jys 45.
Eersie Jaargang.
1861.
Ijetöer, JlieuajeÖiep
ZATURDAG
UMemsoorö, C115.
26 OCTOBER.
YAN
DEiY
Abonnementsprijs per kwartaal ƒ1.30.
Franco per post//1.50.
"Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Brieven franco aan den Uitgever
S. GILTJES.
Prijs der Advertentiën 10 Ct. per regel
behalve 35 Ct. Zegelr. voor elke plaatsing.
De Onderlinge Verzekerings-Maatschappij
VAN
Weduwen-Pensioenen //den Helder."
In het laatste nommer onzer courant komt onder de //in
gezonden stukken" eene beschouwing voor, over het hierboven
vermelde onderwerp. Evenmin als de Redactie eener Courant
door de plaatsing vaneen zoodanig stuk, kan geacht worden
alle beschouwingen of inzigten van den inzender te deelen
of te beamen, evenmin acht zij zich gebonden daarom het
stilzwijgen te bewaren over eene zaakdie met dc belangen
van vele ingezetenen dezer gemeentein onmiddelijke betrek
king staat. In het eerste nommer van ons blad is het ge
zegd: wij wenschen juist deze onderwerpen te behandelen;
mogten wij dwalen in onze inzigten, welnu, men zal ons
ten allen tijde bereid vinden de argumenten van onze te
genpartij te plaatsenen zoo ze grondig bevonden worden
dit openlijk te bekennen.
Het is er echter verre af, dat wij bet plan door den
heer Heets geopperd, zouden willen bestrijden; gcene enkele
reden bestaat daartoe; maar toch achten wij het niet over
bodig deze aangelegenheid hier te besprekenomdat daardoor
den lieer Heels welligt aanleiding zal worden gegeven, om
het publiek, dat in zijne onderneming belang stelt, die in
lichtingen te verschaffen, waarop het met regt aanspraak
kan maken; en door deze zal ook de heer Heets grootere
kans erlangen zijne pogingen met een' gewenschten uitslag
bekroond te zien.
"Wat onmiddelijk in de circulaire van den heer Heets in
het oog valt, is, dat de statuten .zijner maatschappij ten
ceucnmale onbekend zijn. Dit achten wij verkeerd. Wel is
waar, mogen de H.II. Burgemeester en "Wethouders daaraan in
hun privé (1) hunne goedkeuring geschonken hebben, maar wij
betwijfelen of deze in welke gemeente ook bij eene dus
danige ondernemingals autoriteit kunnen worden geraadpleegd.
Hadden wij gezien dat personenmet dergelijke zaken be
kend b. v. de Hoogleeraar Hobatto of IX Slamhart hun
goedkeurend advies over deze maatschappij hadden uitge-
bragtwij zouden daaraan eene veel grootere waarde hebben
gehecht.
Elke verzekerings-maatschappij moet, indien ze ten minste
eenig vertrouwen wenseht te erlangen, steunen op eene wis
kundige berekening; deze missen wij hier geheel. En nog
blijft die wiskundige berekening onzeker. Men kan, wan
neer men de tabellen van eene reeks van jaren ter hand
neemt, en uit deze de sterfte binnen eene gemeente in een
bepaald groot tijdsverloop nagaat, berekenen hoe groot de
waarschijnlijke jaarlijksche sterfte wezen zal; doch deze
blijft altijd slechts eene waarschijnlijke uitkomst die onder
verschillende omstandigheden kan falen. Neemt men nu
(1) Naauwkeuriger zou het geweest zijn te schrijven „dat de statuten
der Maatschappij gezien eu goedgekeurd warendoor de hecren S takman
BosseBooinsma en Bakkerdaar dezen hier als privaat personen, en niet
als B. en W., dc zaak hekben beoordeeld.
hierbij nog in aanmerking, dat de zoogenaamde //sterfte ta
felen" berekend zijn voor eene groote massa, en dat men
de resultaten die daaruit worden afgeleid, niet op een klein
aantal personen kan noch mag toepassen, dan oppert zich de
vraag van zelve, //welke is de grondslag waarop deze maat
schappij steunt, die slechts 200 leden behoeft te tellen, om
haar bestaan te beginnen".
Wij betwijfelen het niet of de oprigter zal dit bezwaar
weten uit den weg te ruimen en ons aautoonen dat zijne
maatschappij op berekening gevestigd is, doch, en dit
is het juist wat wij wilden uitlokken wij wenschen open
baarheid der statuten, ten einde 'naar deze o. i. te kunnen
oordeelen.
Een tweede punt dat voornamelijk onze aandacht trok,
was de bepaling dat voor het reserve-fonds geen ouderdom
wordt in aanmerking genomendoch dat al diegenen die
den ouderdom van zestig jaren hebben bereikt, onvoorwaar
delijk van het lidmaatschap zijn uitgesloten. Wij meeneu
te mogen vragen, welke de reden is van deze bepaling,
die ons voorkomt tegen alle wetten te strijden, ja zelfs
bijna onverdedigbaar te zijn. Of is het der maatschappij
onverschillig of hare leden den ouderdom van vijf en twintig
dan wel van negen en vijftig jaren bereikt hebben? De
waarschijnlijkheid brengt mede, dat iemand van jeugdige
jaren langer zal leven dan hij, die reeds den ouden dag
is ingetreden; het jeugdig lid zal dus ook meer contribu
eren en minder kans tot nadeel voor de maatschappij op
leveren, maar betaald toch dezelfde bijdrage als het lid dat
bijna dertig jaren ouder wezen kan, en dus spoediger eene
weduwe zal kunnen nalaten aan welke de maatschappij zal
moeten voldoen.
Wanneer wij thans deze bezwaren in het midden brengen,
geschiedt zulks niet met het doel de jeugdige onderneming
tegen te werken of iemand af te raden tot het lidmaatschap
toe te tredenmaar alleen met het oogmerk meerdere in
lichtingen daaromtrent te verkrijgen, die voor de geheele
gemeente van belang kunnen worden.
Want meer dan ééne maatschappij van dergelijken aard
is er opgerigt, met het bepaalde vooruitzigt te zullen slagen;
maar hebben deze maatschappijen aan hunne, bedoelingen
beantwoord?
Heeft b. v. de Amsterdamsche maatschappijdie thans
een jaar geleden is opgerigt in den vorm eener Naamlooze
Vennootschap //de Voorzorg", wezenlijke vruchten van hare
bemoeijingen getrokken? - Wij betwijfelen het; doch
hopen ook dat de lieer Heets ons daaromtrent de noodige
inlichtingen zal willen verschaffen; daaruit zouden wij
wederom kunnen zien hoe de bloei der maatschappij van
hare statuten afhangt, en hoe hare ontwikkeling voorname
lijk steunt op het vertrouwen dat men stelt in de bereke
ningen, die haar tot grondslag verstrekken.
Wij betwijfelen het niet of de heer Heels zal dc statuten
zijner maatschappij openbaar maken; wij hopen alsdan op
dit onderwerp terug te komen en onzen lezers de deelne
ming aan dezelveop goede grondente kunnen aanbevelen.