minister van die verandering kan worden ontheven, daar thans die zaken cene geregelde orde volgen. De heer Beeriugh zegtdat bij herhaling in den boezem der vergadering de wensch is te kennen gegeven om de belastingen door plaatselijke ambtenaren te doen surveilleren; spreker acht het bestaande stelsel bepaaldelijk onvoldoende, en is zélf in de gelegenheid geweest zich daarvan te over tuigen, Z.E.G. acht het te meer noodzakelijk, omdat bij een minder goed toezigt op die belastingende gemeente in eeuige dagen meer kan verliezen dan de geheele kosten der nieuwe regeling bedragen. Vervolgens worden de begrootingen aangeboden ten dienste der Gemeente, van het Burgerl. Armbestuur en het Weeshuis. Wordt voorgesteld deze in de sectien te doen onderzoeken. Bij loting zijnde sectien zamengesteld als volgt: le sectie de 11.11. Haremaker, Beeriugh, Janzen en de Lange. Verweijde, Lastdrager, Graat en Keloklioven. Strootman, de Breuk, Zur Miililen en Beets. Wegens het ontslag van den hulponderwijzer bij eene der openbare scholen, den heer Visser, is eene oproeping van sollicitanten geschiedwaarbij zich slechts twee canclida- ten, de heer Dekker te Zaandam en de Jongh te Makkum hebben aangemeld. De Voorzitter stelt voor, eene nieuwe oproeping in de couranten te doen, zonder voor als nog tot eene keuze over te gaan. Aangenomen. De Voorzitter geeft kennis clat de aanbesteding van het ziekenhuis heeft plaats gehad en dat de besteding van de losplaats op liet Westplein eerstdaags zal plaats grijpen. ZE.A. wenscht autorisatie tot het doen opmaken van het plan van eene brug bij de Nieuwstad die op ƒ.13.000 wordt geraamd, en die som voor de helft te brengen op de be grooting van diten de andere helft op die van het volgend jaar, en stelt tevens voor, te gelijk de funderingen te doen leggen van de brug bij de Nieuwe Kerk, ten einde de stremming van het kanaal niet tweemaal te doen plaats hebben, welke een noodzakelijk gevolg zou moeten wezen van de afdamming in voornoemd kanaal. De heer Zur Mühlen doet eene vraag betreflende de zwaarte, der fundering en de soort van brug. De heer de Breuk geeft zijne verwondering te kennen dat de woning des doodgravers niet door de commissie van onderhouds werken is vermeld; spreker wenscht, daar van de reden te weten, daar een raadsbesluit omtrent dit pnut bestaat, en dit moet worden uitgevoerd. De Voorzitter zegt dat dit niet kon omdat de begrooting daartoe niet toereikend was, waarop voormeld lid repliceert dat het thans toch reeds een jaar te laat is. De heer Beeriugh meent, dat de heer de Breuk in zijne beschouwing omtrent dit punt in dwaling verkeert, omdat toen het plan werd aangenomenhet niet zóódanig was als het later is vastgesteld, bovendien was het slechts door B. en W. op de begrooting gezet als een wenschelijk werk maar niet door een bepaald raadsbesluit vastgesteld. Na eene korte discussie omtrent dit onderwerp tussehen dezelfde sprekers, wordt het voorstel betreflende den aanleg der bruggen met algemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter geeft keunis dat de school in de Nieuw stad, die voor eene bepaalde som is aangenomen, behoefte heeft aan ameublement, en stelt voor de benoodigde som van ƒ1026 daartoe te verleenen. Na specificatie dier som door den Secretariswordt dit voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Ter lcennisse van den raad wordt wijders gebragt, dat in de geprojecteerde leeniug van ƒ160,000 voor ƒ4.2,000 is ingeschreven, cn dat er, in casu ze niet mogt worden volgeteekend, tot andere maatregelen zal moeten besloten worden. De Voorzitter deelt mede, dat de school in de Nieuw stad met 1 November zal in gereedheid wezen, en stelt voor ze met 1° Januarij te openen. De commissie voor 't onderwijs deelt mededat het ge tal der schoolgaande kinderen zeer talrijk is, en dat dus de school aan de Hoofdgracht behoefte heeft te blijven bestaan; ze stelt voor de gemeente als zóódanig in vier deelen te verdeelen t. w. 1°. het westelijk deel tot aan de Poststeeg; 2°. van de Poststeeg tot aan het hoofd; 3°. de Weststraat voor en achter tot aan de Windsteeg; 4°. Bin nenhaven voor en achter; de kinderen zouden alsdan be paaldelijk de school moeten bezoeken die gelegen is in de wijk door hunne bloedverwanten bewoond; de heer lleeringh voegt hier bij, dat de commissie die vermeerde ring der bestaande scholen unaniem niet alleen wenschelijk maar zelfs noodzakelijk acht. Het voorstel wordt met al gemeene stemmen aangenomen, Vervolg en slat in kei volgend nummer Het gewigtigste nieuws dat wij heden vinden, is de be kendmaking der bijzonderheden die de erkenning van het koningrijk Italiëdoor onze regering hebben vergezeldhet blad V Union zegt: /'dat inde nota, welke door het kabinet te 's Hage aan zijne buitenlandsche diplomatieke agenten is gerigt, voornamelijk op den voorgrond wordt gesteld, dat die erkenning heeft plaats gehad wegens de nadeelenwelke voor de belangen des handels uit eene belemmering der diplomatieke betrekkingen zouden voortvloeijen" Onze regering heeft zich voorbehoudende staatkunde van het kabinet te Turijn, met de meeste vrijheid te heoordeelen, door van het feit der erkenning, de oorzaken af te scheiden waaruit die erkenning is ontstaan, en de gevolgen welke er uit kunnen voortspruiten. Het schijntuit al de berigten die wij nopens dit onderwerp lezen, te blijken, dat ons gouvernement niet dan zeer ongaarne tot die erkenning is overgegaanen men vreest dat deze handelwijze door onze regering een' nadeeligen invloed op de erkenning door Belgie zal uitoefenen. Men verzekert zelfs, dat deze mededeeling een' zeer ongunstigen indruk te Parijs zou hebben te weeg gebragt. De Engelsohe bladen deelen ons een overzigt mede, om trent de bedoelingen van keizer Napoleon; volgens deze, zou de overeenkomst tussehen den keizer en den koning van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 2