J\/s 56.
Eerste Jaargang.
1861.
•jjcföer, JlteumeÖiep
WOENSDAG
lïïtiïcmsoorö, en 5.
2 OCTOBER.
NIEUWE
VAN
COURANT
DEN
Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30.
Franco per post//1.50.
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Brieven franco aan den Uitgever
S. GILTJES.
Prijs der Advertentien 10 Ct. per regel,
behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing.
Een blik op den toestand van Europa.
V. NEDERLAND.
Vervolg van N°. 32).
In eeuige onzer vorige nommers hebben wij getracht aan
te toouen waarom ons land in een' staat van ongestoorde
rust verkeert, terwijl in de meeste overige Europeesche rij
ken spanning en ongerustheid heerscht. Maar ook tot nog
toe was ons vaderland bijna geheel gehouden buiten de groote
diplomatieke vraagstukken die ons werelddeel bezig hielden,
en het artikel over ons land in het Engelsche ministeriele
blad, naar aanleiding der troonrede, doet ons genoegzaam in
zien, hoe weinig het van buiten de aandacht trekt. Thans
ondertusscheneven na het bezoek van den Zweedschen koning
te Parijs, dat zoo zeer de gevoeligheid van Engelands
premier opwekte, verspreid zich het gerucht dat ook onze
kouing den Pranschen keizer een bezoek zal brengenen
dit gerucht schijnt, daar het niet officieel wordt tegen
gesproken, waarheid te zijn.
Bijna altijd heeft de zamenkomst van twee souvereinen
eene politieke beteekenis; en men heeft reeds gezien welke
besluiten men getrokken heeft uit de reis van Karei XV
naar Frankrijk. Wij zullen ons niet inlaten met de resul
taten die men van deze bijeenkomst kan verwachten, deze
zijn nog gehuld in den sluijer der toekomst.
Maar een onzer binuenlaudsclie bladen meent, dat eene
vertrouwelijke aanraking tusschen de Nassau's en de Bona-
parte's zorgvuldig behoort te worden vermeden, omdat door
'skonings reis naar Parijs, het Nederlandsche volk zich
diep gekwetst en beleedigd zou gevoelen. Hetzelfde heeft
voornoemd anti-Napoleontisch blad reeds vermeld tijdens het
bezoek dat H. M. de koningin aldaar gebragt heeft, zonder
dat wij nogtans de redenen daarvan konden inzien, even
min als wij thans begrijpen, waarom het oude Nederland
door die reis eene onuitwisbare smet op zich zoude laden,
of waarom de edellieden, die Z. M. vergezellen, daardoor
hunnen adel of den luister van hunne afkomst zouden
schandvlekken.
Het hoofd-arguraent schijnt daarin te bestaan, dat de
zoon van den held van Waterloo niet kan of mag zamenko-
men met den neef van den eersten Napoleon. Argumenten
tot staving van dit beweren worden niet bijgebragt. Jaren
zijn er sedert dien tijd verloopcnverschillende monarchen
hebben sinds dat tijdstip den Pranschen troon beklommen,
en men zal toch niet volhouden dat ons vaderland bij die wis
seling veel gewonnen heeft. Het tegendeel is waar; naauwelijks
was de Belgische revolutie uitgebroken of zoowel Engeland
als Frankrijk vernietigde zijn eigen werk; zoowel bij het
eene als bij het audere volk vonden wij tegenstandnergens
hulp en bijstand.
Eene waarheid is het dat kleine staten slechts bestaan,
door het politiek evenwigtzoo ergens dan heerscht tnsschen
de volken het regt van den sterkste. Kleinere staten
moeten dus ook alles vermijden wat aanleiding zou kunnen
geven tot onaangenaamheden met een' magtigeren souvercin
zoolang hunne eer en waardigheid daardoor niet wordt
aangetast.
Eu ook, beeft de koningin van het magtige zee-koning
rijk zich niet verwaardigd een bezoek te brengen aan den
neef van den Parvenu en toch hebben de Engelsche
troepen ten allen tijde tegen dezen gestreden. Heeft Pruis-
sen 's koning niet de behandeling vergeten - nu het belang
van zijn volk bet medebrengt door dien parvenu der
koningin Louise aangedaan? Hebben zelfs alle mogendhe
den die het Weener Congres hebben bijgewoond, niet de lioofd-
bepaliugen daarvan geschonden, alleen om de vrede en rust
van Europa te handhaven En zou nuhet kleine Ne
derland zich het misnoegen van een' veel magtiger souve-
rein op den bals halen, alleen omdat 's Kouiugs vader te
gen den oom van dezen heeft gestreden bij Waterloo?
Indien toch, wat zeer mogelijk ja zelfs waarschijnlijk is,
een Europesche oorlog mogt losbarsten zal Nederland ge
noodzaakt zijn eene partij te kiezen. //Men droome niet, zegt
Multatuli teregtvan neutraliteit. Neutraliteit is een woord
niets dan een wroord, dat alleen kracht heeft zoo lang de
sterken voordeel zien in de werkeloosheid der zwakken.
Neutraliteitis de onverstane kreet van iemand die onder
den voet is geraakt in een menigte. Neutraliteit van kleine
staten houdt op, zoodra de. grootere, of één van de
grootere,-behoefte voelen aau het tegendeel." Welke
partij zou ons land nu kiezen, indien het reeds vooraf be
gint het misnoegen op te wekken van hem die daarin de
grootste rol spelen moet Zeker zal het voorzigtig zijn
zich den wrevel van geen der groote mogendheden op den
hals te halen iets dat zeker geschieden zou door eene vol
standige weigering van onzen koning om het voorbeeld der
Engelsche koningin, of van de souvereinen van Pruissen
en Zweden te volgen.
Maar, wordt er gezegd, //men beroept zich op den ko
ning van Zweden. Als of de kleinzoon van een' Pranschen
parvenu, van een gewezen maarschalk, door Napoleon tot
prins gemaakt, evenzeer als Willem III, kon gedwongen
zijn, de eer van zijn stamhuis te handhaven." Waarlijk
een wonderlijke uitval, van hem die het bloed der Nassau's
zoo hoog stelt, tegen den echtgenoot eener Hollaudsche
prinsestegen een vorstdie hoewel niet op ouden adel
kunnende bogen, thaus wettig souverein is, zoowel dooi
den wil des volks, als door de erkenning der mogendheden.
Naar het algemeen gevoelen zijn de tijden van het //droit
divin", voorbij, en heeft dit plaats gemaakt voor het //droit
dn plas fort"; de vorsten van Napels, Panna, Modena, en
de Pransche Keizer zelf strekken ons tot voldoend bewijs
en het schijnt dat de ,legitime vorsten van Europadie
hunne kroonen aan het goddelijk regt te danken hebben
weinig doen om dit beginsel in stand te houdenanders
ware. de erkenning van Napoleon eene bepaalde onmogelijk
heid geweest; men neemt tegenwoordig liever de gebeurte
nissen aan, zoo als ze zijn, zoodra men ze als een- //fait
accompli" beschouwen kan. Zeker is het tochdat de
kleinzoon van den parvenu, thans nog op zijn' troon geze-