58. Eerste Jaargang. $e(Öer, JlteuraeÖiep WOENSDAG UMemsoorÖ, cn.v 9 OCTOBER. Zitting van den Gemeenteraad, 1861. NIEUWE VAN T DEN Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30. Franco per post//1.50. Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Brieven franco aan den Uitgever S. GILTJES. Prijs der Advertentiën 10 Ct. per regel behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing. op Vrijdag 4 October 1861. Voorzitter de heer Mr. K. J. C. Stakman Bosse. Secretaris de heer L. Vebhey. Do Voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige zitting werden door den Secretaris voorgelezen en zonder discussie goedgekeurd. De voorzitter geeft den raad kennis dat hij ontvangen heeft eene missive van den heer Mr. N. H. de Lange, cu rator in het faillissement van den gewezen gemeente ont vanger alhier, waarbij de gemeente als schuldeischeresse, wordt uitgenoodigd zich te doen vertegenwoordigen bij de verificatie der schuldvorderingen op Maandag den 7den Octo ber. Z. E. A. wenscht dat de raad hem magtige om de gemeente aldaar te doen representeren. De heer Reeringh meent dat zulks volgens de wet moet geschiedenhet voorstel wordt zonder deliberatie aangenomen. De Voorzitter geeft kennis dat hij alzoo den heer Mr. P. A. de Lange, advocaat te Alkmaar, zal magtigen om in deze voor de gemeente op te treden; doch dat Z. E. G. door personele redenen verhinderd zijnde de eerste verificatie bij te wonen, eerst bij de volgende zal kunnen tegenwoor dig zijn. De heer Beets acht de vordering der gemeente zoo solide, dat op dezelve geen aanmerking kan gemaakt worden. Vervolgeus doet de Voorzitter den raad mededeeling dat de vroeger geprojecteerde leening van ƒ160,000 niet is tot stand gekomen, voornamelijk wegens de te geringe rente en de voor de storters te bezwarende termijnen; het ontwerp dier leening is alzoo gewijzigd in dier voege, dat de leening zal plaats hebben in twee seriën elk groot ƒ80,000 en ren tende 5°/0. Wat de stortingen der inschrijvingen voor de eerste serie betreft, deze zullen moeten plaats hebben, op den lsteu Januarij en lsten Julij 1862 telkens 50°/0terwijl die voor de tweede serie later zullen worden aangekondigd, zullende nog de betaling der uitgelote schuldbrieven plaats grijpen ten kantore der associatie kassa. De heer Zurmühlen vraagt of er twee verschillende leenin gen noodig zijnen of de eerste ook noodzaakt tot de uitschrij ving der tweede. ZEd. wenschte voorloopig alleen de eerste uitteschrijvenen eerst later te besluiten tot de tweede. De heer Graat vraagt of vóór het uitschrijven der nieuwe leening de raad nogmaals zal gehoord worden. De heer Boomsma antwoordt dat in geval de tweede serie later on- noodig mogt worden bevondendeze alsdan niet zal worden uitgeschreven. De algemeene strekking van het ontwerp wordt vervolgens aangenomenen daarna over de afzonderlijke artikels beraad slaagd. Bij art 2 luidende'/de leening wordt aangegaan in ronde sommen van ƒ1000 a, 5°/0terwijl inschrijvingen ad 4\-0/0 de voorkeur hebben" vraagt de heer Graat of het niet beter ware de rente facultatief te stellen. Voornoemd lid meent, dat het bezwaar tegen de vorige leening heeft bestaan in de termijnen, doch niet in de rente. Spreker zegt dat ook van 's Rijks wege geene hoogere rente dan 4°/0 wordt gegeven. De Voorzitter antwoordt dat de gemeente effecten niet volkomen met die van het Rijk kunnen gelijk gesteld wor den, daar eerstgemelden door den bezitter niet altijd zonder verlies kunnen verkocht worden indien hij ten eenige tijde zoude wenschen ze te realiseren. De heer Reeringh is even eens van dit gevoelen. Het artikel in omvraag gebragt, wordt aangenomen met 8 tegen 5 stemmen. Tegen waren de heeren de Lange, Verweijde Zurmühlen en Graat. Bij de behandeling van art. 6, stelt de heer Boomsma .voor, den termijn der stortingen te bepalen op den 15deuin plaats van op den lVen der maand. De heer de Lange zou het beter achten wanneer de stor ting in eens plaats hadvoornamelijk in het belang van den geldschieter. Dat lid meent dat alsdan eene rente van 4j°/0 voldoende zou wezen; met welk gevoelen de heer C. Bakker Bz. zich vereenigt. De heer Reeringh meent dat hot laatste in strijd is met het reeds bepaalde in art. 2. De heer de Breuk laat den termijn der storting in het middendoch geeft aan het voorstel der commissie, om de rente op 5°/0 te bepalen, de voorkeur, uithoofde men, in geval de leening ad 4 j °/0 wederom niet mogt worden vol- geteekend, ten derde male daartoe zou moeten overgaan. In gevolge het gezegde van de heeren de Lange en Bakker stelt de heer Boomsma thans voorden termijn der storting te stellen op den lstett April 1862, hetwelk wordt aangenomen. Het geheele ontwerp wordt alsuu in omvraag gebragt en aangenomen. De heer Graat stemde tegen. De Voorzitter deelt mede, dat door Z. E. A. is ontvangen eene missive van den Commissaris des Konings in Noord- Holland, begeleidende een schrijven van Z. E. den minister van Biuncnlandsche Zakenover de vraagof de Gemeen teraad de magt bezit, om aan een' uitgever eener courant het voeren van het gemeente wapen te vergunnen, of te weigeren. Z. E. geeft den raad te kennen, dat hij in over leg met den minister van Justitie, van gevoelen is, dat vermeld ligchaam die bevoegdheid niet bezit. De Voorzitter stelt voor den adressant in den zin dezer beslissing te antwoorden. De heer Reeringh merkt op, dat uit het schrijven des ministers blijkt, dat dezelfde quaestie zich bij eene provin cie heeft voorgedaanen dat het dus niet te verwonderen isdat de Raad daarover inlichting heeft gevraagd alvorens een besluit te nemen. De heer de Breuk meent te moeten herinneren, dat hij reeds bij de eerste discussie daaromtrent, de bevoegdheid van den raad heeft ontkend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1861 | | pagina 1