55. Eerste Jaargang. 1861. ^eföer, Jïicitujcöir)) ZATERDAG XïïüïenisoorÖ, cn,v 28 SEPTEMBER. HET ADRES VAN ANTWOORD OP DE TROONREDE. NIEUWE V\N DEN Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30. Eranco per post"1.50. Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Brieven franco aan den Uitgever S. GILTJES. Prijs der Advertentiën 10 Ct. per regel behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing. Het is zeker merkwaardig dat de Kamer in den tijd van slechts éénen dag, het concept-adres van antwoord op de Troonrede heeft aangenomendaar in vroegere tijden de discussien daaromtrent van langen duur warenen er thans zeker evenveel belangrijke zaken te bespreken zouden zijn geweest. Waarschijnlijk is die spoed toe te schrijven aan de overtuiging der Kamer, dat er bij de beraadslagingen over de begrooting, gelegenheid zal wezen op sommige pun ten meer en détail terug te komen; want wanneer men om trent eenige onderwerpen licht verwachtte bij de behandeling van dit adres, dan is men door den uitslag der discussie zeer teleurgesteld. Een der voornaamste puntenover welke men eene verkla ring der regering te gemoet zag, is stellig de erkenning van Victor Emmanuel als koning van Italië, waarover in de troourede zelfs met geen woord werd gewag gemaakten die in de Eerste Kamer slechts zeer oppervlakkig is bespro ken.Uit de thans gevoerde discussien blijkt het, dat de regering slechts met wankelende schreden en huiverend, daar toe heeft besloten ze erkende als het ware een "fait accompli" waaraan niets te veranderen viel. -Het duistere omtrent de bewoordingen waarin die erkenning is geschied, en de weigering van den Minister van Buitenlaudsche Zaken, om dc dépêches,aan de ambassadeurs gezonden, aan de Kamer over te leggenlaten veel stof tot vermoedens overte meer daar de buitenlaudsche bladen ons berigtendat de wijze waarop de erkenning heeft plaats gehad, niet de algemeene goed keuring heeft weggedragen, en zelfs, hier en daar, niet on opgemerkt is gebleven. Dat onze regering het koningrijk Italië erkennen moest; is buiten twijfel; de geheele geschiedenis van ons vaderland is daar, om aan te toonendat de Italianen thans niets anders doendan hetgene onze voorouders reeds drie ecuwen geleden gedaan hebben, namelijk opstaan tegen tyrannie en verdrukking. Maar die erkenning had moeten geschieden zonder voorbehoud, en zonder bewoordingen die duidelijk aantoonen, dat men slechts heeft toegegeven aan een nood zakelijk kwaad. Onbetwijfelbaar is het, dat vele katholieken den tegen- woordigen gang vau zaken in Italië ten sterkste af keuren en dat zij de uitbreiding der magt van Yictor Emmanuel, hoogst nadeelig vinden voor de belangen der kerk; hier echter staat het belang van den staat op den voorgrond en dit is de rigtsnoer naar welke de regering te handelen heeft. Het kan dus geen verwondering barcu, dat de volksvertegenwoordiging eene zinsnede in haar adres van antwoord heeft opgenomen, waaruit haar gevoelen omtrent deze aangelegenheid blijkt. De paragraaf der troonredewaarin de. koloniale omstan digheden besproken werdenliet eveneens wat de duidelijk heid betreft, veel te wenschen over; wél werd in deze ge wag gemaakt vau //verschillende wetsontwerpen" die zouden worden aangebodendocli welke deze ontwerpen waren, werd daarin niet vermeld. De kamer geeft thans haar verlangen te kennen, dat ook de wet, regelende het beheer en de verantwoording der koloniale geldmiddelenonder deze moge belmoren, eveneens als de herziening vau het eertijds zoo veel gerucht gemaakt hebbende drukpers-reglement het gewrocht der duisternis zoo als het vroeger genoemd werd. Ook het in den laatsten tijd zoo veel besprokene onderwerpbetreflende de uitgifte den cultuur-contracten wordt daarin vermeld; de antwoorden ondertussclieu, tijdens de discussien gegeven, laten ons niet zien dat men daar omtrent voorloopig verandering of vooruitgang te wachten heeft. Nog wordt door de kamer de aaudacht der regering ge vestigd op de wet betreffende de sehutterijeuwelke zij na het aannemen der wet op de nationale militie voor noodzakelijk houdt; en het is zeker waar, dat op het te genwoordig tijdstip, de regeling der schutterijen een on misbaar vereischte isindien ons land zicli bij een' eventuelen oorlog, in staat van verdediging moet bevindeu. De toe stand van ons werelddeel is niet zoodanigdat men met gerustheid de toekomst te gemoet kan zien, en misschien zou het later berouw wekkenindien men om de kosten die aan de uitvoering van dit ontwerp noodzakelijk ver bonden zijn, het geheel achterwege liet, of niet zorgde dat in tijd van gevaar, de schutterijen op bruikbaren voet wa ren. Eu dit laatste laat, voornamelijk wat do kleinere of plattelands gemeenten aangaat, veel te wenschen over. De wetten op het middelbaar en hooger ouderwijs worden in het adres slechts, als het ware pro memorievermeld, ter wijl ook de heer van Zuijlen van Nijevelt verklaarde niet geacht te willen worden zijne goedkeuring te hechten aan de mededeeling der regering omtrent de goede werking van de wet op het lager onderwijs; ook de heer Meeussen ant woordde, dat de commissie van Redactie niet van meeniug is geweest te verklaren, dat de werking der wet op het lager onderwijs zoo gunstig isdoch dat dit later uit de jaarlijksche verslagen zal moeten blijken. De heer Thorbecke gaf zijne bevreemding te kennen dat er in de troonrede geen gewag was gemaakt van de water wegen, en voornamelijk omtrent de doorgraving van Holland op zijn Smalst, hij hoopte dat zoo spoedig mogelijk het wetsontwerp daaromtrent zou worden ingediend. Wij zullen later op deze, ook voor onze gemeente zoo belangrijke aan gelegenheid, terugkomen. De kalme houding die de Kamer gedurende de discussie aannammag zeker niet onopgemerkt worden voorbijgegaan terwijl vroeger de debatten tijdens het adres van antwoord op de troonrede tot hartstogtelijke en hevige beraadslagingen aanleiding gaven, en bijna alle punten besproken werden, zijn in dit jaar slechts eenige paragraphen aangevoerd. Zoo gaven o. a. de zinsnede betreffende de zee- en landmagt. tot geenc woordenwisseling aanleiding, terwijl ook de gebeur tenissen te Banjermassing met stilzwijgen zijn voorbijgegaan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 1